koude landing In 2014 zal de Europese ruimtesonde Rosetta een lander neerlaten op de kern van komeet Churyumov-Gerasimenko. Kijktip Leg bij het waarnemen van een heldere vuurbol altijd nauwkeurig de baan aan de hemel, het tijdstip en de waarneming vast. HFDST 13 meteoren, planetoïden en kometen 162 het zonnestelsel deel 4 Meteoren E lke heldere nacht zijn er aan de sterrenhemel meteoren (‘vallende sterren’) te zien, meestal wel een paar per uur. Een paar keer per jaar is er sprake van een verhoogde meteorenactiviteit – een zogeheten zwerm – en een paar keer per eeuw is er een ware meteorenregen zichtbaar. Voor het waarnemen van meteoren zijn geen speciale hulpmiddelen nodig. Een meteoor is een lichtverschijnsel op ca. 80 kilometer hoogte in de dampkring van de aarde, veroorzaakt door een binnendringend ruimtesteentje. Zo’n meteoroïde – meestal niet groter dan een paar millimeter – heeft een snelheid van ruim 10 km/s. Door wrijving met atomen en moleculen in de dampkring wordt het steentje sterk verhit en zal het in de meeste gevallen verbranden. Diezelfde energie brengt de atomen in de dampkring tot gloeien. Dat lichtverschijnsel zien we als een meteoor. Af en toe beweegt de aarde door een wolk van ruimtestof (meestal afkomstig van een komeet, zie pag. 168) en zijn er tientallen meteoren per uur zichtbaar. De meteoren van zo’n zwerm bewegen langs evenwijdige banen door de dampkring, maar voor een waarnemer op de grond lijken ze als gevolg van het perspectief uit één punt aan de hemel afkomstig te zijn: het vluchtpunt of de radiant van de zwerm. Meteorenzwermen worden genoemd naar het sterrenbeeld waarin die hfdst 13 meteoren, planetoïden en kometen 163 Meteorieten radiant ligt. Meteoren die niet tot een zwerm behoren worden sporadische meteoren genoemd. Om meteoren waar te nemen kun je het best op de grond liggen op een donkere plek met uitzicht rondom. Zorg voor een isolerend matras en warme kleding. Tel het aantal meteoren dat je ziet, schat hun helderheid en teken hun baan in op een sterrenkaart. Maak foto’s met een standaard- of groothoeklens. Gebruik een lange belichtingstijd. Meteoorzwermen Naam Radiant Maximum Komeet Boötes 4 januari ? Lier 22 april Thatcher Èta-Aquariden Waterman 5 mei Halley Delta-Aquariden Waterman 28 juli ? Steenbok 30 juli ? Boötiden Lyriden Alfa-Capricorniden Perseus 12 augustus Swift-Tuttle Draconiden Perseïden Draak 9 oktober Giacobini-Zinner Orioniden Orion 22 oktober Halley Tauriden Stier 6 november Encke Leoniden Leeuw 17 november Tempel-Tuttle Tweelingen 14 december Phaethon Grote Beer 23 december Tuttle Geminiden Ursiden + + + Meteoren die helderder zijn dan de planeet Venus worden vuurbollen genoemd. + + + Meteorieten dragen de naam van W anneer de meteoroïde die de dampkring binnendringt groot genoeg is, zal er niet alleen een heldere vuurbol zichtbaar zijn, maar is het ook mogelijk dat de ruimtesteen niet helemaal verbrandt. Er valt dan een zwartgeblakerd overblijfsel op aarde: een meteoriet. Door de baan van een heldere vuurbol vanuit verschillende plaatsen simultaan waar te nemen, kan berekend worden waar een eventuele meteoriet is neergekomen. Soms worden auto’s, huizen, dieren of mensen getroffen. De meeste meteorieten zijn afkomstig van planetoïden (zie pag. 164), hoewel er ook meteorieten gevonden zijn die afkomstig zijn van de maan of van de planeet Mars. De samenstelling van een meteoriet zegt iets over zijn herkomst. Er bestaan twee soorten meteorieten: steenmeteorieten en ijzermeteorieten. IJzermeteorieten zijn oververtegenwoordigd doordat ze minder snel verbranden in de dampkring. De meeste meteorieten zijn zogeheten chondrieten – steenmeteorieten die kleine, ronde korrels (chondrulen) bevatten van ijzer, silicaten of glas. Een verdachte steen moet in een geologisch laboratorium worden onderzocht om er zeker van te zijn dat het om een meteoriet gaat. Veel meteorieten worden gevonden op Antarctica, waar ze door trage bewegingen in het ijs bijeengebracht worden en vanwege hun donkere kleur gemakkelijk opvallen. De grootste bekende meteoriet is de Hoba West – een ijzermeteoriet van 60 ton die nog steeds ligt op de plaats waar hij lang geleden neerkwam, bij Grootfontein in Namibië. ruimtepuin Een steenmeteoriet (links) en een ijzermeteoriet (rechts). Nederlandse en Belgische meteorieten Naam Valdatum Gewicht Uden (nl) 12 jun 1840 720 g Utrecht (nl) 2 jun 1843 10 kg* St. Denijs-Westrem (b) 7 jun 1855 700 g Tourinnes-la-Grosse (b) 7 dec 1863 15 kg* Lesves (b) 13 apr 1896 2 kg Ellemeet (nl) 28 aug 1925 1,5 kg* Hainaut (b) 26 nov 1934 20 kg* 7 apr 1990 855 g Glanerbrug (nl) * Meervoudige val; vermeld is het totale gewicht van de fragmenten. de plaats waar ze gevonden worden. Officieel worden