DC 27 Huisdieren en planten verzorgen 1 Inleiding Huisdieren kunnen erg leuk zijn. Maar er zitten ook verantwoordelijkheden aan vast. Net als een mens heeft een dier eten, drinken, verzorging en aandacht nodig. Moet je een cliënt helpen die een huisdier heeft, dan ga je vanzelf ook met dat huisdier om. Je moet de cliënt misschien helpen met de verzorging van het dier, of je moet hem eraan helpen herinneren dat hij het dier moet verzorgen. In sommige gevallen moet je de verzorging van het dier helemaal overnemen, omdat je cliënt ziek is, of zodanig gehandicapt dat hij er niet toe in staat is. Voor planten geldt een beetje hetzelfde: ze moeten ook verzorgd worden, maar in vergelijking met dieren, ben je er minder tijd mee kwijt. Een huiskamer zonder bloemen of planten heeft meestal een doods karakter. Wij zijn in onze cultuur gewend aan planten en bloemen binnenshuis. We vinden dat ze gezelligheid brengen en sfeer. Een bos bloemen op tafel is mooi, ruikt vaak lekker en geeft een gezellige sfeer. Planten staan decoratief en geven ook sfeer in huis. Bij de bibliotheek zijn leuke en leerzame boeken te krijgen voor alle leeftijden over allerlei huisdieren en hun verzorging. Ook over kamerplanten zijn leuke boeken te krijgen. Dit thema gaat dus over de verzorging van dieren en planten. De inhoud van dit thema: 2 Huisdieren 3 Katten en honden 4 Konijnen en andere knaagdieren 5 Vogels en vissen 6 Kamerplanten 7 Snijbloemen 8 Tips voor de praktijk 1 HZW DC 27 Huisdieren en planten verzorgen 1 Wist je dat: • 80% van de hondenbezitters geen tweede hond neemt, als de eerste is overleden; • de goudvis familie is van de karper; • voor veel ouderen een huisdier eenzaamheid vermindert; • konijnen alleen plantaardig voedsel eten; • er ook haarloze katten bestaan; • katten 80 calorieën per dag per kilo lichaamsgewicht nodig hebben; • een hond moet voelen dat jij de baas bent en dat ook het borstelen van een hond ertoe bijdraagt dat jij de baas bent. Een bos bloemen zorgt voor een gezellige sfeer 2 HZW Digitale Content 2 Huisdieren De verzorging van huisdieren vraagt de nodige aandacht. Marije komt binnen in de leefruimte op de afdeling voor verstandelijk gehandicapten. Het is ochtend en nog niet alle cliënten zijn al uit bed. De verzorging is druk bezig de cliënten te helpen. Marije gaat zo voor het ontbijt zorgen, samen met een paar van de cliënten. In een grote kooi zitten twee dwergpapegaaien. Die zitten al druk te schreeuwen om vers voer en water. Wat een herrie kunnen die beesten maken, zeg! Als Tim, één van de cliënten de leefruimte binnenkomt, zegt Marije: “Goeiemorgen Tim, kom jij me vandaag helpen met de planten en de vogels?” Tim lacht blij, dat doet hij altijd graag. Eerst de vogels maar, dan houden die misschien op met schreeuwen. Tim haalt de bakjes voer en water van de tralies af. Met een soort klemmetje zit dat aan de tralies vast. Je kunt de bakjes zo van de buitenkant afhalen. Als Tim de bakjes weer gevuld heeft, schuift hij voorzichtig het onderste deel van het voerbakje door de tralies. De bovenkant klikt hij in het klemmetje en dan kunnen de vogels weer eten. Met het waterbakje doet hij hetzelfde. Marije kijkt toe of het allemaal goed gaat. Dan moet ook het vogelbadje nog verschoond. Dat is een hard plastic bakje dat precies in het deurtje van de kooi past als dat open staat. Dwergpapegaaien nemen net als parkieten graag een bad. Tim haalt het badje uit de deur en doet het deurtje dicht. Anders zouden de parkieten eruit kunnen vliegen en dan ontsnappen ze misschien. In het keukentje wast Tim het badje zorgvuldig af. De borstel en doek die hij daarvoor gebruikt, mogen nergens anders voor gebruikt worden. Ze liggen in een apart deel van de gootsteenkast. Tim weet het precies. Als het badje schoon is, doet hij er vers water in. Niet al te koud, want dwergpapegaaien zijn tropische vogels en vinden ijskoud water niet prettig om in te baden. Als het badje weer op zijn plaats in het deurtje zit, zijn de planten aan de beurt. De gieter staat gevuld op de vensterbank. Water dat zo uit de koude kraan komt, is ‘s winters een beetje te koud voor sommige planten. Alle planten krijgen een scheutje water. Maar Tim moet wel opletten of er niet een plant tussen staat met erg natte aarde. Of een plant met juist heel erg droge aarde. Een plant die in erg natte aarde staat, moet hij overslaan. Als de aarde erg droog is, moet hij meer water geven. Tim doet het heel erg goed. Hij krijgt een complimentje van Marije. HZW DC 27 Huisdieren en planten verzorgen 3 Planten en dieren zijn voor mensen belangrijk. Waarom is dat? Waarom willen mensen planten en dieren om zich heen? • je hebt contact • het vergroot je inlevingsvermogen • het stimuleert je gevoel voor verantwoordelijkheid • je krijgt aandacht en je kunt aandacht geven 2 Mensen houden van levend materiaal om ons heen. Veel zoogdieren kun je knuffelen. Vissen niet, en de meeste vogels ook niet. Maar je kunt er weer wel tegen praten. Er zijn ook mensen die tegen hun planten praten. Voor cliënten zijn planten en dieren erg belangrijk. Je kunt er contact mee krijgen en je moet ervoor zorgen. Door cliënten voor planten en dieren te laten zorgen, krijgen ze gevoel voor verantwoordelijkheid. Ze leren dat andere levende wezens ook aandacht nodig hebben, net als zijzelf. Daardoor leren ze