Format 1 Ik en mijn *

advertisement
[FORMAT / fƆrmat/ (de (m.); -s
[Eng] 1 opmaak van enig drukwerk 2
opzet van een televisieprogramma,
syn. formule]
Formats Portfolio
Verzorgende
Verpleegkundige
Format 1a Ik en mijn ….
…. Achtergrond
Vertel eerst iets over jezelf. Dit kan je doen door bijvoorbeeld over jouw gezin van herkomst iets te
schrijven en/of over jouw bijbaan en/of jouw hobby’s
Ruimte voor je antwoord
…. Motivatie
Wat is het meest in het oog springend motief om verzorgende/verpleegkundige te worden. Geef
eventueel ook aan voor welk werkveld je het meest voelt en waarom
Ruimte voor je antwoord
…. Opleiding
Wat is jouw vooropleiding. En wat is jouw grootste zorg als het gaat om het volgen van jouw
opleiding tot verzorgende/verpleegkundige
Ruimte voor je antwoord
…. Verwachtingen
Wat verwacht jij –als het gaat om het opgeleid worden tot verzorgende/verpleegkundige van jezelf,
jemede-studenten, de docenten, het Hoornbeeck en/of de leerbedrijven waar je stage gaat lopen.
Ruimte voor je antwoord
…. Ervaringen tot nu toe
Welke school- en/of stage ervaringen heb je tot nu toe opgedaan binnen jouw opleiding tot
verzorgende/verpleegkundige
Ruimte voor je antwoord
…. Functioneren tot nu toe
Hoe vind jij dat je nu je studie doet?
Ruimte voor je antwoord
…. Zaken die noodzakelijk lijken om te vertellen
Het gaat om problemen-moeiten die van belang zijn om te weten voor degenen die jouw opleiden.
Ruimte voor je antwoord
…. Beeld van de verzorgende/verpleegkundige
Geef in minimaal 5 regels welk beeld je hebt van je beroep.
Ruimte voor je antwoord
Formats Portfolio Verzorgende/Verpleegkundige
2
Format 1b Curriculum Vitae
Persoonlijke gegevens:
Naam:
Voornaam:
Adres:
Woonplaats:
Telefoon:
Mobiel:
E-mail:
Geboortedatum:
Geboorteplaats:
Nationaliteit:
Burgerlijke staat:
Opleiding die je tot nu gevolgd hebt en nu volgt:
(scholen/cursussen etc.)
Werkervaring:
(werk, bijbaan, eerdere stages etc.)
Eigenschappen:
(Noem minimaal 3 punten waar je goed/sterk in bent. En 2 punten waar je minder goed/zwak in
bent)
Vaardigheden:
(wat kan je goed -3 punten noemen- en wat kan je minder goed -2 punten noemen-)
Nevenactiviteiten:
(Wat doe je naast je studie nog meer? Denk aan hobby’s, lidmaatschap/jeugd vereniging enz.)
Formats Portfolio Verzorgende/Verpleegkundige
3
Format 2 Persoonlijk Ontwikkel Plan (= POP)
Criteria
Beschrijving POP
Specifiek: het doel dat je wilt halen
Beschrijf je doel in de ik vorm;
Omschrijf het doel alsof deze al behaald
is;
Wat wil ik bereiken?
Meetbaar: welke acties daarvoor nodig zijn
Formuleer concrete en korte acties;
Bedenk haalbare acties, denk niet te
moeilijk!!
Omschrijf van wie je hulp nodig denk te
hebben bij het behalen van je doel.
Neem zelf het initiatief om de acties die
omschreven
Ambitieus/haalbaar
Wie heb je nodig om jou te
ondersteunen op weg naar je doel?
Wat heb je nodig om jou te
ondersteunen op weg naar je doel?
Realistisch
Wat heeft mijn doel met mijn opleiding
te maken?
Welk verband zie ik met mijn
toekomstig beroep?
Tijdsbepaling (wanneer bereikt
zijn/worden)
Wanneer start je met het uitvoeren van
de acties die bij de M omschreven
staan?
Wanneer wil je dit leerdoel behaald
hebben?
Hoe ziet jouw planning/plan van
aanpak eruit?
