Bijlage meetinstrumenten 16-02-2017

advertisement
Steep ramp test.
Hoe gebruikt je het instrument in de praktijk?
De fysieke test wordt door de werkgroep diagnostische en evaluatief ingezet. Het behaalde
eindwattage wordt door veel gebruikt voor het opstellen van een trainingsprogramma en om de
voortgang te monitoren. (instrument wordt na een aantal weken herhaald om te kijken of iemand
voor uit is gegaan)
Op welke manier gebruik je het instrument.
Het instrument wordt aan het begin van een trainingstraject afgenomen, tussen door gedurende het
traject ter evaluatie en bij de eindevaluatie.
Aan de hand van de Steep ramp test wordt door sommige een Vo2 max berekend en een Wmax. De
VO2 max is echter bij de Steep ramp test niet betrouwbaar. Er zit een grote spreiding in waardoor
deze niet concreet is. De vraag hierbij is of de voorspelde VO2 max uit de steep ramp test bruikbaar is
bij het vergelijken met de normwaarden.
Welke instructie geef je vooraf?
Qua instructies voor de test wordt het protocol gevolgd.
Waar let je op tijdens het testen?
Tijdens de test houdt men hoofdzakelijk de hartfrequentie en behaalde wattage bij. In sommige
gevallen als hier een indicatie voor is wordt een saturatie bij gehouden en vooraf een bloeddruk
gemeten. Aan het eind van de test wordt door de meeste van de werkgroep een Borgscore
uitgevraagd om te achterhalen hoe zwaar de proefpersoon de test in zijn geheel vond.
Wat bespreek je na het testen met de patiënt over deze test
Na de test wordt de uitslag met de patiënt besproken en indien al eerder een test is afgenomen
hiermee vergeleken. Hierbij worden het maximaal behaalde wattage, maximale hartfrequentie
gedurende de test en hoe deze zich hersteld besproken. Daarnaast wordt uitgelegd wat er met de
uitkomst wordt gedaan met betrekking tot de training.
Wanneer stop je als therapeut de test?
- Bij een RPM <60
- Te hoge hartfrequentie die niet meer veilig is.
- Te lage saturatie
- Patiënt niet lekker wordt of pijnklachten krijgt.
Hoe gebruik je de uitkomst voor het opstellen van het trainingsprogramma?
De grootste groep van de werkgroep gebruikt de maximaal behaalde wattage om een interval
programma te berekenen. Hierbij zijn er 2 vormen
- 50-10%
- 60-30% van de maximaal behaalde wattage.
Wanneer vindt je bij het hertesten de uitslag significant verbeter?
Hier kon de werkgroep geen antwoord voor geven. Een kleine voor uit gang is voor de patiënt een
hele fijne succes ervaring. De kanttekening hierbij is, of 1 stap hoger daadwerkelijke een significante
verbetering is. Tot op heden zijn hier nog geen normwaarden/richtlijnen over.
1rm test
Hoe gebruikt je het instrument in de praktijk
Indien gekozen wordt voor een kracht training wordt dit instrument afgenomen om zo de begin
waardes vast te kunnen stellen. Een deel van de werkgroep gebruikt het instrument ook bij de tussen
evaluatie om de voortgang in kaart te brengen. De meeste leden binnen de werkgroep gebruiken een
afgeleide van de 1RM test waarbij gestreefd wordt naar de 5-10 herhaling.
Op welke manier gebruik je het instrument
Aan het begin van een trainingsprogramma. Een aantal binnen de werkgroep nemen het instrument
ook tijdens de tussen evaluatie af om aan de hand hiervan een nieuw programma op te stellen.
Andere doen dit niet en nemen het instrument alleen aan het begin af en stellen de kracht
gedurende het trainingstraject handmatig op eigen gevoel/klinische verschijnselen patiënt bij.
De richtlijn geeft aan het instrument iedere 6 weken af te nemen om te evalueren.
Welke instructie geef je vooral?
