Uploaded by rvdkant

AviE5

Is Saar een heks?
..........Lang geleden leefde er een lelijk meisje. Ze heette Saar. Saar had een
lange neus en heel veel wratten. Ze had grijs met rood haar. Iedereen vond dat
Saar op een heks leek, want Saar wist ook alles over toverdrankjes. Op een
avond toen Saar naar huis ging zag ze iets in de lucht vliegen. Een heks
misschien, dacht Saar. Neen dat kan niet. Ik weet het, zei Saar. Het is een
kerstman. Gauw liep Saar naar huis. Misschien had de kerstman voor haar een
geschenkje gebracht. Ze stak de sleutel door het sleutelgat en liep naar binnen.
Saar keek in haar sok. Geen geschenkje onder de bank, tafel, deken, bed. Neen
nergens kon Saar een geschenkje vinden. Misschien kan de kerstman straks
komen, dacht ze. Saar ging naar bed. De volgende dag keek Saar weer in haar
sok, maar er lag weer niks.
Ik zie de zee
..........Katinka rent. Ik zie de zee! roept ze. Katinka, Boris en papa gaan op het
strand zitten. Niet te dicht bij de zee, want Boris is bang van de golven. Ze
trekken een zwembroek aan. Katinka pakt een emmertje en gaat water halen uit
de zee. Het water stroomt over haar voeten. Er spat een golf tegen haar benen.
Ze schrikt ervan. Snel neemt Katinka wat water in haar emmertje en rent terug
naar papa. Papa en Boris graven in het zand. Ze maken een groot zandkasteel.
Katinka zoekt roze en gele schelpjes om het kasteel mee te versieren. Er zijn
ook schelpjes met randjes. Dat zijn zaagjes, zegt papa. Kijk, en dit zijn
scheermesjes! Papa laat Katinka een paar lange schelpen zien. Katinka maakt er
een hekje van. Het wordt heel mooi. Papa graaft een lange sloot van het kasteel
naar de zee.
Eieren verven
..........Mama kookt witte eieren. Een hele pan vol. Gaan we die allemaal opeten?
vraagt Katinka verbaasd. We gaan ze verven. En morgen, als het Pasen is, eten we
ze op. Katinka en Boris krijgen allebei een oud hemd aan. Dan is het niet erg als
ze vies worden. Mama pakt verf, kwastjes en een glaasje water. Ze doet het
voor: eerst het kwastje in het water, dan in de verf en dan op het ei. En dan
mogen Katinka en Boris het zelf doen. Katinka doet het precies zoals mama
voorgedaan heeft. Ze maakt haar ei eerst helemaal geel. En dan verft ze er
blauwe stippeltjes op. Het wordt erg mooi. Boris roert wild met zijn kwastje in
het water en in de verf. Mama helpt Boris een beetje. Poes Brannie komt ook
kijken. Ze springt op de tafel en snuffelt aan de verf. Brannie gaat aan de verf
likken!
Het superplan?
..........De volgende dag werd Saar wakker. Ik heb een superplannetje bedacht. Ik
ga het speelgoed stelen dat de kerstman rondbrengt en zo haten al die kinderen
de kerstman. Die avond begon Saar met haar superplannetje. Ze ging naar alle
huizen toe in de stad. Even later had ze alle huizen gedaan. Zo nu heb ik alle
cadeautjes die de kerstman rond heeft gebracht. Toen alle kinderen wakker
werden keken ze meteen in hun sokjes. Maar er lag helemaal niks. Stomme
kerstman, zeiden alle kinderen. Die brengt ook nooit cadeautjes voor ons. Die
avond ging kerstman weer rond met zijn pakjes. In elke sok één enkel cadeautje.
Maar wat was dat, hij zag allemaal brieven in de sokken. Het begon zo. Beste
kerstman. We hebben vandaag helemaal niks gekregen. We vinden u heel stom.
Ook andere kinderen.
Boerderijleven
..........De kermis was voorbij. Oom Jan en zijn knechten, tante Nie en haar meid
moesten weer werken op de boerderij. Rik reed op de kar naar het veld. Dat
schokte wel wat, maar hij viel toch niet. Zus mocht de kippen voeren. De kippen
kwamen van alle kanten. Zij pikten vlug het graan op. Toen ging zus naar het
kippenhok en zij vond een vers ei. Dat eitje kookte tante en het smaakte lekker.
Ik woon liever buiten, zei zus. Ja Jet, maar wij gaan toch weer naar de stad. Rik
zou ook liever bij oom blijven. Hij wilde later zeker boer worden en zus boerin.
Pa en ma kregen hun kinderen niet gemakkelijk mee. Eindelijk zaten ze allen weer
in de trein. Het was donker, toen pa en ma met hun twee kinderen in de stad
aankwamen. Jet had slaap. Zij was nog klein en dat reizen maakte haar moe.
