Folder over dopen - Vrije Baptistengemeente De Levensboom

advertisement
De Doop
Voorwoord
De doop is een onderwerp waar verschillend over wordt gedacht en
waar door alle eeuwen heen al veel discussie over is gevoerd.
Deze brochure verwoord het standpunt van de vrije baptisten gemeente de Levensboom te Groot-Ammers over de bijbelse waterdoop
en we proberen in deze brochure hierover een objectief beeld te
geven.
Wij respecteren echter andere, eerlijke meningen van medechristenen
over dit onderwerp. Andere meningen mogen nooit leiden tot verwijdering tussen mensen die Jezus volgen.
Jezus Christus, de gekruisigde en opgestane Heer, is de samenbindende
Persoon van allen die belijden dat Hij Heer is van hun leven. Hij is het
Hoofd van de Gemeente!
Groot-Ammers, voorjaar 2016
Er is iets gebeurd in je leven, diep
van binnen in je hart.
Christus is in je leven gekomen.
Je hebt Jezus aanvaard als je Heiland
en Heer.
Geeft antwoord op Zijn uitnodiging!
Wil je Mij volgen?
Ja Heer, ik wil U dienen, U volgen!
Maar Heer, ik ben ik. Hoe kan ik dat?
Je hoeft het niet alleen te
doen!
Je mag op Mij rekenen!
Nieuw leven leg Ik in je hart.
Leg het oude leven af, doe
het nieuwe leven aan!
Toen u gedoopt
werd bent u
immers
met Hem begraven en met Hem
bent u
ook tot leven
gewekt, omdat
u gelooft in de
kracht van
God, die Hem uit
de dood heeft
opgewekt.
(Kolossenzen
2:12)
Het oude leven afleggen. Het nieuwe
leven van Christus aandoen. Dit is in
de geestelijke wereld gebeurd.
In je doop geef je daar getuigenis
van.
Waarom dopen?
De bijbel spreekt over dopen als over een zaak van dood en leven.
De Christelijke doop in water is een opdracht, een instelling van Jezus
Zelf.
Jezus roept op tot bekering, opdat men vergeving van zonden ontvangt:
‘Ga een andere, nieuwe weg; ga achter Mij aan.
Kom en volg Mij’.
Je mag gedoopt
worden, nadat
je tot geloof in
Jezus Christus
bent gekomen en
belijdt een volgeling van Hem te
willen zijn.
Het is een
prachtig uiterlijk
teken, een symboliek van wat
binnen in de
mens, in je hart,
is gebeurd.
De waterdoop
geeft uitdrukking
aan de geestelijke verandering
die een mens
ondergaat bij
zijn bekering en
wedergeboorte.
Gehoor gevend aan de oproep van
de Heer, begint een geheel nieuw
leven.
Je wordt wedergeboren. Eigen-gerichtheid (ego-centrisch) wordt een
God-gerichtheid (Christo-centrisch):
Heer, wat wilt U dat ik doen zal?
Als de mensen aan Petrus vragen:
‘Wat moeten wij doen?’ antwoordt
Petrus: ‘Keer u af van uw huidige leven en laat u dopen, onder aanroeping van Jezus Christus……’ (Hand.
2:38)
De Bijbel leert op vele plaatsen dat
men zich moet laten dopen, nadat
men tot bekering is gekomen.
Het Griekse woord voor dopen is
'Baptizo' en betekent onderdompelen of overweldigen. (Grieks is de
schrijftaal van het Nieuwe Testament).
Bij de bijbelse doop gaat men volledig onder in het water. Je wordt
ondergedompeld.
Dopen is een persoonlijke keuze van
jezelf en gebeurt op vrijwillige basis.
Dopen, een bijbelse opdracht
De doop is een opdracht van Jezus Zelf. Hij zegt:
‘...Wie gelooft en gedoopt is zal worden gered...’ Marc.16:15-16
‘Gaat dus op weg en maak alle volken tot mijn leerlingen, door hen te dopen in de Naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest en hun te leren
dat ze zich moeten houden aan alles wat ik jullie opgedragen heb’.
