COMPETENTIEONTWIKKELING TBK DOOR ROLLEN Produceren Organiseren Kennis mobiliseren Interactie Inzicht krijgen Verwerven opdracht Vragen Actoren in beeld Aanpak kiezen Ontwerpen Plan met draagvlak Vinden Interactie Strategie Realiseren Uitvoeren Kwaliteit uitvoering Toepassen Doen met verstand Reflecteren Producten Beoordelen Evalueren overdragen Kennis Beoordelen Feedback op Interactie Proces Kennis Impact Oriënteren Product Dienst Technische Bedrijfskunde Hogeschool Utrecht Versie 0.8 4 november 2007 INHOUDSOPGAVE INLEIDING 1 2 4 COMPETENTIEONTWIKKELING TBK IN VOGELVLUCHT 5 1.1 In het TBK onderwijsmodel staan beroepsopdrachten centraal. 5 1.2 In het TBK competentiemodel staan beroepsopdrachten centraal. 7 1.3 In TBK beroepsopdrachten staan ontwerpprojecten centraal. 9 1.4 Implementatie onderwijsmodel in de voltijd 11 1.5 Implementatie onderwijsmodel in de deeltijd 13 DE TBK COMPETENTIES 14 2.1 Rol van waaruit je de opdracht oppakt 15 2.2 Domein(en) van de opdracht 15 2.3 Resultatenmatrix 16 2.4 Niveau van de resultaten. 18 3. DE TBK DOMEINEN UITGEWERKT 4 20 3.1 Keuze van de TBK domeinen 21 3.2 Manier van beschrijven van domeinen 22 3.3 Productiekolom bij TBK per domein 23 3.3.1 Operational Excellence 23 3.3.2 Customer Intimacy 26 3.3.3 Technische Processen 31 3.3.4 Product Leadership 32 3.3.5 Extended Enterprise 36 3.4 Organisatiekolom bij TBK 38 3.5 Interactie kolom bij TBK 40 DE RESULTATENMATRIX 41 4.1 Uitwerking matrix 41 4.2 Verantwoording Join resultatenmatrix van een kenniswerker 48 2 D E T B K K E N N I S W E R K E R 5 6 ILLUSTRATIES VAN TBK ROLLEN IN HET THEMA OPERATIONAL EXCELLENCE (JAAR 1 BLOK 4) 50 5.1 Projectleider OE (jaar 1 blok 4) 50 5.2 Adviseur OE –Logistiek (jaar 1 blok 4) 53 5.3 Adviseur OE- Financiën(jaar 1 blok 4) 55 VOORBEELD: GEDETAILLEERDE ROLBESCHRIJVINGEN OE2 (JAAR 1 BLOK 4) 56 3 D E T B K K E N N I S W E R K E R Inleiding De opleiding Technische Bedrijfskunde is in de periode 2004 – 2006 ingrijpend vernieuwd. Zowel het beroepsprofiel als het onderwijsmodel zijn in het project Sprong Vooruit TBK competentiegericht gemaakt. Dit ingrijpende proces is natuurlijk veelvuldig geëvalueerd met (klankbord)groepen van studenten, enquêtes , individuele opmerkingen en veel overleg tussen docenten. Hieruit blijkt dat zowel studenten als docenten trots en tevreden zijn met hun opleiding. Natuurlijk zijn er ook verbeteringen mogelijk en vele daarvan zijn al weer doorgevoerd. Een belangrijk punt blijft echter het zicht op de individuele competentieontwikkeling van een student in de richting van de eindcompetenties van de opleiding. Het blijkt dat de manier waarop de eindcompetenties in 2004 zijn opgeschreven zich niet zo goed leent om de ontwikkeling van competenties bij te houden. En dat geldt dan eigenlijk zowel voor de competentieontwikkeling in een blok onderwijs als voor de competenties die een individuele student aantoonbaar in een bepaalde fase van zijn opleiding heeft verworven. Dus de manier waarop de competenties beschreven zijn heeft goed gewerkt om de einddoelen van de opleiding te bepalen maar minder goed om de ontwikkeling daar naartoe goed te monitoren en vast te leggen. Nu blijkt dat meer opleidingen worstelen met dit probleem. Het blijkt met name erg lastig om de competenties die een student onmiskenbaar verwerft als hij succesvol meerdere beroepsproducten heeft gemaakt, te koppelen aan de eindcompetenties van de opleiding. Zeker als de student buiten het zicht van de docent en vaak in een groep aan deze producten gewerkt heeft. Om van elkaar te leren bij het oplossen van dit soort vragen zijn vanaf 2005 de opleidingen Digitale Communicatie en Technische Bedrijfskunde samen gaan werken in het HU tenderproject JOIN. Doel van dit project is het verbeteren van de kwaliteit van projectwerk en het matchen, monitoren en assessen van de competenties die een student ermee verwerft. Gaandeweg is daaruit het JOIN model van competentieontwikkeling aan het ontstaan. Dit model maakt gebruik van Prince2 en van de methode ontwerpprojecten die in de periode 2004-2007 is ontwikkeld vanuit de lectoraten van Tom van Weert en Daan Andriessen in een project van de Digitale Universiteit. Met behulp van het JOIN model zijn de competenties van de opleiding TBK zo herschreven dat ze zich wel lenen om de ontwikkeling van de competenties inzichtelijk te maken. Belangrijkste functie van dit document is een review van de resultaten tot nu toe mogelijk te maken. Op een aantal punten is dan ook niet alles uitontwikkeld of tot in de puntjes beschreven. Toch willen we voor alles vastligt graag input van twee kanten: 1 Het beroepenveld van een Technische Bedrijfskundige 2 Experts op het gebied van competentieontwikkeling en/of onderwijskunde. Het document wil wel een zo compleet mogelijk beeld geven. Daardoor zullen niet alle stukken voor alle reviewers even relevant zijn Het document is dus nog niet in zijn eindversie. De inhoud van dit document zal op grond van deze reviews regelmatig aangepast worden. We stellen uw input daarvoor zeer op prijs. 4 D E T B K K E N N I S W E R K E R 1 Competentieontwikkeling in vogelvlucht TBK Een competentie is te zien als het vermogen om een bepaald resultaat te boeken. Dit vermogen is dan een combinatie van kennis, attitude, vaardigheden en eigenschappen. Een competentiegericht assessment voor een beroepsopleiding is dan te zien als een tienkamp: de student krijgt zijn diploma als hij heeft laten zien dat hij in staat is van de vereiste beroepsopdrachten de gewenste resultaten op te leveren. De vraag is nu welke beroepsopdrachten de student uit moet kunnen voeren en hoe hoog de lat ligt. Om hier grip op te krijgen hebben we het TBK competentiemodel ontwikkeld. Een andere vraag is hoe wij het TBK onderwijs inrichten zodat de student dit kan leren. Daarvoor hebben we het TBK onderwijsmodel opgezet. Het onderwijsmodel en het competentiemodel zijn natuurlijk twee kanten van dezelfde medaille. 1.1 In het TBK onderwijsmodel staan beroepsopdrachten centraal. Een beroepsopleiding is gericht op het oplossen van relevante beroepsvraagstukken. De student leert dit gaandeweg door het opleveren van resultaten van rijke beroepsopdrachten. In het begin van de opleiding zijn de opdrachten afgebakend en is de context eenvoudig. In de loop van de opleiding nemen de zelfstandigheid en de complexiteit toe. In het begin van de opleiding bepaalt de docent of het resultaat goed is. Aan het eind van de opleiding toont de student aan dat het resultaat aan de criteria voldoet. De student zal activiteiten moeten ondernemen om kennis, vaardigheden en attitudes te ontwikkelen die nodig zijn voor het uitvoeren van de opdracht. Deze manier van werken is ook kenmerkend voor de beroepspraktijk van een TBK ingenieur. Minder complexe beroepsopdrachten Docente Beperkte oplossingsruimte n sturen het leerproces van de Docent beoordeelt resultaat student door goede opdrachten met de juiste complexiteit voor de fase van de opleiding te construeren. Bij voorkeur zullen dit opdrachten van echte opdrachtgevers uit de beroepspraktijk zijn. In de deeltijd wordt op deze manier de link gelegd tussen de eigen leervragen en de opleiding. In de voltijd zal de student ook vaak de opdracht krijgen om zelf een voor die fase relevante opdracht bij een Grote complexe beroepsopdracht bedrijf te vinden Zelfstandig Oplossen aan de hand van Student toont aan dat oplossing goed is heldere blok1 blok2 blok3 blok4 blok5 blok6 stage sem 5 eenvoudig rijke beroeps opdrachten sem 6 minor 5 afstuderen D E T B K Kcomplex E N N I S W E R K E R specificaties. De student zal moeten leren om bepaalde beroepsproducten te maken. De docent geeft daarvoor ondersteunende informatie (theorie) en construeert oefenopdrachten. Vervolgens begeleidt de docent bij de uitvoering van deze oefenopdrachten door het geven van feedback op resultaten. Ten slotte beoordelen docenten het resultaat van de opdrachten. Ook kan de mate waarin de ondersteunende informatie door de student is verwerkt getoetst worden in een schriftelijk tentamen. De docent voert in dit onderwijsmodel dus drie activiteiten uit: sturing van het leerproces door opdrachten; ondersteuning van het leerproces bij de uitvoering; beoordeling van de resultaten en het geven van terugkoppeling De opdracht bepaalt ook de relatie tussen de studenten en de docenten. Als studenten zich inschrijven voor (een cursus van)TBK, dan kiezen zij er voor opdrachten uit te voeren die de docenten hen aanbieden. Door deze heldere structuur krijgen studenten veel vrijheid en verantwoordelijkheid om zelf te bepalen hoe en wanneer zij aan opdrachten werken. Deze manier van werken is kenmerkend voor de beroepspraktijk van een ‘young professional’ De Kenniswerker : Leren = Werken = Leren In het TBK onderwijs vindt dus een groot deel van het leren plaats tijdens het werken aan beroepsopdrachten. Dit kan zijn in de vorm van projecten, een stage of de afstudeeropdracht. In de opleiding speelt het leerdoel de hoofdrol maar ook in het latere werk zal (moet !!) de student steeds blijven leren tijdens het werk. In de deeltijd en duale opleiding komen de praktijkopdrachten dan ook vooral uit de eigen beroepspraktijk. We slaan zo twee vliegen in een klap: de student leert beroepproducten te maken en leert hoe je tijdens het maken daarvan kunt leren. We noemen dit de kenniswerker. Deze dubbelslag van leren = werken = leren is zelfs de belangrijkste reden waarom de Faculteit Natuur en Techniek deze manier van leren centraal stelt. We denken dat het goed leren werken als kenniswerker een grote bijdrage kan leveren aan het toekomstperspectief van de student. Maar deze competenties ontwikkelen zich niet vanzelf. Centraal in onze aanpak staan de verschillende resultaten die een kenniswerker met zijn werk moet zien te bereiken. Het blijkt namelijk dat een kenniswerker steeds vier soorten resultaten op moet leveren: het product of dienst zelf, het organisatieproces om tot dat product te komen, de kennis die nodig is om het te maken en tot slot moet het product/dienst met de nodige impact tot stand komen. We vatten dit samen in de JOIN-resultatenmatrix op de volgende bladzijde. De JOIN-resultatenmatrix zullen we in alle cursussen en praktijkopdrachten, stages en het afstuderen gebruiken om te reflecteren op alles wat een TBK kenniswerker moet leren. Uiteindelijk is het doel dat de student hem zal gebruiken om aan te tonen dat hij een competente TBK-kenniswerker is die zijn diploma waard is. Deze resultaat gerichte manier van leren = werken = leren sluit bovendien goed aan bij de resultaatgerichte cultuur in het beroepenveld van de Technische Bedrijfskundige. 6 D E T B K K E N N I S W E R K E R Produceren Organiseren Kennis mobiliseren Interactie Oriënteren Inzicht krijgen Verwerven opdracht Vragen Actoren in beeld Aanpak kiezen Ontwerpen Plan met draagvlak Vinden Interactie strategie Realiseren Uitvoeren Kwaliteit uitvoering Toepassen Doen met verstand Reflecteren Producten Beoordelen Evalueren overdragen Kennis Beoordelen Feedback op Interactie Proces Kennis Impact Resultaat 1.2 Product Dienst In het TBK competentiemodel staan beroepsopdrachten centraal. De TBK competenties laten zich beschrijven aan de hand van de beroepsopdrachten die een TBK-er uit moet kunnen voeren. De beroepsopdrachten die een Utrechtse Technisch Bedrijfskundige ingenieur op moet kunnen pakken kenmerken zich door: De beroepsopdrachten laten zich beschrijven aan de hand van de rol, de domeinen, de resultaten en het niveau: Rollen De student pakt een opdracht op vanuit één van de beroepsrollen TBK projectleider, TBK adviseur, TBK manager of TBK ondernemer. In de voltijdopleiding zijn de rollen van adviseur en projectleider verplicht, in de deeltijd is ook de managementrol verplicht. Een student kan zich profileren met de ondernemersrol. Opdracht Domeinen Het (her) Ontwerpen van bedrijfsprocessen. Technisch innovatief Kwantitatief onderbouwd Voorspelbaar met simulatie Het initiëren en ondersteunen van het bijbehorende veranderproces. Resultaten Het beroepsvraagstuk valt uiteen in één of meer van de domeinen Operational Excellence (efficiëntie van de processen) , Customer Intimacy (klantgerichtheid van de processen) , Product leadership (innovatie processen) , Technical Process en Extended Enterprise (samenwerkingsprocessen) . De student kan tot op zekere hoogte zelf kiezen in welke volgorde hij opdrachten in de verschillende domeinen op zich neemt. Een opdracht moet bepaalde resultaten opleveren. De resultaten zijn overzichtelijk gemaakt door ze te plaatsen in de generieke JOIN resultatenmatrix. Hierin staan de vier soorten resultaten die de student op moet leveren: het product of dienst zelf, het organisatieproces om tot dat product te komen, de kennis die nodig is om het te maken en tot slot moet het product/dienst met de nodige impact tot stand komen. De resultatenmatrix gebruiken we ook om het niveau van de opdracht vast te stellen. De belangrijkste grootheden daarbij zijn de mate van zelfstandigheid waarmee de student tot de resultaten moet zien te komen 7 D E T B K K E N N I S W E R K E R en de complexiteit van de context. Bij het afstuderen moet de student immers zelfstandig in een bedrijf een klus van vier maanden op zich kunnen nemen en aantonen dat de oplossing deugt. Grofweg liggen de praktijkopdrachten in de eerste drie semesters niveau 2. Vanaf semester vier liggen de praktijkopdrachten op niveau 3 of 4. De student heeft het eindniveau gehaald als alle TBK domeinen gemiddeld op niveau 3 zijn gedaan. Daarbij bestaat de mogelijkheid om een eigen profiel te kiezen door sommige domeinen op niveau 4 te pakken en één ander op niveau 2. Als de student heeft laten zien dat hij alle beroepsopdrachten op het juiste niveau heeft gedaan, krijgt hij het TBK diploma. + Huidige competenties Eind Competenties opleiding - Met opdracht Behaalde competenties Te behalen competenties Opdracht 3 Opdracht 2 Opdracht 1 kiezen Produceren Organiseren Kennis Mobiliseren Interactie Gemiddelde (afgerond) Om te zien hoe de student ervoor staat houden we zijn scores bij op de TBK competentiekaart. Samen met zijn Studieloopbaanbegeleider onderzoek de student welk profiel hij wil kiezen en welke keuzes voor projectrollen, minor en (afstudeer)stages hij moet maken om dat profiel goed in te vullen. Elk blok bepaalt hij aan welke competenties hij wil werken, stemt dit af met zijn team of stageplaats en legt het vast in een Ontwikkel Plan. Aan het eind van het blok toont de student aan welke resultaten hij gehaald heeft en werkt de tutor zijn competentiekaart bij. Aan het eind van de opleiding toon hij aan dat de kaart voldoet aan het TBK profiel en is de student Bachelor of Engineering. Adviseur TBK 4 3 4 4 4 Projectleider TBK 3 3 3 3 3 Operational Excellence 3 3 2 4 3 Customer Intimacy 2 2 2 3 2 Product Leadership 3 3 3 3 3 Technical Process 4 3 4 4 4 Extended Enterprise 4 3 3 3 3 Hoogste waarde van de domeinen 4 3 4 4 TBK Competentiekaart Rollen Domeinen 8 D E T B K K E N N I S W E R K E R 1.3 In TBK beroepsopdrachten staan ontwerpprojecten centraal. Het beroepsproduct van een TBK-er is het (her) ontwerp van een bedrijfsproces. Het proces waarmee dit ontwerp tot stand komt en geïmplementeerd wordt is wezenlijk voor de kwaliteit van het resultaat. Daarom gebruiken we in veel thema’s de projectsystematiek. Daarvoor gebruiken we momenteel twee overlappende en elkaar op een aantal punten aanvullende methoden. Prince2 is een veel gebruikte open standaard uit de beroepspraktijk is. Prince2 is met name geschikt voor grote projecten. Toch willen wij onze studenten deze methode leren werken maar gebruiken daarbij niet alle elementen uit prince2. Verder kent prince2 geen proces voor de competentieontwikkeling van de het projectteam. Wij hebben daarvoor het JOIN model van competentieontwikkeling ontwikkeld. Registratie competenties CURRICULUM PROJECT BOARD PR BRIEF ROLLEN KIEZEN PID UITVOERING EVALUATIE PID en TOP TOP Team Ontwikkel Plan POP POP SLO LIJN In het project is het de bedoeling dat er naast de Project Initiation Document (PID = Prince2 term voor Plan van Aanpak) dat meer gefocust is op de inhoudelijke kant van het project een Team Ontwikkel Plan (TOP) wordt gemaakt dat elementen bevat van de persoonlijke te ontwikkelen competenties in teamverband. (bij individuele praktijkopdrachten wordt het TOP een POP). Een TOP/POP beschrijft de te ontwikkelen competenties in een bepaalde periode. Er staat in hoe de te ontwikkelen competenties zijn ondergebracht in het team en op welke wijze de rollen verdeeld zijn en op welke wijze het team hiermee omgaat. Met andere woorden welke ruimte het team geeft voor de persoonlijke competentieontwikkeling. De Join-resultatenmatrix speelt hierin weer een centrale rol. Verder wordt in het TOP/POP opgenomen hoe deze competentieontwikkeling gedurende de periode wordt gevolgd en geëvalueerd. Dit kan bijvoorbeeld door regelmatige intervisie- of evaluatiebesprekingen of functioneringsgesprekken. 