Hoofdstuk 3; Industriële beveiligingen 1. Wat versta je onder de nominale stroom In? - De verbruikersstroom of nominale stroom In (A) is de stroom die bij doorlopend bedrijf overeenkomt met de grootste stroomsterkte die in normale omstandigheden door die stroombaan vloeit of door de verbruiker wordt opgenomen. 2. Wat versta je onder de kortsluitstroom Ik of Icc? Waardoor wordt die bepaald in een leiding? - De kortsluitstroom Ik of Icc (kA) is de maximale stroomsterkte die zou vloeien indien een kortsluiting optreedt. 3. Wat versta je onder schakelvermogen? In welke eenheid wordt die uitgedrukt? - Het uitschakel- of afschakelvermogen (kA) is de hoogst mogelijke waarde van de kortsluitstroom die de beschermingsinrichting nog zonder gevaar kan onderbreken. 4. Wat is overstroom? En wat is selectiviteit? - - De overstroom is de stroomsterkte die bij een machine of een toestel groter is dan de nominale stroom In, of bij een geleider groter dan de toelaatbare stroom. Met selectiviteit bedoelt men de gecoördineerde werking van de beveiligingsinrichtingen, zodat bij een fout (kortsluiting) op een willekeurige plaats in het net alleen de eerstvolgende beveiliging afschakelt. 5. Waarop is de principewerking van een smeltveiligheid gebaseerd? - Een smeltveiligheid is een gewilde verzwakking in een stroomkring die bedoeld is om te smelten bij overstroom (kortsluiting), om zo de defecte stroomkring van de voeding af te schakelen. 6. Waarvoor staat HOV? - HOV = hoog onderbrekingsvermogen 7. Waaruit is een smeltpatroon samengesteld? Leg uit met een schets en verklaar de functie. - De smeltpatroon is opgebouwd uit; o De contactmessen o De koker of huls o De sluitplaten of flenzen met uitsparingen o Het smeltstuk o Het blusmiddel o De meldingsdraad met verklikker of slagstift 8. Hoe kan het doorsmelten van een smeltveiligheid vanop afstand worden gemeld? - De meldingsdraad kan ook een slagstift bedienen, die dan een microschakelaar op het voetstuk activeert. Het melden van het doorsmelten kan dan vanop afstand gebeuren. 9. Waartoe dient een nulleidermes? - Als de nulleider niet mag worden onderbroken door een smeltveiligheid, wordt een nulleidermes in het voetstuk gemonteerd. 10.Wat is een smeltpatroon type gL/gG? Verklaar. - Trage / Snelle smeltpatronen type gL/gG reageren traag bij overbelasting maar snel bij kortsluiting. Ze worden toegepast als beveiliging bij kabels en leidingen in elektrische installaties. 11.Wat is een smeltpatroon type aM? Verklaar. - Het type aM wordt gebruikt voor de beveiliging van motorkringen in elektrische installaties tegen kortsluiting. Die smeltpatronen reageren niet bij een overstroom. Daarom is een bijkomende thermische beveiliging nodig tegen langdurige overstroom. 12.Wat is een smeltpatroon type üF? Verklaar. - Ultrasnelle smeltpatronen type üF worden aangewend voor de beveiliging van halfgeleiders (dioden, thyristoren …) tegen langdurige overbelasting en heel korte kortsluiting. 13.Bepaal aan de hand van een uitschakelkarakteristiek bij gegeven overstroom de smelttijd van een bepaald type smeltveiligheid. 14.Welke elektrische gegevens komen voor op een smeltveiligheid? - Nominale stroom Nominale spanning Uitschakelvermogen Grootte van de smeltpatroon 15.Wat is het onderscheid tussen de directe en indirecte methode van motorbeveiliging? - De directe methode; werkelijke controle van de temperatuur De indirecte methode; controle van de stroomtoename die een temperatuursstijging voor gevolg heeft. 16.Teken het elektrisch principeschema van een directe beveiliging met PTC-sonden. 17.Op welk principe is de werking van een thermisch overstroomrelais gebaseerd? - Bimetaal principe 18.Teken het symbool van een driefasige thermische beveiliging. 19.Leg de werking van een driefasig thermisch overstroomrelais uit aan de hand van een gegeven figuur. - De verwarmingselementen zijn rond de hoofdbimetalen aangebracht. Als de stroom door het verwarmingselement te hoog wordt, plooit het bimetaal abnormaal veel naar boven en duwt de stootnok aan. 20.Wat is het onderscheid tussen een thermisch relais met uitschakelklasse 10, 20 en 30? - Thermisch relais klasse 10; voor alle toepassingen met een aanlooptijd < 10s. - Thermisch relais klasse 20; voor alle toepassingen met een aanlooptijd tot 20s. - Thermisch relais klasse 30; voor alle toepassingen met een maximale aanlooptijd tot 30s. 21.Welke algemene elektrische gegevens staan vermeld op een thermische beveiliging? - Instelbereik nominale stroom Max. gebruiksspanning Uitschakelklasse 22.Waartoe is een thermisch relais geschikt? - Een thermisch beveiligingsrelais is geschikt voor bescherming tegen overbelasting maar niet tegen kortsluiting. 23.Is een thermisch relais instelbaar? - Ja 24.Hoe onderbreekt een thermische beveiliging de vermogenkring? - Zie p.63 25.Kan men een monofasige verbruiker beveiligen met een driefasig thermisch relais? Hoe? - Zie p.63 26.Beveiligt een thermisch relais tegen kortsluiting? Wat moet je doen? - Het thermisch relais beveiligt niet tegen kortsluiting, daarom is het noodzakelijk in het begin van de kring de nodige smeltveiligheden te plaatsen. 27.Op welk principe werkt een elektronische overstroombeveiliger? - De 3 transfo’s meten de stroom per fase Deze stromen worden elektronisch vergeleken met de gewenste waarde In. Geven eerst een vooralarm dan schakelen ze uit via de stuurkring. 28.Op welk principe is de werking van een magnetisch overstroomrelais gebaseerd? - Bij plotse stroomtoename (kortsluiting) wordt door de elektromagneet wel voldoende kracht op het anker uitgeoefend om de overbrengingsas te kantelen en de haak op te tillen. 29.Teken het symbool van een driefasig magnetisch overstroomrelais. 30.Leg de werking uit van een driefasig magnetisch overstroomrelais aan de hand van een gegeven figuur. - Zie p.65 31.Hoe verloopt de uitschakelkarakteristiek van een magnetische beveiliging? - Je stelt duidelijk vast dat, als de stroom een waarde aanneemt tussen 10 à 15 x In, het relais binnen 0,02 s uitschakelt. Omdat het opstarten van een motor onder de grenzen blijft, schakelt het magnetisch relais niet uit. 32.Welk algemene elektrische gegevens staan vermeld op een magnetische beveiliging? - Nominale stroom Uitschakelstroom Max. gebruiksspanning Gebruiksklasse Onderbrekingsvermogen