Formats Portfolio Verzorgende/Verpleegkundige
4
Format 3a Persoonlijk Activiteiten Plan (= PAP) voor binnen schoolse opdrachten
In onderstaande tabel geef je per themaboek en/of samenwerkingsopdracht een planning van de activiteiten van het subgroepje:
Naam student:
Groep:
Subgroep bestaat uit:
Datum
Naam van de opdracht:
van de
afspraak:
Met wie
doe je
deze?
Wie is waar
verantwoord
elijk voor
Wanneer
bespreken we de
kladversie?
Op de volgende pagina zie je een Persoonlijk Activitieten Plan zoals je deze binnen de BPV (=stage) kunt gebruiken.
Wanneer moet de
opdracht klaar
zijn
Format 3b Persoonlijk Activiteiten Plan (= PAP) te gebruiken in de BPV (=stage)
In onderstaande tabel geef je een planning van de activiteiten of de prove2move opdrachten de je gaat doen in de BPV.
Naam student:
Opleiding:
Werkbegeleider:
BPV docent:
Activiteit of naam van de prove2move
opdracht
Week waarin je
dit gaat doen
email adres:
email adres:
Aanvullende opmerkingen over deze activiteit of
prove2move opdracht
Wanneer je deze
afgesproken hebt met je
werkbegeleider
Als het gaat om activiteiten kan je denken aan: een kennismakingsbezoek/een oriëntatie periode op de afdeling/een gesprek met je werkbegeleider/een
terugkomdag/het werken aan verdiepingsvragen.
Formats Portfolio Verzorgende/Verpleegkundige
6
Format 4 Reflectieverslagen
Wat was er Aan de orde?
-
Wat heb je gedaan? Of: wat is er gebeurd?
-
Wat ging er goed?
-
Waarom ging het goed?
-
Wat ging er fout/ minder goed?
-
Wat dacht en voelde ik bij het fout/minder goed gaan?
Wat vond ik hierin Belangrijk?
-
Wat wilde ik bereiken?
-
Wat waren de belangrijkste momenten in de situatie?
(Die belangrijke momenten kunnen dingen zijn die gebeurden. Maar ook bepaalde
gedachten/gevoelens die je daarbij had.)
-
Wat zijn voor jou de aandachtspunten in de situatie?
Wat zijn de Consequenties voor mijn handelen?
-
Welke leerpunten haal je uit deze situatie?
-
Wat is je feedback van collega's, medestudenten, leraren? (Vraag daar actief naar!)
-
Wat zou je graag willen verbeteren bij deze situatie?
Wat ga ik hier mee Doen?
-
Hoe zou ik het anders kunnen doen? (Welke leerpunten haal je voor jezelf hieruit?)
-
Hoe ga je je leerpunten aanpakken? Welk leerdoel formuleer jij voor jezelf?
-
Hoe ga je de feedback die je gekregen hebt, verwerken in het leerdoel?
Ruimte voor feedback van docent of werkbegeleider van de BPV
Formats Portfolio Verzorgende/Verpleegkundige
8
Format 5 Loopbaanplan
Loopbaanplan
Waar sta ik nu?
1.
Vertel wie je bent (aan de hand van CV en Ik en mijn. Aanvullend kunnen leerstijlen/Belbin of andere
testen toegevoegd worden aan je Loopbaanplan.)
2.
Kijk eens naar jouw ervaringen van de vorige school en geef eens aan wat deze voor jou betekend
hebben
3.
Wat wil je met deze opleiding bereiken?
4.
Welke eigenschappen helpen jou daarbij om dit doel te bereiken?
5.
Een welke eigenschappen denk jij dat een belemmering gaan vormen om dit doel te bereiken?
6. Wat is er met deze opleiding allemaal ‘te koop’?
Waar wil ik naar toe?
1.
Stippel je favoriete loopbaan route eens uit. (Daarbij kan je denken aan:
a.
In welk werkveld zie jij jezelf later werken? En kan je dit toelichten
b.
Welke dingen wil je (af)leren?)
2.
Waarom wil je dit? : zet je motivatie voor deze opleiding en/of het beroep eens op papier.)
3.
Wat voor werk wil je uiteindelijk? (geef daarbij ook aan waar je informatie hierover gevonden hebt of
kan vinden en voeg dat bij je loopbaanplan. Dat kan een document, artikel, een YouTube filmpje of een
website zijn).
Hoe kom ik daar?
1.
