Hoe Planten?

advertisement
ALGEMENE REGELS DIE JE MOET RESPECTEREN BIJ HET PLANTEN:
Hoe Planten?
De wortels van het plantgoed mogen in geen geval uitdrogen. Heb je geen tijd om onmiddellijk te planten, kuil de
planten dan in door de wortels in een ondiepe kuil te stoppen en te bedekken met een dikken laag aarde. Je kan
verplanten van begin november tot eind maart.
Plant niet bij vriesweer of felle zon. Ideaal is zacht en vochtig, windstil weer ( mist, motregen).
Maak het plantgat voldoende groot zodat de wortels er zonder problemen in passen.
De dikste wortels van het plantgoed mogen eventueel enkele centimeters worden bijgeknipt.
Maak de grond op de bodem van het plantgat los en plaats het plantgoed erin. Vul de put voor de helft met aarde
en schud even met de plant zodat de aarde goed tussen de wortels zakt. Vul daarna het plantgat verder op en
druk aan met de voet ( niet stampen!).Om het aanslaan van de wortels te bevorderen kan je best compost
mengen onder de aarde waarmee je het platgat vult. Gooi nooit een laag onvermengde compost op de bodem
van het plantgat.
Hoe dicht mogen wettelijk bomen , struiken, hagen en hoogstammige bomen tegen de perceelsgrens
staan?
Volgens het veldwetboek moet een haag minimaal 0,5 meter van de perceelsgrens staan. Als de 2 buren echter
schriftelijk akkoord zijn, mag ze op de perceelsgrens staan. Onderhoudskosten worden dan gedeeld. U mag, mits
toestemming van uw buur, van op zijn perceel de buitenzijde van uw haag onderhouden.
Hoogstammige bomen moeten minimaal 2 meter van de perceelsrand staan; Plant in praktijk houtkanten, solitaire
bomen en hoogstamfruitbomen meer dan 4 meter van de rand, gezien de straal van de volwassen kruin makkelijk
5 à 7 meter kan bedragenvoor bepaalde soorten. Overleg best vooraf met je buren en vermijd onnodige hinder.
Te dicht bij de rand planten zorgt ook voor veel meer snoeiwerk en bovendien op moeilijk bereikbare plaatsen.
Een buur kan eisen dat de takken, die over zijn perceel hangen, afgezaagd worden. Het is hem echter verboden
om die zelf zonder uw toestemming af te zagen.
VERSCHILLENDE PAKKETTEN:
Pakket 1: Houtkant
Wie geen haag wenst te planten maar een hoekje vrij heeft voor een klein bosje in eigen tuin kan een houtkant
plaatsen . Deze biedt een ideale nestplaats voor vogels. Je hebt er ongeveer 30 m2 voor nodig. Het onderhoud
is zeer beperkt: een kapbeurt om de 5 à 10 jaar volstaat.
3 jaar na de aanplanting zal je kunnen genieten van een mooie dichte houtkant.
Dit pakket bestaat uit 20 struiken : 4 hazelaar, 4 lijsterbes, 4 meidoorn, 4 vlier en 4 Gelderse roos.
Pakket 2 : Bloesem-bessenkant
Dit pakket brengt in de lente bloesems en in de herfst bessen in je tuin. Door een minimale snoei in het najaar
zullen de struiken uitbundig bloeien en vrucht dragen. Door de variatie in soorten is de bloei verzekerd tot in de
zomer.Het pakket bestaat uit 21 struiken wat voldoende is voor een aanplant van 30 m2 .
Samenstelling: 3 sleedoorn, 3 meidoorn, 3 Gelderse roos, 3 sporkehout of vuilboom, 3 hondsroos, 3 vlier en 3
lijsterbes.
Hagen:
Alle inheemse loofboomsoorten kunnen in een geschoren of wilde haag opgenomen worden, dus ook de soorten
die in de hout - en bloesemkant vermeld staan. Een haag waarin verschillende soorten voorkomen heeft een
grotere natuurwaarde dan een klassieke monotone beukenhaag. Een gemengde haag herbergt een grotere
verscheidenheid aan dieren, het bladstrooisel breekt vanzelf af of kan gemakkelijk gecomposteerd worden en als
je niet te frequent snoeit krijg je mooie bloesems en vruchten.
