NGB jaarverslag 2008 - Netwerk Groene Bureaus

advertisement
Jaarverslag 2008 Netwerk Groene Bureaus
Het Netwerk Groene Bureaus is de branchevereniging voor kwaliteitsbevordering en
belangenbehartiging van groene adviesbureaus. Het NGB ondersteunt zijn leden bij hun
werkzaamheden. De hoofdactiviteiten bestaan uit het vormgeven aan kwaliteit, het organiseren van
themabijeenkomsten, het voeren van overleg over gunningprocedures en concurrentieverhoudingen
en het praktisch ondersteunen van leden. Dit verslag over de activiteiten in 2008 sluit af met
verenigingszaken.
1. vormgeven aan kwaliteit
de gedragscode van het Netwerk Groene Bureaus
De leden van het Netwerk staan voor de kwaliteit van hun werk. Dit wordt ook erkend: in verleende
ontheffingen FF-wet wordt als blijk van deskundigheid het lidmaatschap van het Netwerk genoemd en
in offerte-aanvragen wordt soms als kwalificatie-eis lidmaatschap van het Netwerk genoemd. Om de
kwaliteit verder te ontwikkelen, heeft het Netwerk Groene Bureaus zijn gedragscode voor groene
adviesbureaus vastgesteld na uitgebreide discussies in de ledenvergadering en emailconsultaties
onder de leden.
Het Netwerk geeft met deze gedragscode aan op welke wijze zijn leden deskundig, verantwoord,
respectvol en integer adviseren op het gebied van natuur en landschap. Met deze gedragscode zijn
de leden van het Netwerk Groene Bureaus aanspreekbaar op de kwaliteit van hun werk. De
gedragscode dient als 'basis voor gesprek' tussen bureaus, opdrachtgevers en andere
belanghebbenden over het werk van de leden van het Netwerk. Ook biedt de gedragscode de 'basis
voor gesprek' tussen de leden onderling met als doel de branche maatschappelijk goed te laten
functioneren. De gedragscode is als bijlage in het jaarverslag opgenomen.
themabijeenkomsten
In 2008 werden themabijeenkomsten gehouden over aanbesteden en over ‘Beheerplannen voor
Natura 2000 gebieden’. Voorgenomen themabijeenkomsten over aquatische ecologisch onderzoek bij
Deltares en adviesbureaus en over de Flora- en faunawet werden wel voorbereid maar om diverse
redenen verplaatst naar begin 2009.
themabijeenkomst 'aanbesteden'
Het Netwerk Groene Bureaus en PIANOo organiseerden op 12 februari 2008 een themabijeenkomst
over aanbesteden om de discussie over aanbesteding tussen opdrachtgevers en opdrachtnemers te
stimuleren. Deze dag bood de vijftig deelnemers gelegenheid met elkaar door te praten over
(ontwikkelingen in) inkoopregels en de consequenties daarvan voor adviesbureaus èn hun directe
opdrachtgevers. Van de deelnemers waren 35 afkomstig van adviesbureaus en 15 van
opdrachtgevers (departementen LNV en Defensie, van Rijkswaterstaat, van gemeenten en
terreinbeheerders).
Op de bijeenkomst onder dagvoorzitterschap van Hans Waardenburg, voorzitter Netwerk Groene
Bureaus, werden voordrachten gehouden door Henk Wijnen (PIANOo) over ‘het proces van
aanbesteden’, Martien Meijer (Bureau Waardenburg) over ‘het proces van gunnen’, Reurt Bruins
(Dienst Landelijk Gebied) over ‘kwaliteit van ingediende offertes’ en Bas de Bruin (Witteveen+Bos)
over ‘omgaan met verantwoordelijkheden’.
