1 OC: Bladgroenextract Inaam Tanouti 5534 Lieselotte Mendonck 5541 Ouissal Hichour 5534 OC 500 2018 en 2019 ONDERZOEK COMPETENTIE | Bladgroenextract 2 Voorwoord Ons onderzoekcompetentie gaat over “Bladgroenextract”. Eerst en vooral zouden wij onze mentor mevrouw Simokovic willen bedanken voor het begeleiden doorheen onze onderzoekcompetentie! En ook onze school voor de nodige materialen om dit tot uitvoering te laten komen. Mede mogelijk gemaakt door Koninklijk Atheneum Deurne. ONDERZOEK COMPETENTIE | Bladgroenextract 3 Inhoud Inleiding ........................................................................................................................... 4 ORIËNTATIEFASE: ............................................................................................................ 5 Onderzoeksvraag: ........................................................................................................... 5 Hypothese: ...................................................................................................................... 5 VOORBEREIDINGSFASE: .................................................................................................. 5 Literatuurstudie:……..…………………………………………………………………………………………...5-10 Benodigdheden: ............................................................................................................ 11 UITVOERINGSFASE: ...................................................................................................... 12 Experiment: ................................................................................................................... 12 Waarnemingen: .................................................................................................... …13-16 Conclusie: ................................................................................................................. 16-17 REFLECTIEFASE: ............................................................................................................. 18 Hypothese verbetering: ................................................................................................ 18 Disscusie:……………………………………………………………………………………………………………….18 Kritiek: .............................................................. Ошибка! Закладка не определена.18 ONDERZOEK COMPETENTIE | Bladgroenextract 4 Inleiding Onze onderzoek competentie gaat over bladgroenextract. Wij hebben dit onderwerp gekozen omdat Ouissal de celleer zeer interessant vindt en er daarom meer over wil weten. Inaam wil later voor haar beroep in de biochemie gaan, en Lotte wil later biologie studeren en nu eens een proef doen uit dit vakgebied. In dit onderzoek gaan wij bestuderen uit welke pigmenten het gras bestaat. Wij hebben hiervoor een voorproef gedaan om een idee te krijgen over hoe wij het experiment zo juist mogelijk kunnen maken. ONDERZOEK COMPETENTIE | Bladgroenextract 5 ORIËNTATIEFASE Onderzoeksvraag: Uit welke pigmenten bestaan spinazie, anemone hupehensis en gras? Wat is het verband tussen de Rf-waarden en verkregen kleuren bij spinazie, anemone hupehensis en gras? Hypothese: Omdat deze planten groen zijn, denken wij dat deze uit chlorofyl bestaan. VOORBEREIDINGSFASE Literatuurstudie: Fotosynthese (uit het Grieks foto = licht; synthese = iets nieuws maken) of anders gezegd: koolstofassimilatie is het proces waarbij planten, een aantal soorten algen en microorganismen (met bladgroenkorrels ) zonne-energie gebruiken om suiker en zuurstof te vormen door water van de bodem en CO2 uit de atmosfeer op te nemen. Fotosynthese is van cruciaal belang voor de aeroben op aarde en voor het behouden van een normaal