Wij bieden 2 soorten haagpakketten aan ( haagbeuk en groene beuk) waarvan je best 4 stuks per meter kan
aanplanten:
Daar we het natuurlijk karakter van streekeigen planten willen promoten , leveren we uitsluitend de groene
natuurlijke variant en niet de rode gecultiveerde kweekvorm ( rode beuk).
Haagbeuk : (Carpinus betulus)
Haagbeuk verschilt van de gewone beuk doordat het blad een dubbel gezaagde bladrand heeft en er komen
meer bladnerven in voor. Het is de haagplant bij uitstek die vroeger veel voorkwam als boerenerfhaag. Je kan
de haag best 2 maal per jaar snoeien, eenmaal voor en eenmaal na de winter. De stam heeft een grilligere vorm
dan deze van de gewone beuk en is daardoor ook decoratiever. Vooral tijdens de winter , wanneer er geen
bladeren aan staan, komt dit tot uiting. Haagbeuk komt ongeveer een maand vroeger in blad dan de gewone
beuk en het blad composteert veel sneller..
Groene beuk: ( Fagus Sylvatica)
Geschikt voor een geschoren tuinafrastering. Snoeien doe je best 2 maal per jaar, voor en na de zomer. Heeft
een eivormig blad met gave bladrand dat in het voorjaar helder groen is en later op het jaar donkerder kleurt. De
laatste bruine herfstblaadjes blijven tot in het voorjaar aan de plant, zodat de haag ook in de winter een tamelijk
goede visuele afscherming vormt. De beuk krijgt pas in mei nieuwe frisse groene blaadjes en staat nog bruin
terwijl de rest van de tuin al volop in de lente zit. Gedurende de winter en het voorjaar verliest een beuk geleidelijk
zijn blad . Je moet er dus rekening mee houden dat je ruim lange tijd last hebt van bladafval. Puur
beukenbladstrooisel verteert traag, wat vervelend is voor mensen die van een net terras of frisse bloemperken
houden.
BOSGOED
Hazelaar (Corylus avellana)
Grote brede struik tot 5 m hoog met omgekeerd hartvormig blad. Hij verkiest vruchtbare bodems en verdraagt
zeer goed snoei. Hij bloeit zeer vroeg in het voorjaar met de gekende katjes. In het najaar verschijnen de lekkere
hazelnootjes waar eekhoorns dol op zijn.
Lijsterbes ( Sorbus aucuparia)
Het is een snelle groeier die zelfs op arme gronden goed groeit. In mei bloeit hij met witte bloemschermen. Deze
leveren heel wat nectar voor de insecten. In de herfst verschijnen de oranje bessentrossen die zeer decoratief zijn
en zeer geliefd bij de vogels. Rauw zijn de bessen niet eetbaar maar ze zijn zeer geschikt voor confituur.
Eenstijlige meidoorn (Crataegus monogyna)
Is een sterk doornige plant die tot bloei komt indien hij kortgeschoren gehouden wordt. Hij kan ook als haag
aangeplant worden. In de volksmond ook gekend als doornhaag. De witte bloemen worden door veel insecten
bezocht vanwege de nectar die erin voorkomt. De rode bessen, die tot laat in de winter aan de struik blijven,
worden gegeten door allerlei vogelsoorten. Ze zijn rauw niet eetbaar, maar er kan confituur van gemaakt worden.
Vlier ( Sambucus nigra)
Het is een prachtige wijduitstaande struik die tot 3 m hoog wordt en zeer snel groeit. Hij heeft een samengesteld
blad , grote platte witte bloemschermen( juni-juli) en zwarte bessen ( augustus-september). De heilzame werking
van vlierbessen is alom gekend. Je kan er vliersiroop van bereiden die zeer goed werkt bij verkoudheden.
Gelderse roos ( Viburnum opulus):
Bolvormige struik tot 5 m hoog. Heeft een sterke groeikracht op alle niet te droge gronden.. Witte
bloemschermen met typische geur. In het najaar komen er prachtige scharlakenrode bessen aan de struik die
later zwart kleuren en tot in de winter aan de struik blijven. De bladeren kleuren mooi karmijnrood in de herfst.
Sleedoorn ( Prunus spinosa):
Deze soort gedijt het best op rijke bodems. Het is na de meidoorn de belangrijkste doornachtige struik uit onze
contreien. Zeer vroeg in het voorjaar, nog voor de bladgroei, bloeit hij met prachtige witte bloempjes. De plant
vormt uitlopers en geeft blauwe bessen in het najaar die lijken op kleine pruimpjes. Aanvankelijk zijn ze zeer
bitter van smaak maar na de eerste vorst worden ze lekkerder. Ze worden verwerkt in allerlei dranken.
