10 EXCERPT DENTAL TRIBUNE NETHERLANDS EDITION APRIL 2017 Behandeling van TMD-pijn Dit is een fragment uit het recent verschenen nascholingsprogramma TMD-pijn. Diagnostiek en behandeling (AccreDidact), geschreven door Peter Wetselaar, Corine Visscher, Michail Koutris en Frank Lobbezoo. gens komen aan bod: counseling, opbeetplaattherapie, fysiotherapie en psychosociale therapie. Vervolgens wordt de farmacotherapie in een aparte paragraaf besproken, zowel voor TMD-pijn als voor neuropathische pijn. 5.1 Inleiding 5.2. Counseling Het doel van de behandeling bij patiënten met TMD-pijn is het verminderen of, zo mogelijk, het wegnemen van de pijn. Hierbij is het raadzaam om gebruik te maken van reversibele behandelvormen. Irreversibele ingrepen, zoals orthognathische chirurgie, kaakgewrichtschirurgie of occlusale correcties door middel van inslijpen of invasieve restauratieve behandelingen, dienen ter preventie of behandeling van TMD-pijn zo veel mogelijk vermeden te worden.16,17 In vrijwel alle gevallen kan met een reversibele therapievorm, of met een combinatie van therapievormen, worden volstaan. In dit hoofdstuk worden de reversibele therapievormen besproken, waarbij telkens wordt aangegeven welke rol daarbij is weggelegd voor de tandarts-algemeen practicus en wat beter kan worden overgelaten aan een multidisciplinair team. Achtereenvol- Counseling is een therapievorm die thuishoort in het behandelspectrum van iedere TMD-behandelaar. Elke behandelstrategie dient gepaard te gaan met counseling. Het Engelse woord counseling betekent letterlijk ‘raadgeving’. Raad geven, oftewel het geven van adviezen, is echter een onderdeel van counseling. Naast adviezen geven, maken geruststellen en uitleg geven deel uit van de counseling van TMD-patiënten. Na de anamnese, het klinische onderzoek en de eventueel benodigde aanvullende diagnostische tests, worden de uitkomsten van het diagnostische proces met de patiënt besproken. Bij een TMDdiagnose is het zaak de patiënt gerust te stellen met het feit dat er ‘slechts’ sprake is van een aandoening van het bewegingsapparaat. Als tweede stap in het counselingproces leggen we de patiënt uit wat de aard van de aandoening is Algemene adviezen aan myalgiepatiënten • Probeer de kauwspieren zo veel mogelijk te ontspannen. • Probeer belastende mondgewoonten te vermijden. • Probeer bij acute pijnklachten het afbijten en kauwen van hard of taai voedsel tijdelijk te vermijden. Probeer stressvolle situaties zo veel mogelijk te vermijden. Voor artralgiepatiënten zijn bovendien de volgende adviezen nuttig: • Probeer het wijd opendoen van de mond zo veel mogelijk te vermijden. Als u aan één kant meer kaakgewrichtspijn heeft dan aan de andere, probeer dan zo veel mogelijk aan de pijnlijkste zijde te kauwen. Hierdoor wordt de pijnlijkste zijde het minst belast. Het kaakgewricht aan de kauwzijde transleert immers nauwelijks, terwijl het gewricht aan de niet-kauwzijde grote translatiebewegingen maakt. • • • • • • Zorg voor een goed bed en een rustige, goed geventileerde, donkere kamer. Ontspan u voor het slapengaan; bouw uw dag af, vermijd ongeveer één uur voor het slapengaan inspannende geestelijke en lichamelijke activiteiten. Als u kleine kinderen hebt, probeer dan ten minste één nacht per week door te slapen. Nuttig geen zware maaltijden na zeven uur ’s avonds. Vermijd cafeïne (koffie, thee, cola, chocola) na zeven uur ’s avonds. Gebruik geen alcohol als ‘slaapmutsje’. Afbeelding 12. Een stabilisatieopbeetplaat is geïndiceerd bij patiënten met artralgie of myalgie (in combinatie met fysiotherapie). Een opbeetplaat kan ook worden gebruikt om het gebit van iemand met slaapbruxisme te beschermen. een keer op consult te vragen, kan de behandelaar het efect van de counseling evalueren. 