zuurstofniveau in de atmosfeer. Fotoautotrofen zijn de organismen die dit doen. Ze zijn onafhankelijk van andere organismen en ze zijn in staat zelf energie op te bouwen en voedsel te maken. Deze planten bevatten de sleutel van het leven op aarde. Ze vormen daarom ook de enige schakels tussen de zon en alle andere levende organismen. Dit hebben we te danken aan de bladgroenkorrels die gelegen zijn in de chloroplasten, die zich op hun beurt bevinden in het bladmoes (mesofyl). ONDERZOEK COMPETENTIE | Bladgroenextract 6 Pigmenten Pigmenten zorgen voor de kleuren in planten. Het meest bekende pigment is chlorofyl, wat voor de groene kleur zorgt. Hieronder zie je een tabel waarin je andere veel voorkomende pigmenten vindt. Carotenen Pigment Kleur Oranje-geel Xanthofyllen Kleurloos-geelachtig Chlorofyl a Chlorofyl b Anthocyanen (anthocyaniden) Donkergroenblauwgroen Lichtgroen Rood-blauw (hangt af van de pH) Betalaïnen Rood-geel - Functie Vangt licht op en geeft het door aan chlorofyl a Antioxidant - Vangt licht op en geeft het door aan chlorofyl a Antioxidant Primair pigment - Vangt licht op en geeft het door aan chlorofyl a Trekken insecten aan voor bestuiving Antioxidant - Vervangen anthocyanen Trekken insecten aan voor bestuiving Absorptie van licht Een pigment is een molecule die in staat is om licht te absorberen en tegelijk licht te reflecteren. Licht bestaat uit een spectrum van meerdere kleuren zoals rood ,oranje, geel, groen, blauw, indigo en violet. Afhankelijk van de chemische eigenschappen die de pigmenten bezitten, wordt er bepaald welke kleuren ze zullen absorberen of weerkaatsen. Hiermee kan je afleiden dat alle planten hun kleur te danken hebben aan hun pigmenten, maar deze pigmenten hebben nog meer functies. Voor planten is het noodzakelijk om een kleur te vertonen om insecten te lokken of te waarschuwen. ONDERZOEK COMPETENTIE | Bladgroenextract 7 Ieder pigment absorbeert bepaalde golflengten van het lichtspectrum. Afhankelijk van de energie van de geabsorbeerde golflengten wordt er een specifieke kleur gereflecteerd die dan uiteindelijk door onze ogen wordt waargenomen. Zo zorgen de pigmenten ervoor dat de planten een zo hoog mogelijke dosis energie uit het zonlicht kunnen halen. Deze accumulatie van zonne-energie zorgt ervoor dat er elektronen kunnen worden afgegeven. Caroteen en carotenoïden spelen een grote rol in het absorberen van licht, ze werken ook als antioxidanten, die de cel van vrije zuurstofradicalen beschermen. Ze ontstaan wanneer een plant wordt blootgesteld aan UV licht. Chlorofyl absorbeert een brede waaier van golflengten, met uitzondering van de groene golflengten. chlorofyl a vangt rode, blauwe en blauw violette golflengten op. Het is het belangrijkste fotosynthetische pigment want het kan als enige lichtenergie om zetten in chemische energie. Chlorofyl b neemt voornamelijk blauw licht op. Bovendien werken beide samen om een maximale absorptie mogelijk te maken. De lichtenergie die door chlorofyl b, caroteen en xanthofyl geabsorbeerd werd, wordt dan gekanaliseerd naar chlorofyl a. De elektronen van chlorofyl bevinden zich dan in een aangeslagen toestand. In de lente en de zomer zijn de bladeren groen vanwege de grote hoeveelheid chlorofyl die overheerst in de bladgroenkorrels. Hoewel de bijkomende pigmenten ook aanwezig zijn, worden hun kleuren onderdrukt door het groene licht dat door chlorofyl wordt gereflecteerd. Met het begin van de herfsttemperaturen stoppen planten met de productie van chlorofylmoleculen en worden ze afgebroken. Hierdoor worden de gele, rode en bruine kleuren van de herfstbladeren zichtbaar. Dit komt door caroteen