(Matth. 28:19-20)
Door de prediking van het Evangelie komen mensen tot geloof in Christus; geven hun hart aan de Heer en worden een volgeling van Jezus.
De Bijbelse volgorde is:
Eerst geloven in Christus en een discipel (leerling) van Hem worden;
vervolgens de bekeerde persoon dopen en leren wat de Here Jezus
vraagt van de nieuwe mens.
Hoe dopen?
De Here Jezus Zelf geeft ons het voorbeeld hoe de doop voltrokken
wordt. Hij wordt gedoopt door Johannes in de rivier de Jordaan.
‘Zodra Jezus gedoopt was en uit het water omhoog kwam opende de
hemel zich voor Hem.’
Jezus zegt daarbij: ‘Het is goed dat we op deze manier God’s gerechtigheid vervullen.’
De doop is een onderdompelen van de gelovige in water;
Zij lieten zich door hem (Johannes) dopen in de rivier de Jordaan, terwijl ze hun zonden beleden (Matth. 3:6)
Johannes doopte toen ook, in Enon, dichtbij Salim, een waterrijk gebied. (Joh. 3:23)
Zodra Jezus gedoopt was en uit het water omhoog kwam. (Matth.3:16)
Beiden liepen het water in, zowel Filippus als de eunuch, waarna Filippus hem doopte. (Hand 8:38)
De gelovige wordt gedoopt:
‘in de naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest’
(Matth. 28:19), of
‘in de naam van de Here Jezus’ (Hand. 8:16), of
'op/in de naam van Jezus Christus' (Hand. 2:38, Hand. 10:48)
Wanneer dopen?
De voorwaarde om gedoopt te mogen worden is
volgens de Bijbel de persoonlijke bekering; geloven
in Jezus Christus:
Keer u af van uw huidige leven en laat
u dopen, onder aanroeping van Jezus
Christus om vergeving te krijgen voor uw
zonden. Hand. 2:38
Wie gelooft en gedoopt is zal worden gered. (Marc.
16:16).
De Samaritanen geloofden in Jezus Christus en
lieten zich dopen. (Hand. 8:12-15).
De kamerling (eunuch) geloofde, beiden daalden af
in het water en hij werd gedoopt. (Hand. 8:35-39)
Paulus liet zich dopen, direct nadat hij tot geloof in
Jezus was gekomen. Toen pas ging hij eten. (Hand
9:18)
Steeds weer blijkt: Eerst tot geloof komen, dan
jezelf laten dopen.
Wie mag dopen?
Een volgeling van de Here
Jezus mag een andere
gelovige dopen, wanneer
deze zijn of haar geloof in
Jezus Christus belijdt en
daarbij uit eigen vrije wil
om de doop vraagt.
Het is echter goed om, indien mogelijk, in Gemeenteverband te dopen;
Aanwezigen kunnen
bemoedigd worden door
getuigenissen die gegeven
worden door personen die
zich laten dopen.
Ook komt het voor dat
aanwezigen hierdoor aangeraakt worden door
de Heilige Geest en
hun leven (opnieuw) aan
Jezus geven!
De verandering
Een mens bekeert zich tot de Here Jezus en wordt een discipel van
Hem.
In de mens vindt een totale verandering plaats:
Jezus komt in je hart wonen; door de inwoning van de Heilige Geest.
Het oude leven is voorbij; een nieuw leven begint. Een
leven met en door Jezus Christus.
Het oude leven, dat we van nature allemaal hebben, kan het Koninkrijk
van God niet beërven, niet binnengaan.
In de wedergeboorte is nieuw leven ontvangen, geboren uit de Geest
van God.
Dàt nieuwe leven van ons kan het Koninkrijk van Jezus binnengaan. Nu
al in het huidige leven.
De waterdoop symboliseert de geestelijke verandering die
in een mens heeft plaatsgevonden.
