TUIN VAN HEDEN.NU - LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERJAAR

advertisement
TUIN VAN HEDEN.NU - LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERJAAR 1
Thema MAG IK ZIJN WIE IK BEN?
Kernles 1
Kernles 2
Kernles 3
Kernles 4
De leerlingen – uit welke thuis, cultuur of geloofsovertuiging ze ook komen – voelen
zich benaderd, aanvaard, uitgedaagd en bemind als iemand die de moeite waard is.
Dit houdt in dat ze …
 elk bij zichzelf de nood zien om benaderd, aanvaard, uitgedaagd en bemind te
worden als iemand die de moeite waard is;
 ervaren dat er mensen zijn die hen aanvaarden en die hen blij maken;
 hun plaats vinden in een klas(inrichting) waar ze welkom zijn.
De leerlingen zijn bereid om andere kinderen in de klas te waarderen. Dit houdt in dat
ze …
 hun medeleerlingen waarderen door afspraken en regels na te leven die het
samenleven en samenwerken in de klas bevorderen;
 aandacht hebben voor afwezigen;
 zorg hebben voor wie niet mee kan of iets niet begrijpt.
De leerlingen aanvaarden dat er verschillen zijn tussen henzelf en andere kinderen.
Dit houdt in dat ze …
 Via verhalen, foto’s, gesprekken, … verkennen dat er soms grote verschillen zijn
tussen kinderen, zowel hier als wereldwijd.
 Beseffen dat ze allemaal uit verschillende gezinssituaties komen.
 De verschillen tussen henzelf en anderen leren aanvaarden.
De leerlingen zijn bereid om andere kinderen in de klas te aanvaarden. Dit houdt in
dat ze…
 Hun medeleerlingen waarderen door afspraken en regels na te leven die het
samenleven en het samenwerken in de klas bevorderen.
 Beseffen dat kinderen zich soms niet bemind voelen.
 In een vieringsmoment kunnen danken voor het leven dat hen gegeven is, voor het
mysterie van ieder mens en voor de veelkleurigheid van hun bestaan.
De leerlingen leren Jezus kennen als iemand die van elke mens houdt. Dit houdt in dat
ze…
 Het verhaal van Jezus’ ontmoeting met Zacheüs lezen en daarin :
 zien hoe Hij bijzondere aandacht had voor mensen die zich niet bemind voelden
 ontdekken dat Hij weerstand opriep bij sommige mensen
 Jezus leren zien als iemand die mensen uitdaagt om vanuit hun eigen
mogelijkheden verder te groeien.
 Ondervinden dat het positieve in hen gewaardeerd wordt en dat ze ook uitgedaagd
worden om te groeien in wat niet zo goed gaat.
 Ontdekken dat Jezus van mensen houdt omdat hij gelooft dat God van alle mensen
houdt.
De leerlingen leren Jezus kennen als iemand die van elke mens houdt. Dit houdt in
dat ze…
 Het verhaal van Jezus’ ontmoeting met Zacheüs lezen en daarin :
 zien hoe Hij bijzondere aandacht had voor mensen die zich niet bemind voelden.
 ontdekken dat Hij weerstand opriep bij sommige mensen.
 Jezus leren zien als iemand die mensen uitdaagt om vanuit hun eigen
mogelijkheden verder te groeien.
 Ondervinden dat het positieve in hen gewaardeerd wordt en dat ze ook uitgedaagd
worden om te groeien in wat niet zo goed gaat.
 Ontdekken dat Jezus van mensen houdt omdat hij gelooft dat God van alle mensen
Kernles 5
houdt.
De leerlingen
 leven zich in in de personages van het verhaal
 brengen hun indrukken over een verhaal tot expressie
 reflecteren op de betekenis van het verhaal voor mensen van vroeger en nu en
denken erover na hoe aspecten van de Bijbelse boodschap een invloed kunnen
hebben op hun eigen manier van denken, zijn en doen.
