Werkblad-Lesbrief

advertisement
Hoe werkt Facebook?
Eindterm 21
De kandidaat heeft inzicht in de rol van Informatietechnologie bij maatschappelijke ontwikkelingen.
Eindterm 22
De kandidaat heeft inzicht in de normen en waarden bij het gebruik van digitale technologie en kan dit
inzicht toepassen bij het gebruik en ontwerp van digitale technologie.
Kenmerken van de opdracht
In deze opdracht ga je samen met een groepje medeleerlingen een onderzoek doen naar Facebook. Het
gaat er daarbij niet om hoe de techniek van Facebook werkt, maar naar wat Facebook betekent in de
maatschappij en naar verstandig gebruik van Facebook. Daarmee laat je zien hoeveel inzicht je hebt in:

de rol van informatietechnologie in de maatschappij;

de normen en waarden bij het gebruik van digitale technologie.
De opdracht is een informatieverwerkingsopdracht, maar je moet ook je mening geven over wat je aan
informatie gevonden hebt. Daarom is dit ook een reflectieopdracht.
Opdrachtomschrijving
De directie van je school denkt er over na om gebruik te maken van Facebook. Veel van je
medeleerlingen hebben al een Facebookaccount en de schooldirectie denkt dat ze daar gebruik van kan
maken. Het gaat er dan vooral om de mening van leerlingen te horen over de gang van zaken op
school. Sommige leden van de directie twijfelen. Is dit wel verstandig? Is Facebook wel geschikt voor dit
soort dingen? Zijn er risico's? De directie vraagt jou om informatie te verzamelen over Facebook en
daarover een rapport te schrijven.
De opdracht
De bedoeling is dat je een schriftelijk werkstuk maakt over de betekenis van Facebook en verstandig
gebruik van Facebook. Je werkstuk kent de volgende onderdelen:

Wat kun je met Facebook?

Hoe verdient Facebook zijn geld? Wie zijn klant?

Waarom is Facebook zo succesvol? Wat is er nieuw aan?

Hoeveel gebruikers heeft Facebook?

Wat zijn de risico's van het gebruik van Facebook?

Een of meer voorbeelden uit de nieuwsmedia van onverwachte (positieve of negatieve)
gevolgen van gebruik van Facebook.
Je werkstuk eindigt met een hoofdstuk of paragraaf waarin je op basis van de kennis die je hebt
opgedaan aanbevelingen doet voor verstandig gebruik van Facebook voor je school.
Je mag in plaats van een schriftelijk werkstuk ook een film maken over Facebook met de onderdelen die
hierboven staan.
Vereisten aan de opdracht
Een schriftelijk werkstuk bestaat uit ongeveer 3 bladzijden en bevat een overzicht van de
(Internet)bronnen die je hebt geraadpleegd. Van elk van deze bronnen vermeld je de URI en van welke
organisatie of auteur hij afkomstig is.
Eindtermen 21 en 22
1
Als je een film maakt, mag die ongeveer drie minuten duren. In de aftiteling geef je een overzicht van de
bronnen die je hebt geraadpleegd zoals hierboven is beschreven.
Uitvoering van de opdracht
Vereisten aan de werkwijze
Je mag de opdrachten uitvoeren zoals je dat zelf wilt, maar je bent verplicht meer dan één (Internet)bron
te raadplegen.
(Voorgeschreven) hulpmiddelen en bronnen
Een schriftelijk werkstuk moet worden gemaakt met een tekstverwerker. Een film moet worden gemaakt
met videobewerkingssoftware.
Waar mag je aan de opdracht werken?
Dat mogen jullie zelf bepalen.
Rol(len) van de docent
Je docent is coach en examinator. Je kunt hem vragen stellen over de opdracht en over hoe je de
opdracht uitvoert.
Uiterste inleverdatum: xx-xx-20xx na afloop van de les
Als je de opdracht niet op tijd af hebt, …
Beoordeling
De docent beoordeelt je werkstuk op de onderstaande punten.
Beoordelingsrubrieken en -schalen
Je werkstuk wordt beoordeeld op de volgende punten:
1. of je werkstuk of film de voorgeschreven onderdelen bevat en of deze onderdelen goed zijn
uitgewerkt;
2. hoe goed je aanbevelingen voor je school onderbouwd zijn;
3. of de bronnen die je hebt geraadpleegd, betrouwbaar zijn.
Bij elk van deze punten van beoordeling geeft de docent zijn oordeel op basis van onderstaand schema.
A
B
C
D
Alle onderdelen komen in
Alle onderdelen komen in
Er ontbreken een paar
Er ontbreken een paar
je werkstuk of film voor en
je werkstuk of film voor,
onderdelen
onderdelen en van de rest
zijn goed uitgewerkt
maar een paar zijn niet
of
zijn de meeste niet goed
goed uitgewerkt
De meeste onderdelen
uitgewerkt
zijn niet goed uitgewerkt
Je aanbeveling voor je
Je aanbeveling voor je
Je aanbeveling voor je
Je aanbeveling voor je
school is helemaal
school is grotendeels
school is maar beperkt
school is niet onderbouwd
onderbouwd met de
onderbouwd met
onderbouwd met
met resultaten van je
resultaten van je
resultaten van je
resultaten van je
onderzoek
onderzoek
onderzoek
onderzoek
Eindtermen 21 en 22
2
A
B
C
D
Alle bronnen die je
De meeste bronnen zijn
Ongeveer de helft van de
De meerderheid van de
geraadpleegd hebt, zijn
voldoende betrouwbaar
bronnen zijn betrouwbaar
bronnen is onbetrouwbaar
voldoende betrouwbaar
Becijferingsschema
Je krijgt voor elke beoordelingsrubriek een aantal scorepunten op basis van het bovenstaande:

een A-beoordeling = 10 punten;

een B-beoordeling = 7 punten;

een C-beoordeling = 4 punten;

een D-beoordeling = 1 punt.
Je cijfer is gelijk aan het rekenkundig gemiddelde van de drie scores.
Herkansing
Als je opdracht met een onvoldoende is beoordeeld, …
Eindtermen 21 en 22
3
Download