ze genoemd naar het dichtstbijzijnde postkantoor. + + + De tien grootste planetoïden Nummer en naam Ontdekkingsdatum Omlooptijd Middellijn 1 Ceres 1 januari 1801 4,60 jaar 950 km 2 Pallas 28 maart 1802 4,62 jaar 584 km 4 Vesta 29 maart 1807 3,63 jaar 530 km 10 Hygeia 12 april 1849 5,54 jaar 430 km 511 Davida 30 mei 1903 5,66 jaar 338 km 2 oktober 1910 5,36 jaar 334 km 4 februari 1858 5,48 jaar 312 km 29 juli 1851 4,30 jaar 272 km 16 mei 1866 6,50 jaar 270 km 17 maart 1852 4,99 jaar 264 km 704 Interamnia 52 Europa 15 Eunomia 87 Sylvia 16 Psyche keien op schaal De grote planetoïde Vesta (links), op dezelfde schaal als minimaantje De langgerekte planetoïde Ida, hier gefotografeerd door de Lutetia, Mathilde, Ida, Eros, Gaspra, Steins, Annefrank en Itokawa. ruimtesonde Galileo, wordt vergezeld door een klein maantje, Dactyl (rechts). het zonnestelsel 164 deel 4 Planetoïden O p 1 januari 1801 ontdekte de Siciliaanse astronoom Giuseppe Piazzi een klein planeetje tussen de banen van Mars en Jupiter. Hij noemde het object Ceres, naar de beschermgodin van Sicilië. In de jaren daarna werden nog drie van deze planetoïden gevonden: Pallas, Juno en Vesta. Inmiddels zijn van tienduizenden planetoïden de banen nauwkeurig in kaart gebracht. Ceres, Pallas en Vesta zijn de grootste (samen bevatten ze 55 procent van de massa van alle planetoïden); de meeste planetoïden hebben afmetingen van hooguit enkele tientallen kilometers. Planetoïden (ook wel asteroïden of kleine planeten genoemd) zijn overblijfselen uit de ontstaansperiode van het zonnestelsel (zie pag. 136): rotsachtige planetesimalen die zich nooit tot een groter hemellichaam hebben samengevoegd. De totale massa van alle planetoïden bedraagt overigens slechts 3 procent van de massa van de maan. Op basis van hun oppervlakte-eigenschappen, die afgeleid kunnen worden uit spectroscopische waarnemingen, worden kriskras De meeste planetoïden bewegen tussen de banen van Mars en Jupiter, maar sommige kruisen de baan van de aarde. hfdst 13 meteoren, planetoïden en kometen 165 Kijken naar planetoïden planetoïden in verschillende klassen ingedeeld. De meest voorkomende klassen zijn c, s en m: koolstofhoudende, siliciumrijke en metaalrijke planetoïden. Vesta is een klasse apart: het is de enige planetoïde met stollingsgesteenten aan het oppervlak. planetoïdengordel trojanen aardscheerders aarde mars jupiter De grootste planetoïden zijn met een amateurtelescoop zichtbaar als zwakke lichtstipjes die zich langzaam aan de sterrenhemel ver- zijn enkele tientallen planetoïden zichtbaar. Maak bij het opzoeken en waarnemen van planetoïden gebruik van een gedetail- leerde sterrenkaart waarop de baan van de planetoïde is ingetekend. Aardscheerders en Trojanen De meeste planetoïden bewegen in een brede gordel tussen de banen van Mars en Jupiter. Sommige kruisen de baan van Mars (Amor-planetoïden, genoemd naar het eerst ontdekte exemplaar). Andere (de zogeheten aardscheerders) kruisen de baan van de aarde (Apollo-planetoïden), en sommige daarvan hebben een omlooptijd kleiner dan die van de aarde (Aten-planetoïden). Er zijn zelfs enkele planetoïden bekend waarvan de baan geheel binnen die van de aarde ligt. De Trojanen zijn planetoïden die in min of meer dezelfde baan om de zon draaien als Jupiter, maar gemiddeld altijd 60° voor de planeet uit of juist 60° achter de planeet aan bewegen. Er zijn er ongeveer 3000 bekend. Ook in de banen van Mars en Neptunus komen Trojanen voor. In 2011 werd zelfs in de baan van de aarde een kleine Trojaan ontdekt. Sommige planetoïden zijn van nabij onderzocht door on- trojanen + + + Planetoïden hebben de meest uiteenlopende namen. Vele tientallen planetoïden zijn genoemd naar Nederlanders, onder plaatsen. Ceres en Vesta, de helderste planetoïden, zijn tijdens hun oppositie zelfs al met een verrekijker te zien. Met een 10 cm-telescoop anderen Oort, Vondel en Ockels. + + + bemande ruimtesondes: Gaspra (1991), Ida (1993), Mathilde (1997), Braille (1999), Eros (2000), Annefrank (2002), Itokawa (2005), Steins (2008), Lutetia (2010) en Vesta (2011). Op Eros en Itokawa werden zelfs landingen uitgevoerd, door nearShoemaker en Hayabusa. De Amerikaanse ruimtesonde Dawn, die in september 2007 werd gelanceerd en in de zomer van 2011 bij de grote planetoïde Vesta aankwam, zal in 2015 ook een bezoek brengen aan Ceres. De ruimtesonde Galileo ontdekte in 1993 dat Ida vergezeld wordt door een klein maantje, Dactyl geheten. Inmiddels is van veel planetoïden ontdekt dat ze dubbel zijn of een klein maantje hebben, meestal met behulp van grote telescopen op aarde. Ook is ontdekt dat sommige planetoïden niet massief zijn maar uit afzonderlijke brokstukken bestaan, die door de zwaartekracht bijeengehouden worden.