De leerlingen leren Jezus kennen als iemand die van elke mens houdt. Dit houdt in dat
ze…
 Het verhaal van Jezus’ ontmoeting met Zacheüs lezen en daarin:
 zien hoe Hij bijzondere aandacht had voor mensen die zich niet bemind
voelden.
 ontdekken dat Hij weerstand opriep bij sommige mensen.
 Jezus leren zien als iemand die mensen uitdaagt om vanuit hun eigen
mogelijkheden verder te groeien.
 Ontdekken dat Jezus oog heeft voor en van mensen houdt omdat hij gelooft dat
God van alle mensen houdt.
De leerlingen
 leven zich in in de personages van het verhaal
 brengen hun indrukken over een verhaal tot expressie
 reflecteren op de betekenis van het verhaal voor mensen van vroeger en nu en
denken erover na hoe aspecten van de Bijbelse boodschap een invloed kunnen
hebben op hun eigen manier van denken, zijn en doen.
De leerlingen zijn bereid om andere kinderen in de klas te waarderen. Dit houdt in dat
ze…
 hun medeleerlingen waarderen door afspraken en regels na te leven die het
samenleven en het samenwerken in de klas bevorderen.
Thema JEZUSVERHALEN: Jezus en de kinderen
Kernles 1
Kernles 2
De leerlingen
 leven zich via de prenten in in de personages van het verhaal ‘Jezus en de kinderen’;
 kunnen aspecten van de boodschap van het verhaal ‘Jezus en de kinderen’
actualiseren en in verband brengen met verschillende relatievelden in hun eigen
bestaan;
 vinden in de tekst ‘Jezus en de kinderen’ een oproep tot geloof, hoop en liefde;
 reflecteren op het Gods- en Jezusbeeld dat spreekt uit het verhaal ‘Jezus en de
kinderen’;
 brengen hun indrukken over het verhaal ‘Jezus en de kinderen’ tot expressie in
woord en beeld.
De leerlingen
 kunnen de symbolische betekenis vatten van de situaties in het verhaal ‘Jezus en de
kinderen’;
 reflecteren over de betekenis van het verhaal ‘Jezus en de kinderen’ voor mensen
van vroeger en nu en denken erover na hoe aspecten van de Bijbelse boodschap
een invloed kunnen hebben op hun eigen manier van denken, doen en zijn;
 begrijpen de tekst ‘Jezus en de kinderen’ als uitdrukking van geloof, hoop en liefde
door te ontdekken wat er gezegd wordt over de relatie tussen God en mens en
tussen mens en wereld;
 kunnen de relatie zien tussen het thema ‘Mag ik zijn wie ik ben?’ en aspecten
daarvan die in ‘Jezus en de kinderen’ ter sprake komen.
Thema JEZUSVERHALEN: Jezus roept de leerlingen
Kernles 1
Kernles 2
De leerlingen
 leven zich via de prenten in in de personages van het verhaal ‘Jezus roept de
leerlingen’;
 kunnen aspecten van de boodschap van het verhaal ‘Jezus roept de leerlingen’
actualiseren en in verband brengen met verschillende relatievelden in hun eigen
bestaan;
 zien het verband tussen onderwerpen die in de loop van het jaar aan bod komen en
aspecten in het verhaal ‘Jezus roept de leerlingen’;
 brengen hun indrukken over het verhaal woordelijk tot expressie.
De leerlingen
 kunnen de symbolische betekenis vatten van de uitdrukking ‘met iemand in zee
gaan’;
 vinden in de tekst een oproep tot geloof, hoop en liefde;
 reflecteren op het Gods- en Jezusbeeld dat uit het verhaal spreekt;
 actualiseren aspecten van de boodschap van het verhaal ‘Jezus roept de leerlingen’
en brengen ze in verband met de verschillende relatievelden in hun eigen bestaan;
 brengen hun indrukken over het verhaal woordelijk tot expressie.