Paulus spreekt in Rom. 6: 2-12 over: het oude leven begraven door de
doop en opstaan in nieuwheid van leven;
Paulus laat hier de parallel zien tussen de doop en het sterven aan je
oude leven en het opstaan in nieuw leven met Christus.
De doop, het ondergaan in het water(graf) is een begraven
van je oude, eigen ik.
Het uit het water komen, betekent een opstaan uit de dood;
met Christus opgewekt uit de dood.
Je bent dood voor de zonde, (de zonde heeft geen heerschappij meer
over je) maar levend voor God in Christus Jezus!
Als we ons oude leven begraven, moet er wel nieuw leven ontstaan
zijn, anders is er geen oud leven te begraven.
(2) Hoe zouden wij, die dood zijn voor de zonde,
nog in zonde kunnen leven?(3)Weet u niet dat wij
die gedoopt zijn in Christus Jezus, zijn gedoopt in
zijn dood?(4) We zijn door de doop in zijn dood met
hem begraven, om zoals Christus door de macht van
de Vader uit de dood is opgewekt, een nieuw leven
te leiden.(5) Als wij delen in zijn dood, zullen wij
ook delen in zijn opstanding.(6) Immers, we weten
dat ons oude bestaan met hem gekruisigd is omdat
er een einde moest komen aan ons zondige leven:
we mochten niet langer slaven van de zonde zijn.
(7) Wie gestorven is, is rechtens vrij van de zonde.
(8) Wanneer wij met Christus zijn gestorven, geloven we dat we ook met hem zullen leven,(9) omdat
we weten dat hij, die uit de dood is opgewekt, niet
meer sterft. De dood heeft geen macht meer over hem.
(10) Hij is gestorven om een einde te maken aan de
zonde, voor eens en altijd; en nu hij leeft, leeft hij
voor God.(11) Zo moet u ook uzelf zien: dood voor
de zonde, maar in Christus Jezus levend voor God.
‘Wanneer wij met Christus zijn gestorven...’
De oude mens is gekruisigd
De oude mens is gestorven
en dus dood
De oude mens wordt begraven,
De gelovige is met Christus opgewekt
levend gemaakt
en opgestaan.
Romeinen 6: 2-12
& kollosenzen 2:12,13,20
Deze gedeelten kunnen toch alleen van toepassing zijn op hen, die tot
geloof in Christus zijn gekomen?
‘Wij zijn allen gedoopt in één Geest en zijn
daardoor één lichaam geworden’ (1 Cor. 12:13a)
De gelovigen zijn door de Heilige Geest gedoopt ‘tot één lichaam’.
De Gemeente van de Heer bestaat uit veel verschillende mensen. Door
ons gemeenschappelijk geloof in Christus Jezus zijn we door de Heilige
Geest ingevoegd, gedoopt, in het Lichaam van de Heer: de Gemeente.
De waterdoop is ook een afbeelding van dit invoegen.
Net zo min als de besnijdenis in het Oude Testament (zie kader hieronder) in zich enige geestelijke waarde heeft (Gal. 6:15), zo heeft de
onderdompeling in het water op zichzelf net zo min enige betekenis.
Zijn we echter tot geloof gekomen en dus ‘gedoopt tot één lichaam’
(dat is het lichaam van Christus, Zijn Gemeente), dan moeten we daarvan uiterlijk belijdenis afleggen door de onderdompeling in het watergraf.
Wat in de geestelijke wereld is gebeurd in het persoonlijke leven, wordt
tot uiting gebracht in de zichtbare waterdoop.
De besnijdenis is alleen gesteld als een opdracht van God aan
Abraham om het verbond wat zij hadden gesloten te bekrachtigen
(Gen. 17:10).