‘beheerplannen voor Natura 2000 gebieden’
Op 2 december organiseerde het Netwerk een themabijeenkomst over het opstellen van
beheerplannen voor Natura 2000 gebieden. Aanleiding vormde de ‘intentieverklaring’ van het
InterProvinciaal Overleg (IPO) met afspraken over samenwerking om tot goede beheerplannen te
1
komen. Deze intentieverklaring werd op 8 september door veel betrokken partijen waaronder het
Netwerk Groene Bureaus ondertekend. Veel partijen hebben grote belangen bij de beheerplannen en
hun participatie bij het opstellen van de beheerplannen wordt gestimuleerd, ook om draagvlak te
krijgen voor het bereiken van de instandhoudingsdoelstellingen. De groene adviesbureaus werken in
dit spanningsveld van alle belangen en daarmee in een complexe omgeving. De themabijeenkomst
bracht de complexiteit van de omgeving én de consequenties daarvan voor het werk van de bureaus
in beeld. De discussie tussen 80 deelnemers, waarvan 16 afkomstig van maatschappelijke
organisaties, 10 van overheden en 54 van bureaus werd gevoed door voordrachten van Wouter van
Sambeek (Ministerie van LNV), Mariken Fellinger (Steunpunt Natura 2000), Michiel van der Weide
(Provincie Overijssel), Marc van der Valk (Bureau Waardenburg), Albert Fopma (Provincie
Gelderland), Saskia Mulder (DHV), Ingrid Roelse (Interbestuurlijk Regiebureau Natura 2000), Ivo
Gelsing (Recron), Herman Litjens (LTOnoord), Ton Geraedts (Milieufederatie Noord-Holland) en
Suzanne Klaassen (Natuurmonumenten).
het vleermuisinventarisatieprotocol
Het Netwerk Groene Bureaus heeft op eigen initiatief, maar in overleg met GA-N, DLG en VZZ een
protocol ontwikkeld voor het inventariseren van vleermuizen bij onderzoek voor de Flora- en faunawet.
Dit protocol is op 20 juni 2008 aan de leden beschikbaar gesteld met de aanbeveling dit protocol toe
te passen. Het gebruik is intensief geëvalueerd om in het seizoen van 2009 met een definitief protocol
te kunnen werken.
Het protocol is voorbereid door het Vleermuisvakberaad van het Netwerk. Het protocol bundelt de
ervaring van ongeveer vijftien vleermuisdeskundigen van evenzoveel bureaus en heeft de instemming
van de Zoogdiervereniging VZZ. Het protocol geeft antwoord op de vraag uit de wet wat de
gebiedsfuncties voor vleermuizen zijn. Het protocol gaat vergezeld van een toelichting en een
stappenplan, als hulpmiddel om te bepalen welke gebiedsfuncties onderzocht moeten worden.
DLG, na overleg met de Dienst Regelingen, ondersteunt dit protocol. Zij zien groot voordeel in het
streven naar uniformiteit in onderzoek en de aan te leveren gegevens. DLG promoot het gebruik van
dit protocol, maar kan adviesbureaus niet verplichten tot het gebruik ervan. Het toepassen van het
protocol geeft echter grote mate van zekerheid dat geen aanvullend onderzoek wordt verlangd bij een
ontheffingsaanvraag en dat een onderzoek stand houdt in een eventuele juridische procedure. Met
toepassing van het protocol blijven de kosten van het nader onderzoek gelijk of nemen met maximaal
20% toe. Het protocol optimaliseert de inzet binnen juridische randvoorwaarden en kan, bij
zorgvuldige planning, ook leiden tot besparingen.
Het protocol is in 2008 door acht bureau toegepast en intensief geëvalueerd door de leden van het
Netwerk, de VZZ en DLG. De evaluatie wordt in februari 2009 afgerond. In overleg met de betrokken
partijen, waaronder DLG, VZZ en ook de Gegevensautoriteit Natuur, wordt bezien op welke wijze het
protocol erkend kan worden. Door diverse partijen is reeds belangstelling getoond voor het protocol
waaronder de Stichting Advisering Bestuursrechtspraak (StAB) die als onafhankelijke deskundige de
bestuursrechter ondersteunt.
Het ontwikkelen van de protocollen heeft geleid tot het initiatief om bestaande informatie en ervaring
over de interpretatie van vleermuisgeluid als essentieel onderdeel van het inventarisatiewerk bijeen te
brengen. Daarvoor is binnen het vakberaad de website www.vleermuisgeluid.nl ontwikkeld waarop de
leden van het Netwerk Groene Bureaus geluidsbestanden van vleermuizen kunnen gaan uitwisselen
en de gebruiksmogelijkheden daarvan met elkaar kunnen bespreken.