zich ook beter in te leven in anderen. Als je te ruw met een dier omgaat, zal dat dier dat laten merken. Het gaat grommen, piepen en probeert gauw weg te komen. Als je planten verwaarloost, gaan ze slap hangen, krijgen bruine blaadjes en gaan ten slotte dood. Cliënten leren daardoor dat ze een verantwoordelijkheid hebben ten opzichte van andere levende wezens: mensen, dieren en planten. Dieren zijn ook zo leuk, omdat je er niet alleen aandacht aan moet geven, maar omdat je er ook aandacht van krijgt. Als je thuis geen beesten gewend bent, dan weet je niet altijd goed hoe je ermee om moet gaan. Je weet niet welk voer ze moeten hebben en hoe vaak. Als je samen met cliënten voor planten en dieren moet zorgen, is er wel een protocol. Maar de ene hond of kat, is de andere niet. De ene hond krijgt iedere dag vers vlees van zijn baas, bijvoorbeeld hart. De andere hond krijgt kant-en-klare hondenbrokken. Soms is het merk belangrijk. Vooral katten kunnen erg kieskeurig zijn. Het ene merk lusten ze niet, het andere wel. Het is maar net waar ze aan gewend zijn. 4 HZW Digitale Content 3 Katten en honden Zoogdieren als honden en katten, zul je meestal in de thuiszorg aantreffen. Maar dan is er ook altijd iemand die je kan vertellen wat voor voer het beest moet hebben en hoeveel en hoe vaak. Dat geldt ook voor andere beesten, zoals marmotten, hamsters, vogels en vissen. Er is altijd iemand die weet hoe zo’n beest verzorgd moet worden. Als je bang bent iets te vergeten, vraag dan of iemand het wil vertellen, zodat jij het op kunt schrijven voor jezelf. Vaak is er in de omgeving van de cliënt iemand (mantelzorger) die voor het huisdier zorgt In instellingen waar dieren zijn, is er ook een protocol. De dieren krijgen voedsel en water volgens voorschrift. Als je geen verstand hebt van beesten, ga dan nooit in het wilde weg iets te eten geven. Sommige beesten worden ziek van voer dat voor andere beesten juist weer heel erg goed is. Volg dus gewoon het protocol en als je dat niet kunt vinden, vraag dan aan een collega hoe het moet. Tot de huisdieren worden ook wel paarden, pony’s, dwerggeiten, hangbuikzwijntjes, kippen en dergelijk kleinvee gerekend. Bij grote instellingen is vaak een wei met dergelijke dieren. Meestal is er dan ook een vaste verzorger. Dieren en hun eten: • volg het protocol • volg de aanwijzingen van de cliënt die het beest kent • volg de aanwijzingen van een collega • ga niet op eigen houtje maar wat aanrommelen 3 Behalve voedsel en water, hebben dieren nog andere verzorging nodig. Welke verzorging dat is, hangt af van het dier. HZW DC 27 Huisdieren en planten verzorgen 5 3.1 Katten Aan gewone, kortharige katten, hoef je verder niets te doen. Katten wassen zich en houden zichzelf uitstekend schoon. Alleen Angorakatten die van die lange haren hebben, moeten gekamd worden. Als je dat niet om de paar dagen doet, komen er zulke klitten in het haar, dat de kat daar last van krijgt. Katten hoef je niet uit te laten, die laten zichzelf wel uit. Maar niet overal kun je een kat zomaar buiten laten. Als je aan een drukke straat woont, met veel verkeer, is het niet zo verstandig je kat buiten te laten. De kans is groot dat hij overreden wordt. Is er wel een tuin, dan moet je nog maar afwachten of jouw kat niet bij de buren in de tuin zijn behoefte gaat doen. Je moet altijd voorkomen dat jouw dieren, overlast bezorgen aan anderen. Leer dit ook aan je cliënten. Je kunt er veel ergernis en geruzie mee voorkomen. Katten: 4 Nadelen: • vragen aandacht • je hebt er werk aan: kattenbak verschonen • de verzorging kost geld: - kattenbak - kattenbakvulling - kattenvoer - dierenarts Voordelen: • je kunt er je genegenheid aan kwijt • katten hechten zich aan de mens, je krijgt er dus ook wat voor terug • katten zijn zacht en aaibaar, je kunt er lekker mee knuffelen Voor katten die niet buiten komen of voor wie geen gelegenheid buiten is om hun behoefte te doen, kun je een kattenbak neerzetten. Dat is een bak met speciaal grind waarin de kat zijn behoefte doet. Die bak moet uiteraard regelmatig verschoond worden. Eén tot twee keer per week is voor één kat voldoende. Gaan er meer katten op de bak, dan moet je natuurlijk vaker verschonen. Katten zijn van zichzelf erg schone beesten en een vieze kattenbak is voor de meeste katten een reden om ergens anders in huis hun behoefte te doen. Een vrouwelijke cliënt die zwanger is mag een kattenbak niet schoonmaken of moet dit heel hygiënisch doen. De uitwerpselen van katten bevatten micro-organismen die schadelijk kunnen zijn voor de 6 HZW Digitale Content ongeboren baby. Ook in een gezin met kleine kinderen is het belangrijk dat de kattenbak vaak schoongemaakt wordt. Laat een poes nooit alleen met de baby in de babykamer. Ze kan bijvoorbeeld op de baby gaan liggen. Als er een grote tuin is, en een kattenluikje in de deur, kan de kat zelf naar buiten. Een kattenbak is dan niet nodig. Katten moet je laten castreren of steriliseren door de dierenarts. Sommige mensen vinden dat zielig. Je ontneemt het beest immers zijn natuurlijke instincten. Dat mag dan zo zijn, maar het is eigenlijk veel zieliger als je het beest wel zijn instincten laat hebben, maar voorkomt dat hij er iets mee kan doen. Voor een kat die krols is, is het heel vervelend om gedwongen binnen te blijven. En daar komt het toch op