De architectuur van het ontwerpproces

advertisement
H U I S V E S T I N G
Rotterdam koestert nieuwe ziekenhuiscomplex nu al
De architectuur
van het ontwerpproces
De contouren van het nieuwe Erasmus MC worden langzaam
zichtbaar. En al is de bouw nog in volle gang, de Rotterdammers en bezoekers van ver buiten de stad geven tijdens de
rondleidingen op zaterdagen al blijk van grote waardering
voor het nieuwe ziekenhuiscomplex. Het gebouw wordt modern en tegelijkertijd tijdloos. Het is groot, maar overzichtelijk. Het opent zich naar de stad en past erbij. Toch duurt
de bedrijvigheid in de zelfs voor Rotterdamse begrippen omvangrijke bouwput nog tot 2017.
EGM architecten werkt dagelijks met zo’n vijfentwintig medewerkers fulltime aan ontwerp en uitwerking van het ziekenhuis: architecten, bouwkundigen, interieurspecialisten, landschapsarchitecten, stedenbouwkundigen. Het project doet
een beroep op alle kennis en kwaliteiten van het
bureau. De partners bij EGM architecten Roelof
Krijgsman, coördinator, en Bas Molenaar, architect, leggen uit hoe Nederlands grootste ziekenhuisnieuwbouw gaandeweg tot stand komt.
“De eerste vraag van het Erasmus MC was,” aldus
Bas Molenaar, “of het op die locatie überhaupt
wel mogelijk was nieuwbouw te realiseren. En of
er na die bouw dan nog een toekomst lag.” Beide vragen kon Molenaar uiteindelijk positief beantwoorden. Maar dat betekende wel fasegewijs
bouwen over een lange reeks van jaren, terwijl het
ziekenhuis door bleef functioneren. Omdat het
Erasmus MC in een complex binnenstadsgebied
is gevestigd, is intensief overleg gevoerd met de
gemeente. Die verleende het ziekenhuis alle medewerking. Het nieuwbouwcomplex zou, met een
“Gaandeweg moeten nieuwe
inzichten een plek kunnen
krijgen”
goede inbedding in de stedelijke context, zelfs de
motor van een nieuwe stedelijke ontwikkeling
kunnen worden. “Het werd op zijn Rotterdams
benaderd: geen gedoe, het moet er komen.”
‘Verbindende gaten’
Contouren van het nieuwe Erasmus MC worden
zichtbaar.
32
FMT gezondheidszorg
Door: Jos van Rosmalen
beeldmateriaal: EGM
De volgende vraag was volgens welk model het
ziekenhuis opgezet zou worden. Het Erasmus
MC koos voor zes thema’s, met daarnaast het faculteitsgebouw. De eerste logische gedachte van
het ziekenhuis daarbij was om thema’s in aparte, kenmerkende bouwdelen te huisvesten en die
met elkaar te verbinden. Bas Molenaar: “Toen we
die gedachte voor ze verbeeldden, vonden ze dat
helemaal niks; zo was het ziekenhuis min of meer
al opgezet. Terwijl juist in het grensgebied tussen
die thema’s zich voor het ziekenhuis de interessante ontwikkelingen afspelen. Daar wordt de sa-
Erasmus MC; motor van een nieuwe stedelijke ontwikkeling. (bron: Gemeente Rotterdam).
menwerking gezocht. Daar ook zitten de mogelijkheden om groei en krimp in de toekomst op te
vagen. Toen hebben we het concept dat we hadden getekend helemaal omgedraaid en opnieuw
verbeeld: we tekenden één complex, met op slimme plekken ‘gaten’ erin: de overdekte atria die het
karakter van de thema’s weergeven en de samenhang tussen die thema’s kunnen versterken. Dat
concept sloeg wel aan, dat kreeg een groot draagvlak. Het verbeelden van ideeën en gedachten
komt steeds terug in het proces dat we samen met
opdrachtgever en gebruikers doorlopen. Is dit
echt wat je wilt? Met een tekening of maquette als
antwoord op een vraag, stellen we eigenlijk weer
een nieuwe vraag. Het is een cyclisch proces. Verbeelden werkt daarin verhelderend.”
