Verslag Valpreventie

advertisement
2015
Valpreventie
MW groep-B
Door Cees Smaal, Jeffrey Beets,
Jorick Snyers, Sanne bakker,
Sophie Fibbe, Tariq Hasanradja
en Tom Jonker
12-6-2015
Inhoud
Inhoud ....................................................................................................................................... 1
Inleiding ..................................................................................................................................... 2
Doelgroep .................................................................................................................................. 3
Vallen .................................................................................................................................... 3
Frailty .................................................................................................................................... 3
Epidemiologie. ........................................................................................................................... 4
Risicofactoren. ........................................................................................................................... 5
Intrinsieke risicofactoren. ..................................................................................................... 5
Extrinsieke factoren .............................................................................................................. 6
Risico’s in de omgeving zijn:.................................................................................................. 6
Interventie training op valpreventie kwetsbare ouderen ......................................................... 7
Het effect van eiwit in combinatie met krachttraining bij ouderen.......................................... 8
Eiwit....................................................................................................................................... 8
Conclusie ............................................................................................................................... 9
Voorbeeldprogramma valpreventie TAI CHI ........................................................................... 10
Oefening 1: Form 1: Commencing form............................................................................. 10
Oefening 2: Form 2: Repulse Monkey................................................................................. 10
Oefening 3: one step swim................................................................................................. 10
Oefening 4: shifting the water: .......................................................................................... 10
Oefening 5: Over the drum ................................................................................................. 11
Oefening 6: ball of energy ................................................................................................... 11
Oefening 7: circle the globe ................................................................................................ 11
Oefening 8: Shoulder push.................................................................................................. 11
Oefening 9: Opening lotusflower ........................................................................................ 11
Voorbeeldprogramma valpreventie krachttraining ................................................................ 12
Conclusie ................................................................................................................................. 13
Bronnenlijst ............................................................................................................................. 14
Inleiding
Er is opdracht gekomen tot het geven van een workshop met betrekking tot valpreventie.
Voor u ligt het ondersteunend product behorende tot deze workshop. In dit product zijn
verscheidene aspecten beschreven. Denk hierbij aan de doelgroep, de verschillende
risicofactoren, het effect van eiwit in combinatie met krachttraining bij ouderen, en een
voorbeeldprogramma voor valpreventie met daarin verschillende oefeningen. Alles wat
tijdens de workshop verteld en gedemonstreerd zal worden is terug te vinden in dit product.
Doelgroep
De doelgroep waar dit preventie plan over gaat heeft betrekking op iedereen die ouder is
dan 55 jaar. Uitonderzoek blijkt dat de hoeveelheid mensen die vallen na het passeren van
de leeftijd 55, toeneemt. (Bevolkingsstatiistiek 2011, Centraal Bureau voor de Statistiek.)
Voor het categoriseren van ouderen die een verhoogde kans hebben op vallen wordt het
woord frialty gebruikt.
Vallen
Vallen bij ouderen is een veel voorkomend probleem. Echter is het van belang om eerst het
begrip vallen te verduidelijken. Er zijn namelijk criteria wanneer iemand wel of niet valt.
Iemand die flauwvalt, op de grond terecht komt door plotselinge ziekte of op de grond
terecht komt door iets of iemand valt in theorie niet. De enige juiste definitie van vallen is:
onbedoeld op de grond (of ander lager oppervlak) terecht komen. (Roos van Swichem,
DLWO valpreventie presentatie 2015)
Frailty
Frailty is een breed begrip, een woord waar nog niet 1 betekenis voor gevonden is: "Frailty is
een toestand waarin iemand niet te onafhankelijk is of te veel stoornissen heeft en die
iemand vatbaar maakt voor ongewenste gezondheidsuitkomsten"1, "Frailty is een biologisch
syndroom van een verminderde reserve en weerstand tegen stressoren, dat het resultaat is
van dalingen van diverse fysiologische systemen, en dat kwetsbaarheid voor ongewenste
uitkomsten veroorzaakt"2 en "Frailty betekent een verlies van hulpbronnen in verschillende
domeinen van het functioneren, dat leidt tot een verminderde reservecapaciteit voor het
omgaan met stress"3 zijn verschillende opvattingen over het begrip frailty.