neer. Je kunt ook bij de dierenarts een voorbehoedmiddel halen. Ook voor dieren is er de prikpil. Misschien denk je dat het erg schattig is, om de poes een nest jongen te laten krijgen. Een poes kan drie tot vijf jongen per keer krijgen. Als jij of de cliënt graag een nestje wil, bedenk dan van tevoren, wie op termijn een poesje zou willen hebben. Als je de poesjes aan niemand kwijt kunt, zit jij, of zit jouw cliënt ineens met misschien wel zes katten in huis. Zolang de poesjes nog klein zijn, is dat lief en schattig. Maar de kleine poesjes groeien als kool en eten na een half jaar net zoveel als hun moeder! Dat wordt een kostbare zaak. Jonge katjes moeten worden ingeënt tegen ziektes. Ook moeten katjes ontwormd worden. De dierenarts kan je er meer over vertellen. Op tijd het water verschonen! HZW DC 27 Huisdieren en planten verzorgen 7 Eten en drinken Voor een kat moet er altijd een bakje water staan waar hij/zij uit kan drinken. Katten moet je nooit gewone melk geven, dat is niet goed voor ze, al vinden ze het meestal wel lekker. Wil je toch melk geven, koop dan speciale kattenmelk bij de dierenzaak. De meeste katten krijgen droge kattenbrokken. Sommige katten krijgen ook een keer per dag kattenvoer uit een blikje, of in stukjes gesneden hart. Katten houden ook erg van vis. Boerderijkatten krijgen niet altijd eten, ze zijn gewend zelf op jacht te gaan en muizen te vangen. 3.2 Honden Het houden van honden en katten kost geld. Als je cliënten niet zoveel geld te besteden hebben, is een kleine hond te verkiezen boven een grote. Bij grote honden zijn de kosten voor onderhoud nog hoger. Dat komt omdat honden meer eten naarmate ze groter zijn. Het is natuurlijk logisch dat een Jack Russel of een teckel minder eet dan een Duitse herder of een bouvier. Een middelgrote hond – groter dan een teckel, maar kleiner dan een Duitse herder – eet voor ongeveer € 50 per maand. Een grote hond eet het dubbele. Voedsel is niet het enige waar je geld aan kwijt bent. Voor het uitlaten van een hond moet je ook een halsband en een riem. En je hebt een mand, een kussen of iets dergelijks nodig, waar de hond in kan slapen. De kosten bij de dierenarts mogen er ook zijn. Een hond heeft regelmatig inentingen nodig tegen ziektes. Voor een grote hond is dat duurder dan voor een kleine hond. Vergeet de hondenbelasting niet. Die is in iedere gemeente in Nederland anders, maar gemiddeld betaal je toch rond de € 100 voor de eerste hond. Komt er nog een tweede bij dan kan daar tot € 180 bij komen. Voor twee honden ben je dan al bijna € 300 kwijt aan hondenbelasting. Honden moeten vaak geborsteld worden, in ieder geval de langharige rassen. En, heel belangrijk: honden moet je uitlaten. Je moet er minstens twee keer per dag een flinke wandeling mee maken. Zeker grote honden en jachthonden moeten dagelijks een flinke afstand kunnen lopen. Het mooiste is als ze daarbij ook kunnen rennen, bijvoorbeeld op een veldje waar honden los mogen lopen. 8 HZW Digitale Content Omdat je met een hond regelmatig naar buiten moet, is het belangrijk de hond goed op te voeden. Hij mag andere mensen niet lastig vallen, dus niet snuffelen aan vreemden, niet blaffen tegen vreemden en al helemaal niet tegen vreemden ‘oprijden’. De hond moet leren in de goot te poepen. Nog beter is het als degene die het beest uitlaat, een schepje meeneemt met plastic zakjes om de uitwerpselen van het beest later thuis in de vuilnisbak te gooien. Sommige mensen denken dat er hondenrassen zijn die altijd aardig zijn voor kinderen. Dat is niet zo. Elke hond, van welk ras dan ook, moet leren en ervaren dat kinderen niet bedreigend zijn en leuke speelkameraadjes kunnen zijn. De ene hond leert dat wel veel sneller dan de andere hond. In het algemeen moet je voorzichtig zijn als kinderen met honden omgaan. Leer het kind ook dat het altijd voorzichtig moet zijn en leer kinderen in het algemeen dat ze nooit zomaar een vreemde hond mogen aaien. Laat een baby en kleine kinderen nooit alleen met een hond, je kunt niet zien wat de hond of het kleine kind doet. Ongedierte en ander ongemak Alle dieren kunnen last hebben van parasieten. Daar moet je wat aan doen, omdat het dier er erg veel last van kan hebben en er zelfs in sommige gevallen ziek van kan worden. We bespreken hier de meest voorkomende aandoeningen. Wat moet je doen als je parasieten ontdekt? • leidinggevende van de afdeling waarschuwen • in de thuiszorg: cliënt waarschuwen • zo min mogelijk aan het betreffende dier komen • parasieten bestrijden volgens protocol • regelmatig goed stofzuigen 5 HZW DC 27 Huisdieren en planten verzorgen 9 Vlooien Katten en honden kunnen vlooien hebben. En als ze die niet hebben, kunnen ze die makkelijk van een andere hond of kat krijgen als ze buiten komen. Je moet hier heel alert op zijn. In warme zomermaanden kun je zo een hele vlooienexplosie krijgen. Het is een heel gedoe om dan alle vlooien weer uit het huis te krijgen. Een vlooienbandje helpt goed tegen vlooien, maar is niet zo handig als kinderen of verstandelijk gehandicapten veel met de kat of hond aan het knuffelen zijn. Ze zitten met hun handen aan de vlooienband en steken later hun handen weer in hun mond. Een vlooienband is giftig en de cliënt krijgt zo ook gif binnen. Je kunt bij de dierenarts de hond of kat een injectie laten geven tegen vlooien. Het