Inventarisatieproject nevelwoud Licoma Bolivia Aanleiding 13,7 % van Bolivia bestaat uit hooglandbossen, de zogenaamde nevelwouden. Dit zijn bossen die tussen de 1000 en 3500 meter hoogte liggen en een zeer typische vegetatie hebben. Deze bossen kenmerken zich door de vele orchideeën , bromelia´s en mossen die de bomen in het bos begroeien, de zogenaamde epifyten. Het bos wordt nevelwoud genoemd omdat het bos voor een groot deel van de dag in de mist ligt van het water dat uit de laag gelegen Amazone regenwouden verdampt en door afkoeling op grotere hoogte weer condenseert. De bossen herbergen de helft van alle biodiversiteit in Bolivia waarvan zeer veel endemische soorten. Een aantal van de in het nevelwoud voorkomende soorten staan op de internationale rode lijst van bedreigde diersoorten. Een voorbeeld is de andesbeer Tremarctos ornatus, de bergbeekeend Merganetta armata en de stuithoender Nothocercus nigrocapillus. Naast de biodiversiteitswaarde heeft het bos een belangrijke functie in waterbehoud. 57% van de Bolivianen wonen binnen 30 km van een nevelbos en afhankelijk van het bos voor drink- en irrigatiewater en de bescherming van de bodem tegen erosie. Het nevelwoud wordt echter in een groot tempo gekapt en is nog meer bedreigd dan het Amazone regenwoud. Het nevelwoud komt in de Andes vooral nog voor op steile hellingen en in gebieden die slecht ontsloten en daardoor moeilijk bereikbaar zijn. Desondanks gaat, zowel nationaal als internationaal, wat betreft ecologisch onderzoek en natuurbescherming de meeste aandacht uit naar de laaglandbossen in het Amazonegebied. Dit was aanleiding voor ir. Saskia Orsel, in Bolivia werkzaam als landbouwspecialist voor de Non Gouvermentele Organisatie Ayuda y Acion, om een inventarisatieproject op te starten in de gemeentes Licoma en Cajuata in de provincie Inquisivi in Bolivia. Hier komt op een hoogte van 1000-3200 meter nog relatief ongerept nevelwoud voor, waar onder andere de andesbeer nog voorkomt. Het bos is 73.000 ha groot. Ook in de gemeentes Licoma en Cajuata slinkt echter het areaal nevelwoud. De belangrijkste oorzaken hiervan zijn de grondbehoefte vanuit de landbouw, omdat door erosie landbouwgrond elders verloren gaat, en boskap voor de lokale markt. In de omgeving is echter nauwelijks onderzoek gedaan naar het voorkomen van flora en fauna en bij de bewoners van het gebied en de gemeente bestaat weinig bewustzijn van het belang van het bos voor de biodiversiteit en hun eigen watervoorziening. Daarnaast biedt op wetenschappelijk niveau een inventarisatie aanvullende kennis over het voorkomen van planten en dieren in nevelwouden. Doel van het project Het doel van het project is: 1. De biodiversiteitswaarde van het nevelwoud in de gemeente Licoma in beeld te brengen 2. De waarde van het nevelwoud onder de aandacht van de plaatselijke bevolking en (lokale) overheden te brengen. Om de plaatselijke bevolking bij het project te betrekken zal de inventarisatie behalve op soorten die een hoge biodiversiteitswaarde vertegenwoordigen ook specifiek gericht zijn op soorten die een hoge belevings- en gebruikswaarde voor de lokale bevolking hebben. Zo is de andesbeer een zeer aansprekende soort. Bij de inventarisatie zal zo veel mogelijk gebruik worden gemaakt van kennis van de lokale bevolking. Zo zullen een aantal leerlingen van de plaatselijke school en enkele boeren aan het project deelnemen. Het eindresultaat van het project zal bestaan uit een poster waarop naast informatie over het nevelwoud foto´s een aantal aansprekende soorten op weergegeven staan. Ook zal lesmateriaal voor de plaatselijke school worden ontwikkeld. Daarnaast biedt de inventarisatie informatie uit een gebied dat door Boliviaanse instituten en wetenschappers van elders nog zeer slecht onderzocht is. Het verzamelde materiaal van planten en insecten wordt aangeboden aan het nationaal herbarium en de nationale faunacollectie van Bolivia. Afbakening en uitvoering van het project De inventarisatie zal zich