Dit verbond had 2 beloften in zich:
*Het talrijk worden van Abraham’s nageslacht (Gen. 17:2) EN
*Het in bezit krijgen van het land Kanaän (Gen. 17:8)
In de doop wordt beleden:
We zijn gestorven, begraven en opgewekt met Christus;
We willen voortaan niet meer, zoals in voorgaande tijd, in de zonde
leven, maar in nieuwheid des levens naar Gods wil. De doop is een
getuigenis tegenover God en mensen.
De doop is de zichtbare uitdrukking van de geestelijke verandering die
een gelovige heeft ondergaan: van oud naar nieuw leven.
‘Weet u niet dat wij die gedoopt zijn in
Christus Jezus, zijn gedoopt in Zijn dood?
We zijn door de doop in Zijn dood met
Hem begraven om, zoals Christus door
de macht van de Vader uit de dood
is opgewekt, een nieuw leven te lijden.
Als wij delen in Zijn dood, zullen wij ook delen in Zijn opstanding.
Immers, we weten dat ons oude bestaan met
Hem gekruisigd is, omdat er een einde moest
komen aan ons zondige leven: we mochten niet langer slaven van de zonde zijn.
Wie gestorven is, is rechtens vrij van
de zonde. Wanneer wij met Christus zijn gestorven, geloven we dat we
ook met Hem zullen leven. ( R o m . 6 : 3 - 8 )
De oude mens is dood;
mede gekruisigd met Christus.
Pasen voor de Heer, is
Pasen voor ons. De dood is
teniet gedaan. De nieuwe
mens leeft en mag delen in
het Leven met Jezus!
Tot de bevelen die de Here
Jezus aan Zijn discipelen
geeft, hoort ook de opdracht tot dopen. Als we dit
heel eerlijk bekijken, dan is
het duidelijk dat men eerst
een discipel van Jezus moet
zijn om gedoopt te worden
en niet andersom.
Als gemeente hebben we
dan ook de visie dat we als
richtlijn voor het dopen
aanhouden dat iemand ten
minste 15 jaar oud moet
zijn. Daarmee willen we ook
voorkomen dat men zich
laat dopen zonder dat men
er zich van bewust is wat
de doop inhoud voor hun
leven.
Johannes de doper zegt ook in Lucas 3:8a:
‘Brengt dan vruchten voort,
die aan de bekering beantwoorden’
De doop van de Here Jezus
Als we naar het leven van de Here Jezus kijken is de doop daarin heel
belangrijk. De doop is eigenlijk de start van Zijn openbare optreden en
van Zijn bediening (Marc. 1:9, Joh. 1:29).
De Here Jezus wordt als besneden Jood op ongeveer 30 jarige leeftijd
gedoopt.
Hij is door de Geest verwekt, uit de Geest geboren.
Hij was zonder zonde en toch liet Hij zich in de Jordaan dopen door
Johannes.
Bij die doop vatte de Here Jezus in één zin samen hoe die doop verband hield met Zijn opdracht en levensdoel:
‘Want het is goed dat we op deze manier
Gods gerechtigheid vervullen’ (Matt. 3:15)
Wat betekent dat?
‘..deze manier..’:
zó, op deze manier
en geen andere. Er
bestaat geen andere;
op deze manier hoort
het. God heeft deze
weg bepaald en dus
is dit de weg die we
behoren te gaan. Een
niet altijd gemakkelijke weg, maar het
doel en de uitkomst is
zeker!
‘..we..’: Johannes
moet Jezus dopen, en
Jezus laat Zich gewillig dopen, net zoals al
die andere mensen:
zondaars zoals hoeren, tollenaars, soldaten en vrome lieden.
Het maakt niet uit wie
het is. Het is een weg
voor alle mensen, ook
voor ons.
‘..Gods gerechtigheid vervullen’:
dat was de levensopdracht van Jezus. Zijn
doop stond in relatie
met rechtvaardigheid.
Eigengereidheid, eigen vroomheid helpt
niet. Jezus vervult die
gerechtigheid voor
ons. Als iemand zich
laat dopen, betekent
dat:
Ik aanvaard volledig wat Jezus deed voor mij.
Door geloof in Hem verkrijg ik die gerechtigheid.