9 De Methode Ontwerpprojecten voegt aan de beroepsopdracht en de competentievraag ook de kennisvraag toe. Met name de verbinding tussen het oplossen van het beroepsvraagstuk en de onderzoeksvragen van de hogeschool is hierin goed geborgd. Ook besteed de methode veel aandacht aan het bewaken van de D E T B K K E N N I S W E R K E R kwaliteit en van het gebruik van kennis. Hierdoor is ook de rol van kennis beter beschreven. De methode is in de periode 2004-2007 ontwikkeld vanuit de lectoraten van Tom van Weert en Daan Andriessen in een project van de Digitale Universiteit. Zie www.surfgroepen.nl/sites/ontwerpprojecten Competentievraag Competentieontwikkeling Praktijkvraag Studentenproject Opleveren Kennisvraag Kennis Fasering Initiatief Definitie Mijlpaalproduct Plan van Aanpak (PID in Prince2 termen) Vraag Praktijkvraag: Verbeter problematische situatie A Ontwerp Voorbereidin g Conceptueel Ontwerp Geïmplementeerd resultaat Ontwikkelde oplossing Kenniskader Probleemstelling Aanpak Beoogde oplossing Verantwoording Thematiek (‘View of the World’) Kennisvraag : Hoe situatie A te verbeteren? Welke interventies verbeteren situatie A? Realisatie Praktijkresultaat Conceptueel Ontwerp Huidige situatie A Ontwikkelde oplossing Gewenste situatie B Geïmplementeerd resultaat Vergelijking Evaluatie gericht op verbeteringen Voorgestelde interventies Opgeleverd resultaat Concepten Kennis Contexten en problemen 10 Methoden Oplossingen D E T B K Methoden Oplossingen K E N N I S W E R K E R Opgeleverd resultaat Verantwoording 1.4 Implementatie onderwijsmodel in de voltijd In onderstaand figuur staan drie leerlijnen genoemd. Dit figuur staat voor een blok of voor een semester. De precieze opbouw van de opleiding in blokken wordt later toegelicht. Hier volgt de uitleg van de drie leerlijnen die wij onderscheiden. Complexe vaardigheden leerlijn Opdracht Opdracht Opdracht Routine opdrachten Opdracht Opdracht Opdracht Opdracht Opdracht Opdracht Opdracht Opdracht Integrale leerlijn Projectopdracht SLO Studie Loopbaan Ontwikkeling (SLO) De opleiding dient te begeleiden in groei naar een volwassen, zelfverantwoordelijke professioneel die zelfstandig kan opereren. SLO speelt hierin een centrale rol. Met de SLO werkt de student aan de individuele professionele competenties. Het gaat daarbij om: Studie- en beroepsoriëntatie en reflectie daarop. Sturen van het eigen ontwikkeling richting beroepenveld door bewust gebruik te maken van de vele keuzemogelijkheden zoals: welk project, stagebedrijf of minor of welke rol in een project Ontwikkelen van lerend vermogen door zelfreflectie en zelfsturing Projecten en stageopdrachten in integrale leerlijn ‘= wedstrijd’ In praktijkopdrachten (vaak in groepen, maar eventueel ook individueel of in duo’s) werken studenten aan beroepsproducten in een realistische context. Rijke/complexe/complete opdrachten uit de praktijk. Afhankelijk van zijn niveau krijgt de studenten ‘ondersteuning’ aangeboden waarbij het realiteitsgehalte en de complexiteit van de opdracht niet verloren mag gaan! (in het begin veel specificaties, later steeds minder) Studenten spelen in de integrale leerlijn de wedstrijd. Dat wil zeggen dat ze zelf de verantwoordelijkheid hebben om tot een goed eindproduct te komen dat aan de gestelde eisen voldoet. De studenten worden hierbij gestuurd door de opdracht. De rol van de docent is het best te vergelijken met die van direct leidinggevende of senior en is daarmee opdrachtgever van de studenten. Tijdens de uitvoering coacht de docent de studenten (vraaggestuurd) om de opdracht succesvol te volbrengen. Hij stelt dus geen extra (procedurele) eisen aan de studenten. Als coach loopt hij niet tijdens de wedstrijd het veld op. Na afloop beoordeelt hij of het opgeleverde (beroeps)product aan de specificaties voldoet. Hierbij worden vanaf het begin hoge eisen aan het product gesteld. Het belangrijkste beoordelingscriterium hierbij is of de klant voor het product zou betalen. Anders dan de klant zal een leidinggevende ook het proces beoordelen. 11 D E T B K K E N N I S W E R K E R Cursussen in de complexe vaardigheden leerlijn ‘= training’ Om bij beroepsopdrachten een goed resultaat neer te kunnen zetten moeten studenten competenties verwerven. Een aantal cruciale complexe vaardigheden kunnen studenten niet zelfstandig tijdens een projectopdracht leren. In de complexe vaardigheden leerlijn krijgen studenten opdrachten (taken) om zich deze eigen te maken. Deze opdrachten zullen de studenten veelal zelfstandig uit moeten kunnen voeren. De complexe vaardigheden leerlijn wordt ontworpen volgens de 4 Component / Instruction Design (4C/ID) methode. De 4C/ID methode is de afgelopen 10 jaar ontwikkeld door Prof. Jeroen van Merriënboer van de Open Universiteit en heeft internationaal veel erkenning gekregen. 4C/ID stelt dat goed onderwijs is opgebouwd uit vier aan elkaar gerelateerde componenten: 1. Leertaken: De ruggengraat wordt gevormd door realistische hele taken (=opdrachten). 2. Ondersteunende informatie: Deze informatie legt uit hoe het leerstofdomein georganiseerd is en hoe problemen in dit domein het beste benaderd kunnen worden. 3. Just-in-time informatie (JIT): Deze informatie geeft met protocolachtige beschrijvingen aan hoe routinematige aspecten optimaal uitgevoerd kunnen worden. 4. Deeltaakoefening: Aanvullende oefeningen voor routinematige aspecten die tot op grote hoogte geautomatiseerd moeten worden. Deeltaakoefening is alléén nodig als de leertaken onvoldoende herhaling bieden om het gewenste niveau van automatisering te bereiken. Cursus = Training Project = Wedstrijd De woorden Instruction Design in de naam 4C/ID slaan op de ontwerpstrategie waarmee de vier componenten op een systematische manier ontworpen kunnen worden. Het project is vanuit het 4C/ID ontwerpmethode gezien de laatste open opdracht (weergegeven als open bol) In de 4C/ID ontwerpmethode speelt de zogenaamde vaardigheden hiërarchie een belangrijke rol bij het ontweren en bij het vaststellen van de beoordelingscriteria. Daarnaast spelen complexiteitsfactoren een belangrijke rol bij het opbouwen van de zogenaamde taakklassen. Het maken van deze vaardighedenhiërarchie en het indelen van de taakklassen bleek gedurende het project Sprong vooruit TBK niet altijd eenvoudig. De JOIN-resultatenmatrix vormt in wezen een generiek top van de vaardighedenhiërarchie. Samen met de niveaus(=complexiteitsfactoren) levert de resultatenmatrix precies de goede informatie voor de eerste stappen in het 4C/ID ontwerpproces. Het uitvoeren van projecten door studenten is hierboven vergeleken met een wedstrijd. De complexe vaardigheden leerlijn kan gezien worden als de training. De trainer grijpt in, bespreekt, stuurt, verzint extra oefening, legt de oefenpartij stil, en werkt zo met de student aan competenties. 12 D E T B K K E N N I S W E R K E R 1.5 Implementatie onderwijsmodel in de deeltijd Nog overnemen uit … 13 D E T B K K E N N I S W E R K E R 2 De TBK competenties De beroepsopdrachten die een Utrechtse Technisch Bedrijfskundige ingenieur op moet kunnen pakken kenmerken zich door: Het (her) Ontwerpen van bedrijfsprocessen. Technisch innovatief Kwantitatief onderbouwd Voorspelbaar met simulatie Het initiëren en ondersteunen van het bijbehorende veranderproces. De TBK competenties laten zich beschrijven met de rol, het domein, de resultaten en de context. Complexiteit Context - Grote/kleine organisatie - Veel/weinig stakeholders - Groot/klein projectteam - nieuwe/bestaande kennis - expert/brede basis kennis - veel/weinig te kwantificeren - wel/niet internationaal - nieuwe/bestaande markt - TBK TBK TBK TBK projectleider adviseur Manager ondernemer Rollen Opdracht Domeinen Operational Excellence- fin/log Customer Intimacy Product Leadership Technical Process Extended Enterprise Resultaten Produceren Inzicht Krijgen Niveau Organiseren Niveau Kennis mobiliseren Niveau 2 Actoren in Beeld 2 Vinden 2 Interactie Strategie 2 2 Toepassen 2 Doen met Verstand 1 2 Kennis Beoordelen 2 Feedback op Interactie 2 2 1 Vragen Ontwerpen 2 Plan met Draagvlak 2 Uitvoeren 2 Kwaliteit Uitvoering Resultaten Beoordelen 2 Evalueren en Overdragen Product Dienst 14 Interactie Verwerven Opdracht D E T B K Organisatie Proces Kennis K E N N I S W E R K E R Impact ( Onderstaande tekst is geschreven richting studenten en moet nog omgezet worden ) 2.1 Rol van waaruit je de opdracht oppakt TBK adviseur, Je neemt een TBK probleem onder de loep en zorgt voor een gedragen procesverbetering volgens de ‘state of the art’ van het TBK vakgebied. TBK projectleider. Je neemt een TBK project op je schouders en zorgt ervoor dat deze op de afgesproken manier voor een tevreden opdrachtgever wordt afgerond. Inhoudelijk sta je natuurlijk ook je mannetje en indien nodig pak je de TBK adviesrol erbij TBK manager. Je geeft direct leiding aan de uitvoering van de operatie. Je vervult een sleutelpositie in de vertaling van (strategisch) beleid naar de uitvoering. Je bent eerste aanspreekpunt voor de medewerkers en moet zorgdragen voor de uitvoering van de operatie en bent verantwoordelijk voor de resultaten. Je bent je eigen TBK adviseur en vanuit deze rol los je regelmatig TBK problemen op. TBK ondernemer. Je ontwikkelt een eigen businessplan en bent in staat hiervoor andere stakeholders te interesseren zodat je het plan met succes uit kunt voeren. Hiervoor schakel je regelmatig over naar de andere TBK rollen In de TBK voltijdopleiding hebben we ervoor gekozen alleen de rollen van projectleider en adviseur centraal te zetten omdat ondernemerschap bijna in het bloed moet zitten en de rol van manager geen startfunctie is. In de praktijk zullen ambitieuze TBK-ers goed naar de rol van manager door kunnen groeien. In de deeltijd zijn studenten vaak wel toe aan de rol van manager en er wordt in de deeltijd dus nadrukkelijk aandacht aan deze rol besteed. Voor studenten die een eigen onderneming willen starten bestaat de mogelijkheid om samen met CUBE (bedrijvenincubator van de regio Utrecht) een businessplan op te zetten in de afstudeerfase. 2.2 Domein(en) van de opdracht Als TBK-er neem je natuurlijk niet alle opdrachten op je. Hieronder staan de vijf domeinen waarbinnen de Utrechtse TBK-er opdrachten op zich neemt. Operational Excellence*. Bedrijfsprocessen kwantificeren en efficiency verbeteren Customer Intimacy. Processen met klanten optimaal maken Product Leadership. Innovatie processen verbeteren Technology. Het gebruik van innovatieve technologie om bedrijfsprocessen en producten te verbeteren. Extended Enterprise. De samenwerking tussen bedrijven verbeteren. (supply chain, inkoop/verkoop, make or buy beslissingen) Een domein wordt vastgelegd door de resultaten te beschrijven die in het domein behaald moeten worden. Deze resultaten worden beschreven aan de hand van de generieke resultaten matrix (proces, product/dienst, kennis, impact) * In semester 2 van de voltijd werk je alleen aan het OE domein. Daarom is ervoor gekozen om dit domein binnen semester 2 op te splitsen in OEfinancieel en OE-logistiek. Het is de bedoeling dat je alle twee de deeldomeinen één keer pakt gedurende semester 2. 15 D E T B K K E N N I S W E R K E R 2.3 Resultatenmatrix Stel je voert een adviesopdracht uit voor een gerenommeerd adviesbureau. Het gaat bij het uitvoeren van die opdracht natuurlijk om de resultaten. Daar word je voor betaald. Een belangrijk resultaat is het product of dienst waar het de opdrachtgever om begonnen is. En in wezen maakt het de klant ook niet uit hoe jouw advies om bijvoorbeeld de productie aan te passen tot stand gekomen is ‘als het maar werkt’. Toch is de goede organisatie van het hele ‘productie’ proces een belangrijk resultaat van een opdracht. Het zorgt er namelijk voor dat de opdrachtgever vanaf het begin vertrouwen kan hebben in het eindresultaat. Bovendien vormt het organisatieproces de kwaliteitsborging voor het eindproduct. Het adviesbureau waar je voor werkt stelt daarom eisen aan de manier waarop zijn adviseurs een probleem aanpakken zodat de goede naam van het bureau gewaarborgd blijft. Daarnaast wil de opdrachtgever natuurlijk graag dat het advies klopt. Hij heeft er alleen geen verstand van (daarvoor huurt hij je in). Je baas bij het adviesbureau wil daarom dat je aan kunt tonen dat het advies deugt. Liefst door het gebruik van modellen en methoden die eerder al aantoonbaar tot resultaat hebben geleid. Daarvoor is het van belang dat je gezocht hebt naar ‘state of the art’ kennis op het vakgebied en kunt aantonen dat je die correct gebruikt hebt. Het kan echter ook zijn dat je juist nieuwe methodes hebt gebruikt en dan is het weer zaak om de resultaten daarvan beschikbaar te maken voor andere leden van je organisatie. Al dat moois heeft echter niets om het lijf als het geen impact heeft. Het hangt van de interactie met de alle betrokkenen af of het ‘echte’ probleem wel opgepakt is, of de mensen meegegroeid zijn met de oplossing en of je het advies echt kunt implementeren. Produceren Organiseren Kennis mobiliseren Interactie Inzicht krijgen Verwerven opdracht Vragen Actoren in beeld Aanpak kiezen Ontwerpen Plan met draagvlak Vinden Interactie Strategie Realiseren Uitvoeren Kwaliteit uitvoering Toepassen Doen met Verstand Reflecteren Producten Beoordelen Evalueren overdragen Kennis Beoordelen Feedback op Interactie Proces Kennis Impact Oriënteren Resultaat Product Dienst Het creëren van deze vier resultaten (product/dienst, organisatieproces, kennis, impact) gebeurt eigenlijk steeds in een aantal stappen: Oriënteren, aanpak kiezen, realiseren en reflecteren. Kenmerkend is dat de kwaliteit van het resultaat onder de maat is als je één van de stappen niet goed doorloopt; 16 D E T B K K E N N I S W E R K E R zonder oriëntatie los je de verkeerde vraag op, Met een onsamenhangende aanpak kom je tot een slechte oplossing. Bij een slechte uitvoering krijg je een half werkende oplossing en zonder reflectie weet je niet of je het gevraagde wel oplevert en kan je er niets van leren. Overigens kan het zijn dat deze stappen meerdere malen doorlopen worden en dan ontstaat een (leer)cirkel zoals TBK-ers die bijvoorbeeld kennen in de Plan, Do, Check, Act cyclus van Deming. - Voor de volledigheid nog even dit: De organisatiekolom ‘gaat’ niet alleen over de organisatie van het productieproces maar ook over de organisatie van het kennisproces en het interactieproces. De kenniskolom ‘gaat’ niet alleen over de kennis voor het productieproces maar ook over de kennisbasis van het organisatieproces en de interactie De interactiekolom ‘gaat’ niet alleen over de interactie rond het productieproces maar ook over de interactie rond het kennisverwervingproces en het organisatieproces Resultaten van een kenniswerker? Wat opvalt in bovenstaand verhaal is dat de TBK-adviseur bij een adviesbureau zo vervangen kan worden door een ontwerper van communicatiesystemen bij een ICT bedrijf, een constructeur bij een architectenbureau, een advocaat bij een advocatenkantoor, een logopedist op een school, een arts in een ziekenhuis of een wetenschapper op een universiteit. En een wezenlijk verschil met de resultatenmatrix van een zelfstandig TBK-adviseur, een advocaat of een tandarts is er natuurlijk ook niet. Hierbij twee belangrijke aandachtspunten: Het is duidelijk dat er grote verschillen bestaan tussen product/dienst, organisatieproces, kennis en impact van deze kenniswerkers. Dit verschil wordt in het domein beschreven. Pas bij een combinatie van resultaat en domein is sprake van een competentie. Als een kenniswerker competent is in een bepaald domein dan kan een nieuw domein wellicht wel sneller en op een hoger niveau verworven worden. 17 D E T B K K E N N I S W E R K E R 2.4 Niveau van de resultaten. Het zal duidelijk zijn dat een pas afgestudeerd arts geen openhartoperatie uit mag voeren en een junior adviseur wordt niet direct op de raad van bestuur afgestuurd. Er is kennelijk verschil in niveau van de opdrachten en daarmee de resultaten. We onderscheiden twee factoren; 1. Zelfstandigheid bij uitvoering: 0. Reproductief: Probleem, aanpak en oplossing liggen vast 1. Taakgericht: Probleem ligt vast, aanpak wordt binnen beperkte ruimte gekozen. Oplossing verantwoord 2. Probleemgericht: Probleem moet afgebakend worden, methode gekozen. Correctheid oplossing moet aangetoond worden 3. Situatiegericht: Probleem wordt zelfstandig aangekaart, afgebakend en opgelost. 