richten op de volgende soortgroepen: 1. Vogels 2. Vlinders en libellen 3. Flora en vegetatie Gezien het doel van de inventarisatie en de beschikbare tijd zal de inventarisatie zich vooral richten op een beperkt aantal soorten, met name op soorten die: 1. Op de rode lijst van Bolivia staan en dus een hoge biodiversiteitswaarde hebben; 2. Herkenbaar zijn en daardoor een hoge belevingswaarde hebben; 3. Een gebruikswaarde voor de lokale bevolking hebben, bijvoorbeeld planten met een medicinale werking. Omdat de waarde van de flora bepaald wordt aan de hand van diversiteit van soorten zullen (plotsgewijs) alle planten verzameld worden. Hiervoor zullen plots van 0,1 ha worden uitgezet. Voor het maken van het educatieve materiaal en het betrekken van de scholieren bij de inventarisatie zullen door middel van fotografie en video-opnames ook een aantal ecologische relaties nader in beeld worden gebracht. Bijvoorbeeld het fotograferen van vruchten waarvan bekend is dat deze door de andesbeer worden gegeten, de relatie tussen bloemvorm en bestuiving door insecten of kolibries en organismen die in de met water gevulde holtes van bromelia´s leven. Organisatie De uitvoering van de inventarisatie zal plaats vinden door een groep van vier Nederlandse veldbiologen die op vrijwillige basis aan het project meewerken. Hierbij worden ze bijgestaan door medewerkers van de Boliviaanse NGO`s Ayuda y Accion en Prodena, de Universiteit van La Paz , de plaatselijke school en bevolking. Vanuit Bolivia is de projectleider van dit project Saskia Orsel, werkzaam voor de Boliviaanse organisatie Ayuda y Accion in Licoma. Zij is verantwoordelijk voor de contacten met de NGO´s, lokale overheden, de plaatselijke bevolking en voor de inbreng van (soorten)kennis vanuit wetenschappelijke instituten in Bolivia. Daarnaast draagt zij zorg voor het regelen van gidsen en voor accomodatie. Vanuit Nederland wordt het project gecoördineerd door ir. H.R.G. de Ruiter. Zij is verantwoordelijk voor het coördineren van de vrijwilligers en de coördinatie van (soorten)kennis vanuit Nederland. Voor de voorbereiding van de inventarisatie wordt gebruik gemaakt van kennis vanuit de Universiteit van Utrecht en de Universiteit van Amsterdam. Vanuit Nederland zullen vier vrijwilligers aan het project meewerken. Zij hebben allen expertise op het gebied van minimaal één van de soortgroepen. Vanuit Bolivia werken Saskia Orsel en Jeroen Vos, werkzaam bij de NGO Ayuda y Acion, aan het project mee. Bij de uitvoering van het project zijn ook de NGO´s Prodena (Asociacon Boliviana Pro-Defensa de la Naturaleza) en de NGO Ayuda y Accion betrokken. Zij zullen adviseren over hoe de plaatselijke bevolking bij het project te betrekken en samen met de gemeentes een plan voor duurzame bescherming en gebruik van het bos opstellen. Voor hulp bij de determinatie van meegebrachte insecten en planten is hulp toegezegd door resp. het Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis en de vakgroep Plantwetenschappen van de Universiteit van Utrecht en het Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis. Tevens is hulp toegezegd door het Nationaal Herbarium en de Nationale Faunacollectie (Coleccion Boliviana de Fauna) van Bolivia. Planning De inventarisatieperiode zal plaats vinden in oktober en 4 weken in beslag nemen. In de maanden voorafgaand aan de inventarisatie wordt de onderzoeksmethodiek opgesteld, literatuur verzameld en kennis van de daar aanwezige flora en fauna opgedaan. Communicatie De communicatie over de resultaten zal op volgende wijze plaatsvinden: Een engels- en spaanstalig verslag met de resultaten van de inventarisatie; Publicatie van de resultaten op een internetsite; Het geven van lessen op de plaatselijke school; Een workshop met de gemeente; Ontwerpen van een poster en een brochure voor de plaatselijke bevolking en school; Het betrekken van de lokale bevolking en leerlingen van de school bij de uitvoering van de inventarisatie; Uitwisselen van collectiemateriaal