2. gunningprocedures en concurrentieverhoudingen
visie op concurrentieverhoudingen
In 2008 stelde het Netwerk zijn visie op concurrentieverhoudingen tussen bureaus en
kennisinstellingen vast. In de visie van het Netwerk is er grote behoefte aan kennisinstellingen als
2
overheidsinstellingen en PGO's. Overheidsinstellingen ontwikkelen relevante kennis op het
werkterrein van de bureaus waaronder modellen, technieken en werkwijzen. PGO’s zijn kenniscentra
op het gebied van soorten. Daarbij gaat het om het verzamelen van verspreidingsgegevens, bundelen
van kennis, beschermen van soorten en ontwikkelen van veldtechnieken. Het NGB ziet deze
organisaties voor wat betreft hun advieswerk als collega-organisaties die onder dezelfde
(markt)condities werken. De concurrentieverhoudingen met deze organisaties zijn op dit punt niet
anders dan met collega-adviesbureaus. Wel constateert het Netwerk dat kennisinstellingen soms via
een monopolie op kennis een oneigenlijk concurrentievoordeel exploiteren.
Voor zover door deze organisaties marktactiviteiten worden ontwikkeld om de eigen organisatie in
stand te houden, en die daarbij niet aansluiten bij de doelstellingen, ziet het Netwerk bij voorkeur een
ondersteuning vanuit de overheid gericht op de instandhouding van de benodigde expertise
(kennisinstituten) en capaciteit voor de begeleiding van vrijwilligers (PGO’s). Het Netwerk Groene
Bureaus is desgewenst bereid de kennisinstellingen en de PGO’s te ondersteunen in hun streven naar
afdoende financiering.
Vrijwilligers werken per definitie niet op commerciële basis. De leden van het Netwerk Groene
Bureaus zetten vrijwilligers dan ook niet op commerciële basis in. Wel brengen adviesbureaus hun
deskundigheid in bij projecten waarin vrijwilligers deelnemen. In die projecten leggen de bureaus de
verantwoordelijkheid voor het vrijwilligerswerk bij de opdrachtgever of bij daarvoor gecontracteerde
andere partijen. De adviesbureaus verwachten ook van PGO’s dat zij opdrachtgevers helder inzicht
bieden in het deskundige/commerciële - en het vrijwilligersdeel van projecten die hen door PGO’s
worden aangeboden.
Het Netwerk meent dat de concurrentieverhoudingen tussen kennisinstellingen, PGO’s en bureaus
verbeterd zijn, op enkele uitzonderingen na. Kennisinstellingen hebben toegang tot zelf ontwikkelde
kennis die met publieke middelen is ontwikkeld. Daarmee wordt een concurrentievoordeel verkregen
dat niet gereguleerd wordt door economische spelregels. Beleidsmatige afspraken moeten hier
oplossingen bieden (over snelheid van publiceren; alleen marktprojecten in samenwerking met een
commerciële partij om de kennisoverdracht te versnellen e.d.). De relatie tussen vrijwilligerswerk en
commerciële activiteiten van de PGO’s is niet voldoende helder.
Vanuit natuuroptiek is de marktsituatie optimaal als relevante kennis goed(koop) op de juiste plaats
terecht komt en relevante kennis wordt ontwikkeld. Meer samenwerking tussen kennisinstellingen,
PGO’s en NGO’s en adviesbureaus is wenselijk om het kennissysteem effectiever te maken.
concurrentieverhoudingen met kennisinstituten
Gesprekken werden gevoerd met het ministerie van Economische Zaken en de Nederlandse
MededingingsAuthoriteit over de positie van rijkskennisinstellingen, met name Deltares. Als gevolg
daarvan had het Netwerk overleg met de Waterdienst van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat en
met Deltares over de subsidieregeling voor Deltares, de relatie tot staatssteunregels én over
samenwerkingsvormen tussen Deltares en adviesbureaus.
De werkwijze van Deltares is anders dan de werkwijze van de vroegere samenstellende instituten.