en xanthofyl. De factoren die de Rf-waarde beïnvloeden zijn: - - De oplosbaarheid van het pigment tegenover het loopmiddel (mobiele fase). Hoe hoger de oplosbaarheid, hoe verder het migreert doorheen het blad. Aantrekkingskrachten tegen over de stationaire fase. Hiermee bedoelen we dat hoe meer het pigment aangetrokken is door het papiertje (cellulose vezels) en het zich aan deze vezels vasthoudt, hoe trager het wordt meegesleurd door de vloeistof. De moleculaire massa. Hoe groter de massa hoe trager het zich laat meetrekken. Om hierop terug te komen zullen we gebruik maken van polariteit. Het filtreerpapiertje bestaat uit cellulose vezels dat houdt in dat het polair is, meer polaire dan de loopvloeistof, wat betekent dat hoe minder polair het pigment is hoe makkelijker het naar boven getrokken kan worden. Van de carotenen is bèta caroteen het belangrijkst aangezien het een rol speelt in de fotosynthese en aanwezig is in alle groene cellen. Doordat bèta caroteen een koolwaterstof is, is het pigment lipofiel. Het heeft namelijk de lichtste moleculaire massa en bezit geen vrije zuurstofmoleculen om hiermee waterstofbindingen met het papiertje te kunnen vormen. Daardoor zal het de loopmiddel naar boven volgen en het verst geraken. In vergelijking met bèta caroteen zijn de chlorofyllen het zwaarst en zullen ze onmiddellijk waterstofbindingen met het papiertje vormen. Door de structuren van chlorofyl b en a is chlorofyl b meer polair dan chlorofyl a. We kunnen ook gewoon stellen dat Caroteen een lagere molaire massa heeft dan Chlorofyl en hierdoor komen ze verder dan Chlorofyl. ONDERZOEK COMPETENTIE | Bladgroenextract 8 Begrippenlijst Capillaire werking = het vermogen van vloeistoffen om in dunne buisjes omhoog te migrerenzonder enige externe kracht die hen daarbij helpt. Dit komt door adhesiekrachten die tussen de vloeistof en de omringde oppervlakken werken. Lipofiel = in vet oplosbaar; niet in water Verschillende kleuren licht: Licht is elektromagnetische straling met verschillende golflengtes. De golflengte bepaalt de kleur van het licht. De kleur van het licht wordt teruggekaatst en die nemen wij waar. Al het andere licht wordt geabsorbeerd. groene bladeren bevatten vooral het pigment chlorofyl a en chlorofyl b, die groen licht terugkaatsen. Wortels bevatten het pigment caroteen, dat voor de oranje kleur zorgt. Anthocyaan is het pigment in bloemen en die zorgt voor de herfstkleuren. Wit licht bestaat uit alle kleuren licht van de regenboog, met als basiskleuren rood, groen en blauw. Rood en blauw worden geabsorbeerd door de plant. De geabsorbeerde kleuren geven energie voor fotosynthese. Bij rood en blauw licht is de fotosyntheseactiviteit het grootst omdat deze het beste geabsorbeerd wordt. Het door het blad geabsorbeerde licht (energiebundeltjes) wordt opgeslagen in de ATP-moleculen. Een ATP-molecule is een energiedrager. De blauwe straling We hebben al gezien dat planten (chlorofyllen) vooral blauw en rood licht absorberen???. Het is dan uiteraard zeer sterk aangeraden om een plant te laten groeien in blauw en rood licht. Beide lichtsoorten spelen verschillende rollen in de bouw van een plant. Blauw licht is vooral van belang voor de vorming van chlorofyl; de ontwikkeling van de chloroplasten, bevordert de huidmondjesopening en helpt bij de aanmaak van enzymen. Bovendien beïnvloedt het de 24-uur cyclus van de fotosynthese en fotomorfogenese. Een te grote concentratie aan blauw licht heeft ook zijn nadelen zoals: het heeft een remmend effect op de celstrekking van een plant waardoor de stengels korter worden en de bladeren dikker. Door de hoeveelheid blauw licht