2. Complexiteit van de context Stakeholders 0 punt Weinig 1 punt Veel Projectteam Klein Groot Ondersteuning Veel Weinig Kennis Bestaand Nieuw Kennis Basis Expert Kwantitatief Nauwelijks Technologie Bestaand Veel Nieuw Internationaal Nee Ja Markt Bestaand Nieuw Bepaal per factor de complexiteit en tel de punten op. Per 3 punten gaat het niveau 1 omhoog Het niveau van een resultaat wordt bepaald door de score van de zelfstandigheid in de uitvoering en de complexiteit van de context bij elkaar op te tellen.* Produceren Niveau Organiseren Niveau Kennis mobiliseren Interactie Niveau Inzicht Krijgen 2 Verwerven Opdracht 1 Vragen 2 Actoren in Beeld 2 Ontwerpen 2 Plan met Draagvlak 2 Vinden 2 Interactie Strategie 2 Uitvoeren 2 Kwaliteit Uitvoering 2 Toepassen 2 Doen met Verstand 1 Resultaten Beoordelen 2 Evalueren en Overdragen 2 Kennis Beoordelen 2 Feedback op Interactie 2 2 18 2 D E 2 T B K K E N N I S W E R K E R 2 Grofweg liggen de cursussenopdrachten in de eerste drie semesters op niveau 1 of 2 en de projecten of praktijkopdrachten op niveau 2. Vanaf semester vier liggen de cursusopdrachten op niveau 2 of 3 en de praktijkopdrachten op niveau 3 of 4. De student heeft het eindniveau gehaald als alle TBK domeinen gemiddeld op niveau 3 zijn gedaan. Daarbij bestaat de mogelijkheid om een eigen profiel te kiezen door sommige domeinen op niveau 4 te pakken en één ander op niveau 2. Als de student heeft laten zien dat hij alle beroepsopdrachten op het juiste niveau heeft gedaan, krijgt hij het TBK diploma. * De methode om tot een juiste niveau indeling te komen is in ontwikkeling. Het blijkt dat het gesprek hierover met collega’s en studenten wellicht belangrijker is voor het inzicht dan de exacte methode. De resultatenmatrix en de ruimte tot profilering in de domeinen geven wel genoeg kader om het gesprek zuiver en met precisie te voeren. Dit kader om het niveau van praktijkopdrachten te onderzoeken werd tot nu toe vaak gemist. Produceren Organiseren Kennis Mobiliseren Interactie Gemiddelde (afgerond) Om te zien hoe je ervoor staat houd je je scores bij op je TBK competentiekaart**. Samen met je studieloopbaanbegeleider onderzoek je welk profiel je wilt kiezen en welke keuzes voor projectrollen en (afstudeer)stages je moet maken om dat profiel goed in te vullen. Elk blok bepaal je aan welke competenties je wilt werken, stemt dit af met je team en legt het vast in een Team Ontwikkel Plan. Aan het eind van het blok toon je aan welke resultaten je gehaald hebt en werkt de tutor je competentiekaart bij. Aan het eind van de opleiding toon je aan dat je aan het TBK profiel voldoet en ben je Bachelor of Engineering. Adviseur TBK 4 3 4 4 4 Projectleider TBK 3 3 3 3 3 Operational Excellence 3 3 2 4 3 Customer Intimacy 4 3 4 4 4 Product Leadership 3 3 3 3 3 Technical Process 2 2 2 3 2 Extended Enterprise 4 3 3 3 3 Hoogste waarde van de domeinen 4 3 4 4 TBK Competentiekaart Rollen Domeinen ** Het bijhouden van de competentiekaart in bijvoorbeeld osiris is nog in ontwikkeling. 19 D E T B K K E N N I S W E R K E R 3. De TBK domeinen uitgewerkt Zoals hierboven al eerder beschreven kenmerken de beroepsopdrachten die een Utrechtse Technisch Bedrijfskundige ingenieur op moet kunnen pakken zich door: Het (her) Ontwerpen van bedrijfsprocessen. Technisch innovatief Kwantitatief onderbouwd Voorspelbaar met simulatie Het initiëren en ondersteunen van het bijbehorende veranderproces. Een TBK-er neemt niet alle opdrachten op aan. Hieronder staan de vijf domeinen waarbinnen de Utrechtse TBK-er opdrachten op zich neemt. Operational Excellence. Bedrijfsprocessen kwantificeren en efficiency verbeteren Customer Intimacy. Processen met klanten optimaal maken Product Leadership. Innovatie processen verbeteren Technology. Het gebruik van innovatieve technologie om bedrijfsprocessen en producten te verbeteren. Extended Enterprise. De samenwerking tussen bedrijven verbeteren. (supply chain, inkoop/verkoop, make or buy beslissingen) Een domein wordt vastgelegd door de resultaten te beschrijven die in het domein behaald moeten worden. Deze resultaten worden beschreven aan de hand van de generieke resultaten matrix (product/dienst, organisatieproces, kennis, impact) Het blijkt dat binnen de TBK domeinen de organisatie en de interactie hetzelfde verloopt. Deze kolommen zullen dus in één keer voor alle TBK domeinen samen beschreven worden. Per TBK domein zijn de producten/diensten natuurlijk wel anders. Die zullen dan ook voor elk domein beschreven worden. Voor produceren, organiseren en interactie moet kennis gemobiliseerd worden. De hiervoor benodigde kennisbasis zal ook beschreven worden. In de paragrafen hieronder zal eerst in 3.1 de gekozen domeinindeling verantwoord worden. Daarna wordt de in 3.2 manier van beschrijven verantwoord. Daarop volgt de eigenlijke beschrijving van de TBK domeinen. Eerst door in 3.3 voor alle TBK domeinen de kolom produceren uit te werken. Daarna volgen voor alle TBK domeinen tezamen de kolommen organiseren (3.4) en interactie (3.5). Produceren Organiseren Kennis mobiliseren Interactie Inzicht krijgen Verwerven opdracht Vragen Actoren in beeld Aanpak kiezen Ontwerpen Plan met draagvlak Vinden Interactie Strategie Realiseren Uitvoeren Kwaliteit uitvoering Toepassen Doen met verstand Reflecteren Producten Beoordelen Evalueren overdragen Kennis Beoordelen Feedback op Interactie Proces Kennis Impact Oriënteren Product Dienst 20 D E T B K K E N N I S W E R K E R 3.1 Keuze van de TBK domeinen De keuze voor de domeinen is gebaseerd op de behoefte in elk domein de bedrijfsprocessen centraal te stellen. In elk domein kan daardoor een bepaald soort beroepsvraagstukken centraal staan. Om deze vraagstukken op te lossen is vanzelfsprekend vakkennis nodig en de benodigde vakkennis volgt zo op een natuurlijke manier uit de beroepsproblemen. We hebben ervoor gekozen de strategische invalshoeken om concurrentievoordeel te behalen centraal te zetten. Deze invalshoeken zijn opgezet door Harvard hoogleraar Porter en later aangescherpt door de invloedrijke consultants Treacy en Wiersema. De bedrijfsprocessen worden allereerst bekeken aan de hand van: Operational Excellence, Customer Intimacy en Product Leadership. We hebben deze keuze in 2004 voorgelegd aan het beroepenveld en er veel positieve feedback op gekregen. De sleutel voor succes is het werkmodel. Door het werkmodel op de gekozen strategie aan te passen wordt het mogelijk het waardebod van concurrenten aan te vallen. Werkt het bedrijf goedkoper, dan kan het prijsbod van de concurrent worden aangevallen, werkt het bedrijf sneller of handiger dan kan het concurrenten de loef afsteken. Wanneer voor een bepaald waardebod wordt gekozen - en daarmee voor het achterliggende werkmodel- dan wordt daarmee de essentie van het bedrijf bepaald. De samenhang en de verfijning van het werkmodel is datgene wat marktleiders onderscheidt van hun concurrenten. Een werkmodel bestaat uit de verschillende werkprocessen, de organisatiestructuur, de managementsystemen en de bedrijfscultuur. De kern van het werkmodel bestaat uit verscheidene werkprocessen, die doorslaggevend kunnen zijn voor het succes en de winstgevendheid van een onderneming. Het (her-) ontwerpen van de bedrijfsprocessen is juist de kerncompetentie van de TBK-er. Het maakt een TBK-er daarbij in wezen niet uit voor welke strategie gekozen wordt. Door in de opleiding voor de domeinen Operational Excellence, Customer Intimacy en Product Leadership te kiezen, komen alle aspecten aan bod met een duidelijke focus op de strategische doelstelling van het bedrijf. Een Technisch Bedrijfskundige zal daarbovenop ook de bedrijfskundige potentie van technologische innovaties in moeten schatten. Daarvoor moet een TBK-er zich snel in kunnen leven in Technische Processen. Omdat het procesdenken al het referentiekader vormt zal de TBK-er ook technische processen snel in kaart kunnen brengen. Daarvoor moet een TBK-er wel leren hoe ze technisch gespecificeerd worden. Hiervoor haalt een TBK-er vooral snel de juiste informatie bij de juiste bron vandaan en fungeert als intermediair. Het schatten van de betrouwbaarheid van bronnen is hierbij een belangrijke vaardigheid. In bovenstaande domeinen worden bedrijven bekeken en versterkt op hun individuele concurrentiekracht. Organisaties werken echter steeds vaker in wisselende clusters samen om de felbegeerde klant te bedienen. In verschillende sectoren (Media, Retail, Bouw, Zorg etc.) ontwikkelen zich innovatieve samenwerkingsmodellen om sneller en flexibeler op de wensen van de klant te kunnen inspelen. Zo ontstaat de Extended Enterprise. In het domein Extended Enterprise leren studenten bedrijven en ketens te modelleren, analyseren en optimaliseren. Er komen diverse multidisciplinaire vraagstukken aan de orde zoals Supply Chain Management , ICT en Kennismanagement. 21 D E T B K K E N N I S W E R K E R 3.2 Manier van beschrijven van domeinen Bij het beschrijven van de domeinen gaat het erom om per ‘kolom’ van de resultatenmatrix te beschrijven wat de resultaten zullen zijn. De resultaten in de kolom produceren zullen sterk verschillen per TBK domein. De kolom produceren zal dus per domein apart beschreven worden. De resultaten van de kolommen organiseren en interactie zullen voor alle TBK domeinen hetzelfde zijn. Deze zullen dus voor alle domeinen in één keer beschreven worden. Voor al deze resultaten moet kennis gemobiliseerd worden. De kolom kennis wordt daarom steeds naast de andere kolommen meegenomen. In de kolom kennis mobiliseren staan de verschillende soorten kennis die nodig zijn om het probleem aan te kunnen pakken: Concepten (concepten, modellen, theorieën die de ‘view of the world’ of de thematiek belichamen) Methoden kennis: kennis over de aanpak van problemen en de realisatie van oplossingen Oplossingen kennis: kennis over werkzame oplossingen, en hun beperkingen Context kennis: kennis over de praktijkcontext en daarin voorkomende problemen (Het blijkt niet eenvoudig om de trefwoorden op deze manier te rubriceren omdat met name concept en methode kennis vaak met één trefwoord te boek staan. Denk bijvoorbeeld aan AC/DC costing) Soorten kennis in relatie tot de tussenresultaten (LET OP rijen en kolommen verwisseld) Organiseren Oriënteren Aanpak kiezen Realiseren Mijlpaal product Plan van Aanpak Conceptueel Ontwerp Ontwikkelde oplossing Kenniskader Produceren Praktijk vraag: Verbeter problematis ch situatie A Probleemstelling Thematiek (‘View of the World’) Aanpak Beoogde oplossing Verantwoording Interventies Reflectie Geïmplementeerd resultaat Opgeleve rd resultaat Praktijkresultaat Verantwoording = Kennisresultaat Conceptueel Ontwerp Huidige situatie A Ontwikkelde oplossing Gewenste situatie B Geïmplemen -teerd resultaat Evaluatie gericht op verbeteringe n Vergelijkin g Voorgestel de interventi es Opgeleverd resultaat Kennis Mobiliseren Concepten Kennis Contexten en problemen 22 Methoden D E Oplossing en T B K Methoden K E N N I S W E R K E R Oplossing en 3.3 Productiekolom bij TBK per domein 3.3.1 Operational Excellence De Nederlandse vertaling voor Operational Excellence is kostenleiderschap. Een bedrijf met een strategie van kostenleiderschap richt al zijn processen op de meest efficiënte manier in en produceert tegen de laagste totale kosten. Het kan zijn producten tegen de laagste prijs aanbieden; dat is zijn sterke punt in de markt. Een kostenleider zal, behalve de lage prijzen, ook de duurzaamheid en betrouwbaarheid van zijn producten benadrukken. Men associeert lage prijzen immers vaak met inferieure kwaliteit en dat is niet terecht bij een kostenleider. Een bedrijf met deze strategie bereikt de lage prijzen niet vanwege de inferieure kwaliteit van de producten, maar door een ver doorgevoerde efficiency in het voortbrengingsproces. Easy-Jet bracht een revolutie teweeg in de luchtvaartwereld door goedkope vliegtickets aan te bieden. Het bedrijf kon dat doen door met lagere kosten te werken dan de concurrenten. Zo schafte men de papieren tickets af, werden er aan boord geen maaltijden verstrekt en moesten de passagiers voor elk drankje betalen. Easy-Jet is een goed voorbeeld van een kostenleider. Kostenleiders proberen een combinatie van prijs, kwaliteit en koopgemak te vinden die geen van de concurrenten kan evenaren. Ze houden zich niet of nauwelijks bezig met innovaties of éénop-één-relaties met klanten. Ze bieden hun klanten een gegarandeerd lage prijs en probleemloze service. Algemene kenmerken van het werkmodel van een Operational Excellence organisatie: De doorloop van een product is end-to-end geoptimaliseerd en gestroomlijnd om kosten en problemen te minimaliseren; De activiteiten zijn gestandaardiseerd, vereenvoudigd, strak gecontroleerd en centraal gepland, waarbij weinig beslissingen worden overgelaten aan het lagere management; De bedrijfscultuur beloont efficiëntie en verafschuwt verspilling. Dit is het domein van het creëren of beheersen van processen (in bedrijven of andere organisaties) die snel zijn, efficiënt, flexibel, foutloos, betrouwbaar, zo simpel mogelijk voor de gebruikers en die mens en omgeving ontzien. Om de processen te beheersen worden ze systematisch vertaald naar prestatie indicatoren voor processen op strategisch, tactisch en operationeel niveau. Daarbij hoort het operationaliseren van de indicatoren. 23 D E T B K K E N N I S W E R K E R Produceren Operational Excellence Kennis mobiliseren Het resultaat van een operational excellence opdracht is een adviesrapport, met de volgende inhoud: 1. Een 0-meting van het beschouwde proces op de aspecten die voor de organisatie van belang zijn 2. Een analyse van de belangrijkste factoren en hun bijdragen aan de prestaties van het proces 3. Cijfermatig onderbouwde voorstellen voor het verbeteren van het proces op de relevante aspecten, voorzien van een implementatieplan, waarin is aangegeven wie wat moet doen, hoe lang dat gaat duren, in welke volgorde dat moet gebeuren en wat de eventuele weerstanden of risico’s daarvan zijn, en hoe die kunnen worden overwonnen 4. Een (advies voor) toetsing of beheersing van het procesmatige en financiële resultaat van de voorstellen In 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Basiskennis van begrip integrale logistiek grondvorm en ontkoppelpunt bedrijfsstrategie, -missie, -visie bestel methoden seriegrootte bepaling wachttijdtheorie voorspellingstechnieken productiewijzen voorraadtheorie relaties met inkoop en marketing inkooptechnieken en –functies hoofd productie plan het productontwikkelingsproces machine-opstellingen onderhoudsmanagement distributietechnieken en methoden het advies kan/dient aandacht te worden besteed aan: outsourcing, offshoring De keuze voor het juiste besturingsconcept efficiënt customer response (ontkoppelpunt, push, pull etc.) voor het Supply chain management procesontwerp, zowel binnen de organisatie als voor waardeketens andere organisaties in de voortbrengingsketen dilemma’s en afwegingen in de logistiek Planningsprincipes (JIT, MRP etc.) die de strategische opslingereffect inzet van middelen in relatie tot de markteisen e-commerce en e-procurement beschrijven Ontwikkelingen in heden en verleden De gewenste logistieke uitvoeringseisen aan het en binnen en buitenland proces (bezettingsgraden, voorraden, bewerkingsstappen etc.) om op concurrerende wijze Besturings-/ planningstechnieken te kunnen voorzien in de behoeften van de markt orderplanning en –prioritering Het ontwerpen van een systematiek voor prestatie MRPI en 2 systeem indicatoren Sic-methoden Strategie vertalen naar doelstellingen en J IT / kanban & OPT techniek kritische indicatoren voor de besturing van Sociotechnieken operationele processen. netwerkplanning maken van een ontwerp en een implementatie ERP plan voor het inrichten van een systematiek voor workfIow-management prestatie sturing kwaliteitsmanagement gebalanceerd advies over de stuurinformatie op lean manufacturing basis van criteria zoals relevantie, meetbaarheid make-buy keuze en tijdigheid stuur en regelkringen Het in beeld brengen, beargumenteren en steady state modellen communiceren van gemaakte bedrijfskundige keuzes capaciteitsplanning (modellen, Pareto-analyse, etc.) routeplanning Kostencalculaties waarmee financiële consequenties Systematiek van prestatie indicatoren. en keuzes in het procesontwerp zichtbaar gemaakt iPM worden. Denk hierbij aan efficiency-analyses, Six sigma Dupont-schema’s,en ratio analyse, ondersteunende Lean production calculaties bij investeringskeuzes zoals Balanced scorekaart terugverdientijden en netto contante waarde en Visie, missie, strategie