JOHAN CLAASSEN 1. Over Johan Claasen Johan Claassen (Beek en Donk, 1943) is behalve beeldhouwer ook tekenaar, schilder en fotograaf . Hij isgeen onbekende in de kunstwereld, werk van hem zit in de collecties van diverse musea. Hij is jaren docent geweest aan de Kunstacademie van Den Bosch en is voor heel wat beginnende kunstenaars een inspirerend voorbeeld geweest. Johan Claassen maakt ruimtelijk werk, samengestelde beelden van hout, multiplex, metaal, en andere (al dan niet gevonden) materialen. “Om maar met Picasso te spreken, hij maakt eigenlijk geen beelden, hij vindt ze”. Deze beelden zijn vaak beschilderd of later in brons gegoten. Zijn “Schutsengel”, in multiplex aanwezig tijdens de expositie, staat als bronzen beeld op een rotonde in Reek. 2. Over het werk St Franciscus Ode aan Messianen Johan Claassen over zijn eigen werk: “Een goed beeld moet voor mij ‘formeel’ als vanzelfsprekend in elkaar zitten, maar inhoudelijk niet als vanzelf ‘sprekend’, doch weerstand bieden aan eenduidige interpretatie. Ondanks de meegegeven titels wil of kan ik niet méér prijsgeven dan mijn eigen verwondering. Ik veronderstel dat mijn beelden een ineenstrengeling zijn van tegenstrijdigheden en omtrekkende besluipingen van het menselijk bewegen in de wereld, (soms in onmogelijke verschijningen verhuld) in relatie tot de directe omgeving, de natuur, de liefde, de angst en violentie, kleine en grote geneugten, wensen en dromen. Geluk en ongeluk”, aldus Johan Claassen in ‘Het gevonden beeld’ (in eigen beheer uitgegeven catalogus, 1994). 3. Referentieobject Muziek Messiaen Karakteristiek voor Messiaens componeren is het gebruik van door hem zelf uitgedachte modi (toonreeksen), die niet slechts de melodiepatronen, maar ook de harmonie bepalen. Elke modus is derhalve de drager van een specifieke klankkleur, die de synestheticus Messiaen met reële kleuren vereenzelvigt. In zijn opvatting van de modaliteit toont hij zich een erfgenaam van Debussy. Een ander belangrijk aspect van zijn werk vormt de uiterst gedifferentieerde ritmiek, waarbij het principe van de ‘valeurs ajoutées’ (toegevoegde ritmische eenheden aan een ritmisch grondschema) een rol speelt. Door de combinatie van zowel verschillende modi als ritmische schemata met uiteenlopende lengten ontstaat een muziek die een duidelijke gelaagdheid vertoont. Aan het compositorisch werk van Messiaen heeft altijd een grote dosis rationaliteit ten grondslag gelegen, getuige het vele onderzoek dat eraan vooraf is gegaan. Typerend is de systematische studie die hij maakte van de zang van vogels: daarvan heeft hij talrijke typen geïnventariseerd en muzikaal genoteerd om deze vervolgens in zijn muziek te verwerken. Voorts onderzocht hij nauwgezet de ritmiek van de oude Griekse en Indiase muziek. Met zijn geschrift Technique de mon langage musical (1942) streefde naar een theoretische onderbouwing van zijn muzikale arbeid. De rationele tendens komt van al zijn werken het duidelijkst naar voren in Mode de valeurs et d’intensités (uit de Quatre études de rythme voor piano, 1949) waarin hij behalve toonhoogte ook toonduur, -sterkte en -aanslag aan een modale fixatie onderwierp. Hiermee legde hij het fundament voor het serialisme, een beweging waarin hij zelf overigens niet is meegegaan. Messiaens rationaliteit staat slechts in schijnbare tegenstelling tot de mystiek-religieuze gedachtewereld, die de ideële basis vormt van zijn gehele oeuvre. In zijn instrumentatie valt een voorliefde voor exuberante klankeffecten te constateren, waartoe hij o.m. gebruik maakt van een uitgebreid slagwerkinstrumentarium 4. Maatschappelijke categorie: Alles maar vooral de natuur, zelfs de Griekse mythologie, maar zeker ook "de liefde"en alledaagse wel-en-wee zijn voor Johan Claassen aanleiding om een beeld te maken. Zelden ontwikkelt hij vooraf een idee. Claassen "vindt" als het ware zijn beelden door louter intuïtief handelen, gebruikmakend van "toevalligheden" en zich daarbij opdringende associaties. Pas gaandeweg komt hij tot een verder zorgvuldig afgewogen vorm met een benoembare inhoudelijkheid. Claassens' werk is veelal doortrokken van een zekere melancholie. Zijn gevoel voor humor, ironie en understatement komt tot uiting in zijn vaak poëtische titels die ingegeven worden door het werk zelf en richtingbepalend zijn voor het uiteindelijke beeld.