Doordat er zoveel verschillende opvattingen zijn over het begrip zijn er ook verschillende
tests om frailty aan te tonen, er kan gebruik gemaakt worden van een vragenlijst zoals de
TFI4 of de GFI5, of er kan een functionele test gedaan worden, zoals de TGUGT6.
Epidemiologie
Ouderen die frailty of ‘kwetsbaar’ zijn hebben een verhoogd risico op vallen. Uit cijfers blijkt
dat ouderen na hun 55ste levensjaar een verhoogd risico hebben om op vallen, dit
percentage loopt op naarmate de persoon ouder wordt. (hoorcollege Roos, Vallen DLWO)
Minstens 1 op de 3 ouderen vanaf 65 valt ten minste 1 keer per jaar, de helft van deze
mensen valt meerdere keren per jaar.7 Dit cijfer is nog hoger als er gekeken wordt naar
ouderen die wonen in verpleeghuizen, hier valt 50% van de ouderen meer dan 1 keer per
jaar.
Het aantal Nederlanders, ouder dan 65 jaar, die als gevolg van vallen naar de spoedeisende
hulp moeten is, 75.000 ouderen. Dit komt er op neer dat er elke 5 minuten een ouder valt.
Voor de komende jaren wordt verwacht dat er nog meer ouderen bij komen. Dit brengt
direct met zich mee dat er meer mensen per jaar zullen vallen. De reden dat er meer
ouderen bij komen is niet alleen dat de mens in het algemeen steeds ouder wordt, maar ook
omdat de babyboomgeneratie er aan komt. Dit zorgt voor een stijging van het aantal
ouderen wat valt. Een weergave hiervan in tabel 1.
Tabel 1.
Letsel Informatie Systeem 2013, VeiligheidNL.
De ernst van het vallen wordt pas duidelijk wanneer de cijfers over het letsel naar voren
komen. 60% van de ouderen die vallen loopt een fractuur op met daarin de meest
voorkomende fractuur; de heupfractuur met 16%.
Een ander factuur dat veel voorkomt is de polsfractuur met 11% (Letsel Informatie Systeem
2013, VeiligheidNL8).
Wanneer ouderen vallen neemt de kans op sterfte ernstig toe. Wanneer een oudere is
gevallen sterft 1% direct en 25% in het jaar na de val. Dit houd in dat er elk jaar 750 ouderen
direct sterven aan een val en 18.750 ouderen in het jaar na de val overlijden.
Risicofactoren
Factoren die er voor zorgen dat er een verhoogde kans is op het hebben van frailty zijn
onder te verdelen in drie categorieën. Deze drie categorieën zijn intrinsieke risicofactoren,
extrinsieke risicofactoren en omgevingsfactoren.9
Intrinsieke risicofactoren
Onder intrinsieke risicofactoren verstaan we alle lichamelijke factoren en waar de oudere
dus geen directe invloed op heeft.
Onderstaand een aantal intrinsieke risicofactoren:












Een chronische ziekte
Moeite met activiteiten van het dagelijks leven: Moeite met ADL geeft aan dat de
functionaliteit van de patiënt achteruit gaat. Dit resulteert in een hoger valrisico
Dementie
Spierzwakte/lichamelijke inactiviteit: Als de patiënt spierzwakte heeft in
bijvoorbeeld de quadriceps waardoor hij of zij zijn of haar benen niet goed kan
strekken, is de kans groter dat hij of zij door zijn of haar knie zakt
Balansprobleem: Als de patiënt last heeft van balansproblemen en dus niet stevig op
twee benen kan staan, dan is het risico groter dat de patiënt valt
Looppatroon: als de patiënt zijn of haar voeten over de grond sleept is de kans
groter dat hij of zij ergens over struikelt, zoals bijvoorbeeld over een uitstekend
object
Valangst: als de patiënt last heeft van valangst en dus minder zal gaan bewegen zal
de functie en de spierkracht van de patiënt afnemen waardoor hij of zij een groter
risico heeft op vallen
Eerder gevallen: Indien een patiënt eerder in het jaar gevallen is, is het een pijler dat
de patiënt een verhoogd risico op vallen.
