Project ICF – PC een project van het academisch netwerk huisartspraktijken NMP en Vilans met financiële ondersteuning van VGZ Samenvatting eindrapportage Contactpersonen dr. Hans Vlek dr. Tim olde Hartman [email protected] tel. 06 15197484 [email protected] tel. 024 3655378 1 Waarom dit project? Multimorbiditeit komt steeds meer voor en vraagt om een andere aanpak dan een uitsluitend ziektegerichte. Functioneren, participeren en zingeving staan centraal in die andere aanpak. We noemen dat het GG-domein, dat van ‘Gezondheid en Gedrag’ Voor veel mensen met meerdere chronische aandoeningen is het GG-domein met daarin aspecten die gerelateerd zijn aan zelfredzaamheid en kwaliteit van leven, soms belangrijker dan een goede behandeling van de ziekte Om die reden is het zinvol exploratie van het GG-domein in te passen in de ziektegerichte zorgprogramma’s die in de eerste lijn worden toegepast Wat hebben we gedaan? Op basis van de ICF1 ontwikkelden we een instrument (de ICF-PC) aan de hand waarvan de huisarts of praktijkondersteuner (POH) het functioneren en participeren van mensen met een chronische ziekte in een GG-gesprek2 in kaart kan brengen De patiënt verbindt daar in samenspraak met zijn huisarts of praktijkondersteuner doelen en acties aan De vragen daarbij zijn: 1. Voldoet de basisset ICF PC als instrument om het GG-domein te kunnen bespreken? 2. Is deze toepasbaar in de huisartsenpraktijk voor patiënten met chronische ziekten ? 3. Wat is de meerwaarde zowel vanuit patiëntperspectief als vanuit zorgverlenersoptiek? Hoe hebben we het project uitgevoerd? Binnen het Academisch netwerk huisartspraktijken (NMP) van het RadboudUMC deelden we 4 (van 7) praktijken at random in in onderzoeksarm A ‘Praktijk aan zet’ die gezamenlijk 47 diabetes patiënten en 3 (van 7) in de arm B ‘Patiënt aan zet’ die 32 patiënten includeerden. In arm A voerde elke patiënt op uitnodiging van de praktijk een gesprek met de POH aan de hand van de ICF-PC over diens GG-domein, of hij ambities had om bepaalde doelen te bereiken en hoe die te behalen. Steeds legden we zowel aan de patiënt als de POH schriftelijk vragen voor over hun ervaringen met de ICF PC en de keuze van de onderwerpen daarin. De patiënten in arm B ontvingen van de praktijk thuis per post de ICF PC vragenlijst met een toelichting over de bedoeling en een verzoek de lijst in te vullen. Tevens vroegen we in de toelichting aan de patiënt om voor zichzelf na te gaan of hij aan één of meerdere onderwerpen een doel, én bepaalde acties, wilde verbinden. Tenslotte vroegen we de patiënt een vragen lijst in te vullen over zijn ervaringen met de lijst en of die tot nieuwe inzichten of doelen had geleid. Drie kwartaalcycli Aan het eind van elk kwartaal voerden we focusgroep-gesprekken met een selectie van de patiënten resp. POHs en huisartsen. De door middel van de vragenlijsten opgehaalde ervaringen verdiepten we in de focusgroep-gesprekken. Zo ontstond steeds een goed beeld van de verbeteringen die we moesten doorvoeren om in de volgende cyclus met een verbeterde versie het project te kunnen vervolgen. In het 3e kwartaal voegde we in de werkwijze een samenvatting van de ICF PC vragenlijst toe waardoor in arm A de patiënt zich beter op het GG-gesprek kon voorbereiden. Resultaat 1. Met steeds enkele kleine aanpassingen konden we een verbeterde versie van de ICF PC opstellen die qua keuze van de verschillende ICF–onderwerpen en qua lengte in de 3e cyclus volstond volgens zowel de patiënten als de POHs. 2. Het GG-gesprek leverde veel patiënten een als zinvol ervaren reflectie op hun GG-domein op en hun praktijkondersteuners in veel gevallen nieuwe inzichten over hun patiënten 3. Voor patiënten leidde dit slechts in enkele gevallen tot nieuwe voornemens en acties m.b.t. hun ‘GGdomein’ 4. Noch de patiënten noch de praktijkondersteuners hadden vooraf de verwachting dat in de huisartspraktijk aan aspecten van het GG-domein expliciet aandacht werd besteed 1 2 ICF: International Classification of Functioning, Disabilities and Health GG-gesprek: gesprek over Gezondheid en Gedrag 2 Conclusies Het was een leerzaam project. De thematiek was actueel en relevant. Er lijkt aan patiëntzijde zowel als aan zorgverleners zijde een wat ambivalente opvatting te bestaan over de wijze waarop in de chronische zorg de ziektegerichtheid vervangen kan worden door een meer mens- of persoonsgerichte benadering. Enerzijds hechten patiënten en zorgverleners veel belang aan een exploratie van gezondheid (in de moderne betekenis van het woord) als onderdeel van de chronische zorg, anderzijds ervaren ze dit nog als enigszins wezensvreemd. Het proces van exploratie van het GG-domein dient ter ondersteuning van de ambities van de patiënt, van de doelen die hij wil stellen en de wijze waarop hij die doelen wil bereiken. In operationele termen lijkt de patiënt zich daarvan nog niet bewust. Aanbevelingen 1. De methodiek van het voeren van een GG-gesprek met gebruikmaking van de ICF PC is op zich een geschikte werkwijze 2. De ICF PC moet als instrument ondersteunend zijn aan het GG-gesprek. Dat gesprek is de kern van de werkwijze. Dit gesprek vraagt een open interview-houding die in essentie anders is dan het afnemen van een anamnese. 3. De POH dient hierin goed geïnstrueerd en getraind te worden 4. Aan de introductie van het begrippenpaar ‘ZZ en GG’ moet zowel bij zorgverleners als bij patiënten meer aandacht worden besteed. 5. Een efficiënte, digitaal ondersteunde werkwijze bestaat uit de volgende stappen. • Bij inclusie van een patiënt in een diabetes- of ander chronische zorgprogramma vindt een introductie plaats van het GG-domein en het begrip positieve gezondheid. Het sluit immers aan bij de wens van veel patiënten als een mens met een ziekte en niet als een zieke te worden benaderd • De POH of huisarts spreekt met elke patiënt individueel af of en wanneer deze wenst opgeroepen te worden voor een GG-gesprek • Bij die oproep krijgt de patiënt een link toegestuurd waarmee hij kan inloggen op de site waar hij de ICF PC kan invullen. Bij voorkeur is dat het digitale patiëntportaal van de praktijk. • Onmiddellijk na afsluiting krijgt de patiënt de samenvatting met stoplicht-weergave van de onderwerpen van de ICF PC aangeboden. Hij kan op dat moment besluiten of deze samenvatting aan de huisarts gepubliceerd mag worden • Uiterlijk twee weken na invulling van de lijst bespreekt de patiënt de bevindingen met de POH of een andere medewerker van de praktijk die gelabeld is aan het GG-domein • De regie hierover ligt bij de patiënt: die bepaalt of de bevindingen aanleiding zijn tot het stellen van doelen op een of meerdere ICF-domeinen en welke ondersteuning wenselijk is bij de uitvoering van de acties die nodig zijn om de gestelde doelen te kunnen bereiken. • Registratie hiervan in ICF-codes is op korte termijn in TransHis mogelijk, een HIS dat in een deel van de NMP-praktijken in gebruik is 3