basale calculaties als het vaststellen van kostprijzen Scenario analyse De resultaten van procesontwerpkeuzes in de Kernprocessen decompositie daarvoor gangbare financiële overzichten. Denk Gaps en initiatieven hierbij aan balansen, resultatenrekeningen, Sanity checks liquiditeitenoverzichten, jaarrekeningen en budgetten. Ook overzichten van verschillenanalyses en kosten en batenoverzichten behoren hiertoe 24 D E T B K K E N N I S W E R K E R Produceren Operational Excellence Kennis mobiliseren Analysetechnieken Pareto-analyse doorlooptijdanalyse servicegraadanalyse opstellen prestatie-indicatoren multimomentopname bepaling kritische succesfactoren bedrijfstypologieën weergave besturingsstructuur weergave organisatiestructuur weergave informatiestromen oorzaak-gevolg analyses selectie alternatieven gebruik simulatiesoftware inrichting SLP SHA assortimentskeuze distributiebeslissingen Financieel management Kostencalculaties Kostenplaatsmethoden Activity based costing Kostenverbijzondering Absorbtion costing/direct costing (AC/DC) Differentiële kostprijsberekening Bedrijfseconomische analyse Beslissingsondersteunende calculaties Terugverdientijd berekeningen Netto contante waarde methode Interne rentabiliteit Verschillenanalyse Investeringsselectie Machine keuze duPont schema Planning budgettering Master budget Balansen Resultatenrekening Liquiditeiten overzichten liquiditeitsratio solvabiliteitsratio rentabiliteitratio activiteitenratio Voortzetten/stoppen bedrijf 25 D E T B K K E N N I S W E R K E R 3.3.2 Customer Intimacy “Succes, is een Keuze” Deze slogan komt voorbij in vele management boeken. De gedachte is, dat als je alles in beeld hebt, je de juiste keuzes kunt maken, zodat je succesvol bent. Een bedrijf dat de strategie customer intimacy voert, richt al zijn processen in op het verkrijgen van een zeer sterke binding met de potentiële en de vaste klant, met als doel langlopende relaties op te bouwen. Het produceren van producten gebeurt in overleg en vaak op specificatie van de klant. Het tailor made principe is belangrijk. Deze strategie impliceert dat de organisatie niet (automatisch) voor de laagste kosten kiest, zoals bij een strategie van Operational Excellence het geval is. Deze strategie betekent dat de kwaliteit van de geleverde producten hoog zal zijn. In deze strategie is een grote rol aanwezig voor Account Management. Bovendien is het van wezenlijk belang dat alle medewerkers in de organisatie het principe van customer intimacy begrijpen en onderschrijven. Daarvoor is het dus nodig, dat de medewerkers worden getraind, begeleid en aangestuurd vanuit een gedegen HR-beleid. Algemene kenmerken van het werkmodel van een Customer Intimacy organisatie: - De doorlooptijd van projecten wordt voor een belangrijk deel bepaald in de opstartperiode, waarin de specificaties van de klant leading zijn - De activiteiten zijn nauwelijks gestandaardiseerd; vaak wordt tailor made gewerkt - De bedrijfscultuur beloont klantgerichtheid Een Technisch Bedrijfskundige is in deze omgeving dan ook voortdurend bezig in te springen op vragen en wensen van de markt, van de klant. Dit doet hij/zij door de bedrijfsstrategie te vertalen naar de eisen aan het primaire proces. Op basis van deze eisen worden vervolgens de processtappen optimaal op elkaar afgestemd. Niet alleen op afdelingsniveau, maar ook door over de afdelingen heen te kijken en de onderlinge afstemming en communicatie tussen die afdelingen te optimaliseren. Hij maakt op basis van een uitgebreide analyse een advies in de vorm van een Business Plan. Dit advies kan onderverdeeld worden in een Strategisch/Tactisch deel waarin een Business Plan gemaakt wordt en een Tactisch/Operationeel deel waarin een commercieel verbeterplan (CRM Plan) gemaakt wordt om de organisatie klantgerichter te laten opereren. In beide onderdelen zal er ook onderzoek gedaan moeten worden en wordt een beroep op onderzoek- en statistische vaardigheden gedaan. De TBK-er kan dit laatste vorm geven door een plan voor een zinvol markt- of klant tevredenheids onderzoek op te stellen. 1. Business Plan. Stap1 Oriëntatie en probleemstellin g probleem Stap 2 Informatie verwerken Stap 3 Evaluatie alternatieven externe factore n kansen / bedreigingen alternatieve strategieën stelling sterkten / zwakten Stap 4 Keuze Marketing strategie keuze strategie + actieplan interne factore n Onderbouwen business case BP SWOT 26 Stap5 Implementatie D E T B K K E N N I S W E R K E R 2. Commercieel verbeterplan of CRM Plan Missie, Visie en Doelstellingen Kader Business Case Klanteisen Analyse Klantanalyse Strategie Relatiestrategie Inrichting & implementatie Contactstrategie Geïndividualiseerde waardepropositie Klantprocessen Prestatie-indicatoren Klantinformatie Organisatie en medewerkers ICT 3. Markt- of klant tevredenheids onderzoek. 27 D E T B K K E N N I S W E R K E R Produceren Customer Intimacy Kennis mobiliseren 1.Business Plan. ad 1.2 Methoden en modellen beschrijven & analyseren huidige situatie (ist): Diagnose Het opstellen hiervan bestaat uit een aantal Extern: deelprocessen BCG matrix (of General Electric 1.1.Oriëntatie en probleemstelling. portfolio analyse) 1.2.Beschrijven & analyseren huidige situatie (ist) Porter’s concurrentie analyse 1.3.Evaluatie alternatieven op grond van SWOT en Portfolio analyse confrontatiematrix. DESTEMP 1.4.Keuze gewenste situatie (Soll) Abell 1.5.Implementatieplan. Vaststellen van de route van 12 Cell ist naar soll. Het gaat hier in feite om een MaBa haalbaarheidsstudie van het Business Plan met als Diagnose Intern: resultaat een implementatieplan Visie missie strategie (beoordelen) 7-s model Een belangrijk onderdeel van de implementatie zal INK-model het opstellen (en uitvoeren) van het commercieel Mintzberg configuraties verbeterplan (of CRM plan) zijn. Hierbij komt het Benchmarking operationele aspect aan de orde. Hoe gaan we nu Bedrijfsontwikkelingsmodel (Greiner / de processen inrichten en besturen. Ribbers & Verstegen) Kerncompetenties Cultuurtypologieën (Harrison; Ratio analyses en kengetallen Waarde analyse Leiderschapsstijlen Analyse SWOT analyse en confrontatiematrix ad 1.4 Keuze gewenste situatie(soll). Kosten baten analyse Terugverdientijd Netto contante waarde Cash flow analyse Gevoeligheidsanalyse Risico analyse Deming ad 2.1 Analyse klantgerichtheid Business Case onderdelen Kosten baten analyse Dit bestaat uit de volgende deelprocessen: SERVQUAL 2.1.Analyse klantgerichtheid Loyalty Vaststellen van klanteisen en meten van KTV KTV opzet en onderzoek Uitvoeren van klantanalyse (klantwaarde) Klantwaarde modellen 2.2.Vaststellen gewenste klantstrategie, onderverdeeld Klantanalyse Piramides en naar Migratriematrix Relatiestrategie Pareto 20/80 Contactstrategie ad 2.2 Vaststellen gewenste klantstrategie Geïndividualiseerde waardepropositie Waardedisciplines 2.3.Inrichting en implementatie klantgericht CRM methodieken ondernemen Customization modellen Inrichting van klantprocessen en benoemen Implementatie aspecten van prestatie-indicatoren Plateauplanning Vaststellen gewenste klantinformatie ad 2.3 Inrichting en implementatie Organisatie van het werk klantgericht ondernemen Inzetten van ICT hulpmiddelen (CRM Processen (Idef0, Flowcharts, 5 systemen) kolommenstructuur) 2.Commercieel verbeterplan of CRM Plan 28 D E T B K INK model Balanced Scorecard Integraal klantbeeld Gegevensmodelering (eenvoudig) K E N N I S W E R K E R Produceren Customer Intimacy Kennis mobiliseren 3.Markt of klant tevredenheids onderzoek. Dit bestaat uit de volgende deelprocessen: 3.1.Onderbouwde doelstelling en probleemstelling 3.2.Operationaliseren van het probleem en keuze van de onderzoeksmethode in combinatie met de uiteindelijke onderzoeksopzet 3.3.Rapportage van de onderzoeksresultaten 3.4.Een onderbouwde conclusie met discussie en aanbevelingen 3.5.Evaluatie van het uitgevoerde onderzoek Aandacht in dit proces is nodig voor: De aanleiding van het onderzoek Het formuleren van de doelstelling die recht doet aan de wens van de opdrachtgever Het in kaart brengen van reeds bekende informatie of materiaal om tot een scherp geformuleerde probleemstelling te kunnen komen De keuze van de onderzoeksopzet en een verantwoording van de keuze De ontwikkeling van het meetinstrument, bijvoorbeeld een vragenlijst Het bespreken van de kwaliteit van het meetinstrument in termen van gevoeligheid, betrouwbaarheid en validiteit Het omschrijven van de populatie en het verantwoorden van de steekproef en de omvang van die steekproef Het voorkomen van non-respons De verantwoording van de non-respons en met name ook de controle op de representativiteit Het samenvatten van de onderzoeksgegevens in tabellen en figuren De bijbehorende toetsingsgrootheden, kritieke waarden en de uitslag van de statistische toets De op de resultaten gebaseerde conclusies als antwoord op de probleemstelling Een beschouwing over de sterke en zwakke punten van het onderzoek Voorstellen voor maatregelen en beslissingen in de vorm van aanbevelingen Aanbevelingen met betrekking tot vervolgonderzoek 29 D E T B K Eigenschappen van onderzoek: Objectiviteit, Controleerbaarheid, Haalbaarheid Beslissingen om een onderzoek te doen, inclusief inzicht in oneigenlijke motieven Onderscheid probleemstelling (waarom) en doelstelling (wat) Operationaliseren met als doel onderzoeksgegevens te kunnen interpreteren, vergelijken en herhalen Meetmethoden kunnen onderscheiden; observaties, inhoudsanalyses, vragenlijsten Meetniveaus en schaaltypen kunnen onderscheiden Afnametechnieken kunnen onderscheiden; schriftelijk, telefonisch, e-mail, op straat Beschrijven in termen van gevoeligheid, betrouwbaarheid en validiteit Onderscheiden tussen populatie en steekproef. Methoden voor het trekken van steekproeven onderscheiden; aselect, gestratificeerd, gelaagd, getrapt Causaliteit Verborgen oorzaken kunnen herkennen; schijnverbanden, onnatuurlijk gedrag, volgorde-effecten Nulmeting Significantie Frequentieverdelingen; tabel, histogram, staafdiagram, polygoon Klassenindeling Centrummaten; gemiddelde, mediaan en modus Spreidingsmaten; variantie en standaardafwijking Scheve verdeling Correlatie en correlatiecoëfficiënt r Enkelvoudige lineaire regressie De normale verdeling Significantietoetsen Nulhypothese en alternatieve hypothese K E N N I S W E R K E R Produceren Customer Intimacy Kennis mobiliseren Technieken: Meetinstrumenten kiezen Vragenlijst opstellen Vragenlijst afnemen Steekproef nemen Non-respons analyse Tabellen en grafieken Centrum- en spreidingsmaten Betrouwbaarheidsinterval Steekproefgrootte bepaling Statistisch toetsing, hypothese toetsing T-toets Chi-kwadraattoets Kruistabel opstellen Spreidingsdiagram voor correlatie Correlatiecoëfficiënt berekenen Regressielijn opstellen 30 D E T B K K E N N I S W E R K E R 3.3.3 Technische Processen Technische processen zijn die processen waarbij vanuit een bedrijfskundig perspectief gekeken wordt naar de principes van technische en technologische toepassingen en ontwikkelingen binnen organisaties. Specifiek wordt de kern van industriële productie belicht. In deze context zullen dan ook in eerste instantie technieken bekeken worden die industriële productie mogelijk maken. De idee is de manier waarop dit gebeurd een referentiekader geeft waarmee ook in andere productieomgevingen de technische processen in kaart gebracht kunnen worden. Produceren Technische processen Kennis mobiliseren De beschrijving van de technische processen en de Concepten en Methoden gebruikte technologie in de productieomgeving. (ist) Het Moeten nog komen specifiek kunnen benoemen van de mogelijkheden en onmogelijkheden van technische processen, technische specificaties van producten, productiemiddelen en grondstoffen. Doel hiervan is inzicht te geven in: 1. De eigenschappen van de producten en mogelijkheden om daarvan naar wens van de markt of een klant van af te wijken. 2. De Unique Selling Points van de productieorganisatie. 3. De kenmerken en/of eigenschappen van grondstoffen en hulpmaterialen ten behoeve van opslag, bewerking en intern transport. 4. De kenmerken en/of eigenschappen van het product ten behoeve van opslag, verpakking, houdbaarheid, in-/extern transport en gebruik door de afnemer(s). 5. De technische innovatiemogelijkheden van het productieproces. Dit wordt gedaan door samen met technici naar de mogelijkheden voor bedrijfskundige winst te zoeken. (soll) 6. De optimalisatiemogelijkheden van het productieproces. Dit wordt gedaan door in overleg met productiemedewerkers en simulatie de bedrijfskundige winst te zoeken (soll) Technische Processen 31 D E T B K K E N N I S W E R K E R 3.3.4 Product Leadership Een Product Leader is een bedrijf dat voortdurende innoveert op gebied van producten en processen. Sleutelbegrippen voor een dergelijke onderneming zijn: technologie; creativiteit; ambitie; samenwerking; open cultuur. De Product Leader binnen de opleiding TBK kent twee domeinen, te weten: Integrale Product Innovatie (eerste blok PL) Integrale Proces Innovatie (tweede blok PL) De term integraal verwijst naar de verbinding tussen productinnovatie / procesinnovatie en de overige technisch bedrijfskundige aspecten. Daarbij is het van wezenlijk belang dat ook de manier van samenwerken mee innoveert. We spreken dan van sociale innovatie. 1. Integrale product Innovatie: Onder integrale productinnovatie wordt verstaan het planmatige multidisciplinaire project vanaf kansherkenning of probleemherkenning tot en met het businessplan om het productidee te vermarkten. Voorbeeld 1 een Product: de Piketpaaltjes Een groep studenten onderkent de moeite die een bouwbedrijf heeft met het met de hand,in de grond slaan van piketpaaltjes. Een proces dat al 100 jaar op dezelfde manier verloopt: In de modder knielen en met een hamer de paaltjes in de grond slaan. De groep begint met het formuleren van de situatie; de karakteristieken en eisen en wensen. Vervolgens wordt mbv verschillende methoden een etc. 32 D E T B K Voorbeeld 2 Een dienst SMS voor Transavia passagiers “Stel je bent op reis, je zit in Spanje en je wilt weten hoe het met je vlucht is, hoe laat je bij welke balie moet inchecken en bij welke gate je moet instappen”” Dat was de vraag waar een groep studenten etc K E N N I S W E R K E R Produceren Product Leadership - productinnovatie Kennis mobiliseren Er zijn drie hoofdresultaten te herkennen, te weten: een product ontwerp, organisatieontwerp en een business case 1. Een Productontwerp, met als tussenproducten: 1.1. Een probleemdefinitie 1.2. Een systematisch ontwikkelplan 1.3. Een aantal productideeën waaruit er één gekozen wordt 2. Een Organisatieontwerp met als tussenproducten 2.1. ontwerpeisen arbeid- en organisatie structuur 2.2. organisatieontwerpe met oog voor de personele structuur, de verdeling van verantwoordelijkheden en bevoegdheden, de arbeidsplaatsen (welke taken), de arbeidsomstandigheden en de arbeidsverhoudingen en de organisatiecultuur 2.3. HRM-beleid voor personeel in een PL-omgeving, en een competentieprofiel dat typerend is voor medewerkers in een innovatieve organisatie. 3. Een Business Case, met als tussenproducten 3.1. Een octrooionderzoek en marktverkenning 3.2. Een kosten baten analyse en een opbrengstprognose 3.3. Een pitch voor financiers ad 1.1 probleemdefinitie en algemene modellen: Open / gesloten probleem Eisen en wensen Integraal Ontwerpen model QFD Functionele specificaties Objective tree Cause effect tree Stakeholders analyse Value analysis / Waarde analyse Functiekostenmatrix DFA / DFM ad 1.2 ideeontwikkeling bij product of dienst: Het Delftse model (Jan Buis) TRIZ Systematic Inventive Thinking Brainstormen Binonica Synectics Morfologische analyse ad 1.3 Evalueren en beslissen COCD box Herstructureren Reverse Brainstormen Checklist Multi criteria-analyse Event tree & fault tree analysis FMEA Ad 2 .. moet nog komen ad.3.1 Een octrooionderzoek en marktverkenning Octrooi en patent onderzoek Marktomvang Segmentering Afzetprognoses ad 3.2 Een kosten baten analyse Kosten baten analyse Terugverdientijd Netto contante waarde Cash flow analyse Gevoeligheidsanalyse Risico analyse 33 D E T B K K E N N I S W E R K E R 2. Integrale Proces Innovatie: Onder integrale procesinnovatie wordt verstaan het verbeteren, vernieuwen of (her-)ontwerpen van bedrijfsprocessen. “Procesinnovaties zijn veranderingen in hoe iets tot stand komt, vernieuwingen in het voortbrengingsproces van een product of dienst. Een procesinnovatie is doorgaans gericht op verbetering van de aspecten tijd (bijvoorbeeld verkorting van de doorlooptijd of van de benodigde inspanningen in het bedrijfsproces); geld (bijvoorbeeld het realiseren van lagere kostprijzen of hogere marges door besparingen in de productiefactoren); en kwaliteit (bijvoorbeeld het vergroten van de voorspelbaarheid van het bedrijfsproces door standaardisatie, of het verbeteren van klantgerichtheid door het vergroten van de flexibiliteit in het productieproces).”1 Procesinnovaties staan nooit op zichzelf, maar raken altijd aan meerdere bedrijfskundige competenties. Te denken valt aan projectmanagement (procesverbetering vraagt vaak een projectmatige aanpak) aan veranderkunde (het vraagt vaak een zorgvuldige communicatie en aanpak) en natuurlijk vakkennis (een logistieke verbetering vraagt vakkennis op gebied van logistiek). Een ander aspect van verwevenheid is dat procesinnovaties vaak verbonden zijn aan markt- en productinnovaties. Voorbeeld 1 ??? Voorbeeld 2 Invoeren handhelds bij Stormy 1 Uit: het Innovatieboek; innoveren van droom tot daad, Paul van der Voort, Academic Service 2006 34 D E T B K K E N N I S W E R K E R Productleadership: Procesinnovatie Produceren Product Leadership - procesinnovatie Kennis mobiliseren 1. Probleem & doel 2. IST: Beschrijving & analyse huidige situatie en conclusies. Het probleem wordt beschreven, vervolgens worden de aspecten die het probleem veroorzaken geïdentificeerd en zodanig uitgeplozen dat er een volledig zicht op de problematiek ontstaat. 