Welke doelen wil je bereiken? (kijk daarbij nog eens wat je geschreven hebt bij vraag 4 onder het kopje
Waar sta ik nu)
2.
3.
Wie heb je dan nodig? Daarbij kan je denken aan:
a.
Jouw verwachtingen ten aanzien van de klas
b.
Jouw verwachtingen ten aanzien van de docenten en hun begeleiding
c.
Jouw verwachtingen ten aanzien van de lessen
Hoe zie jij je ontwikkeling voor je? Daarbij kan je denken aan:
a.
Jouw verwachtingen ten aanzien van de stages
b.
Jouw verwachtingen ten aanzien van het beroep en/of vervolg studie
c.
De gekregen feedback van dit jaar. (LET OP: in en bij bepaalde thema’s krijg je feedback. Geef
deze een plek in je Loopbaanplan.).
Hoe presenteer ik mij in mijn werk?
1.
Met welke werkervaringen ben je naar deze opleiding gekomen? (En als je al een ouderejaars bent:
welke werkervaringen heb je opgedaan tijdens je opleiding?) Geef daarbij ook aan wat je daar geleerd
hebt en hoe je dat binnen je opleiding wilt gaan gebruiken.
2.
Welke persoonlijke eigenschappen wil jij in je toekomstig beroep gaan inzetten (en waarom)?
Ouderejaars studenten dienen hun SWOT een plek te geven in hun Loopbaanplan.
3.
Hoe gedraag jij je tijdens de stage?
a.
Welke positieve eigenschappen heb je laten zien? Minimaal 3 noemen met toelichting.
b.
Welke minder positieve eigenschappen heb jij laten zien? Minimaal 2 noemen met toelichting.
c.
Per stage wordt een ervaringsverslag gevraagd bij de proeve Terugblikken en Vooruitkijken.
Geef dat verslag een plek in je Loopbaanplan.
Formats Portfolio Verzorgende/Verpleegkundige
9
Format 6a Verdiepingsvragen te
gebruiken bij verpleegtechnische
vaardigheden.
Korte toelichting
Van belang is dat je weet waarom je bepaalde
handelingen / taken doet. De verdiepingsvragen
die hieronder geformuleerd zijn, geven je een
kapstok om achtergrond / theorie op te zoeken
die horen bij de handeling. Werk de antwoorden
op de vragen uit! Realiseer je daarbij dat je steeds
op zoek met naar die zaken die op de zorgvrager
met een bepaalde zorgvraag betrekking hebben.
De verpleegtechnische handeling: …………………………………………………
Proeve:
(ondersteunen) verpleegtechnische vaardigheden
a.
Beschrijf kort de zorgsituatie van je cliënt in relatie tot het onderwerp
dat je wilt uitdiepen.
(gebruik daarvoor o.a. het zorgleefplan/verpleegplan/begeleidingsplan)
b.
Beschrijf wat je al weet van het onderwerp.
c.
Deel deze kennis met een collega en beschrijf in het kort welke winst- of
herkenningspunten dit jou heeft opgeleverd.
d.
Beschrijf welke extra informatie heb je nog nodig en geef aan waarom je
deze info wilt weten. Koppel dit aan de zorgsituatie van je cliënt.
e.
Beschrijf in het kort de inhoud van de extra informatie en hoe je de
informatie hebt toegepast in het zorgproces van deze cliënt.
f.
Beschrijf op welke punten jouw handelen is veranderd na het doorlopen
van deze leervragen. Bespreek dit met jouw werkbegeleidster en laat ze
haar feedback onder jouw verslag schrijven.
Voorbereiden
Uitvoeren
Nabespreken
Formats Portfolio Verzorgende/Verpleegkundige
10
Format 6b Verdiepingsvragen te
gebruiken bij uitwerken
ziektebeeld/beperking.
Korte toelichting
Van belang is dat je weet waarom je bepaalde
handelingen / taken doet. De verdiepingsvragen
die hieronder geformuleerd zijn, geven je een
kapstok om achtergrond / theorie op te zoeken.
Werk de antwoorden op de vragen uit! Realiseer
je daarbij dat je steeds op zoek met naar die
zaken die op de zorgvrager met een bepaalde
zorgvraag betrekking hebben.
Onderwerp:
…………………………………………………
Proeve: …………………………………………………………….
