VI. De pluralisten p. 42 - 49 Parmenides: overweldigende bewijsvoering Volgende praesocratici: Zijnde -ongeboren -onvergankelijk -onveranderlijk toch zintuigen niet afwijzen: én veelheid én verandering verklaren elk hun eigen weg om rationaliteit en ervaring te verzoenen oplossing: fund. Realiteit is veelvuldig maar bestanddelen -eeuwig en onveranderlijk -kunnen in verbinding treden of uiteen vallen niets onstaat, groeit of vergaat, wel hergroepering A. Empedocles van Agrigentum 1. Leven en Werk - º Agrigentum, ca. 495 - democraat, verbannen? - leefde nog in 443 (stichting Thurii) - geneeskunde, fysiologie - eleatisme, pythagorisme - religieus - dichter, redenaar, politicus - twee leerdichten: 1) over de natuur 2) Zuiveringsriten weinig bewaard, toch goed dichter 2. Principes van de natuurfilosofie - geen lege ruimte (= Parmenides) ene Zijnde vervangen door 4 wortels ( = 4 elementen ( water, vuur, aarde: uit ervaring lucht : uit beweging (wind) en ‘waterdief’ - theorie overgenomen door alle latere Griekse filosofen Boyle (17e) - eigenschappen van elementen: -ongeboren -onvergankelijk -onveranderlijk -kwalitatief verschillend -kwantitatief gelijk -zuiver of met mekaar vermengd - ervaarbare dingen: samengesteld, dus ontstaan, groei en verval verklaard door twee tegengestelde krachten: LIEFDE en HAAT (ongeboren en onvergankelijk) 3. De kosmologische cyclus werkelijkheid doorloopt cyclus van vier momenten: a)tijdperk van de Liefde - Liefde heerst, Haat nr periferie gebannen - 4 elementen volkomen vermengd, homogene massa - Zijnde: vorm van volmaakte bol b) de differentiatie -scheiding elementen dr binnendringen van Haat in de wereld buitenkant: vuur en lucht: wentelbeweging binnenkant: water en aarde: onbeweeglijk -mengsels van allerlei proporties (been, vlees, bloed,…) gedifferentieerde eenheden (losse ledematen) groeien aan mekaar - monsters, vergaan - harmonische samenstellingen (=organismen), planten zich voort = toestand wereld nu c) Het tijdperk van de Haat -scheiding gaat steeds verder -uiteenvallen combinaties -Liefde helemaal uitgeschakeld -4 elementen zuivere toestand, wschl. concentrische lagen. d) De hergroepering -Liefde dringt terug binnen -evolutie van b) in omgekeerde richting -ook voor zekere tijdsduur geordende wereld? -vermenging volkomen, dan stadium van 4.Fysiologische antropologie a) Het leven -Empedocles: belangstelling voor biologie en anatomie -Zijn leer: verband met theorie medische scholen invloed op fysiologie Plato en Aristoteles *Levende wezens: vooral aarde en vuur Als scheiding groter: dood *Bloed: volmaakt evenwichtig mengsel van 4E b) De kennis - Principe van Parmenides, Weg der Mening, maar systematischer “wij kennen het gelijke door het gelijke” (vb.) daarom: zuiverste bloed is zetel van bewustzijn, omgeeft hart. (bij Alcmeon: hersens) voorwerpen buiten ons: uitwasemingen ( langs kanaaltjes () van zintuigen, in bloed, dat vanuit hart naar periferie stroomt en terug. - verschil met Parmenides: -zintuigen wel betrouwbaar -niet in gelijke mate voor elk voorwerp daarom: elk voorwerp ~ bep. zintuig 5. Religieuze antropologie a) “Over de natuur”: mechanistisch Geen plaats voor geestelijke, onsterfelijke ziel b) “Zuiveringsriten”: grote nadruk op zielsverhuizing + zuivering - in begin (onder Afrodite): mensen leefde in onschuld - dan: fout: bloed vergieten uitboeting van ziel door kring van reïncarnaties (30 000 ) (welke? p.46) - overeenkomsten b) en a) - Afrodite-Liefde - verschillen a: monodromische tijd b: cyclische tijd hoe kon Empedocles twee zo verschillende concepten verzoenen? B. Anaxagoras van Clazomenae 1. Leven en werk - º Clazomenae (Ionië) ca. 500 - vroeg nr Athene - nam filosofie mee die daar zou blijven tot 2de E v.C. - aanzien, in kring van Pericles - proces wegens goddeloosheid - trok naar Lampsacus (Hellespont), dood in 428/427 - boeken in Ionisch proza - fragmenten bewaard bij Simplicius - Ari: werk Anaxagoras recenter dan Empedocles, A toch ouder 2. Grondprincipes - geen lege ruimte (cfr. Eleatisme, Empedocles,) - fundamentele realiteit onveranderlijk en eeuwig (“) maar NIET: - door combinatie elementen nieuwe kenmerken of hoedanigheden want “uit het niets kan niets ontstaan” DUS: in oermassa bij aanvang van wereldvorming: “alle dingen samen aanwezig” - grondstof heelal: mengsel van t.v.v. van Anaximander) bevat alle kwaliteiten in zich - Blote oog kan die kiemen niet waarnemen, daarom naam van overheersende kwaliteit (p. 47., vb. sneeuw) => antwoord mogelijk op vraag “hoe kan haar ontstaan uit niet-haar en vlees uit niet-vlees?” - belangstelling voor problematiek van de oneindigheid homogene massa -kwantitatief oneindig: tot in oneindige deelbaar -kwalitatief oneindig: elk stofdeeltje bevat alle onderling onherleidbare kiemen en dus alle verschillende kenmerken en kwaliteiten. 3. Kosmogonie - rechtlijnig ( Empedocles, cyclisch) daarom slechts 1 oorzaak: - kenmerken: - niet echt geestelijke dimensie - wel fijnere en subtielere stof - zuiver en onvermengd geheel op zichzelf - kent alles, heerst over alles, ook levende wezens - grootste kracht - activiteit: - deelt draaiende beweging mee aan oermassa - beweging breidt uit en bewerkt hierdoor afscheiding, differentiatie en ordening - effect van afscheiding: bijeenkomen van het verwante (stofdelen waarin zelfde eigenschappen overheersend zijn) *aan buitenkant: vurige ether *aan binnenkant: koude aarde - verdere details: - zon, maan en sterren: klompen aarde, gloeiende door wentelbeweging (goddeloosheid!) - tegengestelde wordt gekend d.m.v. tegengestelde (= Heraclitus, Parmenides en Empedocles) - onzeker waarom ontstaan wenteling door werking van ? omdat hieruit orde tot stand moest komen, orde veronderstelt finaliteit en inzicht ! kritiek Plato en Ari: - geen rol die = aan eigen natuur, - is slechts mechanische oorzaak, - geeft slechts eerste impuls, - geen enkele causale invloed hoewel grootste kracht en beheert alles