3. SOLL: Uitwerking van de gewenste situatie: de eisen en wensen; specificaties en randvoorwaarden verandervermogen 4. Innovatie actieplan vaststellen van de route van ist naar soll. Het gaat hier in feite om het implementatieplan. Voor een dergelijk implementatie plan bestaat een min of meer vast stramien dat bestaat uit de opzet van een projectplan. Beschrijven & analyseren huidige situatie (ist): Diagnose extern: BCG matrix (of General Electric portfolio analyse) Porter’s concurrentie analyse Portfolio analyse DESTEMP Diagnose Intern: Visie missie strategie (beoordelen) 7-s model INK-model Mintzberg configuraties Benchmarking Bedrijfsontwikkelingsmodel (Greiner / Ribbers & Verstegen) Prcess mapping 1. IDEF 2. Stroomschema 3. Swimminglanes Cultuurtypologieën (Harrison; Ratio analyses en kengetallen Waarde analyse Leiderschapsstijlen Analyse Ishikawa diagram Effect cause effect diagram SWOT analyse en confrontatiematrix Uitwerken van de gewenste situatie(soll). Business Process Reengineering 1. Kosten baten analyse 2. Terugverdientijd 3. Netto contante waarde 4. Cash flow analyse 5. Gevoeligheidsanalyse Risico analyse Vaststellen van de route van ist naar soll Organizational development / transformation Vier veranderkwadranten van Stoker / Berenschot Scenarioplanning Projectmanagement Top down bottom up Lerende organisatie 35 D E T B K K E N N I S W E R K E R 3.3.5 Extended Enterprise Er is geen organisatie die kan bestaan zonder samenwerking met andere organisaties, Daarbij komt de snelle ontwikkeling van kennis en technologie en de toenemende globalisering en wereldwijde concurrentie. Dat dwingt bedrijven en organisaties tot positie kiezen door zich te specialiseren en dat noodzaakt weer tot samenwerking De veelheid van aanbieders en afnemers en de hoge prestatie eisen die de huidige economie met zich meebrengt, noodzaakt bedrijven daarnaast om zich succesvol te onderscheiden. Veel organisaties komen daarbij tot de conclusie dat zij dat onderscheidend vermogen niet alleen met de eigen organisatie kunnen of willen ontwikkelen. Dit leidt steeds vaker tot een vorm van samenwerking die bijdraagt aan het versterken van de kwaliteiten en prestaties van de betrokken partijen. Binnen het thema Partnerships in the Supply Chain/ Extended Enterprises zijn 2 kennispeilers te herkennen. De eerste richt zich op verandermanagement en de tweede richt zich op samenwerking tussen bedrijven met als focus samenwerking in de voortbrengingsketen. Beide kennisgebieden bouwen voort op de tbkmodellen die in de domeinen operational excellence, customer intimicy en product leadership toegepast worden binnen 1 organisatie. Om te komen tot succesvolle samenwerking tussen bedrijven worden deze modellen ingezet met de win-win situatie voor alle deelnemende bedrijven als uitgangspunt. Afhankelijk van de eigen doelstellingen en de gezamenlijke doelstellingen zal bij het opzetten en stroomlijnen van de samenwerking de nadruk liggen op principes van operational excellence, customer intimicy of product leadership. De uitdaging ligt daarbij in het vinden van een balans tussen ogenschijnlijk tegenstrijdige uitgangspunten en het complexe samenspel van belangen van de deelnemers binnen deze strategieën. Omdat deelname aan een samenwerking voor een bedrijf bijna altijd interne veranderingen meebrengt, wordt binnen het thema Extended Enterprise ruim aandacht besteed aan verandermanagement. Aanpak, cultuur en ethiek worden ingezet om een samenwerking of zelfs samensmelting succesvol te realiseren. Samenwerking in een netwerk of voortbrengingsketen moet steeds gebaseerd zijn op wederzijds vertrouwen en erkenning van de kenmerken en principes van elkaar. Om de vorm van samenwerking formeel vast te leggen worden ook de juridische aspecten van verschillende samenwerkingsvormen belicht. De kracht van samenwerking, of dat nu in een netwerk of een voortbrengingsketen is, kent tegenwoordig veelal een internationaal karakter. Dit levert een extra dimensie aan samenwerkingsverbanden en benadrukt de aandacht voor cultuur en geschiedenis, maar ook taal. Voor het thema Extended Enterprise is dan ook het Engels als de voertaal gekozen. 36 D E T B K K E N N I S W E R K E R Produceren Extended Enterprise Kennis mobiliseren 1. Zelfstandig verwerven van een externe adviesopdracht in samenwerking en/of supply chain management. 2. Uitvoeren van een externe adviesopdracht in samenwerking en supply chain management 3. Opstellen van een veranderplan Herkennen van de cultuur binnen een organisatie Vaststellen van de ontstaansgeschiedenis, normen en waarden binnen een organisatie Analyseren van de aard van de verandering Positioneren van de betrokken partijen bij de verandering (intern en/of extern) Creëren van draagvlak Formuleren van het verandertraject in de vorm van een veranderplan 4. 5. 6. 7. ad 1 Acquisitievaardigheden, Onderhandelen en conflicthantering ad 2 Supply Chain Management Systematische aanpak van een probleemgestuurd adviestraject Strategieën voor samenwerking (OE,CI,PL) Supply Chain Improvement Model (SCIM) Supply Chain Operations Reference Model (SCOR) Opslingereffect (bullwhip) Global Supply Chain Forum Model (GSCF) Economic Value Added model (EVA) Partnership Model Supplier Relation Ship management (Inkoopmanagement) Customer Relationship Management Opzetten van een (fictief) adviesbureau (CRM) Vaststellen van de aard van de werkzaamheden Service management van het bureau Demand management Kiezen van de geschikte ondernemingsvorm Order fulfillment processes Analyseren van uitgangspunten die juridisch Manufacturing flow management formeel gemaakt moeten worden Product Development Vaststellen welke contractvorm geschikt is Returns management Opstellen van een Engelstalig advies voor een Performance management (KPI’s) adviesopdracht in samenwerking en supply chain ad 3 management (fictief) Adviesgespreksvaardigheden Integreren van IT systemen van twee Communicatievormen ondernemingen (fictief) Interventiemechanismen Management beleidbeslissingen door spelen van een Onderhandelen en conflicthantering integrale business game in een internationale Kleurendenken volgens De Caluwe setting. Fasering volgens De Caluwe Ethiek ad 4 Nederlands en internationaal rechtstelsel Ondernemingsvormen Rechtspersonen Vormen van overeenkomsten Concurrentieregels Principes en regels voor productaansprakelijkheid ad 5 Engels presenteren en rapporteren ad 6 Cordys integratiemodel en software ad 7 TBK-kennis integraal toegepast 37 D E T B K K E N N I S W E R K E R 3.4 Organisatiekolom bij TBK De organisatie kolom ‘gaat over’ het kiezen of verwerven van opdrachten, het opzetten van de organisatie, het vastleggen van tussenresultaten, het maken van plannen. Daarbij is de belangrijkste doelstelling het bewaken van de kwaliteit van de uitvoering en het evalueren van dit hele proces. Dit kan gaan om individuele opdrachten maar ook om multidisciplinaire opdrachten. Organisatiecompetenties lopen daarmee van timemanagement van de student tot projectmanagement van grote projecten. Voor het managen van opdrachten bestaan er in de beroepspraktijk een aantal methodes waar de TBK-er mee te maken kan krijgen. Het is dan ook niet verstandig zelf een nieuwe methode te ontwikkelen en daarop de competenties op te bouwen. We hebben er daarom voor gekozen aan te sluiten bij methode en terminologie van een bestaande standaard. (dit is dus de kennis die een TBK-er moet kunnen mobiliseren om een organisatie goed op te zetten) Bij TBK hebben we in 2004 gekozen voor Prince2. Prince2 is een open standaard die in veel grote projecten gebruikt wordt. Dat maakt dat Prince2 een uitgebreide methode is die in zijn volle omvang minder geschikt is voor studentenprojecten van 10 weken. We schalen daarom en gebruiken wel de fasering en definities van Prince2 maar niet alle documenten. Iets wat overigens vele gebruikers van Prince2 doen. Prince2 kent alleen geen proces voor de competentieontwikkeling van de het projectteam. Wij hebben daarvoor het JOIN model van competentieontwikkeling ontwikkeld. Registratie competenties CURRICULUM PROJECT BOARD PR BRIEF ROLLEN KIEZEN PID UITVOERING EVALUATIE PID en TOP TOP Team Ontwikkel Plan POP POP SLO LIJN In het project is het de bedoeling dat er naast de Project Initiation Document (PID = Prince2 term voor Plan van Aanpak) dat meer gefocust is op de inhoudelijke kant van het project een Team Ontwikkel Plan (TOP) wordt gemaakt dat elementen bevat van de persoonlijke te ontwikkelen competenties in teamverband. (bij individuele praktijkopdrachten wordt het TOP een POP). Een TOP/POP beschrijft de te ontwikkelen competenties in een bepaalde periode. Er staat in hoe de te ontwikkelen competenties zijn ondergebracht in het team en op welke wijze de rollen verdeeld zijn en op welke wijze het team hiermee omgaat. Met andere woorden welke ruimte het team geeft voor de persoonlijke competentieontwikkeling. De Joinresultatenmatrix speelt hierin weer een centrale rol. 38 D E T B K K E N N I S W E R K E R Verder wordt in het TOP/POP opgenomen hoe deze competentieontwikkeling gedurende wordt gevolgd en geëvalueerd. Dit kan bijvoorbeeld door regelmatige intervisie- of evaluatiebesprekingen of functioneringsgesprekken. In de periode 2004 -2007 is in een project van de Digitale Universiteit de methode ontwerpprojecten ontwikkeld. Het lectoraat ICT en hoger onderwijs van Tom van Weert (HU) en het lectoraat Intellectual Capital van Daan Andriessen (inHolland) hebben hier een belangrijk rol in gespeeld. De methode ontwerpprojecten is mede gebaseerd op Prince2. Het bijzondere aan deze methode is dat er ook de kennisvraag van bijvoorbeeld een lector georganiseerd wordt. Dit maakt de methode zeer geschikt voor de kennisorganisatie die TBK wil zijn en onderdeel van uitmaakt. In de praktijk werken we nu met de terminologie van Prince2 maar inhoudelijk gaat het steeds meer naar ontwerpprojecten toe. Voor de organisatiekolom is dit van belang omdat juist de organisatiecompetenties hieromheen gebouwd worden. In de organisatiekolom gaat het om het opzetten van de organisatie en het bewaken van de kwaliteit. In onderstaand schema uit de methode ontwerpprojecten is dat samengevat (LET OP rijen en kolommen zijn verwisseld) Oriënteren OrganiSereren TBK Realiseren Plan van Aanpak 0-contract Conceptueel Ontwerp met vacaturebeschrijvingen Opdracht is Probleem gestuurd Omgevings gericht Veranderings gericht Open contract Bewuste positionering Samenhangende aanpak Vakinhoudelijk op niveau Kennis Mobiliseren Aanpak kiezen Kenniskader is Probleemstelling is Gemobiliseerd Afgebakend Aanpak is Functineel Beoogde Oplossing is Precies Verant woording is Consistent Ontwikkelde oplossing Kenniskader is Contrleerbaar Geïmplementeerd resultaat Opgeleverd resultaat Probleemstelling is Aanpak is (was) Adequaat Vakkundig Relevant Valide Haalbaar Betrouwbaar Verankerd Logisch Ontwerpprojecten DU Prince 2 Join competentieontwikkeling 39 D E T B K K E N N I S W E R K E R Reflecteren Consistent 3.5 Interactie kolom bij TBK Kennis mobiliseren Interaractie TBK Inzicht krijgen Nog in te vullen Je bent in staat je een helder beeld te vormen van de actoren rond een probleem-/verantwoordelijkheidsgebied en hun relaties onderling en met de omgeving. Je kunt de positie van de stakeholders bepalen en jezelf bewust positioneren passend bij je rol. Oriënteren op krachtenveld Onderhandelen Managen van verwachtingen Probleemgebied en context bespreekbaar maken en op de agenda krijgen Spelers/betrokkenen/stakeholders in kaart Opdrachtgever, Management, Medewerkers, Klanten, Andere betrokkenen Persoonlijke stijl / belangen Relaties aanknopen en uitbouwen Bepalen gewenste/benodigde impact, beoogde resultaten, doelen interactie Netwerk opbouwen Organisatiecultuur kunnen herkennen en inschatten eigen stijl in relatie tot cultuur Sensitiviteit Aanpak kiezen. Nog in te vullen Je bent in staat een effectieve interactiestrategie en de juiste stijl te kiezen om de gewenste impact te bereiken. Je kan hiervoor een mensen resultaatgericht communicatieplan opstellen waarbij je bewust een bepaalde communicatievorm en/of interventievorm kiest. Helder onder woorden brengen van te bereiken doelen Ontwikkelen en toetsen van aanpak samen met opdrachtgevers. Kunnen benoemen van verschillende stijlen en alternatieven. Verantwoorden van keuzes en alternatieven voor strategie in relatie tot context en doel Kunnen opstellen van interventieplan als onderdeel van een project. Plannen Nog in te vullen en uitvoeren Je bent in staat om zo met anderen te interacteren/communiceren dat je de gewenste impact weet te bereiken. Onderstaande opsomming sorteren naar enkele modellen, assen Luisteren Coachen Aansturen Leidinggeven Gespreksvoering Dialoogvoeren Omgaan met weerstand Faciliteren Interveniëren Inspireren Presenteren Overtuigen Onderhandelen Draagvlak creëren Conflict hanteren Plegen groepsinterventies Het uitvoeren van een systematisch bronnen onderzoek Het schrijven van een artikel Reflecter Nog in te vullen en Je bent je tijdens en na afloop van contacten met anderen steeds bewust van de dynamiek van de interactie. Je vraagt regelmatig feedback en reflecteert op de gekozen interactiestrategie. Je bent in staat je gedrag voortdurend bij te sturen om de gewenste impact te bereiken. 