bloed van de hond of kat bevat dan een stof die vlooien heel erg vies vinden. Ze zullen dus snel op zoek gaan naar een andere kat of hond. Er zijn ook druppeltjes in de handel die je in de nek van het dier moet druppelen. De afweerstof tegen vlooien verspreidt zich over de vacht van het dier waardoor vlooien ook op een afstand blijven, of erdoor bedwelmd raken. Dieren die last hebben van vlooien gaan zich veel krabben, omdat ze jeuk hebben van de vlooienbeten. Als dit lang aanhoudt, kan het dier huidklachten krijgen, op sommige plekken kaal worden en wondjes krijgen. Vlooien kunnen ook ziektes overbrengen, het is dus belangrijk deze te bestrijden. Ter voorkoming en bestrijding van vlooienplagen moet je altijd de plaats waar het dier slaapt, goed stofzuigen. Als er dekentjes of andere lappen in liggen, moet je ze wassen als ze wasbaar zijn, en anders buiten – bij voorkeur in de zon – te luchten leggen. Vlooien houden niet van fel zonlicht. Bovendien is zonlicht ook bacteriedodend. Marc is houdt heel veel van zijn hond. Zijn hond heet Happy, omdat hij altijd blij is. Marc vindt het leuk om met Happy te stoeien. Soms liggen ze samen over de grond te rollen. Ze hebben dan allebei veel pret. En ook kijken ze altijd samen naar een kinderprogramma op televisie. Happy ligt dan dicht tegen Marc’s benen aan. Op een dag merkt Marc dat er rode, jeukende bultjes op zijn benen zitten. Hij krabt er stevig aan, maar de jeuk gaat niet over. Omdat Marcs moeder erg ziek is, gaat hij naar Marianne van de thuiszorg, om de bultjes te laten zien. “O jee”, zegt Marianne, “je hebt vlooienbeten!” Marianne stuurt Marc met Happy naar de dierenarts om iets aan de vlooien te laten doen. 10 HZW Digitale Content Teken In gras en struiken, ook in tuinen, kunnen teken zitten. Dit zijn kleine spinachtige beestjes die zich op mens of dier laten vallen en zich dan volzuigen met het bloed van de gastheer. Teken kunnen ziektes overbrengen. De ziekte van Lyme is wel de bekendste, maar ook de Borreliabacterie die een teek kan overbrengen, kan mens en dier ziek maken. Je kunt katten en honden wel beschermen tegen teken door bij de dierenarts een preparaat hiervoor te halen, maar volledige bescherming biedt dit niet. Behalve de cliënt, de eventuele kinderen en jezelf , moet je ook de hond of kat regelmatig controleren op teken. Teken gaan vaak op warme, vochtige plekken op je lichaam zitten, contoleer dus goed deze plekken. Een teek doet er lang over om zich vol te zuigen met bloed, soms wel een dag! Hoe eerder de teek verwijderd wordt, hoe minder kans op een infectie. Er zijn speciale tekentangetjes in de handel waarmee je de teek uit de huid kunt halen. Sommige mensen verdoven de teek met 70% alcohol, maar specialisten zeggen, dat de teek vanuit een schrikreactie zijn maaginhoud uit kan spugen, waardoor de kans op een infectie juist veel groter wordt. Gebruik liever de speciale tekenpincet. Oormijt Zowel honden als katten kunnen last hebben van oormijt. Mijten zijn microscopisch kleine beestjes. Oormijt is zeer besmettelijk. Het ene dier steekt het andere aan. Een dier met oormijt schudt regelmatig met de kop en gaat in of aan zijn oren krabben. Er zit dan in de oren veel vies ruikende, zwarte oorsmeer. Onderzoek een hond regelmatig op teken HZW DC 27 Huisdieren en planten verzorgen 11 Ooit heeft een Amerikaanse dierenarts een experiment op zichzelf uitgevoerd. Hij deed twee oormijten in zijn eigen oor om erachter te komen wat een dier met oormijt voelt. De dierenarts kreeg zoveel jeuk en pijn dat hij er ‘s nachts niet van kon slapen. En dat terwijl hij maar twee mijten in zijn oor had. Dieren met oormijt hebben soms wel honderden oormijten in hun oren. Je begrijpt dat het noodzakelijk is hier wat aan te doen. Bij de dierenarts kun je speciale oordruppels krijgen ter bestrijding en ook om de grote hoeveelheid zwart oorsmeer op te lossen en te verwijderen. Behalve dat het voor het dier zeer onaangenaam is om oormijt te hebben, kan het ook voor oorontsteking zorgen. Verstopte anaalklieren Honden kunnen verstopte anaalklieren hebben. Ze krijgen dan veel jeuk aan hun achterste. Je ontdekt dat doordat ze op hun achterste over een harde ondergrond, bijvoorbeeld tegels, of ruw tapijt, vooruit schuiven. Een hond met verstopte anaalklieren gaat ook direct boven de staart, aan het onderste deel van de rug, veel bijten. Het gevolg is een kale plek bij de staartinplant. De dierenarts kan de anaalklieren leegdrukken. Dit zijn de meest voorkomende aandoeningen. Natuurlijk kan er nog veel meer aan de hand zijn. Net zoals je zelf ook weleens ziek bent, kan een dier ook wel eens ziek zijn. Let dus altijd goed op het gedrag van het dier en als je het niet vertrouwt, ga dan naar de dierenarts. Dit is de juiste persoon om je te vertellen wat er met het dier aan de hand is en wat je eraan moet doen om het dier weer gezond te krijgen. Eten en drinken De meeste honden krijgen een keer per dag droogvoer en een keer per dag voer gemengd met warm water. Er zijn ook mensen die hun hond regelmatig vers vlees geven: hart bijvoorbeeld. Daarnaast zijn er voor honden allerlei versnaperingen, zoals hondenkoekjes en kluiven. Het is belangrijk een hond een beloning te geven als hij iets goed gedaan heeft. Door de beloning wordt de hond gemotiveerd een volgende keer ook weer goed te