Ook de faculteitstoren – gedurende het nieuwbouwproces fuseerden ziekenhuis en faculteit –
werd via de backbone opgenomen in het complex. Die toren, inmiddels een gemeentelijke monument en gekoesterd door stad en bewoners,
wordt er volgens Molenaar en Krijgsman alleen
maar mooier van. En het hoogteverschil tussen
de dijk waaraan het ziekenhuiscomplex ligt en het
achterliggende gebied is benut om een optimale
scheiding tussen logistieke stromen en bezoekersstromen te realiseren. Al dat soort ‘toevalstreffers’
noemt Krijgsman cadeautjes. “Maar je moet het
wel zien.”
Eén complex met op ‘slimme’ plekken gaten.
Cadeautjes
Vanaf het allereerste begin lag de nadruk vooral
op stedenbouw en structuur, aldus Roelof Krijgsman. “Gezien de lange bouwduur hebben we veel
flexibiliteit ingebouwd. Gaandeweg moeten nieuwe inzichten en ontwikkelingen in de zorg nog
steeds een plek kunnen krijgen. Je moet zo lang
mogelijk kunnen anticiperen op veranderingen.
Dat geeft ook tijd aan het ziekenhuis. Niet denken
in een ontwerp, maar in het proces, dat is denk ik
een van de meest gedurfde stappen die genomen
is. Het gaat tenslotte niet om alleen om een ander gebouw, maar om betere werkprocessen. Het
Erasmus MC is daarin een geweldig ambitieuze
opdrachtgever.”
De basis voor de nieuwe structuur is een stevige
‘backbone’ die de gebouwen verbindt. Bestaande
elementen op de plek waar die backbone moest
komen, werden daarbij niet gezien als obstakels,
maar zijn creatief ingepast om het nieuwe complex meerwaarde te geven. Zoals de parkeergarage. Die werd opengeknipt en op de backbone
aangesloten. Bas Molenaar: “In één klap realiseer
je het grootste drive-in ziekenhuis dat er bestaat.
Je stapt uit je auto en staat midden in het ziekenhuis. Prachtig toch.”
De backbone vormt de verbindende basis voor de nieuwe
structuur.
‘Pakhuiskwaliteit’
Na het bepalen van de hoofdstructuur, de stedelijke inbedding en het ziekenhuismodel, werd het
gebouwcomplex verder ingevuld. Ook hier is gezien de lange bouwduur op flexibiliteit ingezet.
Flexibiliteit die mede is gezocht in een superieure kwaliteit van het casco van de bouwdelen. Een
casco waarbinnen nog veel mogelijk is. Molenaar:
“Als de basis goed is, hoef je bij de inrichting niet
zo veel meer toe te voegen. Neem maar een degelijk Hollands pakhuis in gedachten. Iedereen kan
dat bijna inrichten zonder het gebouw zelfs gezien te hebben. Kleine extra’s maken het dan al
persoonlijk, geven het karakter. Die kwaliteit hebben we gezocht.”
“De gebouwen kennen een universele structuur,
ruimtes kunnen verschillende functies herbergen.
Zowel bij poliklinieken als verpleegafdelingen.
Dat kon alleen maar door intensief overleg met
de opdrachtgever en vele gebruikersgroepen”, benadrukt Krijgsman. “Ook hier is het een cyclisch
proces, gebaseerd op vragen en antwoorden. Discussies en verbeelding. Terwijl het casco al gebouwd wordt, ligt de invulling voor de lay-out
nog op de tekentafel. Dat vraagt goede sturing
van de kant van de opdrachtgever. Maar het kan.
Zo ontwerpen we samen aan het beste resultaat.”
Bas Molenaar: “Gaandeweg het proces groeit
het wederzijds vertrouwen. Vertrouwen ook dat
er onderweg nog ruimte is voor verbetering. We
maken dankbaar gebruik van de betrokkenheid
van opdrachtgever en gebruikers in de zorgsector.
We dagen ze uit mee te denken over de architectuur. Wij verdiepen ons in de werkprocessen en
denken mee over verbeteringen. In die betrokkenheid vinden we elkaar.”
n
FMT gezondheidszorg
33
Download