Waar GeoDelft en WL|Delft Hydraulics vroeger in concurrentie met commerciële adviesbureaus
offreerden, zal Deltares dat niet doen. Verkeer en Waterstaat is expliciet teruggekomen van het beleid
om instituten op de markt te laten concurreren met adviesbureaus. ‘Markt tenzij’ is
beleidsuitgangspunt. Een belangrijke reden om Deltares niet in concurrentie te laten komen met
bureaus, is de behoefte aan een onafhankelijke kwaliteitsbeoordeling van producten van
adviesbureaus door Deltares. De overheid heeft een dergelijke onafhankelijke beoordeling soms nodig
om de producten van adviesbureaus verantwoord te kunnen gebruiken in beleid en beheer. Bij
concurrentie tussen Deltares en bureaus is een onafhankelijk oordeel moeilijk te geven en te
accepteren. Door het vermijden van concurrentie op de Nederlandse markt is ook geen sprake van
3
staatssteun. De gesprekken met de Waterdienst en Deltares boden een goede basis om
samenwerking te zoeken op het gebied van kennisuitwisseling, één van de taken van Deltares.
deskundig opdrachtgeverschap
Het Netwerk heeft bij opdrachtgevers (als de Waterdienst en PIANOo) het belang van deskundig
opdrachtgeverschap benadrukt voor beoordeling van offertes en tijdige signalering van de noodzaak
tot extern onderzoek. Met de huidige dominantie van de inkoopafdelingen wordt prijs het belangrijkste
criterium, ten koste van kwaliteit. De tendens om ingewikkelde opdrachten te laten uitbesteden door
bureaus en om tot integrale advisering te komen, gaat ten koste van de kleinere specialistische
bureaus. Daarmee wordt ook de innovatie binnen de bedrijfstak niet gediend.
3. praktisch ondersteunen van leden
Via concrete acties ondersteunt het Netwerk zijn leden. Indirect steunt het Netwerk zijn leden door
ledenlijsten beschikbaar te stellen om informatie te verspreiden en te fungeren als aanspreekpunt voor
de branche.
verlenen van machtigingen voor het gebruik van ontheffingen
Het Netwerk heeft een ontheffing voor de Flora- en faunawet voor het inventariseren en verplaatsen
van planten en dieren van flora en fauna. Via een machtiging kunnen de leden deze ontheffing
gebruiken. In totaal werden veertig machtigingen verstrekt.
Ook verkreeg het Netwerk een ontheffing voor regelgeving op het gebied van visserij. Aanleiding was
de regulering gebruik grote vistuigen op de binnenwateren die per 1 mei 2008 werd. In totaal werden
acht machtigingen verstrekt voor het gebruik van deze ontheffing.
werken aan ecologentekorten
De werving van ecologische medewerkers bij adviesbureaus is al geruime tijd moeilijk. Er is een tekort
aan mensen die snel aan de slag kunnen met de vragen die nu bij adviesbureaus terecht komen.
Tegelijkertijd groeit de markt en heeft de maatschappij de ecologen hard nodig. Niet alleen bij
adviesbureaus, ook bij overheden. Ecologische kennis is momenteel een essentiële schakel in de
besluitvorming over allerlei ruimtelijke vraagstukken en bedrijfsontwikkeling. Het Netwerk
inventariseert de mogelijkheden om meer en beter opgeleide ecologen beschikbaar te krijgen.
verbeteren van de gegevensvoorziening
Een van de belangrijkste activiteiten van de Gegevensautoriteit Natuur is de inrichting en het beheer
van de Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF) voor het vergroten van de beschikbaarheid en
volledigheid van natuurgegevens. Het streven is zoveel mogelijk data via de NDFF te ontsluiten,
inclusief de data die de bureaus verzamelen. In 2007 is hierover een themabijeenkomst geweest.
de GAN is onderzoek gestart naar werkwijzen voor een effectieve quick scan, de Signaleringskaart
Natuur (voorspellen van het voorkomen van soorten aan de hand van gegeven uit de databank NDFF)
en methoden voor effectieve inventarisaties. Diverse leden van het netwerk zijn hierbij betrokken. Op
het gebied van het vleermuisprotocol werkt het NGB samen met de GAN. De toegezegde deelname
van het Netwerk in de stuurgroep is nog steeds niet geëffectueerd.
meedenken over beleid
Het Netwerk heeft op verzoek van het Steunpunt Natura 2000 commentaar gegeven op concepten
van de "Checklist vergunningverlening Natuurbeschermingswet 1998" en van het "Stappenplan
Cumulatietoets". De inbreng werd gevraagd om de hanteerbaarheid voor de praktijk vergroten. Met
het Steunpunt Natura 2000 zijn verdere mogelijkheden voor samenwerking verkend op het gebied van
informatie-uitwisseling, signalering van relevante praktijkproblemen en de organisatie van gezamenlijk
bijeenkomsten.
