Gemengd koor Magnalia Dei - Christelijk mannenkoor Jubilate Deo

advertisement
Adventszangavond
zaterdag 10 dec. 19.30 uur
Amersfoort
m.m.v.
- Mannenkoor
- Gemengd koor
(beide koren
- fluit
- orgel
Elimkerk
“Jubilate Deo”
“Magnalia Dei”
o.l.v. Roelof van Middendorp)
Annedien Bos
Gerard Harbers
Advent
De ware Israëliet heeft met verlangen
zijn Heiland door ’t geloof van ver aanschouwd.
En schoon hij geen vervulling heeft ontvangen,
hij heeft op Gods belofte vast vertrouwd.
Vertrouwend op het woord, hem toegezegd,
heeft hij het hoofd gelovig neergelegd.
Soms werden d’ oude vaad’ren moe van ’t wachten;
dan klonk het: “ Scheur de hemelen, o HEER’,
ai, laat Uw volk niet eindeloos versmachten;
laat toch de bergen vlieden, daal eens neer !”
Soms leek de dag van Christus’ komst nabij.
Maar ’t werd weer nacht…. Hoe lang vertoefde Hij!
Maleachi was de laatste der profeten;
Geen nieuwe profetie werd meer gehoord.
het scheen of God Zijn kind’ren had vergeten,
of men vergeefs vertrouwd had op Zijn woord.
Hoe klein werd ’t overblijfsel, dat nog dacht
aan Hem, Die door de vaad’ren was verwacht.
Wij horen nog, vooral in onze dagen,
van Christus’ komst verhalen, telkens weer.
Maar leerden w’ als de herders naar Hèm vragen?
En knielden w’ als de wijzen voor Hèm neer?
Of hebben w’ aan de wetenschap genoeg,
terwijl ons hart nooit werk’lijk naar Hem vroeg?
De Heere werke in ons hart ’t verlangen,
het uitzien en de honger en de dorst,
om Christus waarlijk door ’t geloof t’ ontvangen,
als ónze Borg, als ónze Levensvorst !
Voor ieder, die d’ adventstijd zó beleeft,
Komt óók de tijd dat God het KERSTFEEST geeft!
Christien de Priester
Programma
1. Opening: Ps. 105 : 1
Looft, looft, verheugd, de Heer’ der heren;
Aanbidt Zijn naam en wilt Hem eren.
Doet Zijne glorierijke daân
Alom de volkeren verstaan,
En spreekt, met aandacht en ontzag,
Van Zijne wond’ren, dag aan dag.
2. Welkom: ds. W. Visscher
schriftlezing, gebed en meditatief moment
3. Mannenkoor Jubilate Deo
a. Psalm 86
b. O heerlijk, heilig Bethlehem
c. Herders, hebt gij niet vernomen
J. Bredewout
bew. B. Bout
A. Kortleven
4. Gemengd koor Magnalia Dei
a. O kom, o kom, Immanuël
b. Gaat, stillen in den lande
c. De Lofzang van Simeon
P. C. Eilander
A. Kortleven
T. A. Walmisley
5. Samenzang (met collecte) Psalm 132 : 11 en 12
“Daar zal ik David door Mijn kracht,
Een hoorn van rijkdom, eer en macht
Doen rijzen uit zijn nageslacht.
’t Heb Mijn gezalfde knecht een licht,
Een held’re lampe toegericht.
Wat vijand tegen hem zich kant’,
Mijn hand, Mijn onweerstaanb’re hand,
Zal hem bekleên met schaamt’ en schand’;
Maar eeuwig bloeit de gloriekroon
Op ’t hoofd van Davids grote Zoon.”
6. Gemengd koor Magnalia Dei
Uit oratorium “Een nieuw begin”
a. Troost nu mijn volk
b. Hoe zal ik U ontvangen
c. Kind van toen
J. Bredewout
7. Koorzang en Samenzang:
Lofzang van Maria
koor: vers 2 / Samenzang (ritmisch) vers 1, 3 en 4
1.
Mijn ziel verheft Gods eer;
Mijn geest mag blij de Heer’,
Mijn zaligmaker noemen,
Die, in haar lagen staat,
Zijn dienstmaagd niet versmaadt,
Maar van Zijn gunst doet roemen.
2.