te wijzigen, kan de vorm van de plant veranderd worden. Rode straling De rode straling is het belangrijkst voor fotosynthese van planten en efficiënter, want om een blauw foton te maken, heb je meer energie nodig dan bij het maken van een rood foton wat verlies betekent, want bij de fotosynthese gaat het om gelijkwaardige fotonen. Net zoals het blauw licht helpt rode straling met de aanmaak van bladgroen en beïnvloedt het de fotoperiodisme en fotomorfogenese processen. ONDERZOEK COMPETENTIE | Bladgroenextract 9 Begrippenlijst Fotoperiodisme = De lichtperiode vertelt planten wanneer het tijd is om uitlopers te vormen of te gaan bloeien. Dit heeft een effect op het gedrag en de ontwikkeling van planten Fotomorfogenese = Een proces dat als resultaat de uiteindelijke vorm, kleur en bloei van de plant heeft. Dit is vooral genetisch bepaald maar je kan dit ook beïnvloeden met licht. Bouw bladgroenkorrel Aan de onderkant van een blad zitten huidmondjes, heel kleine gaatjes waardoor de plant ademt. Door deze gaatjes gaat er lucht naar binnen en naar buiten. In de cellen zitten vacuolen gevuld met vocht. Als dat vocht verdampt, gaat het ook via de huidmondjes naar buiten. Als de plant genoeg vocht heeft, is ze in turgor, als er teveel vocht verdampt, zal de plant slap hangen en ondergaat hij plasmolyse. Door het blad lopen ook vaten of kleine buisjes tot aan de wortels, door deze vaten zuigen de planten water uit de grond. Een plant is opgebouwd uit meerdere cellen die op hun beurt uit organellen bestaan. Eén van deze organellen is de bladgroenkorrel of chloroplast. Een bladgroenkorrel heeft een buitenmembraan en een binnenmembraan maar binnen de chloroplast zit er een, door een membraan (=thylakoïdmembraan ) omgeven holletje/compartiment dit is de thylakoïd.. Thylakoïden zijn membraanachtige structuren met daarbinnen een vloeistof Stroma. Ze zijn opgebouwd uit eiwitten en vetten en zijn meestal opgestapeld. Elke bladgroenkorrel kan 10 tot 100 van die gestapelde thylakoïden bevatten. Zulke stapels worden grana genoemd . Verder in de thylakoïdmembraan liggen verzamelingen van chlorofyl-moleculen ingebed. Fotosystemen zorgen ervoor dat er genoeg energie wordt geleverd om aan fotosynthese te doen. Het plasma waarin de thylakoïden zitten, wordt het stroma genoemd.Hier vind je het erfelijk materiaal, lipidendruppels, zetmeelkorrels, vrije ribosomen en een aantal verbindingen die belangrijk zijn voor de fotosynthese . ONDERZOEK COMPETENTIE | Bladgroenextract 10 Fotosysteem We hebben reeds vermeld dat er zich fotosystemen bevinden in de thylakoïdenmembraan. Een fotosysteem is een eiwit complex, m.a.w. het bestaat uit 2 of meerdere eiwitten die een cruciale rol spelen in het fotosyntheseproces. Aan de hand van het opnemen van lichtdeeltjes/fotonen, zorgen ze ervoor dat er juist genoeg energie is om aan fotosynthese te doen. Als het fotosysteem een foton opvangt, dan zal een chlorofyl-elektron volgens de regels van het atoommodel naar een hoger niveau springen. Dit proces heet excitatie. Het elektron dat zich in deze toestand bevindt, wordt ook een exciton genoemd. Door middel van resonantieoverdracht kan het exciton van chlorofyl-molecule naar chlorofyl-molecule springen en op deze manier kan het exciton zich voortbewegen in het fotosysteem. Aan 1 zijde van thylakoïde ligt er een gespecialiseerde molecule ingebed ,het zogenaamde reactiecentrum(= complex/verzameling van eiwitten en pigmenten). De elektron kan binden met het reactiecentrum waardoor er een elektrisch potentiaalverschil ontstaat rond de membraan als conclusie kan je het fotosysteem vergelijken met een foto-elektrisch cel