40 D E T B K K E N N I S W E R K E R 4 De Resultatenmatrix 4.1 Uitwerking matrix In deze paragraaf is de JOIN resultatenmatrix verder ingevuld. Doel van het aanscherpen van de resultatenmatrix is om de matrix goed te kunnen gebruiken bij het beoordelen van de resultaten van praktijkopdrachten. Uiteindelijk is het doel ook dat de matrix gebruikt kan worden bij het vaststellen van de beoordelingscriteria van een cursus en het tentamen dat daarbij hoort. In de matrix zijn alle mogelijk te behalen resultaten van een stevig project beschreven. Het hangt van het niveau van de opdracht af of ook alle resultaten zelf behaald moeten worden. Het niveau van een opdracht wordt elders beschreven maar de belangrijkste grootheden daarbij zijn de mate van zelfstandigheid waarmee de student tot de resultaten moet zien te komen en de complexiteit van de context. Bij het schrijven van dit stuk is dankbaar gebruik gemaakt van de methode ontwerpprojecten van Tom van Weert en Daan Andriessen. Met name het document ‘’Kwaliteitscriteria ontwerpprojecten inclusief afleiding’’ dat te vinden is op de website www.surfgroepen.nl/sites/ontwerpprojecten heeft veel input opgeleverd. Voor het goede begrip van de ontstaansgeschiedenis is het lezen van dit document raadzaam en leerzaam. Gaandeweg gingen de modellen steeds meer in elkaar grijpen. Op zich niet vreemd omdat het goed kunnen werken in ontwerpprojecten de kerncompetentie van een TBK kenniswerker blijkt te zijn. Bovendien geeft de congruentie tussen de modellen aan dat we op de goede weg zitten. Daarbij is het lastige dat de procesmodellen van de ontwerpprojecten van links naar rechts lezen terwijl de matrix van boven naar beneden loopt. Uiteindelijk is het gelukt de twee werelden in elkaar te schuiven door de JOIN matrix een kwart slag te draaien en de organisatiekolom toch weer als eerste rij te positioneren. Zie de volgende pagina voor het resultaat. De matrix is op de pagina’s daarna weer ‘normaal’ ingedeeld. Waarschijnlijk zal het uiteindelijk beter zijn om de matrix een kwart slag te draaien. Voorlopig zou dit echter vrij verwarrend werken omdat alle overige teksten dan aangepast moeten worden. Waarschijnlijk is januari 2008 een beter moment om dit door te voeren 41 D E T B K K E N N I S W E R K E R Organiseren C r i t e r i a Produceren Oriënteren Aanpak kiezen 0-contract of Project Brief met vacaturebeschrijvingen Plan van Aanpak of Project Initiation document Probleemgestuurd Omgevingsgericht Veranderings gericht Open contract Bewuste positionering Samenhangende aanpak Vakinhoudelijk op niveau Ontwikkelde oplossing Kenniskader Probleem stelling Aanpak Beoogde oplossing Verant woording Gemobiliseerd Afgebakend Functioneel Precies Consistent Relevant Haalbaar Interactie 42 Actoren in beeld D E Controleer-baar Geïmplementeerd resultaat Reflecteren Opgeleverd resultaat Praktijkresultaat Verantwoording Adequaat Consistent Vakkundig Valide Betrouwbaar Verankerd Logisch Conceptueel Ontwerp Ontwikkelde oplossing Huidige situatie A Kennisvraag: Hoe situatie A te verbeteren? Welke interventies verbeteren situatie A? Kennis Mobiliseren Conceptueel Ontwerp Thematiek (‘View of the World’) Praktijkvraag: Verbeter problematische situatie A Competentie Vraag Welke competenties Context, Domeinen en niveaus in kaart gebracht Realiseren Geïmplementeer d resultaat Gewenste situatie B Evaluatie gericht op verbeteringen Vergelijking Voorgestelde interventies Opgeleverd resultaat Soort Kennis Concepten Contexten en problemen Contact met actoren T B K Methoden Oplossinge n Communicatieplan En een effectieve persoonlijke interactiestrategie met de juiste stijl om de gewenste impact en draagvlak te verkrijgen K E N N I S W E R K E R Methoden Oplossingen Interventies met gevoel en verstand met als resultaat de gewenste impact vraagt regelmatig feedback en past aan Inzicht krijgen Produceren Organiseren Kennis mobiliseren Interactie Vraag Ontwikkelen: Je kunt aan potentiële opdrachtgevers aangeven wat voor soort problemen je op kunt lossen. Vraag Ontwikkelen: Je kunt aangeven wat voor soort opdrachtgever je zoekt en hoe het proces gaat verlopen. Vraag Ontwikkelen: Je kunt helder het kennisdomein beschrijven waarin de opdracht moet vallen Vraag Ontwikkelen: Je kunt potentiële opdrachtgevers vinden en benaderen. Resultaat: Bondige beschrijving soort product of dienst Resultaat: Resultaat: Bondige beschrijving van manier Bondige beschrijving van het waarop het proces gaat verlopen en kennisdomein. wat er verwacht kan worden. Contacten met potentiële opdrachtgevers die grofweg voldoen aan de criteria Opdracht verwerven Opdracht verwerven en team Opdracht verwerven Resultaat: Je zoekt en vindt een probleem. in de huidige situatie van een bedrijf of instelling waarbij er een relatie is met 1) de bedrijfsdoelstelling en de strategie en 2) de markt en de klanten. De oplossing betreft het ontwerpen van de gewenste situatie in de vorm van een (her)ontwerp. Je zorgt ervoor dat de verwachtingen tussen opdrachtgever en uitvoerder(s) worden afgestemd en de opdrachtgever akkoord gaat met een Samenhangende aanpak Je bent in staat om de benodigde kennis en informatie over probleemgebied, probleemomgeving en probleemaanpak beschikbaar te krijgen. Je schat in of de opdracht vakinhoudelijk op niveau is door de domeinen en de niveaus in kaart te brengen Resultaat: Opdrachtgever/Stuurgroep/ projectboard Projectteam Vacature beschrijvingen met rol/domein/resultaat/niveau van Als er een kennisvraag is dan verschillende teamleden. wordt die op eenzelfde manier Project brief met opdracht die behandeld als een praktijkvraag voldoet aan de criteria* - Probleemgestuurd - Omgevingsgericht - Veranderingsgericht - Open contractering - Bewuste positionering - Samenhangende aanpak - Vakinhoudelijk op niveau * (zie van Kempen en Keizer) 43 D E T B K K E N N I S W E R K E R Resultaat: Wervende beschrijving van product, proces en kennisdomein. Contacten met potentiële opdrachtgevers. Opdracht verwerven Je bent in staat je een helder beeld te vormen van de actoren rond een probleem en hun relaties onderling en met de omgeving. Je kunt de positie van de stakeholders bepalen en jezelf bewust positioneren passend bij je rol. Je vraagt aandacht voor en bedingt Een veranderingsgerichte opdracht waarbij er nog ruimte en toegang tot andere Resultaat: stakeholders is en vraagt als Beschrijving van de context van doel draagvlak te verwerven. het probleem. Open contractering De domeinen en niveaus ingeschat Er is nog ruimte om op zoek te gaan naar de oorzaak van het probleem en de opdracht daarop bij te stellen Bewuste positionering in bedrijf/instelling ten opzichte van andere stakeholders Aanpak kiezen. Je bent in staat de probleemstelling juist te omschrijven en alle deelproblemen af te wegen en samen te brengen. Zonodig herformuleer je de opdracht. Je kunt een "pakket van eisen" opstellen. Je bent in staat randvoorwaarden van de probleemoplossing te formuleren. Hierin stel je beslissingcriteria en besluitvorming vast. Je formuleert de doelstelling en kan verklaren waarom gewenste situatie beter is. Resultaten: Je bent in staat als eindverantwoordelijke voor een jezelf of een project/afdeling een plan op te stellen waarin je aan alle medewerkers, het management en andere betrokken partijen duidelijk maakt: Je bent verantwoordelijk voor de kwaliteitszorg van het project Resultaten: Organisatie Hoe de werkzaamheden uitgevoerd zullen worden en wat de daarvoor benodigde middelen zijn. Wie welke verantwoordelijkheden draagt. POP of TOP Beoogde competentie -ontwikkeling vastleggen Probleemstelling Kwaliteitsplan (risicomanagement, Huidige probleemsituatie (ist) communicatieplan, validatie, Gewenste situatie (soll) operationele kwaliteitscriteria, reviews) Voorgestelde interventies (van ist naar soll) Plan van Aanpak samenstellen dat Aanpak voldoet aan de criteria: Verdere uitwerking Kenniskader Voorgestelde interventies Gemobiliseerd Beoogde oplossing Probleemstelling Verdere uitwerking Verankerd Gewenste situatie Afgebakend Verantwoording Relevant Vergelijking Aanpak - waarin is de gewenste Functioneel situatie beter Haalbaar - waarom is dat de moeite Beoogde oplossing waard: Precies - wat is de reden om dit Verantwoording probleem op te lossen Consistent 44 D E T B K Kennis en informatie zodanig zoeken, vinden en selecteren dat deze bruikbaar wordt. Onderscheid maken tussen nuttige en nutteloze informatie en tussen hoofd- en bijzaken Weten of we bestaande informatie of methoden kunnen gebruiken, of dat we nieuwe moeten zoeken of ontwikkelen. K E N N I S W E R K E R Uitgangspositie bepalen: ‘View of the world’ Resultaat Kenniskader Te mobiliseren kennis: Concepten (concepten, modellen, theorieën die de ‘view of the world’ of de thematiek belichamen) Methoden kennis: kennis over de aanpak van problemen en de realisatie van oplossingen Oplossingen kennis: kennis over werkzame oplossingen, en hun beperkingen Context kennis: kennis over de praktijkcontext en daarin voorkomende problemen Je bent in staat een effectieve interactiestrategie en de juiste stijl te kiezen om de gewenste impact te bereiken. Je kan hiervoor een mensen resultaatgericht communicatieplan opstellen waarbij je bewust een bepaalde communicatievorm en/of interventievorm kiest. Helder onder woorden brengen van te bereiken doelen Ontwikkelen en toetsen van aanpak samen met opdrachtgevers. Kunnen benoemen van verschillende stijlen en alternatieven. Verantwoorden van keuzes en alternatieven voor strategie in relatie tot context en doel Kunnen opstellen van interventieplan als onderdeel van een project. Resultaat: Communicatieplan Goed gecommuniceerd Plan van aanpak met de gewenste impact/draagvlak bij de stakeholders En een effectieve persoonlijke interactiestrategie met de juiste stijl om de gewenste impact en draagvlak te verkrijgen Plannen en Uitvoeren en plannen van Je bent in staat verschillende taken te uitvoeren ontwerp. combineren en prioriteiten te stellen. Je Uitvoeren van de eerder gekozen kunt als eindverantwoordelijke een team oplossing. Detailuitwerking en (en ook jezelf) zo aansturen dat er planning, definitieve begroting. resultaatgericht gewerkt wordt en het Samenwerkingsverbanden voor uitvoeringsproces beheerst verloopt uitvoering. waardoor resultaten op tijd, binnen budget en conform specificaties resultaten. opgeleverd worden. Je kunt teamleden constructieve feedback geven en hun resultaten (laten) beoordelen. Ontwerp Conceptueel ontwerp Resultaten: Een ontwerp van de Voortgangsbesprekingen met team gewenste situatie op Valideren met opdrachtgever hoofdlijnen Review met experts Voorbereiding Ontwikkelde oplossing Uitgewerkt ontwerp dat in het Proces in de gaten houden zodat het voldoet aan de criteria: echt kan ‘werken’ Controleer-baar Realisatie Vakkundig Geïmplementeerd resultaat Toepassing van de oplossing Betrouwbaar Logisch in de praktijk Op grond van evaluatie worden waar nodig verbeteringen geïdentificeerd in ontwerp, uitwerking of implementatieaanpak Implementatie van verbeteringen Opgeleverd resultaat De verbeteringen zijn toegepast in de praktijk 45 D E T B K K E N N I S W E R K E R Informatie kunnen toepassen, toevoegen (aan het bestaande curriculum) ontwikkelen. Hierbij hoort ook het in staat zijn conclusies te trekken uit bestaande of beschikbare informatie Je kunt onderscheid kunnen maken tussen routine en nietroutine vaardigheden en de verschillende manieren waarop deze geleerd worden. Je bent in staat om zo met anderen te interacteren/communiceren dat je de gewenste impact weet te bereiken. Onderstaande opsomming sorteren naar enkele modellen, assen Luisteren Coachen Aansturen Leidinggeven Gespreksvoering Dialoogvoeren Omgaan met weerstand Faciliteren Interveniëren Inspireren Presenteren Overtuigen Onderhandelen Draagvlak creëren Conflict hanteren Plegen groepsinterventies Reflecteren Rapportage van de verkregen resultaten en evaluatie. 46 D E T B K Je bent in staat tijdens en na afronding van werkzaamheden waarvoor je de verantwoordelijkheid draagt, in relatie tot het oorspronkelijke plan, te reflecteren op: • Het verloop van het uitvoeringsproces. • De behaalde resultaten en doelen in relatie tot de gebruikte middelen. K E N N I S W E R K E R Wisten we genoeg? Hebben anderen hier iets aan? Hebben we iets geleerd? Gaan we dit de volgende keer weer zo aanpakken? Is onze kennis toegenomen?. Je bent je tijdens en na afloop van contacten met anderen steeds bewust van de dynamiek van de interactie. Je vraagt regelmatig feedback en reflecteert op de gekozen interactiestrategie. Je bent in staat je gedrag voortdurend bij te sturen om de gewenste impact te bereiken. Uitwerking van de kwaliteitscriteria voor de praktijkstroom ( kennis en competentiestroom zijn op zelfde manier opgebouwd) De kwaliteitscriteria waar een opdracht aan het eind van de oriëntatiefase aan moet voldoen komen uit het boek Competent afstuderen en stagelopen van Kempen en Keizer. Zie H2.2) Definitie Praktijkstroom Advies en implementatie Kenniskader Gemobiliseerd relevante kennisbronnen zijn geraadpleegd de keuze van te gebruiken kennisbronnen is duidelijk de achtergrond bij de keuzes van de kennisbronnen is duidelijk thematiek vanuit kennisbronnen expliciet gemaakt Kenniskader Gemobiliseerd Criteria 47 Praktijk probleemstelling Verankerd probleem vanuit thematiek in kaart gebracht inhoudelijke keuzes en vooronderstellingen expliciet inhoudelijke keuzes en vooronderstellingen verantwoord Afgebakend het bereik van het probleem is duidelijk) gewenste situatie is duidelijk methode om gewenste situatie te verkrijgen is duidelijk Relevant probleem nog niet opgelost beoogde oplossing de moeite waard in probleemcontext beoogde oplossing maatschappelijk/ praktisch de moeite waard beoogde oplossing heeft optimaal bereik Probleemstelling Verankerd Afgebakend Relevant D E T B K Plan van Aanpak/Offerte Goed gecommuniceerd Aanpak praktijkprobleem Functioneel activiteiten en mijlpaalresultaten expliciet activiteiten ondergebracht in een logische structuur structuur is uitgewerkt in deelactiviteiten (technieken) design functioneel voor oplossing Haalbaar haalbaar gegeven de tijd, capaciteit, expertise, budget en doorlooptijd activiteiten opgedeeld in deelactiviteiten in volgorde kwaliteitsactiviteiten erin opgenomen urenbelasting per deelactiviteit begroot en toebedeeld aan beschikbare expertise; totale urenbelasting binnen budget kritisch pad binnen doorlooptijd haalbaar in de gegeven context opdrachtgever en gebruikers vinden de aanpak en beoogde oplossing acceptabel en wenselijk opdrachtgevers en gebruikers beschikbaar wanneer nodig beoogde oplossing is realiseerbaar binnen infrastructuur Aanpak Functioneel Haalbaar K E N N I S W E R K E R Ontwerp Voorbereiding Beoogde praktijkoplossing Precies oplossingsdomein duidelijk aangegeven onafhankelijke en afhankelijke variabelen zijn duidelijk relatie variabelen is duidelijk resultaten variabelen zijn duidelijk, evenals hun waarneming Beoogde oplossing Precies Verantwoording Consistent Kenniskader, Probleemstelling, Aanpak en Beoogde oplossing: in zichzelf consistent onderling consistent Uitvoering Controleerbaar De uitvoering is: compleet achteraf nog gedetailleerd te volgen transparant, duidelijk gecommuniceerd Vakkundig De uitvoering is: resultaateffectief kenniseffectief efficiënt toelaatbaar Betrouwbaar De uitvoering is niet toevallig beïnvloed door: degenen die de activiteiten uitvoeren toestand van de organisatie rondom hen heen onvolkomenheden toevallige tijdstip Logisch Redeneringen zijn vrij van: inhoudelijke redeneerfouten onzakelijke argumenten gegoochel met betekenissen Verantwoording Consistent Uitvoering Controleerbaar Vakkundig Betrouwbaar Logisch Realisatie Opgeleverd resultaat Goed gecommuniceerd Praktijkresultaat Verantwoording Adequaat Consistent Gevonden resultaat: Inhoudselementen: levert een in zichzelf consistent daadwerkelijke onderling consistent oplossing verankerd in de probleemcontext toelaatbaar en duurzaam Valide Gevonden resultaat: geaccepteerd in probleemcontext acceptabel in het probleemdomein conceptueel onderbouwd goed verklaard generaliseringen aannemelijk gemaakt Resultaat Adequaat Valide Resultaat als proces Controleerbaar Vakkundig Betrouwbaar Logisch Verantwoording Consistent 4.2 Verantwoording Join resultatenmatrix van een kenniswerker (onderstaande teksten zijn een verzameling van aantekeningen die als basis moeten dienen voor een degelijke onderbouwing van de JOIN matrix) Bij het ontwerpen van de JOIN resultatenmatrix en het model van competentieontwikkeling hebben vele factoren een rol gespeeld. Het is een aantal gevallen zelfs lastig aan te geven waar oorzaak en gevolg liggen. De kiem ligt bij de idee dat wij studenten willen leren in een steeds veranderende wereld een actieve bijdrage te leveren zodat zij hun brood kunnen verdienen en de kenniseconomie welvarend houden. Daaruit volgen vage contouren als de Kenniswerker en het Leren = weren = leren concept. De matrix is een poging daar mee om te gaan. De kolommen: De kolommen produceren (intellect) kennis mobiliseren (information) en interactie (interaction) komen uit het 3-I Bouwstenen model voor kennis van (Tissen, Andriessen, & Lekanne Deprez, 1998): These three perspectives on learning lead to a 3-I framework of competences of knowledge work competences that enable learning through information, interaction, and intellect. For each of the three Is we have identified three enabling competences De kolom organiseren is daar door van Weert en Andriessen aan toegevoegd in het competentiemodel van de ontwerpprojecten. (dat competentiemodel lijkt verder wel op de JOIN matrix maar is toch wezenlijk anders ingevuld. JOIN staat als het ware op de schouders van de ontwerpprojecten) Een belangrijk bevestiging uit de onderwijspraktijk is dat projectbegeleiders bij het beoordelen van projecten vaak al beoordelen op product, proces en (schriftelijke) presentaties. Het is niet vreemd dat daar bij een kenniswerker de kolom mobiliseren van kennis aan toegevoegd wordt. De rijen komen voort uit Project systematiek van onder andere Prince2 en methode ontwerpprojecten DU Fasering van landelijke Bachelor of Engineering (inzicht krijgen, ontwerpen, plannen, uitvoeren) Voor veel beroepsproducten bestaat een systematische probleem aanpak. (vaak net met 3 of 5 fases maar goed om te zetten) Een aparte 4e rij voor reflectie op de resultaten komt voort uit: Kwaliteitscirkels: Plan-Do-Check-Act van Deming Double-loop learning Agris en Schon Reflective professional De matrix als geheel TBK voltijd gebruikt de 4C/ID ontwerpmethode. Daarin is de vaardigheden hiërarchie belangrijk bij het analyseren van de competenties (complexe vaardigheid). De matrix vormt volgens ons in wezen de generiek invulling van deze hiërarchie. Omdat 4C/ID onderwijskundig zeer goed onderbouwd is, gaf deze constatering bevestiging dat we op de goede weg zitten 4C/ID werkt ook met complexiteitsniveau’s om de volgorde van de opdrachten te plannen. De niveua’s van de matrix zijn hier een invulling van. Door bovenstaande twee punten is het eenduidig hoe met 4C/ID het onderwijs ontworpen kan worden als de domeinen eenmaal met de matrix zijn beschreven. 