(koor)
Jac. Kort
Want zie, om ’s Heeren dâan
Zal elk geslacht voortaan
Alom mij zalig spreken,
Wijl God na ramp en leed
Mij grote dingen deed;
Nu is Zijn macht gebleken.
3.
Hoe heilig is Zijn naam;
Laat volk bij volk te zâam
Barmhartigheid verwachten
Nu Hij de zaligheid
Voor die Hem vreest bereidt
door al de nageslachten.
4.
Zijn goedheid klom ten top;
Hij nam Zijn Isrel op
Naar ’t heil Zijn knecht beschoren.
Gelijk Hij ons ten troost,
Aan Abram en zijn kroost
Voor eeuwig had gezworen.
8. Mannenkoor Jubilate Deo
a. Al was des hemels gloed geblust
b. Stille nacht
c. De profetie vervuld
K. J. Mulder
bew. W. v. Galen
muz. D. v. Luttikhuizen
9. Jubilate Deo en Magnalia Dei
Adventscantate
Nu daagt het in het oosten
P. Stolk
10. Sluiting: ds. W. Visscher
 Helpt u de koster door het programma boekje mee te nemen?
Uitgewerkt programma
Jubilate Deo:
a. Psalm 86 : 1, 3, 4 en 6
Neig, o HEER’, Uw gunstig’ oren,
om mij in mijn angst te horen.
’k Ben ellendig, diep in nood,
Gans van heul en hulp ontbloot.
Hoed mijn ziel, Gij zijt almachtig,
en ik ben Uw gunst deelachtig;
o mijn God, Die mij aanschouwt,
red Uw knecht, die U vertrouwt.
HEER’, door goedheid aangedreven,
zijt Gij mild in ’t schuld vergeven;
wie U aanroept in den nood,
vindt Uw gunst oneindig groot.
HEER’, neem mijn gebed ter ore;
wil naar mijne smeking horen;
merk, naar Uw goedgunstigheên,
op de stem van mijn gebeên.
’k Ben gewoon, in bange dagen,
Mijn benauwdheid U te klagen;
Gij toch, Die d’ ellenden ziet,
hoort mij, en verstoot mij niet.
Heer’, wat goôn de heid’nen roemen,
niemand is bij U te noemen;
daden als Uw grote daân
treft men nergens elders aan.
Leer mij naar Uw wil te hand’len,
’k zal dan in Uw waarheid wand’len;
neig mijn hart, en voeg het saam
tot de vrees van Uwen Naam.
Heer’, mijn God, ik zal U loven,
heffen ’t ganse hart naar boven;
’k zal Uw Naam en majesteit
eren tot in eeuwigheid
J. Bredewout
b. O heerlijk, heilig Bethlehem
B. Bout
O heerlijk, heilig Bethlehem!
Van duizend steden uitverkoren,
vereerd meer dan Jeruzalem,
wijl Jezus is in u geboren.
O Bethlehem, klein grote stad,
klein van gebied maar groot van waarde;
gij zijt dat allereêlste vat,
gij d’ allerrijkste stad der aarde.
Verheugt u, hoopvol Israël,
geen blijder boodschap kondt g’ ontvangen;
Hij komt tot u, Immanuël,
laat u geen zondenslaap omvangen.
Hoort, buiten klinkt in stille nacht
een vredelied uit eng’lenmonden,
de vreed’ op aarde is gebracht,
Gods welbehagen zij verkonden.
c. Herders, hebt gij niet vernomen
A. Kortleven
Herders, hebt gij niet vernomen, uit der eng’len blij geschal,
dat uw Heiland is gekomen, die de aard’ verlossen zal?
Hemelvreugd heeft overgoten heel de aarde zonder grens.
Juicht! De vrede is gesloten tussen God de Heer’ en mens.
Denkt, hoe God toch al Zijn kind’ren ongemeten heeft bemind;
en de Zoon van God de Vader nederdaalt gelijk een kind.
Heel de wereld was verloren toen ons Jezus redding bracht.
in een arme stal geboren, midden in een donk’re nacht.
Komt,laat ons de Heer’ gaan vinden, ‘t harte vol van dankbaarheid.
Ziet in doeken laat zich winden d’ allerhoogste Majesteit.
Laat ons de Verlosser loven, laat ons zingen voor en na,
met de engelen hier boven: in excelsis gloria!