Thema JEZUSVERHALEN: Een vader met twee zonen
Kernles 1
De leerlingen
 leven zich in in de personages van het verhaal ‘de parabel van een vader met
twee zonen’;
 kunnen aspecten van de boodschap van het verhaal ‘de parabel van een vader
met twee zonen’ actualiseren en in verband brengen met verschillende
relatievelden in hun eigen bestaan;
 kunnen de relatie zien tussen het thema ‘mag ik zijn wie ik ben?’ en aspecten
ervan die in het verhaal ‘de parabel van een vader met twee zonen’ ter sprake
komen;
 reflecteren op de betekenis van het verhaal voor mensen van vroeger en nu en
denken na over hoe aspecten van de Bijbelse boodschap een invloed hebben op
hun eigen manier van denken, zijn en doen;
 brengen hun indrukken over het verhaal ‘de parabel van de vader met twee
zonen’ tot expressie in woord (en beeld).
Kernles 2 De leerlingen
 reflecteren op het Gods- en Jezusbeeld dat uit het verhaal ‘de parabel van een vader
met twee zonen’ spreekt;
 begrijpen de tekst als uitdrukking van geloof, hoop en liefde door te ontdekken wat
er gezegd wordt over de relatie tussen God en mens en tussen mens en wereld;
 vinden in de tekst een oproep tot geloof, hoop en liefde;
 kunnen de symbolische betekenis van voorwerpen en situaties die in de tekst
voorkomen, vatten.
Thema KERKELIJK JAAR
Allerheiligen / Allerzielen
Kernles 1 De leerlingen ontdekken de betekenis van enkele religieuze feesten. Dat houdt in dat
Kernles 2
ze …
 de betekenis van de ring van het kerkelijk jaar ontdekken;
 de betekenis van het feest van Allerheiligen-Allerzielen ontdekken.
De leerlingen ontdekken de betekenis van enkele religieuze feesten. Dat houdt in dat
ze …
 kunnen stil worden bij de verbondenheid met overledenen uit de naaste familie
en/of kring;
 kunnen luisteren naar een verhaal over verdriet en dood;
 krijgen de kans om te bidden in verbondenheid met mensen die gestorven zijn.
Kerstkring
Kernles 1 De leerlingen verkennen de betekenis van de advent en Kerstmis vanuit de verhalen
over de geboorte van Jezus. Dat houdt in dat ze …
 de advent leren kennen als de tijd waarin christenen zich voorbereiden op Kerstmis;
 de symboliek van de adventskrans verkennen: rood, groen, licht, krans;
 Maria leren kennen als moeder van Jezus.
Kernles 2 De leerlingen verkennen de betekenis van de advent en Kerstmis vanuit de verhalen
over de geboorte van Jezus. Dat houdt in dat ze …
 de advent leren kennen als de tijd waarin christenen zich voorbereiden op Kerstmis;
 aandacht hebben voor de adventscampagne van Welzijnszorg;
 Maria leren kennen als moeder van Jezus.
Kernles 3 De leerlingen verkennen de betekenis van Kerstmis vanuit de verhalen over Jezus’
geboorte. Dat houdt in dat ze …
 werken rond het geboorteverhaal van Lucas (Lc.2);
 een paar eenvoudige kerstliederen zingen;
 de kans krijgen om te bidden bij Kerstmis.
Kernles 4 De leerlingen verkennen de betekenis van Kerstmis vanuit de verhalen over Jezus
geboorte. Dat houdt in dat ze …
 werken rond het verhaal van de Wijzen uit het Oosten (Mt.2);
 een paar eenvoudige kerstliederen zingen;
 de kans krijgen om te bidden bij Kerstmis.
Paaskring
Kernles 1 De leerlingen verkennen de betekenis van de veertigdagentijd en Pasen vanuit
verhalen over het lijden, de dood en de verrijzenis van Jezus. Dat houdt in dat ze …
 aandacht hebben voor de campagne Broederlijk Delen;
 weten dat vasten voor christenen o.a. betekent: zich iets ontzeggen en soberder
leven.