48 D E T B K K E N N I S W E R K E R De HU als kennisonderneming. LOEP project FG (Evidence based leren werken en onderzoek bij de FG) Niveaus van kennis Dreyfus & Dreyfus competentiemodel Discussie over kennisbasis HBO.. body of knowledge Resultaat gericht beoordelen in beroepspraktijk Resultaat behaald = over de lat = competent Meetbare resultaten = klant is tevreden over product of dienst (geleverd wat belooft) Niet alleen het opgeleverde product of dienst. Ook andere resultaten. Bijvoorbeeld adviesbureau wil strakke organisatie gevalideerde stat of the art oplossing Goed gedragen en ontvangen product Behoefte aan multidisciplinaire projecten in de FNT: Domein en generieke resultaten van elkaar losmaken om tot uniforme vacature beschrijving te komen Taakverdeling bij monodisciplinaire projecten binnen één opleiding beter zichtbaar maken. (en studenten die zich eenzijdig ontwikkelen door steeds dezelfde rol te kiezen in beeld te krijgen) Omkeren bewijslast: student moet leren aan te tonen dat het resultaat aan ‘de’ criteria voldoet. Dat is immers een belangrijke HBO competentie. Lifters beter in beeld krijgen 49 D E T B K K E N N I S W E R K E R 5 Illustraties van TBK rollen in het thema Operational Excellence (jaar 1 blok 4) Het is lastig om vanuit abstracte beschrijvingen een beeld te krijgen van wat het nou eigenlijk inhoud om een bepaalde rol te pakken. Daarom hebben drie docenten een illustratie geschreven van de rollen in het OE project. Het zijn illustraties en dus niet bedoeld als compleet dekkende beschrijvingen van de rollen. Juist de verschillende invalshoeken van verschillende docenten geven een aardig compleet beeld van wat er allemaal bij komt kijken om de rollen goed op te pakken. 5.1 Projectleider OE (jaar 1 blok 4) Robert is projectleider van de projectgroep. Hij is dat nog nooit geweest maar hij heeft zich voorgenomen nu eens het voortouw te nemen. Normaal is hij niet haantje de voorste dus een beetje spannend vindt hij het wel. Hij heeft nu een paar keer gezien hoe het loopt en denkt eigenlijk dat hij het zelf beter kan en wil het graag goed aanpakken. Omdat Robert ook voor de cursussen OELOG en OEBUDS goed wil scoren heeft hij ervoor gezorgd dat het team zich tot doel heeft gesteld om allemaal in één keer voor deze cursussen te slagen. Daarom hebben ze afgesproken dat ze roulerend verantwoordelijk zijn voor het inleveren van de opdrachten voor de cursussen. Voor het project gaan ze wel echt hun rol pakken maar elkaar ook goed van de ontdekkingen op de hoogte te houden en open te staan voor feedback. Robert heeft ervoor gezorgd dat er in elk geval een goede projectbrief is gemaakt met een duidelijke rolverdeling. Nu zijn er nog een paar weken tot week 5 om het PID te maken. Vorig blok was dat een soort invuloefening van een sjabloon geworden. Op zich was het maken ervan wel nuttig geweest want de grote lijn was wel in kaart maar veel hadden ze na het inleveren niet meer met het PID gedaan. De tutor had aangegeven dat volgend blok meer van het PID verwacht zou worden. ‘in het PID staat wat je gaat opleveren, als je bagger belooft en je levert bagger dan krijg je een voldoende’ Deze keer moet er ook een TOP bij het PID en na afloop wordt nu ook de competentieontwikkeling in kaart gebracht en beoordeeld. Al met al een hele toestand en Robert besluit om een plan te maken om tot een goed PID en TOP te komen. Hij denkt dat er drie cruciale punten in het PID voor dit project zitten: De probleemstelling en doelstelling echt goed opschrijven (de tutor heeft al aangegeven dat hij hier over gaat doorzeuren omdat hij bij zijn afstudeerders weer gezien heeft hoe belangrijk maar ook hoe moeilijk het eigenlijk is om dat goed te doen) De kennisbasis in kaart brengen. Tot nu toe blijkt steeds weer dat het goed volgen van de methodes die in de cursussen gegeven worden vaak al tot een goed resultaat leidt. Het lastige is alleen dat je die methodes pas kent als het PID al af moet zijn. Het is dan ook heel lastig om een goede taakverdeling en planning in het PID te zetten. Maar als de adviseurs nu eens goed naar het themaboek en de boeken gaan kijken en de hele kennisbasis goed in kaart brengen dan weten we wat we allemaal moeten doen en leren om met project tot een goed einde te brengen. Dit probleem legt hij dus direct bij de adviseurs financiën en logistiek neer. In week 3 moeten ze hierover aan elkaar rapporteren. Bedenken hoe ze het project stap voor stap gaan aanpakken. Om dit plan van aanpak te maken hebben ze wel goed zicht op de logistieke en financiële technieken die ze toe moeten passen. Daarom is het vaststellen van de kennisbasis ook zo belangrijk. Als die stappen duidelijk zijn kunnen ze tussenproducten vaststellen en de taken helder verdelen. Dat laatste heeft Robert 50 D E T B K K E N N I S W E R K E R zich echt voorgenomen omdat hij geen zin heeft om weer het werk voor een ander op te knappen. Als iemand nu zijn werk niet doet dan wordt het direct duidelijk en kan hij het als projectleider bijsturen. Lukt dat allemaal niet dan heeft Robert er ook geen probleem mee als die student een onvoldoende of een aanvulopdracht krijgt. Als deze drie punten helder zijn kan het PID verder vrij eenvoudig aangevuld worden. Punten als risicoanalyse zijn immers voor een relatief klein project op school niet zo groot. Dat gaat pas bij stage en projecten voor bedrijven echt spelen. Dan moet hij er ook nog voor zorgen dat er een goed TOP bij het PID komt te zitten. Hij stelt aan het team voor dat iedereen zijn eigen deel van het TOP in week 3 af heeft. Robert zit zelf ook een tijdje te puzzelen op zijn doelen maar uiteindelijk lukt het wel. Het meest spannend vindt hij het nog dat hij heeft opgeschreven dat hij zijn teamleden echt gaat aanspreken op de resultaten die zij beloofd hebben. Om het TOP echt compleet te maken heeft hij er een analyse van de Belbin rollen die ze bij de Frog game hebben geleerd aan toegevoegd. Dat was eigenlijk best grappig omdat in dit team niemand dezelfde Belbinrol heeft en dat ze elkaar dus aan moeten vullen. Robert vraagt zich wel af hoe hij die onrustige vergaderingen in goed banen moet leiden. Uiteindelijk lukt het om in week 5 een concept PID op te leveren. Het is ook goed gelukt om de adviseurs hun bijdrage te laten leveren en alle teamleden hebben er kritisch naar gekeken. Helaas heeft de tutor nog wel een paar scherpe opmerkingen over het verschil tussen probleem stelling en doelstelling en weg ernaar toe. Het blijft lastig om dit helder te krijgen. Ze hebben beloofd volgende week de definitieve versie in te leveren. Het project gaat op woensdag van week 7 van start als de normale tentamens geweest zijn. Robert stuurt hier echt op omdat hij bang is dat ze het anders niet halen. Dagelijks is er om 9;30 een half uur projectoverleg. Hij is daar vrij streng in omdat hij het zelf ook lastig vindt om op tijd te beginnen maar hij snapt wel dat het nu zijn rol is om hierin het voortouw te nemen. Gelukkig merkt hij ondanks wat flauwe grappen dat de rest het eigenlijk wel prettig vindt als er gewoon doorgepakt wordt. Het blijkt ook erg handig dat de financieel en logistiek adviseurs elkaar bijpraten want zo blijven ze elkaars problemen goed begrijpen. Aan het eind van de dag moet iedereen even mailen tot hoever hij grofweg gekomen is. Robert past op grond hiervan de planning. Het blijkt trouwens dat de planning niet helemaal klopt omdat ze voor een paar dingen veel meer tijd nodig hebben maar ook voor een paar een stuk minder. Vrijwel alle werkzaamheden zijn wel in kaart en eigenlijk zijn ze door de goede voorbereiding maar twee of drie taken echt vergeten in te plannen. (waaronder het schrijven van de evaluaties, gelukkig is dat wel ruim op tijd gezien en dus nog goed op te vangen) Robert had zich voorgenomen om zich ook op het bouwen van de Excelsheets te storten omdat hij dit inhoudelijk interessant vind en graag beter met Excel om wil leren gaan. Daardoor kwam hij er ook achter dat financieel adviseur Johan er regelmatig een zootje van maakte. In zijn calculaties zaten zoveel foutjes dat er op een gegeven moment echt niet meer uit te komen was. Nadat Johan had aangegeven dat hij het maar gezeur vond heeft Robert een overleg met Johan en Jaap (de andere financieel adviseur) belegd. Dat was geen makkelijk gesprek omdat Jaap en Johan goede vrienden zijn maar uiteindelijk Johan het wel geaccepteerd en neemt opmerkingen nu serieus. Robert heeft de redactie van het eindrapport op zich genomen maar zorg er wel voor dat iedereen zijn bijdrage levert. Om de kwaliteit in de gaten te houden laat hij de paragrafen steeds door een ander reviewen. De test is dat het alleen door mag als de logica van de tekst echt klopt, de controleur het kan begrijpen en het compleet is. De eindpresentatie gaat Chris houden omdat hij dit nog nooit gedaan heeft. Hij heeft dit ook in het TOP op laten nemen. De tutor is er dus van op de hoogte en heeft al 51 D E T B K K E N N I S W E R K E R aangegeven dat hij de presentatie zal beoordelen op de vorderingen die Chris gemaakt heeft. Omdat Johan erg handig in presentaties is heeft Robert hem gevraagd of hij Chris wil coachen. Johan die normaal de presentaties naar zich toetrekt komt er achter dat hij het coachen eigenlijk erg leuk vind en het hem goed afgaat. Het laatste product dat het team op moet leveren zijn de evaluaties. Hierin wordt aangegeven in hoeverre de in het PID beloofde producten met de beloofde kwaliteit op tijd zijn opgeleverd. Met name het aantonen van de kwaliteit kost de groep wel wat hoofdbrekens maar gelukkig hebben ze de reviews echt netjes gedaan en heeft Robert ze de testcriteria van tevoren gegeven. Dit kan mooi in de paragraaf over kwaliteit. Voor het evalueren van de TOP hebben ze een 360 graden feedback van elkaar ingevuld. Daarnaast hebben ze op de in het TOP opgenomen leerdoelen van elkaar en zichzelf gekeken. Robert heeft vervolgens tijdens een teamoverleg het functioneren van alle teamleden aan de orde gesteld. Het bleek dat men best hard voor elkaar was en Robert had er zijn handen vol aan. Het werd hem al snel duidelijk waarom de regels voor het geven van feedback zo belangrijk zijn om ervoor te zorgen dat de ontvanger niet onmiddellijk in de verdediging schiet. De notulen van dit overleg en de persoonlijke evaluaties heeft Robert in de eindrapportage opgenomen. Over zijn eigen functioneren als projectleider is Robert best tevreden. Zijn teamleden vonden dat hij zeker in het begin goed de toon had gezet en ze daardoor heldere gezamenlijke doelen hadden en constructief en met plezier samengewerkt hebben. Ook geven ze aan dat het hem inderdaad gelukt is om zijn teamleden op beloofde resultaten aan te spreken. Wel geven ze aan dat hij vaak over de mail veel directer was dan tijdens een vergadering. Daar liet hij het soms nog wat te veel lopen. Ook de tutor is zeer te spreken over de projectresultaten. Vooral omdat ze in hun evaluatie aan de hand van vooraf opgestelde criteria zo netjes aantonen dat hun producten van goede kwaliteit zijn krijgt iedereen en zeker de projectleider een 9 voor het project. 52 D E T B K K E N N I S W E R K E R 5.2 De logisticus in deze fase is probleemgericht; kan goed problematiseren. Is analytisch en visueel ingesteld (tekent veel kladjes met processtromen) is in staat de problemen af te zonderen en erop in te zoomen zonder dat de context uit het oog verdwijnt. Adviseur OE –Logistiek (jaar 1 blok 4) Petra moest eigenlijk aan de slag als projectleider volgens de gesprekken in de slo, maar de rol van logistiek adviseur was te aantrekkelijk om te laten liggen. Nadat er twee man de rol van financieel expert op zich genomen hadden ontstond er al snel een gesprek over wat nu de kern van het PID moest worden, gaat dat om de processen of om het geld. Na een verwoede discussie komt naar voren dat dit eigenlijk een kip-ei vraagstuk is en dat beiden van belang zijn. Ze bestudeert de case, leest hem een keer snel door en begint dan met markeerstift in de hand nauwkeuriger te lezen. Petra concentreert zich daarbij op de logistiek en samen met een collega brainstormt ze. Het gaat in deze fase vooral om scope en probleem vaststellen, zo komen ze tot de conclusie. Ze zoeken wat op het internet en vinden een stukje theorie dat hier goed bij past. Samen besluiten ze in deze startfase op zoek te gaan naar antwoord op vragen als: Welke overlast is er, wat zijn de symptomen, welke processen zijn er in het geding, wat is de grens, wat is de afbakening rond de te onderzoeken processen, welke relatie is er met andere processen, welke interfaces en overdrachtspunten zijn er, welke gegevens zijn er beschikbaar; welke gegevens zijn er nodig, hoe urgent is de problematiek? Ze komen al pratend tot een eensluidende conclusie. Ze zetten het op papier en sturen het aan de rest van het team. Op de volgende bijeenkomst van het projectteam blijken enkele van de groepsleden het er niet mee eens. Het opzetje wordt bijgesteld. De cyclus herhaalt zich als de financiële stukken worden ingediend bij de docent. De docent vindt het maar niks als hij het onder ogen krijgt. “Jullie zetten hier geen probleem centraal, maar geven een oplossing. Dat moet je op het eind pas doen”. Uiteindelijk wordt het PID na een tweede keer indienen geaccepteerd door de docent. Hoewel het nog een hele tijd duurt voor de projectweek er is verzamelt Petra als ze wat tegen komt toch al behoorlijk wat documentatie. Ze ontdekt dat er in de mediatheek enkele logistieke tijdschriften zijn met een artikel er in waar ze zo een bladzijde uit over kan nemen voor een bijlage. Er is een gastspreker die ze na afloop wat vragen stelt en die haar goed verder helpt en op tv komt ze een keer programma tegen waar de problemen net wat anders liggen maar wat toch erg verhelderend is. Voor de periode van het project krijgt ze ook steeds een scherper beeld hoe ze het wil aanpakken. Eerst een grondige beschrijving van de situatie, daaruit volgt dan een conclusie. Als je de conclusie kent kan er gebrainstormd worden over een oplossing. In de projectweek is ze er helemaal klaar voor. Ze begint met het uitwerken van de processen in een aantal schema’s. Als die min of meer kloppen gaat ze op zoek naar cijfers die ze bij de processen kan zetten: doorlooptijden; bezettingsgraden; time to market; voorraden enzovoort. Ze beschrijft de processen zo goed mogelijk. Daarna volgen de besturingsmethoden. Op welke manier wordt de goederenstroom aangestuurd? Met een kladje loopt ze een keer naar een logistiek docent. Die kijkt ernaar en humt een paar keer. Geeft wat aanwijzingen en voor ze het weet zit de docent op zijn praatstoel, ja die vindt zijn vak leuk. Hij vertelt dat ze in moet zoomen op de knelpunten die boven komen drijven uit de beschrijving: “de bottlenecks, de onbeheerstheid van het proces, het niet halen van de doelstellingen; verspilling; inefficiëntie en ineffectiviteit van de processen; processen die verkeerd verlopen; planning en besturingsmethode die niet deugt; organisatie die niet aansluit op de processen; informatievoorziening die niet deugt, enzovoort, uitmondend in een haarscherp geformuleerde visie op de problematiek die als het even kan met cijfers is onderbouwd.” Zo dat scheelt, daar kan je weer mee verder. 53 D E T B K K E N N I S W E R K E R In de groep wordt het tussenproduct besproken (beschrijving, analyse en eerste uitwerking) en worden de hoofdstukken achter elkaar gezet. Het geheel belandt in het postvakje van de docent. Die is knorrig de volgende dag. Waarom werken jullie niet samen? Zo vraagt hij, waarom begin je niet eerst met een inhoudsopgave en stem je de hoofdstukken op elkaar af? Eerst de inhoudsopgave en het raamwerk, dan pas schrijven. Robert, Johan en Petra kijken na afloop samen naar hoe de schade te herstellen. Dat duurt even, ongeveer een dag, dat zuigt, hadden we maar..