die onder invloed van licht elektrisch stroom kan opwekken. Als het exciton geen reactiecentrum kan vinden (dus het reactiecentrum is waarschijnlijk dicht) dan valt het terug naar zijn oorspronkelijke baan de overtollige energie komt dan vrij als warmte. Er is ook een mogelijkheid dat bij het terugvallen een foton wordt uitgestraald, dit heet fluorescentie. Er zijn 2 types van reacties: een lichtreactie en een donkerreactie Lichtreactie is het eerste deel van de fotosynthese in deze reactie worden NADPH, H+ en ATP gecreëerd die dan doorgaan naar het tweede deel van de fotosynthese, de donkerreactie (ook wel calvincyclus genoemd). Deze reactie vindt plaats in het stroma. Deze reactie heeft energie nodig en deze wordt geleverd door de ATP die gecreëerd is in de eerste reactie. De proef De proef de proef die we gaan uitvoeren heet Chromatografie. Hierbij gaan we kijken naar de verschillende pigmenten in de planten zoals hierboven vermeld staat. We gebruiken hiervoor aceton als oplosmiddel. Het aceton wast de fotopigmenten weg van de cellen en cytoplasma’s. Omdat we de planten ook moeten pletten gebruiken we zand om een grip te krijgen met de mortier. De Rf- waarde De Rf-waarde is de afstand van de startlijn tot aan het midden van de pigmentvlek gedeeld door de afstand van de startlijn tot aan het vloeistoffront. Dus eigenlijk bereken je de afstand die de pigmentvlek heeft afgelegd in verhouding tot de afstand die de loopvloeistof heeft afgelegd. De Rf-waarde hangt ook af van welk oplosmiddel je gebruikt. ONDERZOEK COMPETENTIE | Bladgroenextract 11 Benodigdheden: o Gras o Spinazie o Anemone hupehensis o Fijn zand o Aceton o Filtreerpapier o Mortier + stamper o Maatcilinder o Balans o Pipet o Eventueel een haardroger o Schaar o Geschikte stop ONDERZOEK COMPETENTIE | Bladgroenextract 12 UITVOERINGSFASE Experiment: 1) Knip het gras in meerdere kleine stukjes en doe het vervolgens in een mortier 2) Voeg hier 2 gram fijn zand en plet het tot pulp. 3) Verder voeg je aan de donkerkleurige pulp 5 ml aceton toe en laat je het mengsel 3 minuten bezinken. 4) Terwijl het mengsel aan het bezinken is, knip je uit het filtreerpapier een reep van 1,5 cm breed, de lengte bepaal je aan de hand van de lengte van de maatcilinder die je gebruikt (moet een paar cm kleiner zijn). Controleer dit even door het naast de maatcilinder te houden. 5) Teken een potloodstreep 2,5 cm van de onderste rand van het papiertje. 6) Als het mengsel al bezonken is, zuig je met een pipet weinig van het groene vocht op en breng je voorzichtig een druppel aan in het midden van je potloodstreep. 7) Laat het nu drogen hiervoor kan je een haardroger gebruiken, maar zorg er dan voor dat je de pigmentvlek niet groter maakt. 8) Herhaal nu de vorige stap 10x, zodat je een sterk geconcentreerde vlek krijgt. 9) Giet nu in een maatcilinder 15 ml aceton. 10) Op deze maatcilinder plaats je dan een stop waar je filtreerpapiertje uiteindelijk aan hangt en laat het staan voor een tijdperiode van ongeveer 30 minuten. 11) Tot slot duid je met een streep aan waar de pigmentvlek zich na de 30 minuten situeert. ONDERZOEK COMPETENTIE | Bladgroenextract 13 12) Volg nu ook deze stappen maar dan met Anemone hupehenis en ook met het gras. Waarnemingen: vloeistoffront Oorsprong pigmentvlek Filtreerpapier in aceton Droog filtreerpapier ONDERZOEK COMPETENTIE | Bladgroenextract 14 Kleur x cm Naam van Pigment Afstand (cm) Rf12,1 cm Geelachtig oranje Geel Fel groen Caroteen 12,1 1,00 Xantofyl Chlorofyl a 10,6 7,60 0,88 0,63 Geel groen Chlorofyl b 5,30 0,44 Anemone hupehensis Caroteen Xantofyl Chlorofyl a Chlorofyl b ONDERZOEK COMPETENTIE | Bladgroenextract 15 Kleur Geel Fel groen Geel groen x cm Naam van Pigment Afstand (cm) Rf9,3 cm Xantofyl Chlorofyl a Chlorofyl b 8,9 8,3 7,1 0,96 0,89 0,76 Gras Xantofyl Chlorofyl a Chlorofyl b Opmerking: het genoeg om het caroteen zichtbaar te maken. filtreerpapiertje was niet lang ONDERZOEK COMPETENTIE | Bladgroenextract 16 Kleur Geelachtig oranje Geel Fel groen Geel groen x cm 12,1 cm Naam van Pigment Afstand Caroteen 12,1 cm 1,00 Xantofyl Chlorofyl a Chlorofyl b 10,8 cm 8,2 cm 4,9 cm 0,89 0,68 0,40 Rf Spinazie Caroteen Xantofyl Chlorofyl a Chlorofyl b ONDERZOEK COMPETENTIE | Bladgroenextract 17 Conclusie: Uit bovenstaande kan je waarnemen dat alle groene planten uit verschillende pigmenten bestaan namelijk: caroteen, xantofyl en chlorofyl. We krijgen vooral de groene en gele kleuren te zien omdat die kleuren ook worden “afgestoten” door de plant zelf. Wat ook opvalt is dat de Rf-waardes van de pigmenten zijn ongeveer het zelfde zijn. Het maakt dus niet uit welke soort groene plant je gebruikt, want de Rf-waardes van de pigmentkleuren zijn ongeveer gelijk. En ook de volgorde blijft constant. Dankzij de literatuur studie kunnen we concluderen dat de druppel soms slecht en dan weer goed oplost. Lost de druppel goed op dan zal de kleur zich pas laat zichtbaar zijn op het filtreer papier, terwijl het andersom is als de druppel slecht oplost. De Rf-waarde hangt af van welke soort filtreerpapier/chromatografie papier je gebruikt en ook van het oplosmiddel dat je gebruikt. Hieronder is de tabel zie je de verschillende waardes die we hebben gevonden Gras Kleur Naam van Pigment Afstand(cm) Rf = 𝐚𝐟𝐠𝐞𝐥𝐞𝐠𝐝𝐞 𝐰𝐞𝐠 𝐯𝐚𝐧 𝐝𝐞 𝐤𝐥𝐞𝐮𝐫𝐬𝐭𝐨𝐟 Geel Fel groen Geel groen Xantofyl Chlorofyl a Chlorofyl b 8,9 8,3 7,1 0,96 0,89 0,76 Anemone hupehensis Geelachtig oranje Caroteen 12,1 1,00 Geel Fel groen Geel groen Xantofyl Chlorofyl a Chlorofyl b 10,6 7,60 5,30 0,88 0,63 0,44 Spinazie Geelachtig oranje Caroteen 12,1 cm 1,00 Geel Fel groen Geel groen Xantofyl Chlorofyl a Chlorofyl b 10,8 cm 8,2 cm 4,9 cm 0,89 0,68 0,40 𝐚𝐟𝐠𝐞𝐥𝐞𝐠𝐝𝐞 𝐰𝐞𝐠 𝐯𝐚𝐧 𝐡𝐞𝐭 𝐟𝐫𝐨𝐧𝐭 ONDERZOEK COMPETENTIE | Bladgroenextract 18 REFLECTIEFASE Verbetering hypothese: ONDERZOEK COMPETENTIE | Bladgroenextract 19 Onze hypothese was ongeveer juist. Wij hadden het niet verwacht dat wij ook een gele pigmentkleur zouden krijgen. Maar dit kon je wel afleiden als je weet dat planten groen licht doorlaten en de stralen dichtbij groen dus geel licht ook. Vandaar dat wij ook een gele pigmentkleur kregen. Discussie: Onze hypothese was niet juist. We veronderstelden dat de pigment met de beste oplosbaarheid chlorofyl was, maar dit was niet het geval. Uiteindelijk bleek het bètacaroteen te zijn. De pigment die het slechts oplosbaar is in de loopvloeistof was chlorofyl. Over de Rf-waarden hadden we gelijk. Kritiek: Onze proef moesten we meermaals herdoen. Dit komt vooral omdat we de juiste techniek nog niet hadden gevonden en onze pigment vlek te groot was. Het knippen van het filtreerpapier was ook een struikelblok soms was het papiertje te lang en moesten we er nog een stuk afknippen, soms was het te kort en kon het niet tot aan de aceton of het was te breed waardoor het niet in de proefbuis pasten. Dus we kunnen zeggen dat de metingen niet al te vlot gingen. Voortaan zullen we nooit onze restjes meteen weggooien want die kwamen nog van pas tijdens het herdoen van onze proefjes. De proef met de spinazie was het moeilijkste, deze hebben we een aantal keer moeten uitvoeren omdat ons pigment het aceton aanraakte. Daarom was al ons pigment weg. Na een aantal keer de proef opnieuw te doen hebben we het gewenste resultaat verkregen. We hadden ook een plant waarvan we