24 LHV | De Dokter Juni 2011

advertisement
24
LHV | De Dokter Juni 2011
Huisartsenzorg in plattelandsgebieden op de tocht
‘Generatie X gaat
voor ontwikkeling’
Tekst Petra Pronk Fotografie Erik Kottier Illustratie Tammo Schuringa
D
e komende jaren gaan veel huisartsen van de
babyboomgeneratie met pensioen. Hun werk
wordt overgenomen door huisartsen uit de
Generatie X, en dat gaat met opvolgingsperikelen gepaard.
Als er niets gebeurt zit straks een deel van de Nederlandse
patiënten, met name in plattelandsgebieden, zonder
huisarts. De jonge (aankomende) huisartsen bieden
oplossingsrichtingen.
Stel, je bent huisarts in Oost-Groningen en je denkt er
voorzichtig aan om over een paar jaar de praktijk over te
dragen aan een jongere huisarts. Dan heb je een serieus
probleem, want het valt niet mee om opvolgers te vinden
in plattelandsgebieden.
Was een praktijk op het platteland 40 jaar geleden nog een
droom, tegenwoordig bouwen jonge huisartsen meestal
liever een praktijk op in meer stedelijke gebieden. Dat blijkt
uit twee onderzoeken naar de opvolgingsproblematiek van
huisartsen in Nederland. Hans Dunselman deed onderzoek
naar dit onderwerp vanuit de werkgroep Politiek en
Maatschappij van de Landelijke Vereniging van Aspirant
Huisartsen (LOVAH). Erik Teunissen deed hetzelfde vanuit
de Vasco da Gama Movement (de Europese vereniging voor
AIOS en startende huisartsen). Beiden kwamen in grote
lijnen tot dezelfde conclusie: de overgang van de babyboomgeneratie naar Generatie X gaat in huisartsenland voor
grote problemen zorgen, met name in plattelandsgebieden.
Terwijl huisartsen in de grote steden maar moeilijk aan een
praktijk kunnen komen, zitten collega’s op het platteland
met de handen in het haar omdat zich geen opvolgers
aandienen.
Een huisarts kan zich overal in het land vestigen, zonder
voorwaarden. Toch is de stap naar de provincie voor veel
beginnende huisartsen kennelijk te groot. Een goed
opvolgingsbeleid is noodzakelijk om de continuïteit en de
kwaliteit van de huisartsgeneeskunde te garanderen. De
LOVAH ziet als belangrijkste oplossing het wegnemen van
de onbekendheid met de regio’s, bijvoorbeeld door het
openen van dependances van de huisartsopleiding,
werkervaringsplekken of uitwisselingsprojecten. De Vasco
da Gama Movement ziet meer in een 8-stappenplan dat
voorziet in een maximale aansluiting op de wensen van
Generatie X; onder meer het werken in deeltijd en de
mogelijkheden om zichzelf te blijven ontwikkelen.
Generatiewisseling
Het huisartsenlandschap is enorm in beweging, stelt Erik
Teunissen. “Er is sprake van twee bewegingen die elkaar
versterken. Allereerst is er natuurlijk de vergrijzing. Twintig
jaar geleden vormden de jongere huisartsen (tussen 35 en 45
jaar) nog de grootste groep, maar tegenwoordig zijn dat de
ouderen (tussen de 50 en 60 jaar). Er valt de komende jaren
dan ook een grote uitstroom van huisartsen te verwachten.
Dat heeft nogal wat consequenties. Er komt een serieus
tekort aan huisartsen, zeker op het platteland.” “Daarnaast
speelt mee dat de nieuwe generatie huisartsen (Generatie X,
geboren tussen 1963 en 1981) wezenlijk anders in elkaar zit
dan de babyboomgeneratie, en dat de kenmerken van die
nieuwe generatie de opvolging nog moeilijker maken – dat
geldt zowel voor mannen als voor vrouwen. Deze jonge huisartsen hebben vaak een gezin met kleine kinderen en een
fulltime werkende, hoog opgeleide partner, waardoor ze in
deze fase van hun leven veel ballen tegelijk in de lucht
moeten houden. Daardoor kan alles niet alleen maar om de
praktijk draaien, zoals vroeger. De praktijkwerkzaamheden
moeten worden ingebed in een druk schema van zorg en
werk van de partner. Het werk neemt daardoor een andere
plek in dan bij hun voorgangers. Het werk moet beter
inpasbaar zijn. Bovendien hebben deze huisartsen meer
behoefte aan flexibiliteit in het werk. De meerderheid werkt
liever in deeltijd om alles te kunnen combineren. Een deel
kiest er dan ook heel bewust voor om geen praktijk over te
nemen, maar te gaan werken als waarnemer of als huisarts
in dienst van een andere huisarts (Hidha). De nieuwe tijds­geest zorgt er ook voor dat huisartsen het steeds moeilijker
vinden hun praktijk te combineren met functies in het
onderwijs, onderzoek, bestuur of management. Terwijl het
toch heel belangrijk is dat die dubbelfuncties ingevuld blijven
worden. Door hier niet goed op in te spelen komt de kwaliteit
en de toegankelijkheid van de zorg op de tocht te staan.”