Sporkehout ( Rhamnus Frangula)
Is een struik die graag op vruchtbare bodems groeit. Hij heeft kleine groenwitte bloempjes maar bloeit zeer
lang.Het is een echte honingplant. De bessen zijn een lekkernij voor vogels , ze zijn eerst geel, vervolgens rood
en bij rijpheid zwart. Het blad is eirond en heeft een gave bladrand.
Hondsroos( Rosa canina) :
Het is de meest voorkomende wilde roos. De plant heeft overhangende takken. De bloemen zijn mooi roos tot wit
en verspreiden een lekkere rozengeur. De mooie oranje-rode rozenbottels zijn een bron van vitamine C en zijn
zeer decoratief om in bloemstukken te gebruiken.
Zwarte els (Alnus glutinosa)
Deze plant is een snelle groeier die in jeugdig stadium tot 1 m per jaar groeit. Het is de geschikte plant voor
vochtige tot zeer natte bodems. De vrouwelijke katjes bloeien vooraleer er bladeren aan de boom staan ( februari
– maart). De vruchtjes van de els zijn elzenproppen die zeer geliefd zijn bij kleine zangvogels, vooral de sijsjes
zijn er verzot op. De boom verdraagt goed snoei.
Ruwe berk (Betula pendula):
Als boom wordt hij maximaal 70-80 jaar oud. Het is een sierlijk slanke boom met ovale kroon ( tot 25 hoog) en
afhangende takken. Bij jonge berken is de schors roodbruin gekleurd , later wordt ze witter en schilfert dan af in
papierdunne smalle linten. De fijne blaadjes kleuren in de herfst mooi geel. De berk stelt weinig eisen aan zijn
standplaats en verdraagt zowel strenge vorst als grote hitte op schrale zandgrond. Hoe sierlijk hij ook is, het blijft
een boom die veel afval achterlaat ( mannelijke katjes, schubbetjes, blaadjes, twijgen). Hij wordt gebruikt voor
berkesap, bezems, meubelfabricage, papierfabricage…)
Zoete kers ( Prunus avium)
Is de wilde stamvader van onze huidige fuitboom ( zoete kers en kriek). Hij groeit het best op vruchtbare bodems.
Hij bloeit rijkelijk ( april-mei) met witte bloesems die veel bijen aantrekken. De smaak van de wilde bitterzoete
kriekjes ( juni-juli) is heel onvoorspelbaar en gaat van uiterst slecht tot heerlijk. De bladeren verkleuren lichtgeel
tot rood. Het is voor de natuur een zeer waardevolle plant.
BOMEN
Beuk ( Fagus sylvatica)
Mooie hoge boom ( tot 30 m) met wijd vertakte kruin en een gladde, zilvergrijse schors. Geeft lekkere roodbruine
beukennootjes die in beukennapjes zitten. Het bladstrooisel is zuur en breekt traag af Groeit op alle zandbodems
, behalve op natte gronden. Hij wordt vaak gebruikt als haagplant.
Haagbeuk ( Carpinus butulus)
Mooie kleine boom ( tot 15 m) met een prachtige gladde stam. Het blad is ovaal en heeft een gezaagde bladrand
. Bloesems en zaden groeien in trossen ( april - mei, oktober)met opvallend driedelig schutblad. Het is de
waardplant voor de meikever. Het bladstrooisel breekt goed af en is bodemverbeterend. Uitstekend als solitaire
boom of in een haag.
Wilg of boswilg ( Salix caprea)
Brede struik van enkele meters hoog of als bosboom tot 10 m hoog. Relatief brede ovale bladeren die onderaan
grijsviltig zijn. Groeit op alle bodems maar heeft licht nodig. Heeft goed afbrekend strooisel en groeit prachtig als
solitair in open terrein.
Zomereik ( Quercus robur)
Het is een grote boom ( tot 30 m hoog) met donkergroen gelobd blad.. In mei vallen de mannelijke hangende
katjes op . In oktober vallen de eikels en de napjes af. De eikels staan op een lang steeltje en de bladeren zijn
zittend ( bijna geen bladsteel).
Hij groeit op alle Kempense bodems die niet te nat zijn.. Het eikenblad breekt traag af . De kruin van een eik
werkt in de zomer als airconditioning, zelfs op heel hete dagen is het er fris onder. Hij kan gemakkelijk 500 jaar
oud worden.