luisteren, netjes te gaan zitten, in zijn mand te gaan, enzovoort. Een hond moet altijd een bakje vers water hebben. Voor het uitlaten van de hond bestaat er tegenwoordig in elke stad een hondenuitlaatservice. Dit kost wel wat geld. 12 HZW Digitale Content 4 Konijnen en andere knaagdieren We beginnen met een voorbeeld. Miranda wil graag een huisdier. Haar groepsgenoten vinden het wel goed. Het kan ze niet zoveel schelen, als het maar geen beest is waar veel werk aan vastzit. Miranda koopt bij de dierenwinkel een hamster. Deze zit in een kooi en heeft niet zoveel verzorging nodig. Ze zet hem met kooi en al bovenop de kast en geeft iedere dag vers eten en water. Dat is zo gebeurd. ‘s Avonds hoort ze de hamster lopen in het tredmolentje dat in de kooi staat. Dat is wel een gezellig geluid. De eerste dagen haalt ze ‘s avonds de hamster nog wel uit zijn kooi en dan gaat ze er even mee knuffelen. Maar ze is het al gauw een beetje zat. De hamster zegt niets en geeft eigenlijk ook geen echte reacties dat hij haar herkent. Dus blijft het nu bij eten en drinken geven. En dan is na een paar maanden de hamster ineens dood. Van Reina, de begeleider van de groep, hoort ze dat de hamster waarschijnlijk aandacht tekort kwam en weggekwijnd is. Hamsters, tamme ratten en andere kleine zoogdieren maken geen, of weinig geluid. Het lijkt net alsof ze geen aandacht vragen of nodig hebben. Dat is niet zo. Net als alle dieren die door de mens gehouden worden, hebben ook deze beestjes aandacht nodig. Maar omdat ze zo onopvallend zijn, kan het ook makkelijker gebeuren dat de cliënt helemaal vergeet dat ze er zijn. Konijnen Konijnen zijn groter en alleen daardoor al opvallender. Maar ook konijnen vragen niet echt om aandacht. Toch hebben ze wel aandacht nodig, minstens twee keer per dag een uur. Ze vinden het leuk als ze los door de kamer mogen lopen. Ze kunnen soms hoge sprongen maken, wat een leuk gezicht is om naar te kijken. Konijnen zijn groepsdieren en daarom kun je een konijn niet goed in zijn eentje houden. Als je er twee neemt, hebben ze gezelschap aan elkaar. Je moet dan wel twee mannetjes nemen. Neem je een mannetje en een vrouwtje, dan heb je binnen de kortste keren een heleboel konijnen. Neem je twee vrouwtjes, dan is de kans groot dat ze steeds ruzie hebben. Konijnen hebben wel een groot hok nodig; als je er twee hebt, moet je een kooi hebben van minstens twee meter lang. Heb je een kooi die een stuk kleiner is, dan moet je de konijnen een paar uur per dag los in de kamer laten. Let wel op dat ze geen snoeren van lampen of andere elektriciteitsdraden doorknagen. HZW DC 27 Huisdieren en planten verzorgen 13 Zomers kunnen ze ook in een buitenkooi die op het gras staat. Let er dan op dat er altijd een binnendeel in de kooi is, zodat het diertje beschutting kan zoeken tegen te felle zon of tegen de regen. Zorg altijd voor vers water. Er is een speciaal soort flessen in de handel, die je ondersteboven tussen de spijlen van de kooi kunt steken. Als het dier aan het tuitje van de fles likt, komt er water uit. Het voordeel is dat het water niet verloren gaat, omdat het dier het bakje per ongeluk omgooit. Konijnen hebben als voer veel hooi nodig, en daarnaast groenvoer en brokjes (biks). Een probleem bij konijnen kunnen de tanden en de nagels zijn. De voortanden kunnen te lang worden, waardoor het konijn niet meer goed kan eten. Als je dat niet in de gaten hebt, kan het dier van honger doodgaan. Konijnen moeten dus ergens goed op kunnen knagen. Daarvoor zijn speciale knaagstokken te koop. Nagels moeten ook niet al te lang worden, omdat dat problemen met het lopen geeft. Nagels kun je vrij gemakkelijk zelf knippen, als het nodig is. Voor te lang doorgroeiende tanden moet je echt bij de dierenarts zijn. Daar moet je toch twee keer per jaar naar toe, om het dier te laten inenten tegen ziektes. Cavia’s Cavia’s zijn knaagdieren. Knaagdieren zijn groepsdieren. Als ze alleen zijn, kunnen ze depressief worden. Ze gaan zichzelf dan bijten, en kunnen op den duur ziek worden en doodgaan. Ze hebben aandacht nodig, ook als ze samen zijn. Als je ze voldoende aandacht geeft, zijn het echte knuffelbeestjes. Cavia’s hebben een ruime kooi nodig, waar ze goed in kunnen bewegen en kunnen rennen. Net als bij konijnen, moet je ook bij cavia’s de tanden in de gaten houden. Daarom moet er altijd hooi zijn. Door het knagen aan het hooi, worden de tanden niet zo snel te lang. Gebeurt dat toch, dan kun je de tanden door de dierenarts op de juiste lengte laten brengen. Behalve hooi, hebben cavia’s ook groenvoer en caviabrokjes nodig. En ze moeten iedere dag een vitamine C-tabletje hebben, omdat ze anders een gebrek aan vitamine C krijgen, waardoor ze ziek worden. 