Kernles 2 De leerlingen verkennen de betekenis van de veertigdagentijd en Pasen vanuit de
verhalen over lijden, dood en verrijzenis van Jezus . Dat houdt in dat ze …
 aandacht hebben voor de campagne Broederlijk Delen.
 weten dat vasten voor christenen o.a. betekent: zich iets ontzeggen, soberder
leven.
Kernles 3 De leerlingen ontdekken de betekenis van enkele religieuze feesten. Dat houdt in dat
ze …
 de betekenis van palmzondag leren kennen.
Kernles 4 De leerlingen verkennen de betekenis van de veertigdagentijd en Pasen vanuit
verhalen over het lijden, de dood en de verrijzenis van Jezus. Dat houdt in dat ze …
 het verhaal van het laatste avondmaal (Lc.22, 14-20) verkennen;
 het verhaal over lijden en dood van Jezus beluisteren in een sobere en serene
vertelling.
Kernles 5
Kernles 6
Kernles 7
Maria
Kernles 1
De leerlingen verkennen de betekenis van de veertigdagentijd en Pasen vanuit
verhalen over het lijden, de dood en de verrijzenis van Jezus. Dat houdt in dat ze …
 het verhaal van de kruisdood van Jezus verkennen;
 het verhaal over lijden en dood van Jezus beluisteren in een sobere en serene
vertelling;
 de kans krijgen om te bidden bij de dood van Jezus.
De leerlingen verkennen de betekenis van de veertigdagentijd en Pasen vanuit
verhalen over het lijden, de dood en de verrijzenis van Jezus. Dat houdt in dat ze …
 beluisteren hoe de leerlingen van Emmaüs Christus herkenden bij het ‘breken van
het brood’ (eucharistie) (Lc. 24, 13-35)
 de kans krijgen om te bidden en te vieren bij de verrijzenis van Jezus.
De leerlingen ontdekken de betekenis van enkele religieuze feesten: Pasen.
De leerlingen verkennen de betekenis van de veertigdagentijd en Pasen vanuit
verhalen over het lijden, de dood en de verrijzenis van Jezus. Dat houdt in dat ze …
 Pinksteren leren kennen als het feest van de leerlingen die, met de kracht van Jezus’
Geest, vertellen dat Jezus leeft.
De leerlingen ontdekken de betekenis van enkele religieuze feesten: Pinksteren.
De leerlingen ontdekken de betekenis van enkele religieuze feesten. Dat houdt in dat
ze …:
 de meimaand als Mariamaand ontdekken;
 de kennismaking met Maria als moeder van Jezus vernieuwen (zie ook Kerstmis);
 de kans krijgen om te bidden in verbondenheid met Maria.
Thema GEBOORTE EN GROEI
Kernles 1
Kernles 2
Kernles 3
De leerlingen zijn dankbaar voor het unieke geschenk dat hun eigen leven is. Dit
houdt in dat ze…
 ontdekken hoe gelovige mensen hun leven zien als een geschenk van God, bv. aan
de hand van passages uit de scheppingsverhalen van de Bijbel (Gen.1 en 2);
De leerlingen zien hun leven als een groei naar zelfstandigheid. Dit houdt in dat ze…
 beseffen dat er ook een opdracht ligt in hun eigen leven;
 bereid zijn om op hun eigen manier deze opdracht mee te nemen;
 koesterend en voorzichtig omgaan met elke vorm van nieuw leven.
De leerlingen ontdekken verscheidenheid in verband met geboorte en groei. Dit houdt
in dat ze…
 ontdekken dat kinderen in verschillende omstandigheden geboren worden,
afhankelijk van de levensomstandigheden, de cultuur, …
 ontdekken hoe ouders in verschillende culturen omgaan met kleine kinderen.