5.3 Stabilisatieopbeetplaattherapie De stabilisatieopbeetplaat (SOBP) is een belangrijk hulpmiddel bij de behandeling van TMD-aandoeningen, dat zowel de tandartsalgemeen practicus als de tandarts-gnatholoog kan toepassen. De plaat wordt van een geperste of gefreesde (harde) kunststof vervaardigd, is uitneembaar en omvat alle gebitselementen, bij voorkeur die van de bovenkaak. Een goede pasvorm en retentie (knopankers, apicaalwaarts omvatten van de gebitselementen) dragen ertoe bij dat de plaat voldoende stabiliteit verkrijgt. De plaat heeft vlakke knobbelhellingen met ondiepe reliëfs en verschaft de patiënt een front- en hoektandgeleiding. Het valt buiten de reikwijdte van deze nascholing om de mogelijke complicaties bij starten van een opbeetplaattherapie, zoals orthodontie, uitgebreid restauratief werk of het gemutileerd zijn van de dentitie, en het vervaardigingsprocedé van een SOBP in detail te beschrijven. 5.3.1 Werkingsmechanismen Het is tot op heden nog onduidelijk hoe een SOBP werkt. Een veelgenoemde optie is dat de kauwspieren en het kaakgewricht anders worden belast. Onderzoek heeft aangetoond dat met een SOBP in situ de elektromyografische activiteit van met name de m. temporalis afneemt. Zeker in de temporalisspieren zorgt een SOBP dus voor spierrelaxatie en daarmee voor een vermindering van de myalgie. Door het dragen van een Goede adem, 12 uur lang hecht zich aan is wetenschappelijk bewezen. De unieke gepatenteerde formule De 12 uur durende werking van CB12 tegen een onaangename adem en veilig bevonden voor dagelijks gebruik. de binnenkant van de mond, tanden en tong. CB12 is bewezen effectief CB12 MONDSPOELING NEUTRALISEER JE ADEM maskeer deze niet Unieke formule Goede adem, 12 uur lang Met fluoride, helpt tanden sterk te houden In 2016 is een nieuwe studie gepubliceerd, waarin de 12 uur durende werking van CB12 nogmaals bevestigd is. REDUCTIE VLUCHTIGE ZWAVELGASSEN CB12 mondspoeling vs water CB12 mondspray verfrist de mond direct en zorgt langere tijd voor een goede adem. De gepatenteerde CB12 formule met zink en chloorhexidine neutraliseert de processen in de mond die een onaangename adem veroorzaken. CB12 mondspray bevat geen alcohol en is geschikt voor dagelijks gebruik. Spray 1-2 keer in de mond, 2-3 keer per dag. Seemann, R., Filippi, A., Michaelis, S., Lauterbach, S., Hans-Dieter, J., Huismann J. (2016). Duration of effect of the mouthwash CB12 for the treatment of intra-oral halitosis: a double-blind, randomised, controlled trial. Journal of Breath Research, 10 (3), 03600. n. Op dit platform Via www.MedaConnects.nl kunt u een gratis CB12 proefpakket aanvrage ook blogs, video’s en vindt u meer achtergrondinformatie en studies over CB12, maar heeft. interviews met collega’s over alles wat met dentale professie te maken CB12-51-28032017 • en wat de mogelijke oorzaken zijn. De uitleg wordt bepaald door het soort TMD-pijn, de etiologische factoren en de behoefte dan wel de noodzaak om te behandelen. Zo kan de TMD-pijn in veel gevallen samenhangen met een relatieve overbelasting van de kauwspieren of de kaakgewrichten. Is er sprake van een chronische TMD-pijn, dan spelen psychosociale factoren vaak een rol in de etiologie. In dergelijke gevallen doet de algemeen-practicus er goed aan dit in globale termen aan de patiënt uit te leggen en vervolgens te verwijzen naar een tandarts-gnatholoog die in multidisciplinair teamverband samenwerkt met een psycholoog. Zoals gezegd, het geven van adviezen is een essentieel onderdeel van counseling. Het is daarbij van belang dat de behandelaar adviezen geeft die zijn afgestemd op de individuele patiënt en dus zijn gebaseerd op de TMD-probleemstelling. Het voert te ver om in dit kader adviezen voor alle mogelijke combinaties binnen de TMD-probleemstelling te bespreken. Wel zijn er algemene adviezen die gegeven kunnen worden aan myalgie- en artralgiepatiënten. Aangezien veel TMD-problemen geassocieerd lijken te zijn met slaapbruxisme, is het beperken van die etiologische factor nodig.18 Het gevaar voor slaapbruxisme kan worden beperkt door