Succes! - Wikiwijs Maken

advertisement
HEFBOMEN 2.1. TOETSVRAGEN
TECHNIEK: hoofdstuk 3 § 3.1 t/m 3.4
Succes!
1. Wat is een weegschaal? Omcirkel het juiste antwoord.
a.) Dat is een weegschaal om alleen fruit ermee te wegen.
b.) Dat is een hefboom om ermee te wegen hoe zwaar een product is.
c.) Dat is een schaal waarin appels en sinaasappels worden bewaard.
2. Geef aan waarvan is het evenwicht afhankelijk bij een hefboom.
3. In fig. 3.16 zie je een ouderwetse manier van om
brieven te wegen. Van rechts naar links zitten er
5 gleuven, resp. 20, 50, 100, 150 en 200 gram. De
gleuf van 200 gram zit dicht bij het draaipunt.
Waar ga je een gleuf maken voor een brief van
A: 80 gr.?
: tussen ____________________________
B: 175 gr.? : tussen ____________________________
C: 220 gr.? : tussen ____________________________
4. Je zou met een combinatietang een ijzerdraad willen doorknippen.
Welke twee beweringen zijn waar? Omcirkel de goede antwoorden.
a) Je houdt je hand zo dicht mogelijk bij het draaipunt
b) Je houdt je hand zo ver mogelijk van het draaipunt.
c) Je knipt het ijzerdraad zo dicht mogelijk bij het draaipunt.
d) Je knipt het ijzerdraad zo ver mogelijk van het draaipunt
5. Wat versta je onder Hydrauliek? Omcirkel het goede antwoord.
a.) Daaronder wordt verstaan een cilinder die op water werkt.
b.) Daaronder wordt verstaan een cilinder die op lucht werkt.
c.) Daaronder wordt verstaan een cilinder die op benzine werkt.
d.) Daaronder wordt verstaan een cilinder die op olie werkt.
e.) Daaronder wordt verstaan een cilinder die op gas werkt.
6. Wat versta je onder Pneumatiek? Omcirkel het goede antwoord.
a.) Daaronder wordt verstaan een cilinder die op water werkt.
b.) Daaronder wordt verstaan een cilinder die op lucht werkt.
c.) Daaronder wordt verstaan een cilinder die op benzine werkt.
d.) Daaronder wordt verstaan een cilinder die op olie werkt.
e.) Daaronder wordt verstaan een cilinder die op gas werkt.
Pagina 1 van 3
7. Hoeveel draaipunten heeft je wijsvinger? Omcirkel het
goede antwoord.
a.) Een draaipunt.
b.) Twee draaipunten.
c.) Drie draaipunten.
d.) Vier draaipunten.
8. Rechtsboven zie je een hefboom waarmee je appels weegt. Zo te zien is er evenwicht. Er
wordt een appel weggehaald. Welke bewering is juist? Omcirkel het goede antwoord.
a) Je laat het gewicht op zijn plaats, want de weegschaal blijft in evenwicht.
b) Je verplaatst het gewicht naar punt A om evenwicht te krijgen.
c) Je verplaatst het gewicht naar punt B om evenwicht te krijgen
9. Hiernaast zie je een knijptang. Je wilt 3 ijzerdraad knippen, één op 5 cm, 10 cm en 20 cm
vanaf het draaipunt. Je plaatst je hand 100 cm vanuit het draaipunt. Hoe groot is de kracht
op de last F5, F10 en F20 cm inspanning. Vul de juiste getallen in.
a) Bij 5 cm is de kracht op de last ___________ x groter dan de kracht die je gebruikt bij de inspanning.
b) Bij 10 cm is de kracht op de last __________ x groter dan de kracht die je gebruikt bij de inspanning.
c) Bij 20 cm is de kracht op de last __________ x groter dan de kracht die je gebruikt bij de inspanning.
10. Vervolg van vraag 9: vul de juiste getallen in. Stel dat de inspanning 25 Newton is. Hoe
groot is dan de kracht:
a) F5 = ____________________ Newton.
b) F10 = ____________________ Newton.
c) F20 = ____________________ Newton.
Pagina 2 van 3
11. Vul de ontbrekende woorden in.
Hefbomen zijn (1)____________________ om het je (2) __________________ te maken. Door een
hefboom langer te maken kun je (3) _________________ Evenwicht bij een hefboom hangt af
van de (4) __________________ en de afstand tot het (5) ____________________
12. Er zijn 3 groepen hefbomen, vul de juiste woorden in.
a) Bij groep …… ligt ……..……………………. tussen ………………………………. en ……………………….……….
b) Bij groep …… ligt ……..……………………. tussen ………………………………. en ……………………….……….
c) Bij groep …… ligt ……..……………………. tussen ………………………………. en ……………………….……….
13. Neem de tabel hieronder over en teken de kenmerken op de juiste manier in zoals deze in
vraag 12 is aangegeven met de juiste kleuren.
Groep:
Groep:
Groep:
14. Jan en Piet willen gaan wippen. Jan weegt 150 kilo en Piet
75 kilo. Jan zit op 2 meter van het draaipunt. Op welke
afstand moet Piet gaan zitten zodat zij lekker kunnen
wippen, maak de berekeningen.
Kees en Luk willen samen met Bob wippen.
Bob is links, hij weegt 200 kilo en zit op een
afstand van 2 meter van het draaipunt. Kees is 60
kilo en zit samen met luk op een afstand van 4
meter van het draaipunt. Wat is het gewicht van
15.
Luk zodat ze normaal kunnen wippen? Maak de
berekeningen.
Pagina 3 van 3
Download