14 HZW Digitale Content Hamsters Hamsters zijn echte nachtdieren. Hoewel ze in dierenzaken veel verkocht worden, zijn het voor kinderen eigenlijk niet zulke leuke huisdieren. Juist als het kind ligt te slapen, wordt de hamster wakker en actief. De hamster is het enige knaagdier dat je echt in zijn eentje moet houden. Als je er twee hebt, maken ze zoveel ruzie dat het ten koste van hun gezondheid gaat. Je kunt ze alleen in een glazen kooi houden, omdat ze plastic en hout kapot knagen. Dat knagen is ook de reden dat je ze niet kunt laten loslopen – voordat je het weet hebben ze een gat in de vloer, de muur of een kast geknaagd. Hamsters worden ook wel woestijnratten, renmuizen of gerbils genoemd. Tamme rat Hoewel sommige mensen doodsbang voor ratten zijn, kunnen tamme ratten heel gezellige huisdieren zijn. Ze zijn slim en je kunt ze makkelijk kunstjes leren. In tegenstelling tot cavia’s en hamsters, reageren ratten op hun naam en ze komen naar je toe als je ze roept. Ze houden van spelen en rennen en van doolhoven. Geef ze een ruime kooi, met tunnels, tredmolen en klimtouwen erin. Voor alle knaagdieren geldt dat er in de kooi altijd stro, zaagsel, of andere vulling moet liggen. Bij de kleine soorten moet er een flinke dikke laag bodembedekkers liggen. Zo kunnen de diertjes zelf tunneltjes graven. Welk soort bodembedekker je moet hebben, is afhankelijk van het dier. In de dierenwinkel kunnen ze je daar over adviseren. Alle dieren hebben aandacht nodig. Je kunt ervan uitgaan dat je per dag minimaal een uur aandacht moet geven. Daar komt dan nog de tijd bij die je kwijt bent aan het schoonhouden van een hok of kooi, het voedsel geven en water verversen. Waar zit het konijn? HZW DC 27 Huisdieren en planten verzorgen 15 5 Vogels en vissen Een vogel houden is redelijk goedkoop. Het voer is niet duur en de vogel eet maar een klein beetje. Tenminste, zolang we het niet hebben over een echte papegaai of een andere grote vogel. Kanaries, parkieten en dwergpapegaaien – ook wel ‘lovebirds’ genoemd – kunnen goed in de kamer in een kooi gehouden worden. Ze maken gezellige geluiden, zijn leuk en kleurig om naar te kijken. De kooi moet regelmatig verschoond worden waarbij je het vervuilde vogelzand ververst. Dit vogelzand kost niet zoveel geld. Zeker niet als je het vergelijkt met grind voor de kattenbak. Vogels vragen ook aandacht. Je moet op gezette tijden eventjes met ze praten en ze vinden het leuk als je fluit. Je krijgt dan bijna altijd antwoord. Ook vogels die geen aandacht krijgen, kwijnen op den duur weg. Vissen zijn wel het goedkoopst in onderhoud. De aanschaf van een aquarium is wel duur, maar daarna hoef je niet zoveel geld meer uit te geven en het aquarium gaat jaren mee. Veel mensen denken dat je aan vissen nauwelijks werk hebt. Je hoeft alleen maar een beetje vissenvoer in het water te strooien. De vissen maken geen lawaai en ze maken geen troep in huis. Toch zit er aan een aquarium ook veel werk vast. Je moet het aquarium regelmatig schoonmaken. Doe je dat niet, dan ontstaat een groene aanslag op de glazen wanden en gaat er veel wier en dergelijke groeien. Het water wordt dan verstikt door alle planten en de vissen hebben tekort aan zuurstof. Ze stikken dan en gaan dood. Vissen zijn eigenlijk de enige beesten die het zonder aandacht kunnen stellen. Of je nu vaak voor het aquarium gaat staan of niet, dat maakt die vissen echt niets uit. Voor sommige mensen is dat een reden om juist geen vissen te nemen. Je krijgt immers ook geen aandacht van de vissen, net zomin als ze aandacht van jou hoeven. Voor andere mensen is dat juist een reden om wel vissen te nemen. Ze zijn mooi en kleurig en daarom leuk om naar te kijken. En als je er een paar weken lang niet naar kijkt, hebben ze daar geen last van. Zolang ze maar voer krijgen en het water op de juiste temperatuur blijft. Je moet je goed laten informeren voordat je aan een aquarium begint. De temperatuur van het water en de voedselhoeveelheid luisteren nogal nauw bij tropische vissen. Je moet cliënten die een aquarium willen hebben, goed voorlichten en bij de begeleiding opletten of de bak goed verzorgd wordt. Juist omdat vissen geen aandacht vragen, kunnen ze heel makkelijk vergeten worden. 16 HZW Digitale Content Vogels en vissen: • zijn goedkoop in onderhoud • vogels vragen wel aandacht • aquarium onderhouden en bijhouden kost wel tijd 6 Andere dieren Er zijn natuurlijk nog tal van andere dieren die als huisdier gehouden kunnen worden. Witte muizen, of schildpadden bijvoorbeeld. Ieder dier vraagt op zijn eigen manier aandacht en verzorging. Ga nooit zomaar in het wilde weg dieren aanschaffen waarover je niets weet, alleen maar omdat ze er zo schattig uitzien. Laat je altijd heel goed informeren en niet alleen door de verkoper in de dierenwinkel, want die wil alleen maar verkopen. Hij zal eventuele minpunten van het dier in kwestie niet direct uit zichzelf naar voren brengen. Realiseer je ook dat als je eenmaal een dier genomen hebt, je hier verantwoordelijk voor bent. Je zit er aan vast. En vaak jarenlang. Dieren brengen leven en gezelligheid in huis. Het is ook goed voor cliënten om het contact met levende natuur te houden. Ook planten en bloemen hebben die functie. Het is echter wel zo dat als je eenmaal een dier hebt aangeschaft, je ook verantwoordelijk bent voor de gezondheid en het welzijn van het beest. Dat is meer dan alleen eten en drinken geven. Een beest heeft ook aandacht nodig. Als je een beest neemt alleen maar voor je eigen welzijn, zonder aan het dier te denken, ben je erg egoïstisch bezig. In de tijd dat je op vakantie bent, heb je ook de verantwoordelijkheid voor je huisdier. Mensen die op vakantie gaan en dan hun hond of kat in het bos achterlaten, zijn geen knip voor hun neus waard. Er zijn dierenpensions waar je je huisdier kunt laten verzorgen tijdens je vakantie. Soms is er een familielid of goede vriend die tijdens jouw afwezigheid wel op het beest