de patiënt adviezen te geven die leiden tot een slaap met zo veel mogelijk diepe slaapstadia. Dit kan worden bewerkstelligd met een goede slaaphygiëne. De ervaring leert, dat het geven van goede counseling een volwaardige therapie vormt. Met name bij de mildere TMD-pijn, bijvoorbeeld een milde myalgie als gevolg van overbelastende gewoonten als nagelbijten en kauwgom kauwen, is counseling vaak afdoende: de patiënt krijgt het advies met deze gewoonten te stoppen. Door de patiënt na een aantal weken nog Slaaphygiëneadviezen Meda Pharma B.V., een Mylan organisatie, Krijgsman 20, 1186 DM Amstelveen EXCERPT 11 DENTAL TRIBUNE NETHERLANDS EDITION APRIL 2017 Intraorale massage • • Afbeelding 13. Een patiënt die via elektroden verbonden is met het myofeedbackapparaat. Met het apparaat is klemgedrag af te leren. • Afbeelding 14. De patiënt wordt geïnstrueerd hoe ze de musculus masseter kan masseren. Afbeelding 15. De patiënt masseert zelf de musculus masseter. Plaats uw duim aan de binnenkant van uw wang en bijt de kiezen op elkaar. U voelt nu uw kauwspier aanspannen. Dit is het gebied waar u moet masseren. Ontspan uw onderkaak, waardoor er geen contact meer is tussen de tanden en kiezen van de onderkaak en die van de bovenkaak. Glijd met uw duim van boven naar beneden over de kauwspier. U duwt daarbij uw duim zachtjes naar buiten. Met de vingers van dezelfde hand begeleidt u de beweging aan de buitenkant van de wang. Doe dit gedurende ongeveer één minuut. Aan het begin van de oefening kunt u een milde pijn ervaren, die na maximaal een halve minuut hoort te verminderen. Is dit niet het geval, voer de oefening dan met wat minder kracht uit. SOBP wordt ook het kaakgewricht in mechanisch opzicht gunstiger belast, waardoor herstel wordt bevorderd en de aanwezige artralgie afneemt. Een andere optie is het slaapbruxisme-reducerende efect van een SOBP.19 Dit remmende effect treedt echter niet bij iedereen op. Bij welke patiënten dit wel het geval zal zijn, is nog onvoorspelbaar. Bovendien is het efect veelal tijdelijk van aard. Het is goed om op te merken dat zelfs in gevallen dat een SOBP niet werkt of zelfs leidt tot een toename van slaapbruxisme, de bruxist mag verwachten dat de gebitsslijtage wordt beperkt door het dragen van de opbeetplaat. Ook kan het zijn dat door een SOBP het klemmen overdag wordt ontmoedigd, waarbij een SOBP in feite als een passief biofeedbackapparaat werkt. Tevens kan een SOBP verkeerde gewoonten verhinderen. Hierbij gaat het vooral om gewoonten die overdag bewust of halfbewust worden uitgevoerd, zoals nagelbijten of kauwgom kau- wen. Naast de eerdergenoemde werkingsmechanismen, moeten we er rekening mee houden dat de werking van een SOBP ook op het placebo-efect kan berusten. 5.3.2 Het plaatsen van een SOBP Een SOBP moet vóór het plaatsen worden geïnspecteerd. Het is belangrijk dat de vormgeving van de plaat voldoet aan de in paragraaf 5.3 genoemde eisen. De opbeetplaat mag geen scherpe randen hebben. Vervolgens moet de patiënt worden geïnstrueerd hoe hij de plaat moet in- en uitnemen en hoe de plaat gereinigd en bewaard moet worden. En last but not least: hoe lang de plaat gedragen moet worden. Het is raadzaam de patiënt vooraf te vertellen dat de opbeetplaat enige gewenning zal vergen. Het verstoorde uiterlijk, het moeilijker praten en het volle gevoel zijn veelgenoemde aanloopproblemen. Het dragen van een SOBP kan gedurende de eerste paar weken ook gepaard gaan met een toename van de TMD-pijnklachten. Door een te strakke plaat kunnen de gebitselementen gevoelig of pijnlijk worden. De patiënt moet hiervan op de hoogte zijn, omdat de SOBP anders niet meer zal worden gedragen. Desgewenst kan de patiënt in het begin een pijnstiller nemen. Gedurende de eerste maanden kan er ook sprake zijn van een veranderde speekselvloed. Deze kan toeof afnemen. 