vVsusstoornis: Als de patiënt last heeft van een ontsteking aan het
evenwichtsorgaan zal hij of zij erg snel duizelig zijn waardoor hij of zij eerder geneigd
is om te vallen
Hypotensie: Als de patiënt te snel opstaat en er een te lage bloeddruk is om bloed
naar de hersenen te brengen zal de patiënt onwel worden en geneigd zijn om te
vallen
Sarcopenie: Als de patiënt spierzwakte heeft in bijvoorbeeld de quadriceps
waardoor hij of zij zijn of haar benen niet goed kan strekken, is de kans groter dat hij
of zij door zijn of haar knie zakt
Depressiviteit: Hierbij wordt aan de patiënt gevraagd of: 1- hij zich de laatste tijd
depressief en/of somber voelde. 2- hij de laatste tijd plezier heeft gehad aan dingen
waar hij normaal plezier aan heeft. Indien er negatief wordt gereageerd op beide
vragen is er geen sprake van een depressie. Anders moet er aanvullend de Geriatric
Depression Scale (GDS) worden uitgevraagd (Over symptomen dievoorkomen bij
depressie. Bij een score van 6+ is er verdenking van depressie). Depressieve
patienten doen minder, waardoor de functionaliteit achteruit gaat. Ook hebben
antidepressiva een negatief effect op het valrisico




Cognitieve stoornis: Hierbij wordt de Mini-Mental State Examination (MMSE)
afgenomen met een score van 24-30. Een score van minder dan 24 kan
achteruitgang van cognitieve vaardigheden indiceren. Dit is in mindere mate een
risico voor vallen, maar wel noemenswaardig
Gewrichtsaandoeningen: Gewrichtsaandoeningen zoals artrose zorgen voor een
verhoogd risico op vallen. Dit, doordat er mobiliteitsstoornissen en antalgische
looppatronen aanwezig zijn. Ook zijn er vaker problemen met activiteiten zoals het
opstaan uit een stoel of bed
Hoge leeftijd
Lichamelijke (in)activiteit, mobiliteitsstoornissen: Lichamelijke inactiviteit zorgt voor
sneller verlies van functies en dus uiteindelijk ook voor mobiliteitsstoornissen.
Mobiliteitsstoornissen zijn een van de grootste risicofactoren die de kans op vallen
bij ouderen verhogen. Het doelgericht trainen voor verbetering van kracht en
evenwicht zorgen voor een aanzienlijke verlaging van het valrisico
Extrinsieke factoren
Extrinsieke risicofactoren zijn alle factoren die van buiten het lichaam komen en waar iets
aan veranderd zou kunnen worden. Onderstaand een aantal risicofactoren:


Meer dan 4 medicijnen nemen en of het nemen van specifieke medicijnen: De
belangrijkste farmaceutische middelen die geassocieerd zijn met een verhoogd risico
op vallen zijn neuroleptica, antidepressiva, sedativa/hypnotica, diuretica, digoxine
en 1A-antiaarhytmica. Het geleidelijk afbouwen van deze vormen van medicatie kan
de risico op vallen aanzienlijk verminderen maar is in de praktijk moeilijk
realiseerbaar. Er wordt vaak ook getracht om de medicatie van de patiënten aan te
passen
Loopmiddelen: als de patiënt al een loophulpmiddel gebruikt betekend dit al dat hij
of zij een probleem heeft met lopen zonder hulpmiddel, en dus een verhoogd
valrisico heeft
Risico’s in de omgeving zijn:




Losliggende kleedjes: Over kleedjes kun makkelijk uitgegleden en gestruikeld
worden
Gladde vloer: over een gladde vloer wordt snel uitgegleden
Slechte verlichting: door slechte verlichting is er slechter zicht waardoor de patiënt
sneller een obstakel over het hoofd ziet
Gebrek aan steunpunten: als er weinig steunpunten in huis zijn en de patiënt wordt
moe of duizelig dan kan deze geen steun zoeken en is er een verhoogd risico tot
vallen
Interventie training op valpreventie kwetsbare ouderen
Recent is gebleken dat intensiteitstraining een goede interventie is tegen valpreventie voor
kwetsbare ouderen. Hieronder is te lezen hoe deze werkt en wat de resultaten zijn.