….. In het projectteam volgt in de periode daarna een paar keer een gesprek met stevig getouwtrek. Welke oplossingen zijn er mogelijk en welke zetten we in het rapport? Opnieuw speelt de samenhang financieel en logistiek daar in mee. Maar uiteindelijk ontstaat er toch een beeld. Wijzer geworden van eerdere pogingen gaat een delegatie van de groep met een opzetje van een half A4 naar de docent, die blijkt onvindbaar, maar reageert gelukkig nog wel diezelfde dag over de mail. Uiteindelijk ontstaat er een rapport met een verbeterplan voor de organisatie waarin financieel en logistiek experts samenwerkten en er een dijk van een investeringsvoorstel staat, waarin alle aspecten van de verbetering inclusief, verbouwing; opleiding; adviseurs en capaciteiten staan, maar ook de terugverdientijd. Het rapport klopt, de docent heeft bij de presentatie nog wel een aantal instinkers van vragen. Ja mmm als je de logistieke rol op een beetje niveau wilt brengen moet je inderdaad ook iets af weten van andere besturingsconcepten en zicht hebben op mogelijke alternatieve organisatievormen. Maar al pratend komt iedereen er goed uit. De docent is tevreden, de studenten gaan een uitloopweek lang “andere dingen doen”. 54 D E T B K K E N N I S W E R K E R 5.3 Adviseur OE- Financiën(jaar 1 blok 4) Voorbeeld plan van aanpak voor de rol ‘financieel adviseur’ Week 2: 1. lees de beschrijving van het project grondig door en markeer alle aspecten waarin financiële kennis (methodes, analysemodellen) of vaardigheid (berekenen) nodig is als input of output ( Balansen, Resultatenrekeningen e.d.) 2. bekijk de stof van je financiële cursus (boeken, artikelen, websites) en markeer en noteer de voor jou onbekende stof 3. Markeer (met een andere kleur) welke onbekende onderdelen waarschijnlijk relevant zullen zijn voor het goed uitvoeren van het project. 4. Met wat soort vragen houdt een financieel adviseur zich bezig? Wat is z’n rol in het project? Week 3: maak eigen pva: - ga na wat voor bronnen/gegevens er zijn waaruit je financiële informatie kunt halen en wat je moet kunnen om daar informatie van te maken. - welke analysetools en methodes denk je te gaan gebruiken? - maak een overzicht van wat je aan het eind van het project wilt weten en wilt kunnen op het gebied van financiën en in je rol als financieel adviseur. - Plan voor de komende 3 weken in wanneer je welk stukje ontbrekende kennis wilt bijspijkeren en hoe (kritisch volgen van de colleges, tijdens het tutor-uur vragen stellen over onduidelijke aspecten, zelfstudie boek, berekeningen oefenen, alleen of in tweetallen werken, etc.) - bedenk hoe je aan het eind van het project het realiseren van deze ontwikkeldoelen wilt gaan meten: - feedback van je projectgroep geef specifiek aan waar je precies feedback op wilt - feedback van de tutor specificeer - feedback van een externe deskundige, opdrachtgever Beschrijf dit voor het TOP. Week 3-5: studeren en toepassen op project. Met name delen PID over kennisbasis en plan van aanpak financiële deel opleveren. Excelsheets maken die ook voor het project gebruikt worden. Week 5: tussenverslag van stand van zaken voor je projectgroep, bepalen welke financiële modellen jullie moeten gebruiken. Bijdragen aan definitieve PID schrijven. Week 6: gegevens verzamelen Week 7-8: gegevens in modellen plaatsen, berekeningen maken. Voortdurend overleg met projectgroep over je aanpak en overdracht van de financiële kennis, zodat ze de basiskennis en de keuzes die eruit voortvloeien kunnen begrijpen. Week 9: Opleveren eindproducten daarna evaluaties schrijven en opleveren Week 10: Beoordeling (dinsdag) en eventueel aanvulopdracht 55 D E T B K K E N N I S W E R K E R 6 Voorbeeld: Gedetailleerde rolbeschrijvingen OE2 (jaar 1 blok 4) Projectleider Context Operational Excellence 2 Semester 2 Blok 2 Je bent in de rol van projectleider werkzaam in een team van IBE-consultancy. Samen een aantal adviseurs vorm je het projectteam. Jullie zijn samen verantwoordelijk voor het uitvoeren van de projectopdracht. De directie van fietsenfabriek De Vooruitgang wil een rekenmodel dat haar in staat stelt de productie van haar fietsen te besturen. Hoewel ze er niet slecht voor staat, beraadt ze zich over een koerswijziging. Van belang is daarbij om te bepalen of die andere koers goed uitpakt. Er wordt daarom besloten een consultancybureau in te huren om dit voor de directie uit te zoeken. Je leidinggevende is seniorconsultant bij IBE-consultancy. Hij/zij heeft van de directie van De Vooruitgang de opdracht aangenomen en die.opdrachten aan jouw projectteam doorgespeeld. De rol van leidinggevende wordt gespeeld door een docent. Je leidinggevende heeft drie (meta-)criteria waaraan je in dit adviesproject moet voldoen: 1 - Het project moet resulteren in een goed advies waar de directie van De Vooruitgang tevreden mee is. 2 - Je moet het project professioneel aanpakken volgens Prince2. 3 - Je eigen competentieontwikkeling en die van je teamleden evalueer je aan de hand van het TOP Je leidinggevende (docentbegeleider) wil dat je hem/haar op de hoogte houdt van de voortgang van het project. Hij/zij zal de voortgang bewaken. Domein Als projectleider van een operational excellence project ben je verantwoordelijk voor de professionele uitvoering van het project. Je bent hierbij in staat om: 1. Het proces aan te sturen volgens Prince2 2. Een resultaatgerichte sfeer in het team te creëren 3. Een inhoudelijk bijdrage aan het procesontwerp te leveren en de bijdrage van de teamleden op waarde te schatten 4. De contacten met de projectboard te onderhouden en het team hierbij te betrekken Resultatenmatrix Produceren 1 2 Inzicht Krijgen Ontwerpen 3 Uitvoeren 4 Resultaten Beoordelen A Niveau Organiseren 1 Verwerven Opdracht 2 Plan met Draagvlak 3 Kwaliteit Uitvoering 2 Evalueren en Overdragen B C Niveau Kennis mobiliseren 2 2 Vragen Vinden 2 Toepassen 2 Kennis Beoordelen Interactie D Niveau Produceren Organiseren Kennis 1 Actoren in Beeld 2 1 Interactie Strategie 2 1 Doen met Verstand 3 2 Feedback op Interactie 2 Interactie 1 2 1 2 2 2 1 2 3 2 1 3 2 2 2 2 Prestatiecriteria A1 A2 A3 A4 B1 B2 B3 B4 C1 C2 C3 C4 D1 D2 D3 D4 Produceren Je analyseert de problematiek met de in cursussen gegeven methodiek Je ziet toe op het kiezen van een gedegen aanpak. De inhoudelijk verantwoordelijkheid ligt bij de experts Je ziet toe op het (her)ontwerp van de processen. De inhoudelijk verantwoordelijkheid ligt bij de experts Je zorgt voor een gezonde reflectie op (tussen)producten door alle teamleden Organiseren Je krijgt een kant en klare opdracht en zet deze om in een projectbrief Je schrijft samen met je projectleden een PID volgens de uitgangspunten van Prince 2 en gegeven richtlijnen. Je stuurt je projectleden aan op basis van het PID en beoordeelt de kwaliteit van tussenproducten of laat deze beoordelen Je zorgt er voor dat de vereiste tussen- en eindproducten voldoen aan de uitgangscriteria zoals deze in de PID zijn vastgelegd. Kennis mobiliseren Je stimuleert het stellen van goede kennisvragen door de teamleden Je denkt actief mee over de onderbouwing van de kennis Je denkt mee over de toepasbaarheid van de kennis Je beoordeelt bij teamleden de kennis over en de toepasbaarheid van de beschikbare methodes Interactie Je bent in staat je een helder beeld te vormen van de stakeholders en hun relaties onderling en jezelf bewust positioneren passend bij je rol. Je bent in staat een effectieve interactiestrategie en de juiste stijl te kiezen om de gewenste impact te bereiken. Je bent in staat om zo met anderen te interacteren/communiceren dat je de gewenste impact weet te bereiken. Je bent je tijdens en na afloop van contacten met anderen steeds bewust van de dynamiek van de interactie. Je vraagt regelmatig feedback. 56 D E T B K K E N N I S W E R K E R Niveau 1 2 3 2 Niveau 2 2 2 2 Niveau 1 1 1 2 Niveau 2 2 3 2 Adviseur OE-Logistiek Context Operational Excellence 2 Semester 2 Blok 2 Je bent in de rol van adviseur OE-logistiek werkzaam in een team van IBE-consultancy. Samen met een projectleider en een aantal andere adviseurs vorm je het projectteam. Jullie zijn samen verantwoordelijk voor het uitvoeren van de projectopdracht. De directie van fietsenfabriek De Vooruitgang wil een rekenmodel dat haar in staat stelt de productie van haar fietsen te besturen. Hoewel ze er niet slecht voor staat, beraadt ze zich over een koerswijziging. Van belang is daarbij om te bepalen of die andere koers goed uitpakt. Er wordt daarom besloten een consultancybureau in te huren om dit voor de directie uit te zoeken. Je leidinggevende is seniorconsultant bij IBE-consultancy. Hij/zij heeft van de directie van De Vooruitgang de opdracht aangenomen en die.opdrachten aan jouw projectteam doorgespeeld. De rol van leidinggevende wordt gespeeld door een docent. Je leidinggevende heeft drie (meta-)criteria waaraan je in dit adviesproject moet voldoen: 1 - Het project moet resulteren in een goed advies waar de directie van De Vooruitgang tevreden mee is. 2 - Je moet het project professioneel aanpakken volgens Prince2. 3 - Je eigen competentieontwikkeling en die van je teamleden evalueer je aan de hand van het Team Ontwikkel Plan Je leidinggevende (docentbegeleider) wil dat je hem/haar op de hoogte houdt van de voortgang van het project. Hij/zij zal de voortgang bewaken. Domein Als adviseur OE-logistiek ben je verantwoordelijk voor het procesontwerp. Je bent hierbij in staat om: 1 - Het besturingsconcept te kiezen als basis voor het procesontwerp, zowel binnen de organisatie, als in de hele voortbrengingsketen. 2 - De strategische inzet van middelen in relatie tot de markteisen te beargumenteren en die te vertalen in planningsprincipes. 3 - Het primaire proces te balanceren teneinde in de uitvoering op concurrerende wijze te voorzien in de behoeften van de markt. 4 - Logistieke keuzes te beargumenteren, in beeld te brengen en te communiceren. Resultatenmatrix Produceren 1 2 A Niveau Organiseren Inzicht Krijgen Ontwerpen 3 Uitvoeren 4 Resultaten Beoordelen 1 Verwerven Opdracht 2 Plan met Draagvlak 2 Kwaliteit Uitvoering 2 Evalueren en Overdragen B C Niveau Kennis mobiliseren 2 2 Vragen Vinden 2 Toepassen 2 Kennis Beoordelen Interactie D Niveau Produceren Organiseren Kennis 2 Actoren in Beeld 2 2 Interactie Strategie 2 2 Doen met Verstand 2 2 Feedback op Interactie 2 Interactie 1 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 Prestatiecriteria A1 A2 A3 A4 B1 B2 B3 B4 C1 C2 C3 C4 D1 D2 D3 D4 Produceren Je analyseert de problematiek met de in cursussen gegeven modellen en methodes Je kiest een gedegen aanpak en toont dit aan. Je onderbouwt het (her)ontwerp en toont aan dat ze aan de criteria voldoen Je levert tussen en eindproducten aan op basis van het PID en toont aan dat ze aan de afgesproken criteria voldoen Je beoordeelt de producten en de manier waarop ze tot stand zijn gekomen en kijkt of het beter kon Organiseren Je krijgt een kant en klare opdracht en zet deze om in een projectbrief Je schrijft samen met je projectleden een PID volgens de uitgangspunten van Prince 2 en gegeven richtlijnen. Je beoordeelt de (tussen)producten van je teamleden op kwaliteit en relevantie gerelateerd aan het PID Je zorgt ervoor dat de tussen- en eindproducten voldoen aan de uitgangscriteria zoals deze in de PID zijn vastgelegd. Kennis mobiliseren Je bepaalt welke kennis er nog nodig is om de beschikbare modellen en methodes te onderbouwen en toe te passen Je zoekt naar de ontbrekende informatie en beoordeelt deze op gedegenheid Je onderzoekt de toepasbaarheid van de beschikbare modellen en methodes voor het project Je beoordeelt de kennis over en de toepasbaarheid van de beschikbare modellen en methodes Interactie Je bent in staat je een helder beeld te vormen van de stakeholders en hun relaties onderling en jezelf bewust positioneren passend bij je rol. Je bent in staat een effectieve interactiestrategie en de juiste stijl te kiezen om de gewenste impact te bereiken. Je bent in staat om zo met anderen te interacteren/communiceren dat je de gewenste impact weet te bereiken. Je bent je tijdens en na afloop van contacten met anderen steeds bewust van de dynamiek van de interactie. Je vraagt regelmatig feedback. 57 D E T B K K E N N I S W E R K E R Niveau 1 2 2 2 Niveau 2 2 2 2 Niveau 2 2 2 2 Niveau 2 2 2 2 Adviseur OE-Financiën Context Operational Excellence 2 Semester 2 Blok 2 Je bent in de rol van adviseur OE-financiën werkzaam in een team van IBE-consultancy. Samen met een projectleider en een aantal andere adviseurs vorm je het projectteam. Jullie zijn samen verantwoordelijk voor het uitvoeren van de projectopdracht. De directie van fietsenfabriek De Vooruitgang wil een rekenmodel dat haar in staat stelt de productie van haar fietsen te besturen. Hoewel ze er niet slecht voor staat, beraadt ze zich over een koerswijziging. Van belang is daarbij om te bepalen of die andere koers goed uitpakt. Er wordt daarom besloten een consultancybureau in te huren om dit voor de directie uit te zoeken. Je leidinggevende is seniorconsultant bij IBE-consultancy. Hij/zij heeft van de directie van De Vooruitgang de opdracht aangenomen en die.opdrachten aan jouw projectteam doorgespeeld. De rol van leidinggevende wordt gespeeld door een docent. Je leidinggevende heeft drie (meta-)criteria waaraan je in dit adviesproject moet voldoen: 1 - Het project moet resulteren in een goed advies waar de directie van De Vooruitgang tevreden mee is. 2 - Je moet het project professioneel aanpakken volgens Prince2. 3 - Je eigen competentieontwikkeling en die van je teamleden evalueer je aan de hand van het Team Ontwikkel Plan Je leidinggevende (docentbegeleider) wil dat je hem/haar op de hoogte houdt van de voortgang van het project. Hij/zij zal de voortgang bewaken. Domein Als adviseur OE-financiën ben je in staat om de volgende beroepsproducten op te leveren: 1 - Kostencalculaties waarmee financiële consequenties van keuzes in het procesontwerp zichtbaar gemaakt worden. Denk hierbij aan efficiency-analyses, Dupont-schema's en ratio analyse, ondersteunende calculaties bij investeringskeuzes zoals terugverdientijden en netto contante waarden en basale calculaties als het vaststellen van kostprijzen. 2 - De resultaten van procesontwerpkeuzes in de daarvoor gangbare financiële overzichten. Denk hierbij aan Balansen, Resultatenrekeningen, Liquiditeitenoverzichten, Jaarrekeningen en Budgetten. Ook overzichten van verschilanalyses en Kosten en Baten overzichten behoren hiertoe. Resultatenmatrix Produceren 1 2 A Niveau Organiseren Inzicht Krijgen Ontwerpen 3 Uitvoeren 4 Resultaten Beoordelen 2 Verwerven Opdracht 2 Plan met Draagvlak 2 Kwaliteit Uitvoering 2 Evalueren en Overdragen B C Niveau Kennis mobiliseren 1 2 Vragen Vinden 2 Toepassen 2 Kennis Beoordelen Interactie D Niveau Produceren Organiseren Kennis 2 Actoren in Beeld 2 2 Interactie Strategie 2 2 Doen met Verstand 1 2 Feedback op Interactie 2 Interactie 2 1 2 2 2 2 2 2 2 2 2 1 2 2 2 2 Prestatiecriteria A1 A2 A3 A4 B1 B2 B3 B4 C1 C2 C3 C4 D1 D2 D3 D4 Produceren Je analyseert de problematiek met de in cursussen gegeven modellen en methodes Je kiest een gedegen aanpak en toont dit aan. Je onderbouwt het (her)ontwerp en toont aan dat ze aan de criteria voldoen Je levert tussen en eindproducten aan op basis van het PID en toont aan dat ze aan de afgesproken criteria voldoen Je beoordeelt de producten en de manier waarop ze tot stand zijn gekomen en kijkt of het beter kon Organiseren Je krijgt een kant en klare opdracht en zet deze om in een projectbrief Je schrijft samen met je projectleden een PID volgens de uitgangspunten van Prince 2 en gegeven richtlijnen. Je beoordeelt de (tussen)producten van je teamleden op kwaliteit en relevantie gerelateerd aan het PID Je zorgt ervoor dat de tussen- en eindproducten voldoen aan de uitgangscriteria zoals deze in de PID zijn vastgelegd. Kennis mobiliseren Je bepaalt welke kennis er nog nodig is om de beschikbare modellen en methodes te onderbouwen en toe te passen Je zoekt naar de ontbrekende informatie en beoordeelt deze op gedegenheid Je onderzoekt de toepasbaarheid van de beschikbare modellen en methodes voor het project Je beoordeelt de kennis over en de toepasbaarheid van de beschikbare modellen en methodes Interactie Je bent in staat je een helder beeld te vormen van de stakeholders en hun relaties onderling en jezelf bewust positioneren passend bij je rol. Je bent in staat een effectieve interactiestrategie en de juiste stijl te kiezen om de gewenste impact te bereiken. Je bent in staat om zo met anderen te interacteren/communiceren dat je de gewenste impact weet te bereiken. Je bent je tijdens en na afloop van contacten met anderen steeds bewust van de dynamiek van de interactie. Je vraagt regelmatig feedback. 58 D E T B K K E N N I S W E R K E R Niveau 2 2 2 2 Niveau 1 2 2 2 Niveau 2 2 2 2 Niveau 2 2 1 2 59 D E T B K K E N N I S W E R K E R