De leerlingen hebben oog voor het wonder van leven en groei. Dit houdt in dat ze…
 stil staan bij hun eigen geboorte;
 kunnen verwonderd zijn over hun leven, hun eigen mogelijkheden, …;
De leerlingen zijn dankbaar voor het unieke geschenk dat hun eigen leven is. Dit
houdt in dat ze…
 weten dat christenen in het doopsel vieren dat het leven een geschenk is van God
en dat er voor elke gedoopte iets nieuws begint.
De leerlingen hebben oog voor het wonder van nieuw leven. Dit houdt in dat ze…
 stilstaan bij belangrijke groeimomenten uit hun leven, met vreugde en pijn.
De leerlingen zien hun leven als groeien naar zelfstandigheid. Dit houdt in dat ze…



Kernles 4
Kernles 5
ontdekken dat groeien betekent: meer kunnen en meer mogen.
ontdekken dat groeien ook betekent: loslaten en kiezen
via verhalen, getuigenissen, … ondervinden hoe mensen uit hun omgeving in hun
leven een opdracht ontdekken.
De leerlingen ontdekken verscheidenheid in verband met geboorte en groei. Dit houdt
in dat ze…
 ontdekken hoe ouders in verschillende culturen omgaan met kleine kinderen.
De leerlingen zien hun leven als groei naar zelfstandigheid. Dit houdt in dat ze…
 kennismaken met Jezus, die als kind opgegroeid is in zijn eigen cultuur en omgeving
(Lc.2, 41-52), en zijn leven zag als een opdracht van God, Zijn Vader.
 beseffen dat er ook een opdracht ligt in hun eigen leven.
De leerlingen zijn dankbaar voor het unieke geschenk dat hun leven is. Dit houdt in
dat ze…
 in een vieringsmoment (samen met de leerkracht) danken voor hun leven en voor
elke vorm van nieuw leven rondom hen.
Thema IK HEB EEN LICHAAM MET VEEL MOGELIJKHEDEN MAAR IK KAN NIET ALLES
Kernles 1
Kernles 2
Kernles 3
Kernles 4
De leerlingen beleven hun lichaam. Dat houdt in dat ze …
 ontdekken welke mogelijkheden hun zintuigen hen bieden: horen, zien, ruiken,
proeven, voelen;
 nagaan wanneer zij wel of niet deugd beleven aan hun lichaam;
 hun lichaam leren zien als een gave en een wonder en ervoor danken.
De leerlingen beleven hun lichaam. Dat houdt in dat ze …
 nagaan wanneer ze wel of niet deugd beleven aan hun lichaam;
 leren spreken over de grenzen en mogelijkheden van hun eigen lichaam.
De leerlingen zien grenzen en beperkingen in hun leven. Dat houdt in dat ze …
 grenzen leren zien en ervaren op verschillende vlakken:
o op het vlak van hun lichaam,
o grenzen binnen een groep (wetten, regels, afspraken),
o territoriale grenzen (barrières).
 bespreken wat de confrontatie met grenzen bij hen en bij andere mensen
teweegbrengt: onmacht, ongenoegen, …
De leerlingen zien dat er naast beperkingen ook mogelijkheden zijn. Dat houdt in dat
ze …
 beseffen dat beperkingen en grenzen soms het eerst in het oog springen;
 in verschillende situaties niet enkel grenzen zien, maar ook mogelijkheden
ontdekken.
De leerlingen beleven hun lichaam. Dat houdt in dat ze …
 gemotiveerd zijn hun eigen lichaam te waarderen door passende
lichaamsverzorging.