De interventie is een wekelijkse oefengroep met de totale duur van een uur. Er wordt
begonnen met 5-10 minuten warming up en rekken van de spieren van de onderste
extremiteit. Daarna worden deze spieren getraind op kracht, balans, coördinatie en
uithoudingsvermogen. Het zijn vooral functionele oefeningen zoals van zit naar staan,
strekken om iets te pakken en gewicht verplaatsen. Balans en coördinatie wordt getraind
met gemodificeerde Tai Chi oefeningen, stepping, danspassen en het vangen en gooien van
een bal.
De anekdote van Tai Chi is over het algemeen bekend. Volgens een Cochrane
Review10verminderd Tai Chi het val percentage en het percentage op het risico van vallen
onder kwetsbare ouderen. Wolf etc11 heeft ook de voordelen van Tai Chi in een randomised
controlled trial geplaatst. Tai Chi is een combinatie van balans en kracht training met een
aerobisch tintje.12 In Hong Kong beoefenen de mensen de volledige Tai Chi. Deze is
theoretisch gezien effectief en als dat niet zo is veel beter. Dit kan worden gepromoot als
een wereldwijde aanbeveling voor het verbeteren van de gezondheid. Echter verbeteren
niet alle Tai Chi programma's de balans. Een lokale randomised controlled trial bewees geen
verschil in val percentage van de Tai Chi groep en de controle na 12 maanden.13 Kracht
wordt getraind door middel van eigen lichaamsgewicht (zit en sta) en door middel van
weerstand banden die zowel dienen voor de versterking van het boven en onder lichaam.
Uithoudingsvermogen word getraind door middel van stepping. Hierna volgt een cooling
down van ongeveer 10 minuten. Er word hier lichtjes gerekt en daarna zittend op de grond
geoefend met ontspannen en ademen. Alles wordt gedaan op. Er worden 9-18 oefeningen
gedaan per sessie. De oefeningen worden zwaarder naar mate een participant dat aan kan.
Naast het trainen krijgt de groep ook nog informatie ten behoeve van valpreventie. Er wordt
hen uitgelegd waar zij de handen en voeten moeten plaatsen op het moment dat zij uit
balans raken.14
Uit resultaten is gebleken dat ouderen gezonder zijn geworden en dat het valpercentage
omlaag is gegaan. De hertoets van de interventie sluit uit dat er significant beter wordt
gescoord op balansoefeningen en men minder bang is om te vallen. In de twaalf maanden
training is het percentage van de gevallen mensen in de interventie groep 40% lager dan die
van de controle groep.15
Hieruit kunnen we concluderen dat het wekelijks trainen in een interventiegroep met enkele
huiswerk oefeningen daadwerkelijk zorgt voor een betere balans en kracht om het vallen
onder kwetsbare ouderen te verminderen.
Het effect van eiwit in combinatie met krachttraining bij
ouderen
In het voorgaande hoofdstuk is te lezen dat spierversterkende oefeningen effectief zijn als
valpreventie bij ouderen met een verhoogd risico op vallen. Valpreventie hoeft echter niet
alleen uit spierversterkende oefeningen te bestaan. De afgelopen jaren is er veel onderzoek
gedaan naar de correlatie tussen spiermassatoename en de inname van eiwitten. Hieronder
wordt beschreven waarom eiwit van belang is in de voeding van ouderen met een verhoogd
risico op vallen, en hoe het een bijdrage kan leveren aan de toename van spiermassa.
Eiwit
Naarmate mensen ouder worden verliezen zij langzaam spiermassa en spierkracht. Dit
verschijnsel wordt ook wel sarcopenie. De oorzaak van sarcopenie is multifactorieel.
De oorzaak betreft onder andere een veranderde hormoonbalans, een verhoogde
inflammatoire status, lage fysieke activiteit en een verminderde inname van
voedingsstoffen.16 Sarcopenie is een van de oorzaken van het verhoogd risico op vallen. Een
kwestie die zowel voor de ouderen zelf als voor de maatschappij erg nadelig is.
Uit onderzoek is gebleken dat de eiwit inname, van fragiele ouderen en ouderen die zijn
opgenomen in een verpleeghuis, 0,8 gram per kilogram aan lichaamsgewicht per dag is.