Puur GENADE! Dan kunnen we toe treden met een
waarachtig hart, in volle zekerheid des geloofs,
met een hart dat door besprenging (met het bloed
van Jezus) gezuiverd is van besef van kwaad.
Geestelijke aspecten van de doop
De doop in water heeft in het Nieuwe Testament een vijftal betekenissen:
De doop als begrafenis en opstanding. In Romeinen 6 wordt duidelijk gezegd: zoals de Here Jezus gekruisigd, gestorven en begraven
is, zo is ook wie zich aan Christus verbindt: gekruisigd, gestorven en
begraven. De doop is een begraven worden en het achterlaten van een
zondige duistere wereld en daarna een opstaan in een nieuwheid van
leven in het Koninkrijk van God. Christus is uit de doden opgewekt;
God heeft ons mede opgewekt en ons mede een plaats gegeven in de
hemelse gewesten (Ef. 2:6).
De doop als bad van de wedergeboorte (Tit. 3:5). In de doop wordt
de geestelijke en onzichtbare geboorte uitgebeeld. Wie zich laat dopen
getuigt dat hij een nieuw mens geworden is. Ook voor degene, die in
een Christelijk gezin geboren is geldt de bijbelse uitdaging en opdracht:
‘U moet opnieuw geboren worden’ (Joh. 3:7). Zo iemand krijgt een
totaal andere kom-af: van Goddelijke afkomst, van Gods geslacht.
De doop als besnijdenis van het hart (Kol. 2:11). De besnijdenis in
het Oude Verbond was een uitwendig, verborgen teken. Het stond in
verband met het doorgeven van het natuurlijke leven: Het behoren tot
het volk van God.
Bij de doop gaat het om geestelijk leven. Geboren worden in het Koninkrijk van Jezus; behoren tot het geestelijke volk van God.
De echte besnijdenis is die van het hart. Daar komt geen mensenhand
aan te pas, maar de hand van God Zelf.
Ook in het Oude Testament roept God Zijn volk voortdurend op tot de
besnijdenis van het hart, de geestelijke betekenis van de natuurlijke
besnijdenis.
In Hem bent u ook besneden, niet door mensenhanden, maar met de
besnijdenis van Christus, door het af leggen van uw aardse lichaam. Toen u gedoopt
werd, bent u immers
met Hem begraven, en
met Hem bent u ook tot
leven gewekt, omdat u
gelooft in de kracht
van God die Hem uit de
dood heeft opgewekt.
(Kol 2:11 en 12)
De bijbel is overduidelijk dat in Christus Jezus de besnijdenis aan het vlees
geen enkele waarde meer heeft;
maar geloof in Hem en of men een
nieuwe schepping is. (zie Gal. 5:6;
6:15; Rom. 2:28,29; 1 Cor. 7:19). Het
oude, keiharde hart wordt verwijderd en vervangen door een hart van
vlees (Ezech. 36: 25-27), dat ontvankelijk is voor de Geest van God.
De doop als bekleding met Christus. (Gal. 3:27). De vuile kleren
worden uitgedaan (Zach. 3:3,4; Luc.
15:22), dat is: zonden en ongerechtigheden worden uitgewist en vergeven. Een nieuw wit feestkleed wordt
aangetrokken; het beste kleed:
Christus!
De doop als bede van een goed
geweten (1Petr. 3:21,22). De doop
is dus niet een één of andere wasbeurt, een reiniging van buiten. Men
is gereinigd van binnen, door Jezus
Zelf. De zonden zijn vergeven door
het bloed van Jezus. Het geweten is
gereinigd, de dopeling mag zonder
besef van kwaad of schuld zijn (Hebr.
10:22) en door de doop getuigen:
mijn geweten is zuiver en goed. De
doop is ook een weergave van de
afwassing van zonden (Hand. 22:16).
Innerlijke reiniging gaat vooraf aan
de uiterlijke doophandeling.
Mogen baby's
gedoopt worden?