4
vertegenwoordiging in overleggen
Het Netwerk is neemt op uitnodiging deel aan de Regiegroep Recreatie & Toerisme Natura 200 (een
samenwerkingsverband van zes recreatie- en watersportorganisaties), het 'sectorenoverleg' van het
Regiebureau Natura 2000, het 'Overleg Natuur en Besmettelijke Dierziekten' van het ministerie van
LNV. Via verslagen van deze bijeenkomsten blijven de leden op de hoogte van beleidsontwikkelingen.
stimuleren van samenwerking
Op 9 september hebben organisaties die betrokken zijn bij het opstellen van beheerplannen voor
Natura 2000 gebieden de intentieverklaring ………ondertekend. Het Netwerk Groene Bureaus is één
van de ondertekenaars. De intentieverklaring biedt een basis om partijen waar bureaus mee te maken
hebben, op hun verantwoordelijkheid aan te spreken.
advisering over vleermuizen in de stad
De gemeente Utrecht gaat samen met de VZZ een digitaal te publiceren handboek opstellen met
methoden voor vleermuisinventarisaties in het stedelijk gebied en een handboek met uitgewerkte
mogelijkheden en ideeën voor vleermuisbescherming die ook voor compensatie en mitigatie gebruikt
kunnen worden. Het Netwerk neemt op verzoek van de VZZ deel aan de begeleidingsgroep.
verzekeringen voor leden van het NGB?
Op verzoek van de ledenvergadering heeft het bestuur onderzocht of het Netwerk te gebruiken is voor
het afsluiten van collectieve verzekeringen of mantelovereenkomsten voor korting op verzekeringen.
Bij de leden is de behoefte aan collectieve verzekeringen geïnventariseerd. Tien van de zestien
reacties afwijzend. De belangstelling bleek te gering om hier als Netwerk energie in te steken.
4. de vereniging
de leden
Met zes nieuwe leden in 2008 (Adviesbureau E.C.O. logisch, BRO, Eelerwoude Nieuwland Advies,
Regelink Ecologisch onderzoek en VisAdvies BV) en geen opzeggingen kwam het ledental in totaal
op 54. De groei van de vereniging zet door.
5
De leden zijn:
AD.ECO
Adviesbureau Cuppen
Adviesbureau E.C.O. logisch
Adviesbureau Haver Droeze
Aequator Groen & Ruimte
AFO Advisering en
Onderzoek
Altenburg & Wymenga
Aqua-Terra Nova
AquaTerra-KuiperBurger
(ATKB)
Arcadis
b&d Natuuradvies
BILAN
BRO
BügelHajema Adviseurs
Bureau Viridis
Bureau Waardenburg
Buro Bakker
Consulmij Milieu B.V.
Croonen Adviseurs
De Groene Ruimte
DHV
EcoGroen Advies
Ecologica
Ecologisch Adviesbureau Henk
Baptist
Econsultancy
Eelerwoude
Elodea
Faunaconsult
Grontmij | AquaSense
Grontmij Nederland bv
Heukelom Verbeek
landschapsarchitectuur
Hofman Aquamarien
IJzerman advies
Instituut voor Infrastructuur,
Milieu en Innovatie - IMI
Koeman en Bijkerk BV
Loo Plan
Movares
MWH B.V.
Natuurbalans - Limes
Divergens
Nieuwland Advies
RBOI-Rotterdam bv
Regelink Ecologisch
onderzoek
Royal Haskoning
RPS BCC B.V.
SAB adviseurs in ruimtelijke
ontwikkeling
Second Opinion
Staro Bos- en natuurbeheer
Taken
Tauw
Tonckens Ecologie
Van der Goes en Groot,
ecologisch onderzoeks- en
adviesbureau
VanderHelm Milieubeheer BV
VisAdvies BV
Witteveen+Bos Raadgevend
Ingenieurs
Op 12 februari 2008 werd de jaarlijkse ledenvergadering gehouden.
het bestuur
In het verslagjaar zijn drie nieuwe bestuursleden gekozen. Het voorzitterschap van Hans
Waardenburg is met drie jaar verlengd. Niek Bakker en Pieter Reijbroek namen afscheid als
bestuurslid onder dankzegging van hun zeer gewaardeerde inspanningen.
