De Doop Voorwoord De doop is een onderwerp waar verschillend over wordt gedacht en waar door alle eeuwen heen al veel discussie over is gevoerd. Deze brochure verwoord het standpunt van de vrije baptisten gemeente de Levensboom te Groot-Ammers over de bijbelse waterdoop en we proberen in deze brochure hierover een objectief beeld te geven. Wij respecteren echter andere, eerlijke meningen van medechristenen over dit onderwerp. Andere meningen mogen nooit leiden tot verwijdering tussen mensen die Jezus volgen. Jezus Christus, de gekruisigde en opgestane Heer, is de samenbindende Persoon van allen die belijden dat Hij Heer is van hun leven. Hij is het Hoofd van de Gemeente! Groot-Ammers, voorjaar 2016 Er is iets gebeurd in je leven, diep van binnen in je hart. Christus is in je leven gekomen. Je hebt Jezus aanvaard als je Heiland en Heer. Geeft antwoord op Zijn uitnodiging! Wil je Mij volgen? Ja Heer, ik wil U dienen, U volgen! Maar Heer, ik ben ik. Hoe kan ik dat? Je hoeft het niet alleen te doen! Je mag op Mij rekenen! Nieuw leven leg Ik in je hart. Leg het oude leven af, doe het nieuwe leven aan! Toen u gedoopt werd bent u immers met Hem begraven en met Hem bent u ook tot leven gewekt, omdat u gelooft in de kracht van God, die Hem uit de dood heeft opgewekt. (Kolossenzen 2:12) Het oude leven afleggen. Het nieuwe leven van Christus aandoen. Dit is in de geestelijke wereld gebeurd. In je doop geef je daar getuigenis van. Waarom dopen? De bijbel spreekt over dopen als over een zaak van dood en leven. De Christelijke doop in water is een opdracht, een instelling van Jezus Zelf. Jezus roept op tot bekering, opdat men vergeving van zonden ontvangt: ‘Ga een andere, nieuwe weg; ga achter Mij aan. Kom en volg Mij’. Je mag gedoopt worden, nadat je tot geloof in Jezus Christus bent gekomen en belijdt een volgeling van Hem te willen zijn. Het is een prachtig uiterlijk teken, een symboliek van wat binnen in de mens, in je hart, is gebeurd. De waterdoop geeft uitdrukking aan de geestelijke verandering die een mens ondergaat bij zijn bekering en wedergeboorte. Gehoor gevend aan de oproep van de Heer, begint een geheel nieuw leven. Je wordt wedergeboren. Eigen-gerichtheid (ego-centrisch) wordt een God-gerichtheid (Christo-centrisch): Heer, wat wilt U dat ik doen zal? Als de mensen aan Petrus vragen: ‘Wat moeten wij doen?’ antwoordt Petrus: ‘Keer u af van uw huidige leven en laat u dopen, onder aanroeping van Jezus Christus……’ (Hand. 2:38) De Bijbel leert op vele plaatsen dat men zich moet laten dopen, nadat men tot bekering is gekomen. Het Griekse woord voor dopen is 'Baptizo' en betekent onderdompelen of overweldigen. (Grieks is de schrijftaal van het Nieuwe Testament). Bij de bijbelse doop gaat men volledig onder in het water. Je wordt ondergedompeld. Dopen is een persoonlijke keuze van jezelf en gebeurt op vrijwillige basis. Dopen, een bijbelse opdracht De doop is een opdracht van Jezus Zelf. Hij zegt: ‘...Wie gelooft en gedoopt is zal worden gered...’ Marc.16:15-16 ‘Gaat dus op weg en maak alle volken tot mijn leerlingen, door hen te dopen in de Naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest en hun te leren dat ze zich moeten houden aan alles wat ik jullie opgedragen heb’. (Matth. 28:19-20) Door de prediking van het Evangelie komen mensen tot geloof in Christus; geven hun hart aan de Heer en worden een volgeling van Jezus. De Bijbelse volgorde is: Eerst geloven in Christus en een discipel (leerling) van Hem worden; vervolgens de bekeerde persoon dopen en leren wat de Here Jezus vraagt van de nieuwe mens. Hoe dopen? De Here Jezus Zelf geeft ons het voorbeeld hoe de doop voltrokken wordt. Hij wordt gedoopt door Johannes in de rivier de Jordaan. ‘Zodra Jezus gedoopt was en uit het water omhoog kwam opende de hemel zich voor Hem.’ Jezus zegt daarbij: ‘Het is goed dat we op deze manier God’s gerechtigheid vervullen.’ De doop is een onderdompelen van de gelovige in water; Zij lieten zich door hem (Johannes) dopen in de rivier de Jordaan, terwijl ze hun zonden beleden (Matth. 3:6) Johannes doopte toen ook, in Enon, dichtbij Salim, een waterrijk gebied. (Joh. 3:23) Zodra Jezus gedoopt was en uit het water omhoog kwam. (Matth.3:16) Beiden liepen het water in, zowel Filippus als de eunuch, waarna Filippus hem doopte. (Hand 8:38) De gelovige wordt gedoopt: ‘in de naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest’ (Matth. 28:19), of ‘in de naam van de Here Jezus’ (Hand. 8:16), of 'op/in de naam van Jezus Christus' (Hand. 2:38, Hand. 10:48) Wanneer dopen? De voorwaarde om gedoopt te mogen worden is volgens de Bijbel de persoonlijke bekering; geloven in Jezus Christus: Keer u af van uw huidige leven en laat u dopen, onder aanroeping van Jezus Christus om vergeving te krijgen voor uw zonden. Hand. 2:38 Wie gelooft en gedoopt is zal worden gered. (Marc. 16:16). De Samaritanen geloofden in Jezus Christus en lieten zich dopen. (Hand. 8:12-15). De kamerling (eunuch) geloofde, beiden daalden af in het water en hij werd gedoopt. (Hand. 8:35-39) Paulus liet zich dopen, direct nadat hij tot geloof in Jezus was gekomen. Toen pas ging hij eten. (Hand 9:18) Steeds weer blijkt: Eerst tot geloof komen, dan jezelf laten dopen. Wie mag dopen? Een volgeling van de Here Jezus mag een andere gelovige dopen, wanneer deze zijn of haar geloof in Jezus Christus belijdt en daarbij uit eigen vrije wil om de doop vraagt. Het is echter goed om, indien mogelijk, in Gemeenteverband te dopen; Aanwezigen kunnen bemoedigd worden door getuigenissen die gegeven worden door personen die zich laten dopen. Ook komt het voor dat aanwezigen hierdoor aangeraakt worden door de Heilige Geest en hun leven (opnieuw) aan Jezus geven! De verandering Een mens bekeert zich tot de Here Jezus en wordt een discipel van Hem. In de mens vindt een totale verandering plaats: Jezus komt in je hart wonen; door de inwoning van de Heilige Geest. Het oude leven is voorbij; een nieuw leven begint. Een leven met en door Jezus Christus. Het oude leven, dat we van nature allemaal hebben, kan het Koninkrijk van God niet beërven, niet binnengaan. In de wedergeboorte is nieuw leven ontvangen, geboren uit de Geest van God. Dàt nieuwe leven van ons kan het Koninkrijk van Jezus binnengaan. Nu al in het huidige leven. De waterdoop symboliseert de geestelijke verandering die in een mens heeft plaatsgevonden. Paulus spreekt in Rom. 6: 2-12 over: het oude leven begraven door de doop en opstaan in nieuwheid van leven; Paulus laat hier de parallel zien tussen de doop en het sterven aan je oude leven en het opstaan in nieuw leven met Christus. De doop, het ondergaan in het water(graf) is een begraven van je oude, eigen ik. Het uit het water komen, betekent een opstaan uit de dood; met Christus opgewekt uit de dood. Je bent dood voor de zonde, (de zonde heeft geen heerschappij meer over je) maar levend voor God in Christus Jezus! Als we ons oude leven begraven, moet er wel nieuw leven ontstaan zijn, anders is er geen oud leven te begraven. (2) Hoe zouden wij, die dood zijn voor de zonde, nog in zonde kunnen leven?(3)Weet u niet dat wij die gedoopt zijn in Christus Jezus, zijn gedoopt in zijn dood?(4) We zijn door de doop in zijn dood met hem begraven, om zoals Christus door de macht van de Vader uit de dood is opgewekt, een nieuw leven te leiden.(5) Als wij delen in zijn dood, zullen wij ook delen in zijn opstanding.