Deze 0,8 gram is in overeenstemming met de richtlijnen van het voedingscentrum. Uit het
onderzoek blijkt echter ook dat ouderen een lage eiwit inname hebben tijdens het ontbijt en
de lunch. Deze hoeveelheid blijkt te weinig te zijn voor een optimale spiereiwitsynthese.
Spiereiwitsynthese is het proces waarbij spiercellen aminozuren, verkregen uit eiwitten,
omzetten in proteïne om zo de spiercel te vergroten of om de aanwezige proteïne in de
spiercel weer aan te vullen na inspanning. Indien er een negatieve balans ontstaat tussen
inspanning en de spiereiwitsynthese zien we dat de spiermassa afneemt. Het is dus
belangrijk om genoeg eiwittoevoer te hebben. Er wordt voor ouderen dan ook gesuggereerd
dat zij 25 gram eiwit per hoofdmaaltijd moeten binnenkrijgen om een positieve balans
tussen inspanning en spiereiwitsynthese te krijgen.17
De discussie omtrent eiwitinname bij fragiele ouderen is onderzocht door het Top Institute
for Food and Nutrition in Wageningen. Het instituut heeft een onderzoek uitgevoerd bij 62
fragiele ouderen. De deelnemers kregen gedurende 24 weken twee keer per dag een lege
placebo of een eiwitsupplement met 15 gram eiwit. Ze kregen dit supplement bij het ontbijt
of bij de lunch. Beide groepen, zowel de placebogroep als de eiwitgroep, moesten hetzelfde
krachttraining programma volgen. Door de krachttraining nam de spierkracht en het fysiek
functioneren bij beide groepen toe. In de groep met de eiwitsupplementen was de
spiermassa echter na 24 weken toegenomen met 1,3 kilogram, terwijl deze in de placebo
controlegroep nagenoeg gelijk bleef( figuur 1).18
(figuur 1)
Uit een recenter onderzoek is gebleken dat 0,8 gram eiwit per kilogram lichaamsgewicht te
weinig is voor het behoud van spiermassa bij kwetsbare ouderen. Deze meta-analyse
beschrijft dat een hoeveelheid van 1,0-1,1 gram eiwit per kilogram lichaamsgewicht gewenst
is voor het behoud van spiermassa bij kwetsbare ouderen.19
Conclusie
We zien in de bovenstaande onderzoeksresultaten dat de aanbevolen hoeveelheid eiwit 0,8
gram per kilogram lichaamsgewicht van het voedingscentrum te weinig is om een positieve
balans te behouden tussen spiereiwit-afbraak en de spiereiwitsynthese. De balans is bij de
kwetsbare ouderen dan ook vaak negatief waardoor de spiermassa verder afneemt. Uit
bovenstaand onderzoek is gebleken dat eiwitsupplementen van 15 gram , twee maal per
dag, in combinatie met krachttraining een goede combinatie is voor het vergroten van de
spiermassa bij kwetsbare ouderen. Ook zorgt het verhogen van de eiwitinname dagelijks
voor het behoud van spiermassa bij kwetsbare ouderen. Het behoud van spiermassa heeft
weer tot gevolg dat ouderen beter in staat zijn fysiek te functioneren.
Wel moet benoemd worden dat krachttraining alleen minder resultaat geeft dan
krachttraining in combinatie met de toegevoegde eiwitsupplementen. Alleen
eiwitsupplementen draagt niet bij aan de toename van spiermassa maar slechts aan het
behoud van de spiermassa, er is krachttraining voor nodig om de spiermassa ook
daadwerkelijk te laten toenemen.
Naar aanleiding van dit onderzoek wordt dan ook de aanbeveling gedaan om kwetsbare
ouderen te voorzien van eiwitsupplementen om de afbraak van spiermassa tegen te gaan en
om in combinatie met krachttraining eventueel de spiermassa te vergroten.
Voorbeeldprogramma valpreventie TAI CHI
Uit diverse onderzoeken is gebleken dat Tai Chi een goede interventie is omtrent
valpreventie. Dit omdat Tai Chi zich zowel richt op het verbeteren van kracht en van balans,
twee factoren die uitermate belangrijk zijn bij het voorkomen van vallen. Bij kwetsbare
ouderen is dan ook aangetoond dat er sprake is van een verminderde kracht en balans. Tai
Chi wordt uitgevoerd in groepen in een ontspannen sfeer op muziek. Zowel het sociale
aspect als ontspanning wordt aangesproken bij een Tai Chi trainingsprogramma.