Het bestuur bestaat uit Henk Baptist, Ecologische Adviesbureau Henk Baptist (penningmeester), Lidia
Gerrits, De Groene Ruimte (bestuurssecretaris), Jouke Kampen, Aquaterra (bestuurslid), Marcel
Klinge, Witteveen+Bos Raadgevend Ingenieurs (vice-voorzitter), Reinier Meijer, BügelHajema
Adviseurs (bestuurslid), Margreet ter Steege, Buro Bakker (bestuurslid) en Hans Waardenburg,
Bureau Waardenburg (voorzitter). Het secretariaat wordt gevoerd door Bas van Leeuwen, Second
Opinion. Het bestuur vergaderde in 2008 vijf keer.
Vleermuisvakberaad
Het Vleermuisvakberaad was een succesvolle pilot met het vleermuisinventarisatieprotocol als
(eerste) resultaat. Vakberaden zullen ook voor andere groepen gaan fungeren als daar een concrete
aanleiding voor is. Het Vleermuisvakberaad blijft bestaan. Ook niet-leden kunnen op grond van hun
deskundigheid in de vorm van een adviseur lid worden van een vakberaad.
financiën
De groei van de vereniging en de ambities van het nieuwe bestuur leidden tot grotere personele
uitgaven. Inkomsten en uitgaven waren in evenwicht. Penningmeester Henk Baptist werd decharge
verleend door de kascommissie, bestaande uit André de Bonte (Aequator Groen & Ruimte ) en Guido
Nijland (AD.ECO).
6
statuten en reglement
In 2008 is gestart met een actualisering van de statuten en het reglement. De aanpassing dient vooral
om de leden te binden aan de gedragscode en de gedragscode door te laten werken bij het toelaten
van nieuwe leden.
de bekendheid van het Netwerk
De bekendheid van de vereniging neemt verder toe. In toenemende mate wordt het Netwerk benaderd
voor informatie over het groene werkveld en benut om bijvoorbeeld informatie over (voorgenomen)
beleid, uitnodigingen voor bijeenkomsten en stageverzoeken te verspreiden. Aan potentiële leden
werd informatie over het Netwerk verstrekt en LNV maar ook andere organisaties zoals STOWA
gebruikten de NGB-emaillijsten om relevante informatie te versturen. De brochure over het Netwerk
werd afgerond en aan de leden ter verdere verspreiding toegestuurd.
Op verzoek van de Regiegroep Recreatie & Toerisme heeft Lidia Gerrits namens het Netwerk een
column verzorgd in de Natura 2000 nieuwsbrief. Het Netwerk ontving verzoeken om steunbetuiging,
onder meer van de GA-N ten behoeve van het onderzoeksvoorstel ‘PROgram for better SPatial
Ecological -Economic Decisions- PROSPEED’.voor STW
websites
Via de website www.netwerkgroenebureaus.nl is informatie over de activiteiten van het Netwerk
beschikbaar. De website www.vleermuisgeluid werd ontwikkeld om vleermuisgeluid voor determinatie
te kunnen gebruiken en daarover te discussiëren. Tevens beheerde het Netwerk de bescheiden
website over de Natuurbeschermingswet met verwijzingen naar informatie. De website verwijst voor
nader onderzoek naar het Netwerk, en fungeert daarmee als ‘invang’ van potentiële opdrachtgevers
van de leden.
Bijlage: gedragscode
7
De gedragscode van het Netwerk Groene Bureaus, juni 2008
Het Netwerk Groene Bureaus geeft met deze gedragscode aan op welke wijze zijn leden deskundig,
verantwoord, respectvol en integer adviseren op het gebied van natuur en landschap. Met deze
gedragscode zijn de leden van het Netwerk Groene Bureaus aanspreekbaar op de kwaliteit van hun
werk. De gedragscode dient als ‘basis voor gesprek’ tussen bureaus, opdrachtgevers en andere
belanghebbenden over het werk van de leden van het Netwerk. Ook biedt de gedragscode de ‘basis
voor gesprek’ tussen de leden onderling met als doel de branche maatschappelijk goed te laten
functioneren.