en gegevens met zowel het Nationaal Herbarium en de Nationale Faunacollectie in Bolivia als met het Natuurhistorisch Museum Naturalis en de Universiteit van Utrecht Eventuele publicatie van één of meerdere artikelen in Nederlandse en Boliviaanse vaktijdschriften. Kostenbegroting Kosten Gidsen (2 gidsen, 21 dagen) Accommodatie en verblijfskosten Bijdrage reiskosten Literatuur Materiaal (GPS, kaarten, collectiemateriaal) Excursie schoolkinderen Verslaglegging en drukkosten educatief materiaal Totaal €800 €800 €3200 €500 €500 €150 €500 €6450 Personele inzet De inventarisatie zal door de volgende personen uitgevoerd worden: Marcel Bonder Marcel Bonder zal zich in Bolivia vooral bezighouden met het inventariseren van vogels en libellen. Hij is werkzaam als ecoloog bij een adviesbureau en hij houdt zich in zijn vrije tijd bezig met het bestuderen van vogels, planten en libellen. Arthur van Dulmen (onder voorbehoud) Bioloog met een specialisatie in ecologie en afgestudeerd op bestuivings- en zaadverspreidingsstrategieën van planten in het tropisch regenwoud. Op dit moment bevindt hij zich in de eindfase van zijn promotie onderzoek (OIO) aan de universiteit van Amsterdam. Dit project is een vervolg op zijn afstudeeronderzoek en betreft de reproductieve karakteristieken (bestuiving, zaadverspreiding) van planten uit het kronendak van twee verschillende bostypes in het Colombiaanse regenwoud. In Nederland heeft hij vooral vegetatiekundig en floristisch werk gedaan. Zowel voor de stichting Floron als voor een ecologisch adviesbureau. Naast floristisch onderzoek heeft hij ook ervaring in het onderzoek naar zoogdieren en bijen in het tropisch regenwoud. Saskia Orsel Saskia zal zich tijdens de inventarisatie vooral bezighouden met het inventariseren van planten. De nadruk zal zij daarbij leggen op planten die een gebruikswaarde hebben. Ook is zij verantwoordelijk voor de communicatie met de locale bevolking en het inschakelen van locale gidsen. Zoals reeds in het projectvoorstel beschreven is zij als landbouwspecialist werkzaam voor de Non Gouvermentale Organisatie Ayuda y Accion. André Hospers Hij zal zich tijdens de inventarisatie bezighouden met het inventariseren van planten, vlinders en libellen. Hij is werkzaam als automatiseerder en is in zijn vrije tijd erg actief met natuurstudie bezig. Hij bestudeert vooral planten, kranswieren, libellen en sprinkhanen. Hij is in dienst geweest van stichting Floron (vegetatiekartering) en heeft deelgenomen aan diverse inventarisatieprojecten in binnen- en buitenland. Marcel Hospers Hij zal zich tijdens de inventarisatie bezighouden met het inventariseren van planten, vlinders en libellen. Hij is werkzaam als automatiseerder en is in zijn vrije tijd erg actief met natuurstudie bezig. Hij bestudeert vooral planten, libellen en sprinkhanen. Hij heeft deelgenomen aan diverse inventarisatieprojecten in binnen- en buitenland. Harriët de Ruiter Zal zich tijdens het project bezig houden met de inventarisatie van vogels en planten. Zij is milieukundige en werkzaam als projectmedewerker agrarisch natuur-en waterbeheer bij het Centrum voor Landbouw en Milieu. In haar vrije tijd is zij actief met natuurstudie bezig, daarbij is zij met name geïnteresseerd in planten en vogels. Zij is reeds meerdere malen in Zuid-Amerika geweest. Als voorbereiding van de inventarisatie heeft zij dit voorjaar de cursus Neotropical Plants aan de Universiteit van Utrecht gevolgd. Jeroen Vos Jeroen zal een gedeelte van de communicatie met de plaatselijke bevolking bezorgen. Ook zal hij bijdragen aan het ontwerpen van de poster/brochure. Jeroen Vos is irrigatiedeskundige en gepromoveerd op de sociale aspecten van irrigatie. Evenals Saskia Orsel is hij werkzaam voor de NGO Ayuda y Accion te Licoma. Hij is reeds een aantal jaren werkzaam in Zuid-Amerika (Bolivia en Peru) en heeft veel ervaring met het betrekken van de lokale bevolking bij projecten. Ook heeft hij ervaring met het ontwerpen van posters en brochures.