(6) Immers, we weten dat ons oude bestaan met hem gekruisigd is omdat er een einde moest komen aan ons zondige leven: we mochten niet langer slaven van de zonde zijn. (7) Wie gestorven is, is rechtens vrij van de zonde. (8) Wanneer wij met Christus zijn gestorven, geloven we dat we ook met hem zullen leven,(9) omdat we weten dat hij, die uit de dood is opgewekt, niet meer sterft. De dood heeft geen macht meer over hem. (10) Hij is gestorven om een einde te maken aan de zonde, voor eens en altijd; en nu hij leeft, leeft hij voor God.(11) Zo moet u ook uzelf zien: dood voor de zonde, maar in Christus Jezus levend voor God. ‘Wanneer wij met Christus zijn gestorven...’ De oude mens is gekruisigd De oude mens is gestorven en dus dood De oude mens wordt begraven, De gelovige is met Christus opgewekt levend gemaakt en opgestaan. Romeinen 6: 2-12 & kollosenzen 2:12,13,20 Deze gedeelten kunnen toch alleen van toepassing zijn op hen, die tot geloof in Christus zijn gekomen? ‘Wij zijn allen gedoopt in één Geest en zijn daardoor één lichaam geworden’ (1 Cor. 12:13a) De gelovigen zijn door de Heilige Geest gedoopt ‘tot één lichaam’. De Gemeente van de Heer bestaat uit veel verschillende mensen. Door ons gemeenschappelijk geloof in Christus Jezus zijn we door de Heilige Geest ingevoegd, gedoopt, in het Lichaam van de Heer: de Gemeente. De waterdoop is ook een afbeelding van dit invoegen. Net zo min als de besnijdenis in het Oude Testament (zie kader hieronder) in zich enige geestelijke waarde heeft (Gal. 6:15), zo heeft de onderdompeling in het water op zichzelf net zo min enige betekenis. Zijn we echter tot geloof gekomen en dus ‘gedoopt tot één lichaam’ (dat is het lichaam van Christus, Zijn Gemeente), dan moeten we daarvan uiterlijk belijdenis afleggen door de onderdompeling in het watergraf. Wat in de geestelijke wereld is gebeurd in het persoonlijke leven, wordt tot uiting gebracht in de zichtbare waterdoop. De besnijdenis is alleen gesteld als een opdracht van God aan Abraham om het verbond wat zij hadden gesloten te bekrachtigen (Gen. 17:10). Dit verbond had 2 beloften in zich: *Het talrijk worden van Abraham’s nageslacht (Gen. 17:2) EN *Het in bezit krijgen van het land Kanaän (Gen. 17:8) In de doop wordt beleden: We zijn gestorven, begraven en opgewekt met Christus; We willen voortaan niet meer, zoals in voorgaande tijd, in de zonde leven, maar in nieuwheid des levens naar Gods wil. De doop is een getuigenis tegenover God en mensen. De doop is de zichtbare uitdrukking van de geestelijke verandering die een gelovige heeft ondergaan: van oud naar nieuw leven. ‘Weet u niet dat wij die gedoopt zijn in Christus Jezus, zijn gedoopt in Zijn dood? We zijn door de doop in Zijn dood met Hem begraven om, zoals Christus door de macht van de Vader uit de dood is opgewekt, een nieuw leven te lijden. Als wij delen in Zijn dood, zullen wij ook delen in Zijn opstanding. Immers, we weten dat ons oude bestaan met Hem gekruisigd is, omdat er een einde moest komen aan ons zondige leven: we mochten niet langer slaven van de zonde zijn. Wie gestorven is, is rechtens vrij van de zonde. Wanneer wij met Christus zijn gestorven, geloven we dat we ook met Hem zullen leven. ( R o m . 