De interventie is een wekelijkse oefengroep en het duurt in totaal een uur. Er wordt
begonnen met 5-10 minuten warming up en rekken van de spieren van de onderste
extremiteit. Daarna worden deze spieren getraind op kracht, balans, coördinatie en
uithoudingsvermogen. Het zijn vooral functionele oefeningen zoals van zit naar sta, strekken
om iets te pakken en gewicht verplaatsen. Balans en coördinatie word getraind met
gemodificeerde tai chi oefeningen, stepping, dans passen en het vangen en gooien van een
bal.20
Er worden zo een 9-18 oefeningen gedaan per sessie. De oefeningen worden zwaarder naar
mate een participant dat aan kan, de oefeningen kunnen zowel in zit als in stand worden
uitgevoerd. Naast het trainen krijgt de groep ook nog informatie over valpreventie. Er wordt
uitgelegd waar zij de handen en voeten moeten plaatsen indien zij uit balans raken.21
Oefening 1: Form 1: Commencing form
Anteflexie elevatie van de armen tot zo hoog mogelijk, daarna gaat met door naar het laten
zakken van de armen in een ronde beweging in caudale richting. Deze oefening wordt 5
maal uitgevoerd. De aandachtspunten bij deze oefening zijn de ademhaling en het maken
van een gecoördineerde beweging.
Oefening 2: Form 2: Repulse Monkey
Men maakt een uitvalpas en duwt daarbij de armen parallel aan elkaar naar de zelfde zijde
als de voet in de uitvalpas. Het lichaam maakt daarbij een lichte rompshift naar de zijde van
de uitgestapte voet. Deze oefening herhaalt men 5 maal per zijde.
Oefening 3: one step swim
Men stapt uit naar voren en plaatst de hak op de grond, tegelijk wordt een zwembeweging
gemaakt met de armen. Het gewicht wordt daarna van de hak naar de tenen verplaatst in de
uitgestapte voet. Daarna wordt het been langzaam teruggetrokken en maken de armen een
binnenwaartse zwembeweging. Men herhaalt dit 5 maal per been.
Oefening 4: shifting the water:
Men verplaatst het lichaamsgewicht van het linker naar rechter been, tegelijk bewegen de
armen mee in de richting van het been waarop het gewicht wordt geplaatst. Men probeert
volledig in balans te staan op een been. Deze oefening wordt 5 maal gedaan per been.
Oefening 5: Over the drum
Men pakt een denkbeeldige bal vast met twee handen recht voor het lichaam. Er wordt een
uitstap beweging gemaakt waarin er een langzame afwikkeling plaatsvindt van hak naar de
tenen, er wordt balans gezocht op het uitgestapte been. De denkbeeldige bal wordt in de
beweging opwaarts naar voren geplaatst. Dit herhaalt men 5 maal per been.
Oefening 6: ball of energy
Men plaatst de benen uit elkaar in een voorwaartse stap en brengt het lichaamsgewicht van
het voorste naar het achterste been waarbij het gehele lichaamsgewicht op een been rust.
De armen maken een voorwaartse craniale beweging bij het verplaatsen van het gewicht
zakken de armen langzaam langs het lichaam tot de anatomische rusthouding. Men herhaalt
dit 5 maal per been.
Oefening 7: circle the globe
Men maakt uitvalpassen naar de zijkant waarbij het lichaamsgewicht verplaatst wordt naar
het uitgestapte been, tegelijk worden circulaire bewegingen gemaakt met de armen in
unilaterale richting. De focus bij deze oefening ligt op balans bij het uitstappen. Men
herhaalt dit 5 maal per been.
Oefening 8: Shoulder push
Men maakt een abrupte uitstap beweging naar voren waarbij de armen een duwbeweging
naar voren maken. Het uitgestapte been probeert zo goed mogelijk balans te vinden op de
enkel. Het draait hierbij om de enkelbalans en het hervinden van balans na abrupte
bewegingen. Men herhaalt dit 5 maal per been.