De leerlingen zien dat er naast beperkingen ook mogelijkheden zijn. Dat houdt in dat
ze …
 ontdekken hoe mensen elkaar kunnen aanvullen zoals de verschillende ledematen
van één lichaam. (1Kor. 12, 12-31)
De leerlingen hanteren lichaamstaal. Dat houdt in dat ze …
 verschillende vormen van lichaamstaal verkennen: gebaren, tekens, houdingen,
gelaatsuitdrukkingen, … en associëren rond de betekenis ervan;
 ontdekken hoe ze zich via lichaamstaal door anderen gesteund, getroost,
bemoedigd of gekwetst weten;
 al doende ontdekken hoe ze zelf via lichaamstaal anderen kunnen steunen,
Kernles 5
Kernles 6
Kernles 7
Kernles 8
troosten, bemoedigen of kwetsen.
De leerlingen kennen lichaamstaal bij gebed en meditatie. Dat houdt in dat ze …
 lichaamstaal van biddende mensen (i.c. Jezus) verkennen.
De leerlingen zien grenzen en beperkingen in hun leven. Dat houdt in dat ze …
 bespreken dat grenzen ook veiligheid en vertrouwen kunnen bieden.
De leerlingen zien dat er naast beperkingen ook mogelijkheden zijn. Dat houdt in dat
ze …
 bij elkaar mogelijkheden en kwaliteiten zien, naast grenzen en beperkingen.
De leerlingen beleven sommige vormen van lichamelijke nabijheid als deugddoend en
genezend. Dat houdt in dat ze …
 kunnen vertellen over deugddoende vormen van liefdevolle lichamelijke nabijheid,
zoals een knuffel, een kus, een schouderklopje, een kruisje, …
De leerlingen zien dat er naast beperkingen ook mogelijkheden zijn. Dat houdt in dat
ze …
 beseffen dat waardering voor een ander hen helpt om hun mogelijkheden te
ontplooien.
De leerlingen weten hoe gelovige mensen verder kijken dan grenzen. Dat houdt in dat
ze …
 in evangelieverhalen ontdekken hoe Jezus nabij is bij kleine en beperkte mensen en
wat die nabijheid voor die mensen betekent.
De leerlingen beleven sommige vormen van lichamelijke nabijheid als deugddoend en
genezend. Dat houdt in dat ze ...
 in evangelieverhalen zien op welke wijze Jezus bij mensen deugddoend en
genezend nabij kon zijn.
De leerlingen zien dat er naast beperkingen ook mogelijkheden zijn. Dat houdt in dat
ze …
 beseffen dat waardering voor een ander hen helpt om hun mogelijkheden te
ontplooien.
De leerlingen weten hoe gelovige mensen verder kijken dan grenzen. Dat houdt in dat
ze …
 in evangelieverhalen ontdekken hoe Jezus nabij is bij kleine en beperkte mensen en
wat die nabijheid voor die mensen betekent.
De leerlingen weten hoe gelovige mensen verder kijken dan grenzen. Dat houdt in dat
ze …
 het leven van gelovige mensen die zich inzetten voor kleine en zwakke
medemensen, leren kennen: Jan Vermeire,oprichter van Poverello;
 ontdekken dat ook in godsdiensten buiten het christendom (jodendom, islam, …)
mensen in hun geloof kracht en inspiratie vinden om ieder medemens als
evenwaardig te beschouwen.
De leerlingen beseffen dat liefde grensoverschrijdend is. Dat houdt in dat ze …
 ervaren dat mensen die elkaar graag zien, elkaar aanvaarden met hun
mogelijkheden en hun grenzen;
 mogelijk kracht vinden in het geloof in God om zichzelf graag te zien, met
mogelijkheden en beperkingen;
 mogelijk kracht vinden in het geloof in God om van andere mensen te houden, met
hun mogelijkheden en beperkingen;
 ontdekken dat verbondenheid kan bestaan met mensen uit andere delen van de
wereld.
De leerlingen kennen lichaamstaal bij gebed en meditatie. Dat houdt in dat ze …
 een passende houding zoeken, wanneer ze stil worden bij wat er diep in hen
omgaat;
Kernles 9
 lichaamstaal van biddende mensen verkennen.