6 : 3 - 8 ) De oude mens is dood; mede gekruisigd met Christus. Pasen voor de Heer, is Pasen voor ons. De dood is teniet gedaan. De nieuwe mens leeft en mag delen in het Leven met Jezus! Tot de bevelen die de Here Jezus aan Zijn discipelen geeft, hoort ook de opdracht tot dopen. Als we dit heel eerlijk bekijken, dan is het duidelijk dat men eerst een discipel van Jezus moet zijn om gedoopt te worden en niet andersom. Als gemeente hebben we dan ook de visie dat we als richtlijn voor het dopen aanhouden dat iemand ten minste 15 jaar oud moet zijn. Daarmee willen we ook voorkomen dat men zich laat dopen zonder dat men er zich van bewust is wat de doop inhoud voor hun leven. Johannes de doper zegt ook in Lucas 3:8a: ‘Brengt dan vruchten voort, die aan de bekering beantwoorden’ De doop van de Here Jezus Als we naar het leven van de Here Jezus kijken is de doop daarin heel belangrijk. De doop is eigenlijk de start van Zijn openbare optreden en van Zijn bediening (Marc. 1:9, Joh. 1:29). De Here Jezus wordt als besneden Jood op ongeveer 30 jarige leeftijd gedoopt. Hij is door de Geest verwekt, uit de Geest geboren. Hij was zonder zonde en toch liet Hij zich in de Jordaan dopen door Johannes. Bij die doop vatte de Here Jezus in één zin samen hoe die doop verband hield met Zijn opdracht en levensdoel: ‘Want het is goed dat we op deze manier Gods gerechtigheid vervullen’ (Matt. 3:15) Wat betekent dat? ‘..deze manier..’: zó, op deze manier en geen andere. Er bestaat geen andere; op deze manier hoort het. God heeft deze weg bepaald en dus is dit de weg die we behoren te gaan. Een niet altijd gemakkelijke weg, maar het doel en de uitkomst is zeker! ‘..we..’: Johannes moet Jezus dopen, en Jezus laat Zich gewillig dopen, net zoals al die andere mensen: zondaars zoals hoeren, tollenaars, soldaten en vrome lieden. Het maakt niet uit wie het is. Het is een weg voor alle mensen, ook voor ons. ‘..Gods gerechtigheid vervullen’: dat was de levensopdracht van Jezus. Zijn doop stond in relatie met rechtvaardigheid. Eigengereidheid, eigen vroomheid helpt niet. Jezus vervult die gerechtigheid voor ons. Als iemand zich laat dopen, betekent dat: Ik aanvaard volledig wat Jezus deed voor mij. Door geloof in Hem verkrijg ik die gerechtigheid. Puur GENADE! Dan kunnen we toe treden met een waarachtig hart, in volle zekerheid des geloofs, met een hart dat door besprenging (met het bloed van Jezus) gezuiverd is van besef van kwaad. Geestelijke aspecten van de doop De doop in water heeft in het Nieuwe Testament een vijftal betekenissen: De doop als begrafenis en opstanding. In Romeinen 6 wordt duidelijk gezegd: zoals de Here Jezus gekruisigd, gestorven en begraven is, zo is ook wie zich aan Christus verbindt: gekruisigd, gestorven en begraven. De doop is een begraven worden en het achterlaten van een zondige duistere wereld en daarna een opstaan in een nieuwheid van leven in het Koninkrijk van God. Christus is uit de doden opgewekt; God heeft ons mede opgewekt en ons mede een plaats gegeven in de hemelse gewesten (Ef. 2:6). De doop als bad van de wedergeboorte (Tit. 3:5). In de doop wordt de geestelijke en onzichtbare geboorte uitgebeeld. Wie zich laat dopen getuigt dat hij een nieuw mens geworden is. Ook voor degene, die in een Christelijk gezin geboren is geldt de bijbelse uitdaging en opdracht: ‘U moet opnieuw geboren worden’ (Joh. 3:7). Zo iemand krijgt een totaal andere kom-af: van Goddelijke afkomst, van Gods geslacht. De doop als besnijdenis van het hart (Kol. 2:11). De besnijdenis in het Oude Verbond was een uitwendig, verborgen teken. Het stond in verband met het doorgeven van het natuurlijke leven: Het behoren tot het volk van God. Bij de doop gaat het om geestelijk leven. Geboren worden in het Koninkrijk van Jezus; behoren tot het geestelijke volk van God. De echte besnijdenis is die van het hart. Daar komt geen mensenhand aan te pas, maar de hand van God Zelf. Ook in het Oude Testament roept God Zijn volk voortdurend op tot de besnijdenis van het hart, de geestelijke betekenis van de natuurlijke besnijdenis. In Hem bent u ook besneden, niet door mensenhanden, maar met de besnijdenis van Christus, door het af leggen van uw aardse lichaam. Toen u gedoopt werd, bent u immers met Hem begraven, en met Hem bent u ook tot leven gewekt, omdat u gelooft in de kracht van God die Hem uit de dood heeft opgewekt. (Kol 2:11 en 12) De bijbel is overduidelijk dat in Christus Jezus de besnijdenis aan het vlees geen enkele waarde meer heeft; maar geloof in Hem en of men een nieuwe schepping is. (zie Gal. 5:6; 6:15; Rom. 2:28,29; 1 Cor. 7:19). Het oude, keiharde hart wordt verwijderd en vervangen door een hart van vlees (Ezech. 