De gedragscode geldt voor de leden van het Netwerk Groene Bureaus: adviesbureaus gericht op
natuur, landschap, water, milieu en ruimte en veelal gespecialiseerd in ecologische advisering op het
gebied van onderzoek, inrichting, beheer en beleid. Binnen deze bureaus werken meerdere
disciplines die elk hun eigen beroepscode (kunnen) hebben. Bij hun vakbeoefening houden de
medewerkers van de bureaus zich aan de gedragscode van het Netwerk Groene Bureaus én aan hun
‘eigen’ beroepscodes. Bij conflicterende formuleringen in codes maakt het bureau vooraf een
expliciete keuze welke -onderdelen van een- code voor het bureau maatgevend is.
De leden informeren de medewerkers van hun bureaus en eventuele onderaannemers over deze
gedragscode en zien erop toe dat zij zich hieraan houden. De leden geven bijvoorbeeld in hun
algemene voorwaarden of op een andere geschikte wijze aan dat zij en hun eventuele
onderaannemers werken volgens de gedragscode van het Netwerk Groene Bureaus.
Indien leden de gedragscode niet volgen, kunnen belanghebbende partijen dat voorleggen aan het
bestuur van het Netwerk. Het bestuur zal zich, hoor en wederhoor toepassend, een oordeel vormen
en via een gesprek met het betreffende lid tot een oplossing komen. Als een oplossing buiten bereik
blijkt, wordt de klachtenprocedure uit het reglement van het Netwerk gevolgd, met royement als uiterst
mogelijke sanctie.
1. Deskundig
1. De leden betrachten bij de uitvoering van hun werk actuele deskundigheid en vakmanschap door
medewerkers in te zetten die via opleiding en praktijkervaring gekwalificeerd zijn.
2. De leden houden hun deskundigheid en vakbekwaamheid op peil en ontwikkelen die door
educatie en door met de opdrachtgever (selectief) de uitvoering van opdrachten te evalueren.
3. De leden gebruiken inzichten, methoden en handelwijzen die door andere deskundigen erkend
worden of zijn in staat het gebruik van afwijkende inzichten e.d. te verdedigen ten opzichte van
collega-deskundigen.
4. De leden gaan kritiek door collega-deskundigen niet uit de weg en zoeken zonodig actief
discussie om de eigen inzichten én die van collega’s te verdiepen.
5. De leden zijn zich bewust van de gevolgen én risico’s van hun handelen, zowel voor de
opdrachtgever, de natuur als de maatschappij.
6. De leden delen eigen kennis met collega-deskundigen, in een balans tussen het belang van het
vakgebied en het eigen commercieel belang.
7. De leden attenderen de opdrachtgever ingeval de uitvoering van een opdracht in strijd wordt
geacht met een goede vakuitoefening en zetten zich in om deze strijdigheid op te heffen, of geven
de opdracht terug.
2. Verantwoord
8. De leden dragen zorg voor een inhoudelijk verantwoorde advisering, zowel ten aanzien van de
belangen van de opdrachtgever, de maatschappij als de natuur.
9. De leden aanvaarden alleen een opdracht indien en voor zover zij over voldoende deskundigheid
kunnen beschikken om deze opdracht uit te voeren.
10. De leden zijn te allen tijde bereid desgevraagd verantwoording af te leggen over hun handelen ten
aanzien van opdrachtgever, maatschappij en natuur.
11. De leden behartigen de belangen van hun opdrachtgever naar, onder de in deze code genoemde
voorwaarden, beste vermogen, waarbij zij zoveel mogelijk bevorderen dat de opdrachtgever een
oplossing kiest die een bijdrage levert aan een maatschappelijk verantwoorde ontwikkeling en
inrichting van de omgeving.
8
12. De leden hanteren waar nodig het voorzorgsprincipe ten aanzien van effecten op natuur en
landschap.
13. De leden wijzen opdrachtgevers en andere partijen waarmee professionele relaties worden
onderhouden, op eventuele strijdigheden van hun gedrag met wet- en regelgeving, met als doel
deze strijdigheid op te heffen.