wil passen. Als jouw cliënten een huisdier willen, bespreek dit soort zaken dan eerst met ze. Er is nog een andere groep dieren, namelijk de dieren die een cliënt helpen bij het dagelijks leven. Het bekendste voorbeeld is de blinde-geleide-hond. HZW DC 27 Huisdieren en planten verzorgen 17 6 Kamerplanten Planten geven sfeer in een huis. Het geeft ook veel voldoening als je een klein plantje kunt opkweken tot een mooie volle plant. Planten kunnen het jaren goed doen door ze alleen regelmatig water te geven. Ze doen het beter als ze ook plantenvoedsel krijgen, Pokon bijvoorbeeld. Ilse woont voor het eerst van haar leven zelfstandig. Weliswaar met nog drie anderen in een huis en er komt iedere dag een begeleider langs om even te praten. Maar toch ... Het is heel anders dan toen ze nog in de instelling voor verstandelijk gehandicapten woonde, met acht anderen in een paviljoen. Haar zus komt haar vandaag in haar nieuwe woning opzoeken. Ze brengt een kamerplant mee. “Dat is gezellig”, denkt Ilses zus. Ilse had ook al van andere mensen een paar planten gekregen. Net als Chaja, Miranda en Ineke. Het zijn er nu zoveel dat ze de planten amper kwijt kunnen in de kamer. Na drie weken komt Ilses zus weer op bezoek. Die ziet dan dat een groot deel van de planten verdwenen is en wat er nog staat, ziet er eerlijk gezegd niet zo goed uit. De bladeren hangen slap of zien geel. Andere planten laten hun blad vallen, zodat ze er aardig kaal bij staan. Als ze aan Ilse vraagt hoe dat nu kan, zegt Ilse dat ze het ook niet goed weet. Ze gaf alle planten iedere dag een goede scheut water. Waar moet je op letten bij de verzorging van kamerplanten? Verzorging van kamerplanten: • wie geeft wanneer water • cactussen weinig water • bladplanten meer water • veel water bij hoge temperaturen • weinig water bij lage temperaturen • zo nu en dan extra voeding geven • informatie inwinnen bij ziektes en ongedierte 7 Kamerplanten hebben een goede verzorging nodig. Je moet met elkaar afspreken wie de planten verzorgt. Dat kan bij toerbeurt: eerst een hele week Chaja, dan een hele week 18 HZW Digitale Content Ineke, enzovoort. Je maakt in overleg met de cliënten een planning. Als je die afspraken niet maakt, krijgen de planten misschien wel van iedereen die er woont water. Dan krijgen ze te veel: de planten ‘verzuipen’. Of, omdat iedereen denkt dat de ander de planten wel water heeft gegeven, krijgen de planten helemaal geen water en drogen uit. Niet iedere kamerplant heeft evenveel water nodig. Cactussen hebben heel weinig water nodig, bladplanten met dunne bladeren des te meer. Vetplanten hebben ook niet zoveel water nodig. Bij een hoge temperatuur, zoals zomers weleens het geval is, moet je veel water geven. Als het koud is, geef je minder water. Het gaat dan om de binnentemperatuur, niet om hoe koud het buiten is. Sommige planten kunnen in de volle zon staan, andere planten verdorren al na korte tijd in de zon. Sommige mensen geven hun kamerplanten regelmatig kamerplantenmest, Pokon bijvoorbeeld. Andere mensen doen dat zelden of nooit. Tegenwoordig zijn er bij de bloemist planten te krijgen met een speciaal watergeefsysteem. Hydrocultuur is er een van. Door de speciale korrels hebben de planten maar af en toe water nodig. Aan een buisje dat in de korrels steekt, kun je zien of de plant al water moet hebben. Het commentaar op deze methoden is dat de planten langzaam groeien en weinig verandering laten zien. Regelmatig water geven HZW DC 27 Huisdieren en planten verzorgen 19 Planten kunnen, net als mensen, last hebben van ziekten en ongedierte. Sommige planten zijn erg gevoelig voor luis. Er zijn verschillende soorten luizen: groene en rode bladluizen, schildluizen en wolluizen. Verder heb je nog spint: een piepklein spinachtig beestje dat niet of nauwelijks met het blote oog te zien is en trips, een klein gestreept insect. Al deze insecten zijn schadelijk voor de plant, omdat ze het sap uit de plant of de bloemknoppen zuigen. Hoewel er goede middelen in de handel zijn tegen ongedierte bij planten, kun je een plant die onder de beestjes zit, soms beter weggooien. Je moet erg veel gif op de plant spuiten om het ongedierte weg te krijgen. Dat betekent dat er ook veel gif in de lucht komt en dat je dat zelf, en je cliënten, ook inademt. Bovendien moet je de spuitbeurt na enige tijd herhalen. Er zijn ook capsules in de handel die je in de potaarde moet stoppen. Ook deze behandeling moet je na enkele weken herhalen, omdat dan de eitjes van het ongedierte uit kunnen komen. En dan maar afwachten of het geholpen heeft. Een plant kan ook ziek worden. Schimmel komt bij sommige planten veel voor, bij andere nauwelijks. Je moet afwegen of je ziektes en ongedierte wilt bestrijden, of dat je de plant gewoon weggooit en een nieuwe koopt. Op de markt en in grote tuincentra zijn de gangbare planten helemaal niet duur. Het bestrijdingsmiddel is vaak duurder dan de plant zelf. Wat je precies aan welke ziektes of welk ongedierte moet doen, kun je in een goed kamerplantenboek lezen, van internet halen, en ook de bloemist kan je informatie geven. Hoe verzorg je een plant goed? 20 HZW Digitale Content 7 Snijbloemen Bloemen geven iets feestelijks aan de kamer. We geven vaak bloemen bij verjaardagen of aan mensen bij wie we niet zo vaak op bezoek komen. Een bloeiende plant