Randstad
Hans Dunselman deelt die bevindingen en voegt eraan toe
dat de huidige generatie bovendien liever in de Randstad
of andere stedelijke gebieden wil wonen en werken. Een
enquête onder 26 procent van de AIOS Huisartsgeneeskunde
laat zien dat bijna de helft van de AIOS zich in het midden
van het land wil vestigen, en dat nog geen kwart overweegt
zich in een ‘probleemgebied’ te vestigen.
Als reden voor die weerstand tegen ‘de provincie’ geven
LHV | De Dokter Juni 2011
25
Vervolg ‘Generatie X gaat voor ontwikkeling’
Hans Dunselman: “Op de lange termijn moeten
we meer huisartsen opleiden”
‘Generatie X is niet te
motiveren door geld,
wel door ontwikkeling’
de meesten redenen van sociale aard op. “Bij de keuze voor
een vestigingsgebied weegt voor jonge huisartsen het
sociale aspect het zwaarst”, zegt Hans Dunselman. “Ze
willen zich het liefst vestigen in een streek waar ze familie
en vrienden hebben. Dat is meestal het gebied waar ze zijn
opgegroeid of gestudeerd hebben. Het platteland valt dan
voor de meesten automatisch af. Een tweede reden is dat het
voor de, vaak hoog opgeleide, partner moeilijk is om een
baan te vinden in plattelandsgebieden.”
Zelf zit Dunselman momenteel in de Hoekse Waard voor
zwangerschapswaarneming. “Het is hier redelijk landelijk.
Daarvan zie ik de charme wel. Maar mijn vriendin is
opgeleid als huisarts in Leiden en zij wil liever in de
Randstad blijven. Ik zie mezelf dus ook niet zo gauw naar
Oost-Groningen verhuizen”, zegt hij eerlijk.
Onbekendheid
Onderzoek onder de regionale kringen van de LHV heeft
laten zien dat ze in Groningen, Drenthe, Flevoland, Zwolle
en Twente momenteel al kampen met een ernstig tekort aan
huisartsen, en dat probleem zal de komende jaren alleen
maar groter worden. Het goede nieuws is, dat uit het
onderzoek van de LOVAH blijkt dat het wel degelijk mogelijk
is om de keuze van huisartsen voor een vestigingsplaats te
beïnvloeden. Hans Dunselman: “Onbekend maakt
onbemind. Dus is het zaak die onbekendheid met het
platteland weg te nemen. Dat kan door huisartsen in
opleiding te stimuleren om een periode in zo’n gebied hun
26
LHV | De Dokter Juni 2011
opleiding te doen. Dan kunnen ze zien hoe het daar echt is.
De plaats waar de huisartsopleiding genoten wordt, blijkt
de belangrijkste factor voor de keuze om zich te vestigen
in regio’s zoals Groningen en Drenthe. Dus zullen we meer
opleidingsplaatsen in die gebieden moeten aanbieden. Zo
heeft de VU een dependance in de regio Twente en kunnen
AOIS in Maastricht hun opleiding grotendeels in de regio
Eindhoven doen. Eind dit jaar start de huisartsopleiding
Groningen met een dependance in de regio Hoogeveen.
Zo kun je mensen binden aan de streek en de drempel
om zich daar te vestigen, verlagen.”
“Welke maatregelen er ook bedacht worden, ze moeten
wel altijd op basis van vrijwilligheid gebeuren. Uit ons
onderzoek blijkt duidelijk dat maatregelen met een
verplichtend karakter op grote weerstand stuiten. Suggereer
dus dat ze eventueel ook hun opleiding ergens anders
kunnen volgen.”