vermoeden dat het een Anemone hupehensis (Chinese anemoon) Is, maar er is onzekerheid over de naam. Ook waren we niet zo voorzichtig en precies bezig, dit beïnvloedde onze berekeningen dit is dus een zeer belangrijk werkpuntje bij ons De proef heeft ook langer geduurd dan we hadden verwacht, maar dat komt door alle bovenstaande factoren. Bibliografie Lynette de Ruijter en Ferry Siemesma (2017). Fotosynthese. Noordhoff Uitgevers. geraadpleegd 11/10/2018 ONDERZOEK COMPETENTIE | Bladgroenextract 20 Geerts, B. (2016). De fotosynthese reactie. Opgehaald van Docplayer geraadpleegd op 13/10/2018 via: http://docplayer.nl/10921796-De-fotosynthese-reactie.html Verhoeven, K. (2017). Celstofwisseling II (COO 5) Vragen bij deoefen- en zelftoets-module behorende bij hoofdstuk 9 en 10 van Biology, Campbell, 8 e druk Versie. Opgehaald van Docplayer geraadpleegd op 13/10/2018 via: http://docplayer.nl/28715523-Celstofwisseling-ii-coo-5-vragen-bij-deoefen-enzelftoets-module-behorende-bij-hoofdstuk-9-en-10-van-biology-campbell-8-e-druk-versie.html (sd). geraadpleegd op 13/10/2018 via https://research.vu.nl/ws/portalfiles/portal/42791340/abstract+dutch.pdf Battista, J. (sd). Thylakoid Membrane in Photosynthesis: Definition, Function & Structure. Opgehaald van study.com geraadpleegd op 13/10/2018 via: https://study.com/academy/lesson/thylakoidmembrane-in-photosynthesis-definition-function-structure.html Geerts, B. (2016). De fotosynthese reactie. Opgehaald van Docplayer geraadpleegd op 13/10/2018 via: http://docplayer.nl/10921796-De-fotosynthese-reactie.html hasseld, u. (2017). Hoofdstuk 10 - Samenvatting Celbiologie. Opgehaald van studocu geraadpleegd op 13/10/2018 via: https://www.studocu.com/nl-be/document/universiteithasselt/celbiologie/samenvattingen/hoofdstuk-10-samenvatting-celbiologie/1438495/view Logan, H. (2017). Laboratory. The Effect of Light Color on Photosynthesis. Opgehaald van Docplayer geraadpleegd op 13/10/2018 via: http://docplayer.net/49915266-Laboratory-the-effect-of-light-coloron-photosynthesis.html Maas, C. (2016). QUANTUMFYSICA FOTOSYNTHESE. Opgehaald van Docplayer geraadpleegd op 13/10/2018 via: https://docplayer.nl/12993132-Quantumfysica-fotosynthese-naam-klas-datum.html Photosynthesis. (sd). geraadpleegd op 13/10/2018 via https://www.saylor.org/site/wpcontent/uploads/2010/11/Wiki-Photosynthesis.pdf quantum fysica fotosynthese. (sd). geraadpleegd op 13/10/2018 via https://www.nemosciencemuseum.nl/media/filer_public/1c/ee/1cee046e-b5e0-4a94-ada100d8852e7a3b/quantum_en_relativiteit_fotosynthese_leerling.pdf RSC. (sd). Photosynthesis. geraadpleegd op 13/10/2018 via http://www.rsc.org/Education/Teachers/Resources/cfb/Photosynthesis.htm Scheer, H. (2011, 8). Light-Harvesting in Photosynthesis. geraadpleegd op 13/10/2018 via http://przyrbwn.icm.edu.pl/APP/PDF/122/a122z2p01.pdf Verhoeven, K. (2017). Celstofwisseling II (COO 5) Vragen bij deoefen- en zelftoets-module behorende bij hoofdstuk 9 en 10 van Biology, Campbell, 8 e druk Versie. Opgehaald van Docplayer geraadpleegd op 13/10/2018 via: http://docplayer.nl/28715523-Celstofwisseling-ii-coo-5-vragen-bij-deoefen-enzelftoets-module-behorende-bij-hoofdstuk-9-en-10-van-biology-campbell-8-e-druk-versie.html Webb, B. (2016). Photosynthesis and Cellular Respiration. Opgehaald van docplayer geraadpleegd op 13/10/2018 via: https://docplayer.net/13795586-Photosynthesis-and-cellular-respiration.html What happens after. (sd). geraadpleegd op 13/10/2018 via http://www.chesteruplandsd.org/userfiles/17/my%20files/photosynethesis%20slides.pdf?id=883 ONDERZOEK COMPETENTIE | Bladgroenextract 21 ONDERZOEK COMPETENTIE | Bladgroenextract