5.3.3 Evaluatie Na het plaatsen van de SOBP is het nodig de patiënt terug te zien om de behandeling te kunnen evalueren. Het is gebruikelijk de eerste controle binnen één tot twee weken te laten plaatsvinden. Er is dan nog niet veel efect te verwachten, maar het geeft de patiënt de gelegenheid zijn eerste ervaringen met de behandelaar te delen, terwijl de behandelaar de SOBP nogmaals kan controleren en de patiënt kan motiveren de opbeetplaat te blijven dragen. Na deze eerste controle worden er evaluaties uitgevoerd op geleide van de klachten, maar in ieder geval zes weken, drie maan- den en zes maanden na het plaatsen. Zodra de klachten gedurende zes weken stabiel zijn gebleven op een laag, voor de patiënt acceptabel niveau, of als de klachten gedurende zes weken zelfs zijn weggebleven, kan er met afbouwen worden begonnen. Dat gebeurt door het aantal momenten dat de SOBP wordt gedragen geleidelijk te verminderen, steeds weer individueel bepaald. Een patiënt kan als ‘afbehandeld’ worden beschouwd, indien: • de pijnklachten over zijn; • de behandeling is vastgelopen. De patiënt kan dan het best worden verwezen naar een op dit gebied gediferentieerde tandarts (tandarts-gnatholoog); • de klachten significant zijn afgenomen en de patiënt als het ware zijn eigen behandelaar is geworden. Dit houdt in dat hij in staat is bij toenemende klachten de opbeetplaatbehandeling zelf weer op te pakken en binnen een aantal weken weer af te bouwen, zonder dat de behandelaar daarbij wordt betrokken. Wel moet de SOBP bij elk tandartsbezoek ter controle worden meegenomen, ook als er geen klachten zijn. 5.4 Fysiotherapie In de voorafgaande paragrafen zijn therapievormen beschreven die gedeeltelijk of geheel door de tandarts-algemeen practicus kunnen worden geïndiceerd en uitgevoerd. In deze paragraaf komen therapievormen aan bod die in principe tot het werkterrein van de fysiotherapeut behoren, maar die deels ook door de tandarts- algemeen practicus of gediferentieerd tandarts moeten kunnen worden uitgevoerd. Er is een onderscheid tussen oefentherapie en myofeedbacktherapie. Oefentherapie kan door de tandarts worden gestart bij een myalgie. Er zijn twee oefeningen die we de patiënt kunnen leren, waarna hij ze zelf kan uitvoeren: intraorale massage van de musculus masseter en ontspanningsoefeningen (zie kader). Als de myalgie (mede) het gevolg is van Ontspanningsoefeningen • • • Richt uw aandacht eerst op uw schouders en ontspan deze. Vaak zakken de schouders dan een eindje omlaag. Verplaats uw aandacht vervolgens naar de nek, het gezicht, de onderkaak, de lippen en de tong, en ontspan al deze gebieden. Wanneer de onderkaak ontspannen is, is er geen contact tussen de tanden en kiezen van de onderkaak en die van de bovenkaak. Ook ligt de tong ontspannen in de mond. De tong mag de tanden en het gehemelte wel raken, maar er niet met kracht tegenaan duwen. Als u goed ontspannen bent, pakt u uw kin vast en probeert u de onderkaak voorzichtig in een redelijk tempo open en dicht te bewegen. Doe dit gedurende ongeveer twintig seconden. Het is verstandig deze oefening uit te voeren op momenten dat u rustig de tijd hebt, bijvoorbeeld voor het slapengaan. Als deze oefening goed lukt, probeer dan het ontspannen gevoel in de onderkaak zo veel mogelijk tijdens activiteiten in uw dagelijks leven op te roepen. Let er vooral op tijdens activiteiten waarvan u weet dat u het lastig vindt om te ontspannen, bijvoorbeeld tijdens het sporten, wanneer u stress ervaart, of wanneer u aan een computer werkt. klemmen gedurende de dag, dan kan de orofaciaal fysiotherapeut de patiënt helpen met het afleren van het klemgedrag door middel van myofeedback. Daarbij leert de patiënt door visuele terugkoppeling van het elektromyografische signaal van de kauwspieren het verschil te herkennen tussen aanspannen en ontspannen. TMD-pijn Diagnostiek en behandeling voor KRT en zorgd n o M r registe van auteurs: Peter Wetselaar, Corine Visscher, Michail Koutris, Frank Lobbezoo www.accredidact.nl