Stimulans
De komende 10 à 15 jaar gaan er serieus gaten vallen in de
landelijke dekking van de huisartsenzorg. Wat is ervoor
nodig om toekomstige huisartsen over te halen zich in een
probleemgebied te vestigen? Uit het LOVAH-onderzoek blijkt
dat geld in dezen nauwelijks een stimulans is. Voor een
financiële bonus zoals in Duitsland wordt gedaan, lopen
Nederlandse huisartsen niet warm. Wel zien ze iets in hulp
bij de kwaliteitsverbetering van de over te nemen praktijk
en het opzetten van samenwerkingsverbanden met
collega’s. “En op de lange termijn moeten we misschien
meer huisartsen opleiden”, zegt Dunselman. “Naarmate
er meer huisartsen komen, zullen meer mensen bereid
zijn de stap te maken naar het landelijk gebied.”
Oplossing voor goede opvolging
Het Vasco da Gama-onderzoek zoekt de oplossing voor
de opvolgingsproblematiek in een 8-stappenplan. De acht
stappen zijn het resultaat van uitgebreid literatuuronderzoek naar elementen die een rol spelen bij een goed
opvolgingsbeleid in de gezondheidszorg. “Trends kun je niet
‘Bijna de helft van de AIOS wil zich in het midden
van het land vestigen. Nog geen kwart overweegt
zich in een ‘probleemgebied’ te vestigen’
keren, maar je kunt wel leren om er zo goed mogelijk op in te
spelen via systematisch beleid”, zegt Erik Teunissen. “Dat
begint met het tijdig signaleren van het probleem. Een goed
voorbeeld daarvan is de samenwerking van de Universiteit
Twente met de huisartsopleiding in Amsterdam. Mensen
vroegtijdig ergens heen halen voorkomt koudwatervrees.
Ook het actief identificeren van sleutelposities die vrijkomen
en het opzetten van een ontwikkelingsprogramma zijn
essentieel. Als je deze generatie wilt ‘verleiden’ ergens te
gaan werken, dan zul je gespitst moeten zijn op hun
behoeftes en daarop in moeten spelen. In het bedrijfsleven
is die manier van denken algemeen geaccepteerd, maar in
de huisartsengeneeskunde is het onbekend terrein. En dat
moet nodig veranderen, want daarin ligt wel de sleutel voor
een goede opvolging. De nieuwe generatie huisartsen heeft
behoefte aan een flexibele organisatiestructuur waarin
werk en privé makkelijk gecombineerd kunnen worden,
waarin parttime werken mogelijk is en waarin ze makkelijk
een dubbelfunctie kunnen aannemen. Ook een ontwikkelplan neemt een cruciale plek in. Generatie X is niet te
motiveren door geld, maar wel door ontwikkeling. Deze
generatie wil zich optimaal kunnen ontplooien. Als je dat
weet, kun je daar heel bewust op insteken.”
In acht stappen naar een goede
opvolging
1.Maak een strategische planning ten
aanzien van de opvolging
2.Identificeer de sleutelposities die vrijkomen
3.Beschrijf de kennis en vaardigheden die de
nieuwe kandidaat moet bezitten
4.Zoek gericht naar geschikte kandidaten
5.Coach deze kandidaten
6.Biedt nieuwe medewerkers een programma
aan om hun talenten te ontdekken en te
ontwikkelen
7.Stel voldoende middelen ter beschikking
(tijd, geld, en energie)
8.Evalueer de opvolging.
Social media
Een andere tip van Teunissen is bij de werving meer gebruik
te maken van de social media. “Wil je nieuwe mensen
aantrekken, dan zul je je acties moeten aanpassen aan de
nieuwe tijd. Dat gebeurt nog veel te weinig. De huidige
generatie huisartsen zit wat denken over opvolging betreft
nog vast in klassieke patronen. Vaak wordt er alleen een
advertentie geplaatst, en als dat niks oplevert zitten ze met
de handen in het haar. Maar er zijn veel meer mogelijkheden die ingezet kunnen worden. Het is de moeite waard om
actief te zoeken via LinkedIn of Generation Next. De nieuwe
generatie vraagt echt om een actieve benadering, en de
problematiek is dermate groot dat we ons gewoon niet
kunnen verloven om daar niet op in te spelen.”
Erik Teunissen: “Mensen vroegtijdig ergens heen
halen voorkomt koudwatervrees”
LHV | De Dokter Juni 2011
27
Download