36: 25-27), dat ontvankelijk is voor de Geest van God. De doop als bekleding met Christus. (Gal. 3:27). De vuile kleren worden uitgedaan (Zach. 3:3,4; Luc. 15:22), dat is: zonden en ongerechtigheden worden uitgewist en vergeven. Een nieuw wit feestkleed wordt aangetrokken; het beste kleed: Christus! De doop als bede van een goed geweten (1Petr. 3:21,22). De doop is dus niet een één of andere wasbeurt, een reiniging van buiten. Men is gereinigd van binnen, door Jezus Zelf. De zonden zijn vergeven door het bloed van Jezus. Het geweten is gereinigd, de dopeling mag zonder besef van kwaad of schuld zijn (Hebr. 10:22) en door de doop getuigen: mijn geweten is zuiver en goed. De doop is ook een weergave van de afwassing van zonden (Hand. 22:16). Innerlijke reiniging gaat vooraf aan de uiterlijke doophandeling. Mogen baby's gedoopt worden? De Waterdoop Geen enkele keer verwijst de Bijbel in het N.T. naar de doop van baby's of kleine kinderen. Integendeel (Hand. 8:12), de Bijbel roept ons op tot bekering en geloof en op grond daarvan tot de doop. Een baby weet niet van geloven en bekeren. De doop van baby’s en kleine kinderen is niet Bijbels te onderbouwen. En wat dan te doen met de tekst uit Hand. 2:39: Want voor u geldt dezelfde belofte, evenals voor uw kinderen en allen die ver weg zijn en die de Heer, onze God, tot zich zal roepen. De doop is geen belofte, maar een opdracht van Jezus. De belofte die hier bedoeld wordt, slaat op de belofte van de Heilige Geest, die Jezus uit de hand van de Vader ontvangen heeft (Hand.2:33), welke een ieder ontvangt, die zich bekeert en laat dopen. (Hand.2:38). De mensen in Samaria schonken geloof aan Filippus, die Christus predikte. Op hun geloof werden zij gedoopt (Hand. 8:12). Hier is sprake dat de mensen geloofden in Jezus alvorens gedoopt te worden. Handelingen 10 beschrijft de doop van Cornelius en die met hem waren. Cornelius en de zijnen waren bijeen om uit de mond van Petrus te horen al wat hem door de Heer is opgedragen. ‘..daalde de heilige Geest neer op iedereen die naar zijn toespraak luisterde (vs.44) want ze hoorden hen in klanktaal spreken en God prijzen. (Baby's kunnen niet horen en spreken op deze manier). Petrus zegt dan: Wie kan nu nog weigeren deze mensen met water te dopen, nu ze net als wij de heilige Geest hebben ontvangen? (vs. 47). De gevangenbewaarder van Filippi (Hand. 16:33) werd met zijn huisgenoten gedoopt, nadat het woord gesproken werd ‘aan hem en aan iedereen die bij hem woonde’ (vs 32). ‘Hij en al zijn huisgenoten waren buitengewoon verheugd dat hij nu in God geloofde’ (vs 34). Ook hier is dus sprake van doop van gelovigen overeenkomstig het doopbevel van Jezus Christus. De doop van Crispus (Hand. 18:8). ‘Crispus, een leider van de synagoge, aanvaardde echter samen met al zijn huisgenoten het geloof in de Heer en ook veel Korintiërs die Paulus hadden gehoord gingen over tot het geloof en lieten zich dopen’. Ook hier is sprake van doop van gelovigen. Paulus heeft het huisgezin van Stefanas gedoopt (1 Cor. 1:16). In 1 Cor 16:15 wordt beschreven dat het huis van Stefanas zich ten dienste van de heiligen heeft gesteld en dat zulke mensen medewerken en arbeiden. Ook hier is dus sprake van doop van gelovigen, overeenkomstig het doopbevel in Matth. 