De leerlingen kennen lichaamstaal bij gebed en meditatie. Dat houdt in dat ze…
 zien hoe gelovige mensen in verschillende godsdiensten hun verbondenheid met
God uitdrukken met hun lichaam:
 vertrouwen, nederigheid, eerbied, dankbaarheid, respect, …;
 lichaamstaal van biddende mensen verkennen;
 de lichaamstaal in de eucharistie verkennen: rechtstaan, brood breken en delen, …;
 lichamelijke rituelen van verschillende culturen of godsdiensten verkennen;
 een passende houding zoeken, wanneer ze stil worden bij wat er diep in hen
omgaat.
Thema WATER
Kernles 1
Kernles 2
Kernles 3
Kernles 4
De leerlingen ervaren water als deugddoend én bedreigend. Dat houdt in dat ze …
 ontdekken hoe ze op vele wijzen van water kunnen genieten: zich verfrissen, zich
wassen, spelen, zwemmen, …;
 ervaren dat water levengevend en levensnoodzakelijk is voor elke mens: voedsel,
groeikracht, reinigend, helend, …
De leerlingen waarderen water als een kostbaar geschenk. Dat houdt in dat ze …
 zich ervan bewust zijn dat niet ieder kind over voldoende water kan beschikken;
 aangeven waarom water zo belangrijk is voor hen;
 hun waardering voor water uiten.
De leerlingen ervaren water als deugddoend en bedreigend. Dat houdt in dat ze …
 ervaren dat water ook bedreigend en beangstigend kan zijn: wanneer ze kopjeonder gaan en naar adem snakken, bij de vernietigende kracht van water
(overstromingen), bij het gevaar van onzuiver of vervuild water.
De leerlingen waarderen water als een kostbaar geschenk. Dat houdt in dat ze …
 ervaren dat water ook bedreigend kan zijn (gevaar van onzuiver of vervuild water);
 zich ervan bewust zijn dat niet ieder kind over voldoende water kan beschikken.
De leerlingen ontdekken de betekenis van water in Bijbelverhalen. Dat houdt in dat ze
…
 in het verhaal van de zondvloed (Gen. 6-8) ontdekken dat mensen de bedreiging
van water overleven.
De leerlingen ervaren water als deugddoend én bedreigend. Dat houdt in dat ze …
 ervaren dat water ook bedreigend en beangstigend kan zijn (gevaar van onzuiver of
vervuild water).
De leerlingen waarderen water als een kostbaar geschenk. Dat houdt in dat ze …
 ervaren dat water ook bedreigend kan zijn (gevaar van onzuiver of vervuild water).
De leerlingen ontdekken de betekenis van water in Bijbelverhalen. Dat houdt in dat ze
…
 ontdekken dat water leven geeft (in een fragment uit het verhaal van de
Samaritaanse aan de bron: Joh. 4).
De leerlingen ontdekken de betekenis van het doopsel als ‘uit het water herboren
worden’. Dat houdt in dat ze …
 ervaren dat mensen soms ‘kopje-onder gaan’ en blij zijn dat iemand hen ‘uit het
water haalt’;
 weten dat christenen gedoopt worden door overgieten met water of door
onderdompeling.
De leerlingen ontdekken dat voor veel mensen water iets uitdrukt van hun
verbondenheid met God.
Kernles 5
Dat houdt in dat ze …
 in het christendom en in andere godsdiensten rituele handelingen leren kennen
waarin water iets zegt over de band tussen gelovige mensen en God: zegening,
besprenkeling, onderdompeling, …
De leerlingen ontdekken dat voor veel mensen water iets uitdrukt van hun
verbondenheid met God.
Dat houdt in dat ze …
 in andere godsdiensten rituele handelingen leren kennen waarin water iets zegt
over de band tussen gelovige
mensen en God: zegening, besprenkeling, onderdompeling, …
De leerlingen komen tot refl ectie op het voorbije thema door zelfevaluatie.
De leerlingen tonen via een terugblik aan welke elementen uit het voorbije thema
voor hen belangrijk zijn.
Download