Magnalia Dei
a. O kom, o kom, Immanuël!
P. C. Eilander
O kom, o kom, Immanuël;
Naar U ziet uit Uw Israël.
Verduisterd is ons hart door angst;
De nacht der wereld is op ’t bangst.
refr. Verheug, verheug u, Israël.
Hij komt, Hij komt, Immanuël!
O toon in ’t lang beloofde Kind,
door wie ons hart de vrede vindt,
dat licht en liefde ons bestraalt,
wanneer Gij tot ons nederdaalt.
O kom, Verlosser, Vaders Zoon!
Zoals de zon, zo is Uw troon.
Wij lijden hier zo grote nood,
Wees gij voor ons het Levend Brood!
b. Gaat, stillen in de lande, Uw Koning tegemoet,
A. Kortleven
Gaat stillen in de lande, Uw Koning tegemoet,
De intocht is op handen van Hem, Die wond’ren doet.
Gij, die de Heer’ verwacht, laat ons voor alle dingen
Hem ons hosanna zingen, Hij komt, Hij komt met macht.
Hoort toe, gij zwaarbeproefden, uw Koning is niet ver!
Voor wie in ’t duister toefden, rijst nu de morgenster.
De Heer’ geeft in de nood Zijn wonderbare bijstand;
Hij slaat de laatste vijand, Hij overwint de dood.
Weest onbezorgd, gij armen, aan kinderen gelijk;
In koninklijk erbarmen maakt God u groot en rijk.
Hij, Die het veld bekeedt de vogelen kan spijzen,
Wil ook Zijn kind bewijzen, dat Hij zijn noden weet.
c. Nu laat Gij, Heer’, Uw dienstknecht gaan
T. A. Walmisley
Nu laat Gij, Heer’, Uw dienstknecht gaan
In vrede naar Uw woord!
Want mijn ogen hebben Uw heil gezien,
Dat Gij bereid hebt voor het oog van alle volken.
Een licht tot openbaring voor de heid’nen
En tot heerlijkheid van Uw volk Israël.
Ere zij de Vader en de Zoon en de Heilige Geest
Gelijk in de beginne, nu, en immer zijn zal
In eeuwigheid. Amen!
Jubilate Deo
a. Al was des hemels gloed geblust
Al was des hemels gloed geblust
en zweeg der eng’len stem.
Het liet de herders niet met rust
in ’t veld van Bethlehem.
Zij zochten in de donk’re nacht,
het Kind, all’ eeuwen door verwacht.
Gods eigen Zoon, halleluja,
geschonken uit genâ.
O wonder, in de kribbe lag,
zeer arm'lijk en op stro.
Het Kind, waar David reeds op zag
en meer dan Salomo.
Toen hebben zij met blijde mond
de komst van ’t Kind alom verkond.
Gods eigen Zoon, halleluja,
geschonken uit genâ.
En waar die blijde boodschap kwam,
daar trof zij elks gemoed.
De vrome, die hun woord vernam,
dee ’t aan de ziele goed.
Want wie God zelf dat leert verstaan,
Die neemt Hem heilbegerig aan.
Gods eigen Zoon, halleluja,
geschonken uit genâ
K. J. Mulder
b. Stille nacht
bew. W. van Galen
Stille nacht, heilige nacht,
Davids Zoon, lang verwacht,
Die miljoenen eens zaligen zal
wordt geboren in Bethlehems stal.
Hij, der schepselen Heer’. (2x)
Hulploos Kind, heilig Kind,
dat zo trouw zondaars mint.
Ook voor mij hebt G’ U rijkdom ontzegd,
werd G’ in stro en in doeken gelegd.
Leer m’ U danken daarvoor. (2x)
Stille nacht, heilige nacht,
heil en vreê wordt gebracht
aan een wereld, verloren in schuld,
Gods belofte wordt heerlijk vervuld.
Amen, Gode zij d’ eer. (2x)
c. De profetie vervuld
muz. D. van Luttikhuizen
In ’t stille veld buiten Bethlehems poorten,
daalde een engel in blinkende schijn.
Bracht er de boodschap van Christus’ geboorte,
Hij, Die de wereld tot zegen zou zijn.
Herders, zij hoorden die heerlijke woorden.
Werden met liefde, verlangen vervuld.
