Zingen voor de dienst: (Zelf invullen)

advertisement
Opwekkingsdienst
11 januari 2015
in de Poort om 16.45
Voorganger: ds. E.J. Terpstra
Met medewerking van de Sing-in band
Thema: ‘Groeien in de eindtijd’
Samenzang voor de dienst:
681
Refrein:
Maak groot onze God,
zing met mij,
maak groot onze God.
Zing, want Hij
is groot, zo groot, onze God.
Allerhoogste Heer,
waardig onze eer.
Kom, zing met mij:
maak groot onze God.
(refrein)
De Koning in Zijn pracht,
bekleed met eer en macht;
kom aarde, juich voor Hem,
aarde, juich voor Hem.
Het duister vreest Zijn licht;
als Hij rechtvaardig richt,
dan vlucht het voor Zijn stem,
vlucht het voor Zijn stem.
(refrein)
De God die eeuwig leeft,
de tijd geschapen heeft,
de Vader, Geest en Zoon,
Vader, Geest en Zoon.
Het Lam dat werd geslacht,
de Leeuw in al Zijn kracht,
de Koning op de troon,
Koning op de troon.
(refrein)
1
475
Majesteit, Koning in eeuwigheid,
U die heel de schepping
door Uw hand hebt
voortgebracht.
Majesteit, Koning in eeuwigheid,
U bent mijn Verlosser,
mijn schuilplaats en mijn kracht.
Refrein:
Wij verhogen U, Heer Jezus;
elke knie zal buigen voor Uw
troon.
Wij verhogen U, Heer Jezus;
niemand is als U, nee,
niemand is als U
576
Als wij samen U aanbidden
dan maakt Uw Geest ons één.
U bent welkom in ons midden,
wij eren U alleen.
Ons hart staat voor U open,
Heer, neem de ereplaats;
wij heffen onze handen naar U
op.
Zie hoe, als wij voor Hem zingen,
de hemel opengaat
en als frisse morgenregen
Zijn liefde mensen raakt.
Want U alleen bent waardig,
dat Sion U aanbidt,
de Koning die voor eeuwig
heersen zal!
Refrein:
Immanuël, God zelf is met ons.
Vredevorst, machtig God,
de allerhoogste heer.
Immanuël, God zelf is met ons.
Vredevorst, machtig God,
de allerhoogste heer.
Immanuël, God zelf is met ons. ...
(refrein)
Welkom- mededelingen
Stil gebed
Votum en groet
Psalm 86: 6
6. Leer mij naar Uw wil te handlen,
'k Zal dan in Uw waarheid wandlen;
Neig mijn hart, en voeg het saam,
Tot de vrees van Uwen Naam.
HEER', mijn God, ik zal U loven,
Heffen 't ganse hart naar boven;
'k Zal Uw Naam en majesteit
Eren tot in eeuwigheid.
Geloofsbelijdenis
2
713
Alles wat ik ben behoort U toe
en al wat ik op aarde heb,
ontving ik dankzij U.
Ik zet mijn trots en eergevoel
opzij;
het dienen van mijn Heer is nu
het hoogste doel voor mij.
Zo gauw wens ik wat U
een ander geeft
en zie ik niet de gaven die
U mij gegeven heeft.
Heer, blaas het vuur aan dat U
eens begon;
ontsteek in mij een liefdesvuur
dat iedereen zal zien.
Refrein:
Want als U het huis niet bouwt,
is mijn moeite tevergeefs.
Als U niet werkt door mij
blijft er niets dat waarde heeft.
Ik wil bouwen aan een huis
dat de vuurproef kan doorstaan;
iets dat blijvend is,
waarvan U zegt: Goed gedaan.
(refrein)
Voor de glorie van Uw naam.
Glorie van Uw naam!
Glorie van Uw naam!
Glorie van Uw naam!
(refrein)
Schriftlezing 2 Petrus 3: 1-18 (tekst vers 17&18)
De dag des Heren
1. Dit is reeds de tweede brief, geliefden, die ik u schrijf; in beide tracht ik uw zuiver
besef door herinnering wakker te houden, 2. om aan de woorden te denken, die
door de heilige profeten tevoren gesproken zijn, en aan het gebod uwer apostelen
van de Here en Heiland. 3. Dit vooral moet gij weten, dat er in de laatste dagen
spotters met spotternij zullen komen, die naar hun eigen begeerten wandelen, 4. en
zeggen: Waar blijft de belofte van zijn komst? Want sedert de vaderen ontslapen
zijn, blijft alles zo, als het van het begin der schepping af geweest is. 5. Want willens
en wetens ontgaat hun, dat door het woord van God de hemelen er sedert lang
geweest zijn en de aarde, die uit en door het water bestaat, 6. waardoor de
toenmalige wereld is vergaan, verzwolgen door het water. 7. Maar de
tegenwoordige hemelen en de aarde zijn door hetzelfde woord als een schat
weggelegd, ten vure bewaard tegen de dag van het oordeel en van de ondergang
der goddeloze mensen.