14. De leden voeren geen onderzoek of second opinion uit met als doel of resultaat wettelijke of
maatschappelijke vereisten te ontwijken die gebleken zijn uit eerder onderzoek.
15. De leden zetten (onderzoeks)methoden in waarmee de gewenste resultaten op effectieve en ook
efficiënte wijze worden bereikt.
16. De leden wijzen opdrachtgevers of andere belanghebbenden bij hun werk waarmee een verschil
van mening of conflict bestaat, of waarvan een klacht is ontvangen, waarvoor geen onderlinge
oplossing kan worden bereikt, op de mogelijkheid tot bemiddeling of behandeling door het
Netwerk Groene Bureaus.
3. Respectvol
17. De leden werken met respect voor de intrinsieke waarde van natuur, in het besef van de
complexiteit van natuur en van de relatie maatschappij-natuur.
18. De leden onderhouden met andere leden goede contacten, beconcurreren andere leden niet
oneerlijk en laten zich tegenover derden niet negatief uit over andere leden.
19. De leden geven desgewenst bekendheid aan eigen deskundigheid en vakbekwaamheid, echter
zonder hiermee professionele reputatie en werkzaamheden van collega’s te schaden.
20. De leden verschaffen zich in hun contractvoorwaarden ten aanzien van de opdrachtgever de
ruimte om respectvol te kunnen handelen ten opzichte van maatschappij en natuur. Daarin wordt
onder meer de verantwoordelijkheid voor het gebruik van verkregen informatie geregeld, evenals
de openbaarheid van deze informatie.
21. De leden die gevraagd worden de werkzaamheden van een ander lid te herzien of over te nemen,
doen dat op respectvolle en zorgvuldige wijze.
22. De leden leggen bij het beoordelen van elkaars werk op verzoek van een opdrachtgever, alleen
professionele standaarden aan en betrekken bij het oordeel geen concurrentie of persoonlijke
overwegingen.
23. De leden stellen bij kritiek op werk van collega’s via publiciteit de betreffende collega’s hiervan
vooraf in kennis.
24. De leden stellen werk van collega’s niet voor als eigen werk.
25. De leden schaden bij een geschil tussen twee of meer leden onderling de belangen van hun
opdrachtgevers niet.
26. De leden vechten verschillen van mening, klachten of conflicten die andere leden betreffen, en
waarvoor geen onderlinge oplossing wordt bereikt niet in het openbaar uit alvorens die voor
bemiddeling voor te leggen aan het Netwerk Groene Bureaus.
4. Integer
27. De leden zijn transparant in hun werk en te allen tijde aanspreekbaar op hun integriteit, zowel voor
andere leden, opdrachtgevers als derden die belang hebben bij hun werk.
28. De leden voeren hun werkzaamheden zo objectief mogelijk, eerlijk en waarheidsgetrouw uit.
29. De leden dragen bij aan de naleving van wettelijke en maatschappelijke vereisten van ethisch
handelen.
30. De leden aanvaarden geen opdracht waarbij een te voorzien en onverantwoord risico bestaat dat
gedurende de uitvoering van het werk grote druk tot onethisch handelen ontstaat.
31. De leden laten zich niet beïnvloeden door derde belanghebbenden, anders dan dat zij zich laten
overtuigen door wetenschappelijke, wettelijke of maatschappelijke argumenten.
32. De leden dienen geen verschillende opdrachtgevers als hierdoor strijdige belangen kunnen
ontstaan, tenzij beide opdrachtgevers schriftelijk verklaren akkoord te gaan met de uitvoering van
de werkzaamheden door het lid.
33. De leden doen slechts uitspraken die wetenschappelijk, juridisch dan wel maatschappelijk zijn te
beargumenteren.
34. De leden gaan misbruik van hun kennis actief tegen.
35. De leden behandelen de door de opdrachtgever als vertrouwelijk verstrekte gegevens als zodanig.
36. De leden maken zonodig gebruik van het ethisch consult van het Netwerk Groene Bureaus om
dilemma’s met een ethisch karakter te hanteren.
Vastgesteld in de bestuursvergadering van 17 juni 2008 in Assen.
9
Download