Oefening 9: Opening lotusflower
Men zakt met de knieën naar 15 graden flexie en maakt gelijktijdig een abductie beweging
met de armen, de armen worden daarna naar elevatie geheven. Men strekt de knieën en de
armen worden boven het hoofd samengevoegd en naar de borst gebracht. Hierna worden
de handen geopend. Dit herhaalt men 5 maal.
Voorbeeldprogramma valpreventie krachttraining
Uit onderzoek is gebleken dat krachttraining een effectieve interventie is bij ouderen met
een verhoogd valrisico. De studie is een RCT, uitgevoerd bij 280 ouderen van 65+ in een
‘reteriment village’ die een verhoogd valrisico hebben. Zij werden gesplitst in een controle
groep die het programma niet volgde en een groep die het programma wel volgde.
De uitkomsten werden genoteerd na 6, 12 en 18 maanden, betreffende of en hoe vaak de
ouderen zijn gevallen, maar ook de kwaliteit van leven, been- en knijpkracht, cognitieve
functie, reactietijd en analyse van het gaan.
Training voor ‘On-site supervised excersice program’, ofwel; ter plaatse, in bijvoorbeeld het
verpleeghuis, dagbehandeling en polikliniek. Dit programma bevat trainingen voor
houdingsoefeningen, balanstraining en krachttraining. Oefeningen worden in stand
uitgevoerd. De trainingsparameters die gebruikt worden zijn volgens De Morree.22
De oefeningen zullen zowel statisch als dynamisch uitgevoerd moeten worden en worden
bovendien zwaarder en vaker uitgevoerd naarmate de belastbaarheid van de cliënt beter
wordt in kracht en coördinatie. Zo worden balansoefeningen moeilijker gemaakt door de
ondergrond te veranderen of een kleinere oefenruimte te gebruiken.
“The progression of exercises will also take into account the individual level of exertion
required as measured by the Borg Rating of Perceived Exertion scale at the end of each
exercise session.”
De krachttraining zal met name bestaan uit oefeningen die gericht zijn op plantair en
dorsaalflexie, knie extensie en heup abductie.
Specifieke oefeningen hierbij zijn dan: plantairflexie en dorsaalflexie in stand, voorwaarts en
zijwaarts opstappen op blokken/steps etc en bijvoorbeeld van zit naar stand.
De balansoefeningen zullen bestaan uit oefeningen die onder andere uitgevoerd worden in
de semi-tandem positie en de tandem positie.*
Denk ook aan oefeningen als zo snel mogelijk op en af stappen op blokken/steps, wandelen
(op tempo) met verschillende richtingen en draaimomenten. En bovengenoemde
oefeningen doen in variërende omgeving, ondergrond, hindernissen etc.
Conclusie
Uit het literatuuronderzoek is gebleken dat er veel evidentie is voor valpreventie en er
verschillende manieren zijn om het risico tot vallen te laten dalen. Uit het onderzoek is
gebleken dat Tai Chi en spierkrachttraining goede interventies zijn om het risico op vallen te
verlagen. Ook is er onderzoek gedaan naar de invloed van eiwit in combinatie met training
bij ouderen. Dit bleek een grote invloed te hebben op de spiermassa van de ouderen, voor
zowel het behouden als het opbouwen van de spiermassa. De groep ouderen die werden
voorzien van deze combinatie hadden na 24 weken een spiermassa toename van 1.3kg. De
conclusie van dit verslag is dan ook dat een combinatie van spiekrachttraining,
balanstraining en een inname van voldoende eiwit de beste interventie is.
Bronnenlijst















1
Walston J. et al. Frailty in Older Adults: Evidence for a Phenotype. The journals of
gerontology. Series A, Biological sciences. Beschikbaar via
http://biomedgerontology.oxfordjournals.org/content/56/3/M146.full.pdf+html.
Geraadpleegd op 18-05-2015. p.1-3.
2
Walston J. et al. Frailty in Older Adults: Evidence for a Phenotype. The journals of
gerontology. Series A, Biological sciences. Beschikbaar via
http://biomedgerontology.oxfordjournals.org/content/56/3/M146.full.pdf+html.
Geraadpleegd op 18-05-2015. p.1-3.