8. Doch dit ene mag u niet ontgaan, geliefden, dat een dag bij de Here is als
duizend jaar en duizend jaar als een dag. 9. De Here talmt niet met de belofte, al
zijn er, die aan talmen denken, maar Hij is lankmoedig jegens u, daar Hij niet wil,
dat sommigen verloren gaan, doch dat allen tot bekering komen.
10. Maar de dag des Heren zal komen als een dief. Op die dag zullen de hemelen
met gedruis voorbijgaan en de elementen door vuur vergaan, en de aarde en de
werken daarop zullen gevonden worden.
11. Daar al deze dingen aldus vergaan, hoedanig behoort gij dan te zijn in heilige
wandel en godsvrucht, 12. vol verwachting u spoedende naar de komst van de dag
Gods, ter wille waarvan de hemelen brandende zullen vergaan en de elementen in
3
vuur zullen wegsmelten. 13. Wij verwachten echter naar zijn belofte nieuwe
hemelen en een nieuwe aarde, waar gerechtigheid woont.
14. Daarom, geliefden, beijvert u in deze verwachting, onbevlekt en onberispelijk te
blijken voor Hem in vrede, 15. en houdt de lankmoedigheid van onze Here voor
zaligheid, zoals ook onze geliefde broeder Paulus naar de hem gegeven wijsheid u
geschreven heeft, 16. evenals in alle brieven, wanneer hij over deze dingen spreekt.
Daarin is een en ander moeilijk te verstaan, wat de onkundige en onstandvastige
lieden tot hun eigen verderf verdraaien, evenals trouwens de overige schriften.
17. Geliefden, daar gij het nu van tevoren weet, weest op uw hoede, dat gij niet,
door de dwaling der zedelozen medegesleept, afvalt van uw eigen standvastigheid;
18. maar wast op in de genade en in de kennis van onze Here en Heiland, Jezus
Christus. Hem zij de heerlijkheid, zowel nu als tot de dag der eeuwigheid.
Gebed
Tijdens de collecte zingen we:
403
Kom en help ons oogsten,
dat Gods rijk zal komen.
Wie met tranen zaaien,
maaien met gejuich.
Werkers bindt uw schoven,
want de Allerhoogste
roept ons om te oogsten,
voor Zijn rijk.
498
Er is een stad
met gouden straten,
vol van Jezus' heerlijkheid.
Er is een weg
die daarheen leidt;
daar is leven in eeuwigheid.
Alleen door U, alleen door U,
alleen door Uw dood,
Uw liefde zo groot.
Refrein:
Oh, de schuld is afbetaald,
we kunnen eeuwig leven;
nu is er weer hoop,
alleen door U.
Oh, eens zien wij Uw gezicht
en iedereen zal dansen
in de stad van onze God;
alleen door U.
Nooit meer rouw, nooit meer tranen,
nooit meer lijden, nooit meer nood,
nooit meer pijn, nooit meer ziekte,
nooit meer onrecht, nooit meer dood.
Altijd licht, altijd vrede,
altijd blijdschap, altijd feest,
altijd wijn die blijft stromen
op het grote bruiloftsfeest.
Alleen door U, alleen door U,
alleen door Uw dood,
Uw liefde zo groot.
Alleen door U, alleen door U,
alleen door Uw dood,
Uw liefde zo groot.
4
Verkondiging thema ‘Groeien in de eindtijd’
N.a.v. 2 Petrus 3: 17 & 18
17. Geliefden, daar gij het nu van tevoren weet, weest op uw hoede, dat gij niet,
door de dwaling der zedelozen medegesleept, afvalt van uw eigen standvastigheid;
18. maar wast op in de genade en in de kennis van onze Here en Heiland, Jezus
Christus. Hem zij de heerlijkheid, zowel nu als tot de dag der eeuwigheid.
481
M: Ik aanbid U
V: Ik aanbid U
M: met heel mijn hart
V: met heel mijn hart.
M: Ik verhoog U
V: ik verhoog U
M: met al mijn kracht
V: al mijn kracht.