heeft ook wel wat feestelijks en gaat langer mee dan een bos bloemen. Bloemen moet je na aanschaf direct verzorgen. Belangrijk is dat je bloemen altijd in een schone vaas zet. Bloemen scheiden stoffen af die het water verontreinigen. Als je nadat de bloemen verlept zijn, het water weggooit en de vaas alleen maar omspoelt, blijven alle micro-organismen in de vaas zitten. De volgende bos bloemen die je in die vaas zet, is dan veel sneller verlept dan nodig is. Goed de binnenkant met heet water en het liefst met een beetje chloor afwassen. Je kunt ook ander ontsmettingsmiddel of schoonmaakmiddel gebruiken, spoel wel goed om. Gebruik hier een aparte borstel of spons voor die je niet voor de gewone afwas gebruikt. Zo breng je ook geen micro-organismen uit bloemenvazen over op borden of kopjes. Bloemen verzorgen: • zoek een geschikte schone vaas en doe daar de juiste hoeveelheid water in • los het zakje bloemenvoedsel in het water op • bij chrysanten i.p.v. bloemenvoedsel, een paar druppels chloor • overtollig blad van de bloemen verwijderen • stelen onderaan schuin afsnijden • direct in het water in de vaas zetten • bloemen niet in de zon zetten, • bloemen niet dicht bij of boven de verwarming zetten • bloemen niet op de tocht zetten 8 Bloemen moet je voordat je ze in de vaas gaat zetten, onderaan de stelen schuin afsnijden. Zo kunnen ze het water beter opnemen. Sommige bloemen kun je in een vaas vol met water zetten. Andere bloemen kunnen daar niet goed tegen. Deze bloemen moeten op een klein laagje water. De bloemist geeft meestal een zakje bloemenvoedsel mee. Dit moet je in een halve liter lauw water oplossen. Bij chrysanten kun je beter nog een paar druppeltjes chloor in het water doen. Het bloemenwater gaat dan niet zo gauw stinken. HZW DC 27 Huisdieren en planten verzorgen 21 8 Tips voor de praktijk 1 Gebruik het juiste voer oor huisdieren Als je niet weet welk voer of hoeveel voer een dier moet hebben, vraag dan eerst informatie. Ga niet in het wilde weg maar wat doen. Voer dat voor het ene dier heel gezond is, kan juist voor een ander dier heel verkeerd zijn. 2 Zet katten niet zomaar buiten in de tuin Katten die niet gewend zijn buiten te komen, kun je niet zomaar even buiten zetten. Als er veel verkeer in de buurt is, bestaat de kans dat ze onder een auto lopen. 3 Laat honden voldoende uit Honden moeten minstens twee keer per dag een flinke wandeling kunnen maken. Voor de nacht moeten ze dan nog even naar buiten om hun behoefte te kunnen doen. Grote honden moeten langer uit, dan kleine hondjes. 4 Ga volgens voorschrift regelmatig naar de dierenarts De meeste dieren moeten regelmatig ingeënt worden tegen ziektes. Houd je aan die voorschriften, of help je cliënt eraan herinneren dat een dier naar de dierenarts moet. Katten, honden en konijnen kunnen ziektes krijgen waar ze aan dood gaan. Met een simpele injectie bij de dierenarts kun je dat voorkomen. 5 Verschoon kattenbakken en kooien volgens voorschrift Op de verpakking van kattenbakvulling, stro, grit en andere bodembedekkers, staat hoe vaak een kooi, of kattenbak verschoond moet worden. Houd je aan dit voorschrift. Een kattenbak die te lang niet verschoond is, is een bron van micro-organismen. In uitwerpselen van knaagdieren kunnen eitjes van vliegen komen die ook weer ziektes overbrengen. Daarom is het belangrijk kooien en kattenbakken regelmatig te verschonen. 6 Houd bij de aanschaf van een dier rekening met het budget Een knaagdier is goedkoper dan een hond, niet alleen in aanschaf, maar ook in onderhoud. Een cliënt die graag een grote hond wil hebben, maar slechts heel weinig geld te besteden heeft, kun je beter adviseren een kleiner en goedkoper dier in huis te nemen. 22 HZW Digitale Content 7 Negeer blaffende honden Als je een cliënt moet helpen die een hond heeft die enorm tekeer gaat als jij binnenkomt, negeer die hond dan. Kijk de hond vooral niet in de ogen, maar doe alsof hij er niet is. Vraag je cliënt of hij de hond tot de orde kan roepen. Terwijl jij met de cliënt bezig bent, kan de hond in een andere kamer. 8 Wees alert op vlooien en teken Voorkom dat katten en honden vlooien krijgen en vraag de dierenarts wat je hiertegen kunt doen. Honden kunnen ook last van teken hebben. Verwijder teken met een tekentang/ tekenpincet. 9 Let op hygiëne Als er huisdieren in huis zijn, moet je extra goed en vaak stofzuigen, vooral op plaatsen waar het dier veel is. Katten- en hondenmanden moeten regelmatig gelucht worden en lappen of dekentjes in de wasmachine gewassen. 10 Een dier heeft aandacht nodig Let erop dat dieren voldoende aandacht krijgen en niet wegkwijnen. Een uur per dag aandacht, het liefst nog verdeeld over de dag, is absoluut noodzakelijk. Meer mag natuurlijk altijd. 11 Geef kamerplanten regelmatig water Planten die in een normaal verwarmde kamer staan, moeten één tot twee keer per week water hebben. Cactussen mogen echter niet zoveel water. Geef ze eens in de veertien dagen een beetje water. 12 Zet snijbloemen in een schone vaas Bloemenvazen zijn bronnen van micro-organismen. Maak een bloemenvaas altijd schoon met chloor of desnoods met heet water en afwasmiddel. Zo voorkom je dat micro-organismen in de vaas blijven zitten en een volgende verse bos bloemen direct aantasten. HZW DC 27 Huisdieren en planten verzorgen 23 24 HZW Digitale Content