3
Walston J. et al. Frailty in Older Adults: Evidence for a Phenotype. The journals of
gerontology. Series A, Biological sciences. Beschikbaar via
http://biomedgerontology.oxfordjournals.org/content/56/3/M146.full.pdf+html.
Geraadpleegd op 18-05-2015. p.1-3.
4
Gobbens R. et al. The Tilburg Frailty Indicator: psychometric properties. Journal of
the American Medical Directors Association 2010; 11. p. 344-355.
5
Slaets J. Groninger Frailty Index. Internetbron. Beschikbaar via:
http://www.ketenzorgamsterdam.nl/images/stories/Opah/opah_10_a_kwetsba.pdf
Geraadpleegd op 19-05-2015
6
Mathias S. et al. Timed up and go test. Internetbron fysiotherapie wetenschap.
Beschikbaar via: http://www.fysiotherapiewetenschap.com/bestanden/50.pdf
Geraadpleegd op 19-05-2015.
7
Tinetti M. et al. The patient who falls. Internetbron Jama 2010; 303. Beschikbaar
via: http://jama.jamanetwork.com/article.aspx?articleid=185213 Geraadpleegd op
19-05-2015.
8
Tinetti M. et al. The patient who falls. Internetbron Jama 2010; 303. Beschikbaar
via: http://jama.jamanetwork.com/article.aspx?articleid=185213 Geraadpleegd op
19-05-2015.
9
Tinetti M. et al. The patient who falls. Internetbron Jama 2010; 303. Beschikbaar
via: http://jama.jamanetwork.com/article.aspx?articleid=185213 Geraadpleegd op
19-05-2015.
10
Gillespie LD. et al. Interventions for preventing falls in older people living in the
community. Cochrane Database. Beschikbaar via:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/22972103 Geraadpleegd op 19-05-2015.
11
Wolf SL. et al. Reducing frailty and falls in older persons: an investigation of tai chi
and computerized balance training. Journal of the American geriatrics society2003;
51. p.1794-803.
12
Hackney ME. et al. Impact of Tai Chi Chu’an practice on balance and mobility in
older adults: an integrative review of 20 years of research. Journal of geriatric
physical therapy. 2014; 37. p.127-35.
13
Woo J. et al. A randomised controlled trial of Tai Chi and resistance exercise on
bone health, muscle strength and balance in community-living elderly people. Age
and Ageing 2007;36. p. 262-268.
14
Luk JK. et al. Falls prevention in the elderly: translating evidence into practice.
Hong Kong Medical Journal. Beschikbaar via:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/25722468 Geraadpleegd op 19-05-2015.
15
Barnett A. et al. Community-based group exercise improves balance and
reduces falls in at-risk older people: a randomised controlled trial. Age Ageing. 2003
Jul;32. Beschikbaar via:







http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/?term=strength+training+prevents+falling
Geraadpleegd op 19-05-2015.
16
Janssen I. The epidemiology of sarcopenia. Clinics in geriatric medicine. Aug 2011;
27. p. 355–363.
17
Tieland M. et al. Dietary protein intake in community-dwelling, frail, and
institutionalized elderly people: scope for improvement. European journal of
nutrition. May 2011; 2. p. 173-179.
18
Tieland M. et al. Protein Supplementation Increases Muscle Mass Gain During
Prolonged Resistance-Type Exercise Training in Frail Elderly People: A Randomized,
Double-Blind, Placebo-Controlled Trial. Journal of the American Medical Directors
Association. Jul 6 2012. p. 13-9.
19
Cermak NM. et al. Protein supplementation augments the adaptive response of
skeletal muscle to resistance-type exercise training: a meta-analysis. American
Journal of Clinical Nutrition. Dec 2012; 96. p.1454-1464.
20
Wolf SL. et al. Reducing frailty and falls in older persons: an investigation of tai chi
and computerized balance training. Journal of the American Geriatric Society
2003;51. p.1794-1803
21
Li, J. et al. “Tai Chi: Physiological Characteristics and Beneficial Effects on Health.”
British Journal of Sports Medicine 2001;35. p.148–156.
22
J.J. de Morre. et al. Inspanningsfysiologie, oefentherapie en training. Bohn Stafleu
van Loghum 2011. p. 161-171.
Download