M: Heer, ik dien U
V: Heer, ik dien U,
M: en buig voor U neer
V: en buig voor U neer,
M: geef mijn leven
V: geef mijn leven,
M: want U bent mijn Heer
V: U bent Heer.
M: Heer, ik zoek U
V: Heer, ik zoek U,
M: wil zijn waar U bent
V: wil zijn waar U bent.
M: Heer, ik volg U
V: Heer, ik volg U,
M: wil gaan waar U zendt
V: waar U zendt.
M: Ik vertrouw U
V: Ik vertrouw U,
M: Vader en Zoon
V: Vader en Zoon,
M: hef mijn ogen
V: hef mijn ogen
M: op naar Uw troon
V: naar Uw troon.
Refrein (allen):
Heer, ik geef U mijn aanbidding,
Heer, ik geef U al mijn dank en eer.
U alleen wil ik aanbidden,
U alleen komt toe mijn dank en eer.
(refrein)
665
Ooit komt er een dag
dat de hemel openbreekt
en de doden zullen opstaan.
Ooit komt er een dag
dat U terugkomt op een wolk
en dat U kijkt met ogen, stralend
als de zon.
Ooit zal het zo zijn,
dat we leven in een stad,
waar geen pijn en geen verdriet
is.
Ooit zal het zo zijn,
als we komen in die stad,
dat de Vader onze tranen wist.
(z.o.z.)
5
Refrein:
Tot aan die dag
wil ik weten wie U bent,
wil ik leven dicht bij U
en mij geven in aanbidding.
Tot aan die dag
wil ik horen wat U zegt
en Uw woorden tot mij nemen,
als een kostbaar geschenk.
Tot aan die dag!
Ik verlang zo naar de dag
dat ik neerkniel aan Uw voeten
en ik U mag herkennen aan Uw
stem.
Als we samen hand in hand
het hemels paradijs betreden,
zal ik eeuwig mogen zijn waar U
bent.
(refrein)
Ooit zal het zo zijn,
dat we leven in een stad,
waar geen pijn en geen verdriet
is.
Ooit zal het zo zijn,
als we komen in die stad,
dat de Vader onze tranen wist.
Tot aan die dag!
Tot aan die dag!
(refrein)
Dankgebed
Tijdens de collecte zingen we:
47
Omdat Hij leeft,
ben ik niet bang voor morgen.
Omdat Hij leeft,
mijn angst is weg.
Omdat ik weet,
Hij heeft de toekomst.
En het leven is
het leven waard
omdat Hij leeft.
Because He lives,
I can face tomorrow.
Because He lives,
my fear is gone.
Because I know,
He holds the future.
And life is worth the living,
just because He lives.
6
330
Gods bazuinen klinken luid:
op de bressen stel niet uit.
Verzamelt u en sluit de rij.
Verkondig Jezus' heerschappij.
Gods bazuinen klinken luid:
wachters op de muur, zie uit.
Eén hand die het zwaard hanteert,
de ander die de Heer vereert.
Refrein:
Kom met Uw pracht en Uw luister.
Kom met Uw naam vol van kracht.
Kom, zend Uw licht in het duister,
Heer, U bezit alle macht!
Heer, U bezit alle macht!
Zingen (staande):
381
De zaligheid is van God,
die samen met het Lam
regeert op Zijn troon.
Eer en rijkdom, wijsheid en macht.
Heerlijkheid, sterkte en kracht.
Refrein:
Zij onze God
voor eeuwig en eeuwig.
Zij onze God
voor eeuwig en eeuwig.
Zij onze God
voor eeuwig en eeuwig.
Amen!
En wij de verlosten zijn sterk
door 't woord van ons getuigenis.
En wij roepen uit:
Eer en rijkdom, wijsheid en macht.
Heerlijkheid, sterkte en kracht.
(refrein)
Zegen
7
Tijdens het uitgaan zingen de voorzangers:
People get ready
Refrein:
People get ready,
there's a train a comin' ,
You don't need no baggage,
you just get on board.
All you need is faith,
to hear the diesels hummin'.
You don't need no ticket,
you just thank the Lord.
People get ready,
for the train to Jordan,
picking up passengers
from coast to coast.
Faith is the key,
open the doors and board them.
There's room for all
among the loved and lost.
Now there ain't no room
for the hopeless sinner,
Whom would hurt all mankind,
just to save his own.
Have pity on those
whose chances are thinner.
Cause there is no hiding place,
from the kingdoms throne.
(refrein)
8
Download