Gewone es ( Fraxinius excelsior)
Grote boom ( tot 30 m) met smalle kruin die fluweelzwarte knoppen draagt. Het is blad is veervormig
samengesteld en het strooisel breekt snel af. De vruchten staan in trossen van gevleugelde nootjes. In de
Kempen komt hij enkel voor in beekvalleien en vochtige rijke gronden.
Winterlinde of kleinbladige linde ( Tilia cordata)
De kleinbladige linde ( tot 25 hoog) heeft een asymmetrische en omgekeerd hartvormige bladeren. Van de
witgele, nectarrijke bloemen kan je thee ztten. De winterlinde gedijt goed op de Kempense grond maar verdraagt
geen natte grond. Het strooisel is heel voedzaam voor de bodem. Het is een prachtige laanbaan, knotboom of
leiboom. Kan 300-400 jaar oud worden.
Tamme kastanje ( Castanea Sativa)
Deze als solitair prachtige boom met lage, brede kruin wordt tot 20 m hoog. De grote langwerpige, kale,
glanzende, getande bladeren zijn 10 tot 25 cm lang. De boom bloeit welriekend met lichtgoene toortsen? In
oktober vallen de kastanjes af in hun bolsters. Tamme kastanje voelt zich goed op een droge grond. Hij groeit de
eerste jaren traag, later snel. Hij heeft een dicht bladerdek en de bladstrooisel blijft lang liggen.
Notelaar of okkernoot ( Juglans regia)
De walnoot of okkernoot met zijn brede kruin tot 15 m hoog, heeft geveerde gaafrandige bladeren die pas in mei
ontluiken. In mei bloeien ook de lange mannelijke katjes en vrouwelijke bloemen. De heerlijke olierijke
okkernoten ( september-oktober) zijn bijzonder lekker. Bij voorkeur vrijstaande boom , in de zon, maar voor de
wind beschut, op tamelijk voedselrijke bodem. De boom verdraagt goed betreding , het is
HOOGSTAMFRUITBOMEN:
Bij hoogstamfruitbomen duurt het meerdere jaren voor je een eerste goede oogst kan verwachten. Daar staat
tegenover dat je vanaf dan probleemloos jarenlang kan oogsten,. Laagstam levert enkele jaren vroeger vruchten,
maar mist alle ecologische voordelen van hoogstammen en zal sneller verouderen en ziek worden. Bovendien
moet je laagstammen jaarlijks blijven snoeien en leiden terwijl hoogstammen tevreden zijn met een vormsnoei
gedurende de eerste jaren.
Pruimenboom” Reine Claude d’Oullins” hoogstam
Van alle fruitbomen vragen pruimelaars het meeste onderhoud.. Pruimelaars zijn niet sterk, takken kunnen
breken onder het gewicht van te veel fruit. Een doordachte snoei de eerste jaren wordt rijkelijk beloond met veel
vruchten. Snoei pruimelaars nooit tijdens de winter, ook zware snoei leidt vrijwel zeker tot afsterven omdat hij dan
aangetast wordt door de loodglansschimmel. Oudere pruimelaars hebben broos hout, daarom is regelmatige
zomersnoei noodzakelijk. Vanaf de ouderdom van 7 à 8 jaar mag je veel vruchten verwachten.. Kruisbestuiving
zorgt bij alle rassen voor een betere oogst, plant dus best meer dan één pruimelaar.
De Reine Claude d’Oullins is een bekend ras dat roodpaarse pruimen geeft eind augustus -begin september.
Kersenboom “ Hedelfinger Riesenkirsche” hoogstam
Kerselaars mag je net zoals de pruimelaars niet in de winter snoeien. Snoeien van hoogstamkerselaars is na de
eerste vormingssnoei vrijwel af te raden. Een kerselaar stelt weinig eisen aan de bodem. Nadeel van een
kerselaar is de vroege bloei waardoor de opbrengst vaak afhangt van de nachtvorst in het voorjaar. Late
nachtvorst betekent dikwijls weinig of geen vruchten dat jaar.
Appelboom “Belle Fleur” hoogstam
De nederlandse naam hiervoor is vruchtappel.Door snoei is de vorming van een bolkroon de eerste jaren
essentieel. Kruisbestuiving is een must.