Vooraf aan de test wordt uitgelegd hoe de oefening uitgevoerd moet worden. De beweging wordt
1:1 seconde uitgevoerd (1seconde heen-1seconde terug bewegen). Vervolgens is de opdracht de
oefening zo vaak mogelijk uit te voeren waarbij continue spanning op de spieren blijft bestaan (geen
pauze tussendoor).
Waar let je op tijdens het testen?
Men kijkt of de oefening nog op de juiste manier wordt uitgevoerd en iemand niet gaat
compenseren. Daarnaast wordt gekeken of de oefening veilig kan worden uitgevoerd en er geen
pijnklachten oid ontstaan.
Wat bespreek je na het testen met de patiënt over deze test
De 1RM waarde wordt besproken met de patiënt met daarbij uitleg wat dit voor de training
betekend. (hoe deze gebruikt kan worden voor het opstellen van de training)
Wanneer stop je als therapeut de test?
Indien iemand niet meer in staat is de oefening goed uit te voeren, niet meer veilig is of er klachten
ontstaan.
Hoe gebruik je de uitkomst voor het opstellen van het trainingsprogramma?
Aan de hand van de 1RM waarden worden de trainingswaarden berekend. Dit varieert bij de
therapeuten tussen de 50-80% van de 1RM. Dit is afhankelijk van het aantal herhalingen waarvoor
gekozen wordt. Het aantal herhalingen varieert onder de leden tussen de 10-20 herhalingen.
Wanneer vindt je bij het hertesten de uitslag significant verbeterd?
Er zijn voor zover bekend geen waardes wanneer er een significante verandering is.
CES-D
Doel van de test: is om het aantal depressieve symptomen vast te kunnen stellen. Je kan met het
instrument niet vast stellen of iemand daadwerkelijk depressief is, het instrument laat alleen zien op
hoeveel depressieve symptomen iemand scoort. Hoe hoger de score hoe hoger de kans dat iemand
depressiviteit ontwikkeld.
Hoe vaak gebruik je het instrument in de praktijk?
De werkgroep gebruikt het instrument weinig. Veel leden wisten niet van de lijst af. Na het bekijken
van het instrument zijn verschillende therapeuten positief hierover en van plan deze in de toekomst
mogelijk wel in te gaan zetten.
Op welke manier gebruik je het instrument (diagnostisch, prognostisch of evaluatief)
Diagnostisch. Het geeft extra inzicht hoe hoog iemand scoort op depressieve symptomen en kan
helpen bij doorverwijzing richting b.v. een psycholoog.
Hoe gebruik je het instrument: afkappunt, klinisch relevant verschil.
Als iemand meer dan 16 punten scoort valt deze in het risico profiel van depressiviteit en is het
verstandig om door te verwijzen/multidisciplinair te behandelen.
Is er een goed of beter alternatief voor dit instrument.
Alternatieven die de werkgroep aangaf zijn: 4DKL lijst; pakt meerder facetten aan (naast
depressiviteit ook angst, distress en somatisatie). Daarnaast werden de Hats en de lastmeter door de
werkgroep aangedragen als alternatieven.
Wat zijn de momenten van afname; wanneer en waarom?
Bij verdenking van depressieve klachten. Vaak aan het begin van de behandeling maar kan ook
gedurende het traject als er meer signalen komen. Veel kiezen er niet voor om deze standaard af te
nemen, maar alleen bij de groep waarbij uit de anamnese of tijdens gesprekken blijkt dat dit mogelijk
speelt.
Gebruik je het instrument in je rapportage, zo ja naar wie en wanneer.
Indien de uitkomst relevant is wordt de score vernoemd. (>16pnt)
Zou je vooraf bij de (door) verwijzing uitkomsten willen weten.
Ja, het geeft goed inzicht in iemands mentale toestand.
Krijg je n.a.v. dit instrument patiënten verwezen.
Nee
Verwijs je zelf patiënten naar een andere hulpverlener.
Als iemand meer dan 16 punten zou score op de vragenlijst wordt er geadviseerd contact op te
nemen met huisarts, psycholoog etc.
Download