De Waterdoop
Geen enkele keer verwijst de Bijbel in het N.T. naar de doop van baby's
of kleine kinderen.
Integendeel (Hand. 8:12), de Bijbel roept ons op tot bekering en geloof
en op grond daarvan tot de doop.
Een baby weet niet van geloven en bekeren.
De doop van baby’s en kleine kinderen is niet Bijbels te onderbouwen.
En wat dan te doen met de tekst uit Hand. 2:39: Want voor u geldt
dezelfde belofte, evenals voor uw kinderen en allen die ver weg zijn en
die de Heer, onze God, tot zich zal roepen.
De doop is geen belofte, maar een opdracht van Jezus. De belofte
die hier bedoeld wordt, slaat op de belofte van de Heilige Geest, die
Jezus uit de hand van de Vader ontvangen heeft (Hand.2:33), welke een ieder ontvangt, die zich bekeert en laat dopen. (Hand.2:38).
De mensen in Samaria schonken geloof aan Filippus, die Christus predikte. Op hun geloof werden zij gedoopt (Hand. 8:12). Hier is sprake
dat de mensen geloofden in Jezus alvorens gedoopt te worden.
Handelingen 10 beschrijft de doop van Cornelius en die met hem
waren. Cornelius en de zijnen waren bijeen om uit de mond van Petrus
te horen al wat hem door de Heer is opgedragen. ‘..daalde de heilige
Geest neer op iedereen die naar zijn toespraak luisterde (vs.44) want
ze hoorden hen in klanktaal spreken en God prijzen. (Baby's kunnen
niet horen en spreken op deze manier). Petrus zegt dan: Wie kan nu
nog weigeren deze mensen met water te dopen, nu ze net als wij de
heilige Geest hebben ontvangen? (vs. 47).
De gevangenbewaarder van Filippi (Hand. 16:33) werd met zijn huisgenoten gedoopt, nadat het woord gesproken werd ‘aan hem en aan
iedereen die bij hem woonde’ (vs 32). ‘Hij en al zijn huisgenoten waren
buitengewoon verheugd dat hij nu in God geloofde’ (vs 34). Ook hier is
dus sprake van doop van gelovigen overeenkomstig het doopbevel van
Jezus Christus.
De doop van Crispus (Hand. 18:8). ‘Crispus, een leider van de synagoge,
aanvaardde echter samen met al zijn huisgenoten het geloof in de Heer
en ook veel Korintiërs die Paulus hadden gehoord gingen over tot het
geloof en lieten zich dopen’. Ook hier is sprake van doop van gelovigen.
Paulus heeft het huisgezin van Stefanas gedoopt (1 Cor. 1:16). In 1 Cor
16:15 wordt beschreven dat het huis van Stefanas zich ten dienste van
de heiligen heeft gesteld en dat zulke mensen medewerken en arbeiden. Ook hier is dus sprake van doop van gelovigen, overeenkomstig
het doopbevel in Matth. 28:19.
Baby's hoeven ook niet te worden gedoopt. Kinderen zijn, zolang zij
onmondig zijn, geheiligd in de gelovige ouders (of één van de ouders,
zie 1 Cor. 7:14).
Gelukkig behoren dus ook de kinderen van de gelovige ouder(s) tot het
Koninkrijk van God, zolang zij zelf nog niet bewust kunnen kiezen en
beslissen.
Deze bescherming is dus niet het gevolg van een doop van kinderen,
maar van de heiliging in het geloof van de ouders.
Ouders brengen hun kinderen (door gebed) persoonlijk bij Jezus, zoals
dat ook gebeurde in de tijd dat Jezus op aarde rondwandelde.
Hij omarmde en zegende hen onder handoplegging. (Matth. 19 en
Luc. 18)
Zo mogen ook wij
onze kinderen
omarmen en
zegenen in de
naam van Jezus,
in het midden
van de Gemeente.
De Waterdoop
Teksten uit de Bijbel, betrekking hebbend op de waterdoop.