28:19. Baby's hoeven ook niet te worden gedoopt. Kinderen zijn, zolang zij onmondig zijn, geheiligd in de gelovige ouders (of één van de ouders, zie 1 Cor. 7:14). Gelukkig behoren dus ook de kinderen van de gelovige ouder(s) tot het Koninkrijk van God, zolang zij zelf nog niet bewust kunnen kiezen en beslissen. Deze bescherming is dus niet het gevolg van een doop van kinderen, maar van de heiliging in het geloof van de ouders. Ouders brengen hun kinderen (door gebed) persoonlijk bij Jezus, zoals dat ook gebeurde in de tijd dat Jezus op aarde rondwandelde. Hij omarmde en zegende hen onder handoplegging. (Matth. 19 en Luc. 18) Zo mogen ook wij onze kinderen omarmen en zegenen in de naam van Jezus, in het midden van de Gemeente. De Waterdoop Teksten uit de Bijbel, betrekking hebbend op de waterdoop. Mattheüs Matth. 3:5-6 3:11 3:13-17 28:19 Johannes doopte de mensen in de Jordaan. Johannes doopte met water tot bekering. De doop van de Heer Jezus. ‘Ga dus op weg en maak alle volken tot mijn leerlingen, door hen te dopen in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest.’ Marcus Marc. 1:8 7:4 Johannes doopte met water. Voor ‘onderdompelen’ staat in de grondtekst hetzelfde woord als voor ‘dopen’ (baptizo). Jezus zegent de kinderen, (ook Matt. 19 en Luc. 18). ‘Wie gelooft en gedoopt is zal worden gered...’ 10:13 16:16 Lucas Luc. 3:12 3:21 Tollenaars lieten zich dopen door Johannes. Al het volk werd gedoopt en Jezus werd gedoopt. Johannes Joh. 1:26 1:33 3:22 Johannes doopt met water. Verwijzing naar de doop van Jezus. ‘Jezus ging met zijn leerlingen naar Judea … en doopte er.’ Joh. 3:23 ‘Johannes doopte toen ook, in Enon, dicht bij Salim, een waterrijk gebied’ Jezus doopt en allen gaan tot Hem. ‘Jezus doopte overigens niet zelf, zijn leerlingen deden dat.’ 3:26 4:2 Handelingen Hand. 2:38 2:41 8:12 8:13 8:16 8:36-37 ‘Keert u af van uw huidige leven en laat u dopen onder aanroeping van Jezus Christus om verge ving te krijgen vn uw zonden.’ ‘Degenen die zijn woorden aanvaardden, lieten zich dopen.’ ‘Maar toen Filippus hen door zijn verkondiging van het koninkrijk van God en de naam van Jezus Christus tot geloof had gebracht, lieten ze zich dopen, mannen zowel als vrouwen.’ Simon kwam tot geloof en liet zich dopen. Zij waren gedoopt in de naam van de Here Jezus. ‘Waarom zou ik niet gedoopt kunnen worden? ‘Indien u gelooft met heel uw hart is het toege staan.’ Handelingen 9:18 10:47 16:15 16:33-34 18:8 19:1-5 22:16 Na zijn bekering werd Paulus gedoopt, alvorens hij gegeten had. ‘Wie kan nu nog weigeren deze mensen met water te dopen, nu ze net als wij de heilige Geest hebben ontvangen? En hij gaf opdracht hen te dopen in de naam van Jezus Christus.’ Lydia komt tot geloof in Jezus en wordt gedoopt. De gevangenbewaarder komt tot geloof en meteen daarna werden hij en zijn huisgenoten gedoopt… Hij en al zijn huisgenoten waren buitengewoon verheugd dat hij nu in God geloofde.’ Crispus, en vele anderen, kwamen tot geloof in de Here, en lieten zich dopen. In Efeze waren enkelen gedoopt in de doop van Johannes. Zij lieten zich later dopen in de naam van de Here Jezus. ‘Wat aarzel je dan nog? Sta op, laat je dopen en je zonden wegwassen, terwijl je Zijn naam aan roept.’ Romeinen Rom. 6: 1-14 Beschrijving van de geestelijke betekenis van de doop. Galaten Gal. 3:27 ‘U allen die door de doop één met Christus bent geworden, hebt u met Christus omkleed.’ Efeze Ef. 4:5 één Heer, één geloof, één doop. Kolossenzen Koll. 2:12 ‘Toen u gedoopt werd bent u immers met Hem begraven.’ Petrus 1 Petr. 3:21 ‘..het is een vraag aan God om een zuiver geweten. Hierom kunt u vragen dankzij de opstanding van Jezus Christus..´ Corinthe 1 Cor. 7:14 Kinderen zijn geheiligd in de gelovige ouder(s).