‘Dit is het teken dat ik u zal geven.
’t Ligt in een kribbe, in doeken gehuld’.
Nauwelijks waren die woorden verklonken
of uit Gods hemelpaleis daalde neer,
lovend en prijzend in zuiv’re akkoorden,
ogen verblindend, een engelenheir.
Ere zij God in de hoogste der heem’len,
Hem zij de lof en aanbidding gewijd.
Vrede op aarde. Uit enkel genade,
Heeft Hij door Christus verlossing bereid.
Stil was de nacht weer en donker de luchten.
Bethlehem sliep, onbewust van het feit,
dat in die nacht er een wonder gebeurde,
dat voor het mensdom er heil was bereid.
Maar, zonder dralen, de schapen verlatend,
gingen de herders op weg naar de stal.
Vonden het Kind en aanbaden eerbiedig,
Hem, als de Koning en Heer’ van ’t heelal.
Magnalia Dei
Uit oratorium “Een nieuw begin” (deel 2, 7 en 12)
J. Bredewout
2. Troost nu, troost nu, troost nu mijn volk.
Spreekt tot het hart van Jeruzalem.
Roep het toe, uw ongerechtigheid geboet,
Volbracht uw lijden,
Hoor iemand roept in de woestijn, in de wildernis:
Baant nu de weg, voor uw God, in al Zijn majesteit,
Hij komt, Hij heeft gesproken.
7. Hoe zal ik U ontvangen, de Koning van ’t heelal?
Gij, Die de eeuw’ge vrede op aarde brengen zal.
De wereld ligt verloren in schuld en duisternis.
Kom Gij de bruid bevrijden, die U gegeven is.
Omringd door eng’lenkoren komt gij in ons bestaan.
Heer’, open onze harten, dat wij het woord verstaan.
Voorzegd door de profeten, in Bethlehem geschied,
Door engelen bezongen, Hem prijzend in hun lied.
Laat ons de Heer’ nu eren, Die in de hoge troont.
De vrede zal nu komen, door Hem, Die bij ons woont.
In mensen welbehagen, op aarde lang verwacht.
De Redder is geboren in ’t midden van de nacht.
Et in terra pax hominibus, bonae voluntatis.
(en vrede op aarde; in mensen een welbehagen).
12. Wie had gedacht dat in een stal, in ’t midden van de nacht,
Een teder Kind tot ons kwam, waar kruis en kribbe wacht?
Wie had gedacht dat God dit Kind de macht op aarde geeft?
En ieder, die in Hem gelooft, met Hem voor eeuwig leeft!
Ja, ik geloof en zing tot Zijn eer, dit Kind van toen - is de Heer’. (2x)
Gloria in excelsis Deo!
Jubilate Deo en Magnalia Dei:
Nu daagt het in het oosten
P. Stolk
Nu daagt het in het oosten, het licht schijnt overal:
Hij komt de volken troosten, die eeuwig heersen zal.
De duisternis gaat wijken van d’ eeuwenlange nacht.
Een nieuwe dag gaat prijken met ongekende pracht.
Zij, die gebonden zaten in schaduw van de dood,
naar ’t scheen van God verlaten begroeten 't morgenrood.
De zonne, voor wier stralen het nacht'lijk duister zwicht,
en die zal zegepralen, is Christus, 't eeuwig Licht!
Reeds daagt het in het oosten, het licht schijnt overal:
Hij komt de volken troosten, Die eeuwig heersen zal.
 Wilt u de koren het eerst de kerk doen verlaten?
 De koren bedanken u voor uw komst naar deze avond.
 Wij wensen u een gezegende zondag en kerstdagen en een voorspoedig 2017.
 Wilt u de koster helpen? Graag uw/jouw programma meenemen.
Magnalia Dei repeteert elke donderavond van 20.00 tot 22.00 uur. Nieuwe koorleden
(vooral tenoren en bassen, maar ook dames) zijn van harte welkom op onze volgende
repetities in het nieuwe jaar.
Onze volgende uitvoering met een Passie- en Paasprogramma is omstreeks op DV
zaterdag 8 april 2017 in de Elimkerk. We hopen dan samen te zingen met
Mannenkoor Rehoboth uit Geldermalsen o.l.v. Marcel v.d. Ketterij.
--------------------
Download