De mijter van Sinterklaas
..........Een kleine jongen, met een scheve muts op zijn hoofd, kijkt uit over de zee.
Zijn ogen staan verdrietig. Vandaag komt Sinterklaas, maar hij kan niet naar hem
toe. Want zijn vader is visser. Die is ver weg op de zee. En zijn moeder heeft
haar voet verbrand. Ze kan niet ver lopen om met Klaas naar de stad te gaan en
Sinterklaas te ontmoeten. Dan ziet Klaas iets drijven op de hoge golven. Het is
rood en komt steeds dichterbij. Het is een muts, de mijter van Sinterklaas! Hij
neemt de muts mee naar huis. Zijn moeder maakt de muts weer mooi schoon en
droog. Wat heeft Sinterklaas een koud hoofd als hij aankomt in de stad. Als
iedereen op zoek is naar de echte muts van Sinterklaas, loopt er een kleine
jongen met een groot pak onder zijn arm door de stad. Hij probeert de sint te
zien.
Tentplezier
..........Zaterdag, twee uur in de namiddag. De bende van Maarten gaat zwemmen.
Het wordt een echt waterfeest. Ze springen, duiken en spatten er maar op los.
Ze houden ook een zwemwedstrijd. Echte waterratten! Maandag spelen we een
match volleybal. Ze nemen afscheid van elkaar. Ze lopen naar de tenten. Ze halen
een grote plastiek zak. Daarmee verdwijnen ze in het bos. Even later komen ze
terug met een volle zak. Dan kruipen ze in de grote tent. Rits! De tent gaat
dicht. ’s Morgens moesten ze douchen van mama. We wassen ons straks wel! Wat
zijn die aan het uitspoken? denkt hun moeder. Een halfuurtje later kruipen ze uit
de tent. Ze lopen naar het stortbad. Als ze terugkomen zijn de ouders reeds
klaar. Even later staat iedereen piekfijn klaar. Karen draagt een doos met een
touw er rond.
De kleine zeemeermin
..........Sinds die tijd kon de kleine zeemeermin nergens anders meer aan denken.
Omdat de prins een mens was ging de kleine zeemeermin naar de zeeheks. Deze
woonde in een huis dat gebouwd was van oude scheepswrakken en werd bewaakt
door zeedraken. De zeeheks gaf haar een toverdrank. Als je deze toverdrank
drinkt krijg je twee benen, maar elke stap zal zijn als of je op glasscherven
loopt. Maar als de prins niet met je trouwt dan zal je in zeeschuim veranderen.
In ruil hiervoor wil ik je stem, zei de heks. De kleine zeemeermin ging snel naar
het strand waar zij de prins had neergelegd, ze dronk de drank en verloor
meteen haar stem en viel flauw. Toen ze weer haar ogen opende stond de prins
voor haar en vroeg wie ze was. Maar ze kon geen antwoord geven. De prins nam
haar mee naar haar kasteel.
Doornroosje
..........Rond het kasteel groeide een doornenhaag, die zo hoog werd dat het
kasteel niet meer te zien was. Iedereen in het land kende het verhaal van de
mooie slapende Doornroosje. Vaak kwamen er prinsen die het kasteel wilden
binnendringen. Maar dan greep de doornenhaag hen vast en konden ze niet meer
loskomen. Ze stierven jammerlijk. Op een dag kwam er weer een prins naar het
kasteel. Net op die dag waren de honderd jaar verstreken. De haag bloeide met
prachtige bloemen en opende zich toen de prins er aankwam. Achter zijn rug
vormde zich weer een dichte doornenhaag. De prins liep door het kasteel waar
alles nog stilstond. Op de vergeten zolder vond hij Doornroosje. Hij gaf haar een
kus. Doornroosje deed haar ogen open en kon ze al meteen niet geloven. Wat een
prachtige prins zag ze daar
Het vakantiehuisje in het oerwoud
..........Op een mooie zonnige dag werd Jessie wakker. Hij deed de gordijnen open
en trok zijn kleren aan. Hij had zoveel zin in vandaag, want vandaag ging hij naar
het vakantiehuisje in het oerwoud. Spannend is dat natuurlijk wel. Kom je naar
beneden riep zijn moeder vanaf onder aan de trap. Ja mam, ik kom eraan. Hij
trok gauw zijn kleren verder aan en rende de trap af met zijn spullen. Zijn zusje
Lindy kwam ook al aangerend. Een uur later zaten ze in de auto en reden naar het
vakantiehuisje. Hoelang duurt het nog vroegen Lindy en Jessie. Nog vijf minuten
zei Jessies moeder. Zijn vader ging ook mee, want een vader is altijd handig.
Toen ze aangekomen waren zagen ze hoe lelijk, oud en roestig het huisje was.
Jessie vond dat natuurlijk knetter spannend. Maar zijn zusje vond het een
beetje eng.