Geeft grote gladde eetappels met rode blos die zoetzuur smaken. De appels zijn rijp in oktober en je kan ze tot
eind december bewaren ( in een koele ruimte). Het is een middelgrote boom die weinig gevoelig is voor ziektes.
Het liefst groeit hij op voedselrijke grond.
Perenboom “ Dubbel Flip” hoogstam
Op onze zandgrond lopen perelaars het hoogste risico op een zwakke groei. Kruisbestuiving is mogelijk met
Beuré Hardy, Clapp’s Favorite en Conférence.
De dubbel flip is een oude zeer lekkere peresoort. De peren zijn dik en rond, hebben een bruine grauwe schil,
wit vruchtvlees en smaken voortreffelijk. Het is een zomerpeer, d.w.z. je kan ze oogsten van midden augustus tot
begin september.
KLIMPLANTEN:
Boskamperfoelie of wilde kamperfoelie ( Lonicera periclymenum)
Het is een rechtswindende slingerplant die tot 1 m per jaar groeit. Hij kan tientallen jaren oud worden. De plant
moet zich m.b.v. zijn ranken rond een object, dit kan een latwerk of spandraad zijn, kunnen slingeren. De
kamperfoelie kan niet zonder klimhulp tegen een muur klimmen. Je zet hem best op een halfbeschaduwde plek
maar de voet moet in de schaduw staan en de scheuten mogen niet in de zon komen.Het eerste jaar geef je hem
best regelmatig water. De jonge scheuten kunnen niet zelf ranken en moet je dus opbinden. De bloemen geuren
zeer sterk bij valavond. De rode bessen die later zwart worden zijn giftig voor de mens maar niet voor de vogels.
In het voorjaar kan je oude en dode scheuten snoeien. Oudere planten kunnen onderaan kaal worden, een
verjongingssnoei na de bloei kan dan helpen.
Bosrank ( Clematis vitalba)
Clematissoorten plant je best op 30-40 cm van een gevel, niet in volle zon, beschut tegen wind en op een
kalkrijke bodem. 15 cm dieper planten dan de plant in de kweekpot heeft gestaan. In het plantgat kan je best een
laagje grind aanbrengen, dit om de drainage te bevorderen. Bosrank is winterhard, je hoeft ze in de winter dus
niet te beschermen tegen de vorst. Bosrank bloeit laat in de zomer ( eind juni) op jong hout van hetzelfde jaar.
Snoeien ( februari - maart) is niet echt nodig maar het stimuleert de bloei.
Wilde wingerd ( Parthenocissus)
De wilde wingerd is een zeer sterke klimplant,uitermate geschikt om grote oppervlakten mee te begroeien. Met
effectieve zuignapjes (hechtschijven) werkt de wingerd zich razendsnel omhoog. Ze zijn zeer geliefd omwille van
hun prachtige rode herfstkleur. Hij houdt van voldoende ruimte en groeit in elke grondsoort.
Wingerd wordt soms al eens foutief rode klimop genoemd
Hop( Humulus lupulus)
Hop is een kruidachtige , rechtswindende slingerplant die 6 tot 8 m hoog wordt en 2 tot 3 m breed. Hij kan tot 10
jaar oud worden. De jonge scheuten kan je vastbinden aan een latwerk of spandraad dat als klimhulp kan
fungeren. Je plaats hop het best in de schaduw of halfschaduw, beschut tegen de wind. Hop is een vaste plant
die slechts matig winterhard is. In de winter sterft het bovengronds gedeelte af en in het voorjaar schiet hij terug
uit. Je doet er best aan de plant , na de bladafval af te knippen tot boven de basis. In het voorjaar is het
aangeraden om plant bij te mesten. De plant wordt gekweekt vanwege een bestanddeel in de hopbellen dat
gebruikt wordt bij de bereiding van bier en er de bittere smaak aan geeft. Bij vochtig weer kan de plant aangetast
worden door valse meeldauw.
Chinese bruidssluier ( Fallopia aubertii-Polygonum)
Zeer sterk groeiende klimplant met in de herfst een massa witte bloemtrossen.
Een hoogte van 12m wordt moeiteloos gehaald en is daarom geschikt voor begroeiing van appartementen en
dakterrassen. In andere gevallen is het aan te raden de plant sterk in te tomen.
Bruidsluiers hebben voorkeur voor een zonnige standplaats, maar halfschaduw wordt verdragen. Ze stellen geen
specifieke eisen aan de grond, hoewel op droge plaatsen het blad vroegtijdig kan vergelen.
Download