Mattheüs
Matth. 3:5-6
3:11
3:13-17
28:19
Johannes doopte de mensen in de Jordaan.
Johannes doopte met water tot bekering.
De doop van de Heer Jezus.
‘Ga dus op weg en maak alle volken tot mijn
leerlingen, door hen te dopen in de naam van de
Vader en de Zoon en de heilige Geest.’
Marcus
Marc. 1:8
7:4
Johannes doopte met water.
Voor ‘onderdompelen’ staat in de grondtekst
hetzelfde woord als voor ‘dopen’ (baptizo).
Jezus zegent de kinderen, (ook Matt. 19 en
Luc. 18).
‘Wie gelooft en gedoopt is zal worden gered...’
10:13
16:16
Lucas
Luc.
3:12
3:21
Tollenaars lieten zich dopen door Johannes.
Al het volk werd gedoopt en Jezus werd gedoopt.
Johannes
Joh.
1:26
1:33
3:22
Johannes doopt met water.
Verwijzing naar de doop van Jezus.
‘Jezus ging met zijn leerlingen naar Judea … en
doopte er.’
Joh.
3:23
‘Johannes doopte toen ook, in Enon,
dicht bij Salim, een waterrijk gebied’
Jezus doopt en allen gaan tot Hem.
‘Jezus doopte overigens niet zelf, zijn leerlingen
deden dat.’
3:26
4:2
Handelingen
Hand. 2:38
2:41
8:12
8:13
8:16
8:36-37
‘Keert u af van uw huidige leven en laat u dopen
onder aanroeping van Jezus Christus om verge
ving te krijgen vn uw zonden.’
‘Degenen die zijn woorden aanvaardden, lieten
zich dopen.’
‘Maar toen Filippus hen door zijn verkondiging
van het koninkrijk van God en de naam van Jezus
Christus tot geloof had gebracht, lieten ze zich
dopen, mannen zowel als vrouwen.’
Simon kwam tot geloof en liet zich dopen.
Zij waren gedoopt in de naam van de Here Jezus.
‘Waarom zou ik niet gedoopt kunnen worden?
‘Indien u gelooft met heel uw hart is het toege
staan.’
Handelingen
9:18
10:47
16:15
16:33-34
18:8
19:1-5
22:16
Na zijn bekering werd Paulus gedoopt, alvorens
hij gegeten had.
‘Wie kan nu nog weigeren deze mensen met
water te dopen, nu ze net als wij de heilige Geest
hebben ontvangen? En hij gaf opdracht hen te
dopen in de naam van Jezus Christus.’
Lydia komt tot geloof in Jezus en wordt gedoopt.
De gevangenbewaarder komt tot geloof en
meteen daarna werden hij en zijn huisgenoten
gedoopt… Hij en al zijn huisgenoten waren buitengewoon verheugd dat hij nu in God geloofde.’
Crispus, en vele anderen, kwamen tot geloof in
de Here, en lieten zich dopen.
In Efeze waren enkelen gedoopt in de doop van
Johannes. Zij lieten zich later dopen in de naam
van de Here Jezus.
‘Wat aarzel je dan nog? Sta op, laat je dopen en
je zonden wegwassen, terwijl je Zijn naam aan
roept.’
Romeinen
Rom. 6: 1-14
Beschrijving van de geestelijke betekenis van de
doop.
Galaten
Gal.
3:27
‘U allen die door de doop één met Christus bent
geworden, hebt u met Christus omkleed.’
Efeze
Ef.
4:5
één Heer, één geloof, één doop.
Kolossenzen
Koll.
2:12
‘Toen u gedoopt werd bent u immers met Hem
begraven.’
Petrus
1 Petr. 3:21
‘..het is een vraag aan God om een zuiver
geweten. Hierom kunt u vragen dankzij de opstanding van Jezus Christus..´
Corinthe
1 Cor. 7:14
Kinderen zijn geheiligd in de gelovige ouder(s).
Download