Nummer
Vraag
1
Beschrijf het ziektebeeld in je eigen woorden
2
Wat is de oorzaak van het ziektebeeld?
3
Wat zijn de kenmerken of verschijnselen van dit ziektebeeld?
4
Welke beperkingen, handicaps en stoornissen ondervindt de zorgvrager door
dit ziektebeeld?
5
Welke verzorgende/verpleegkundige complicatie(s) ken je bij dit ziektebeeld?
6
Welke behandeling(en) is (zijn) er voor dit ziektebeeld?
7
Wat betekent dit ziektebeeld voor de zorgvrager en diens naasten?
8
Beschrijf de verzorgende/verpleegkundige aandachtspunten bij dit
ziektebeeld (denk aan verzorgende/verpleegkundige observatiepunten in het
kader van preventie en GVO).
9
Koppel nu de door jou uitgezochte informatie aan jouw zorgvrager als uniek
individu -> wat herken je concreet terug? Reflecteer op je eigen handelen en
wat je van deze informatie bij deze zorgvrager concreet terugziet
10
Koppel nu deze opdracht aan het zorgdossier/ verpleegplan -> wat herken je
concreet terug? Beantwoord in ieder geval de volgende vragen:
Is in het zorgdossier / verpleegplan aandacht besteed aan zowel
somatische als aan psychosociale aspecten t.a.v. het ziektebeeld?
-
Zijn de door jou (bij punt 8) genoemde aandachtspunten in het
zorgdossier / verpleegplan terug te vinden? Zo nee, waarom niet?
Beargumenteer of deze alsnog in het zorgdossier / verpleegplan
opgenomen moeten worden.
Formats Portfolio Verzorgende/Verpleegkundige
11
Format 6C Voorbereiden stage
Onderwerp:
Voorbereiden stagelopen
Toelichting:
Je gaat stagelopen op bj een leerbedrijf. (Zoek de website ). Door de onderstaande
vragen/opdrachten te doen kan je al op zoek gaan naar informatie over het
werkveld in het algemeen en het leerbedrijf in het bijzonder.
Fase 1
Bezinnen
Jouw situatie is dat je
gaat stagelopen
binnen een leerbedrijf.
Deze maakt deel uit
van een bepaald
werkveld.
Fase 2
Denken
Klik op de website van
het leerbedrijf
vervolgens door totdat
je informatie over de
afdeling gevonden
hebt. Aan de hand
daarvan kan je vragen
opstellen.
Fase 3
Beslissen
Fase 4
Doen
Schrijf voor je zelf op:
1. Welke ervaringen (binnen- en buitenschools) neem je mee?
2. Bezoek de website van de instelling en probeer er achter te komen: Wat de
kenmerken zijn van de zorgsetting.
3. Welke verwachtingen/ideeën/voorstellingen heb je daarvan?
Via de site moet je nu achter informatie zien te komen. Probeer te achterhalen:
4. Welke zorgvragers worden verzorgd/verpleegd,
5. Welke gezondheidsproblemen de zorgvragers hebben,
6. (Welke behandeling de zorgvragers krijgen),
7. Welke rol heeft de verpleegkundige heeft binnen deze zorgsetting,
8. (Welke disciplines staan rondom de zorgvragers).
(De vragen tussenhaakjes zijn niet voor de eerstejaars. Wat niet weg neemt dat je
er wel naar kan gaan zoeken))
Met de voorgaande stappen heb je in kaart gebracht wat jij mee brengt en wat de
instelling jou te bieden heeft. Nu sta je voor de taak om in kaart te brengen wat jij
nodig hebt om daar stage te kunnen lopen. Richtvragen daarbij zijn:
9. Hoe ga je datgene wat je tot nu toe geleerd hebt, inzetten/gebruiken? (Wat
vind je dat je al zou moeten kunnen)?
10. Hoe ga je daarbij je portfolio gebruiken? (Welke rol speelt jouw portfolio
daarbij)?Wat denk je van de verwachtingen die de instelling van jou zou
kunnen hebben?
11. Aan welke theorie/vaardigheden/beroepshouding denk je dan? (Aan welke
werkzaamheden denk je dan?)
12. Wat heb je nog meer (aan theorie en/of vaardigheden) nodig op het
stagelopen tot een succes te maken?
13. Wat verwacht/wens je van de begeleiding van de instelling (diverse
begeleiders)?
14. Wat verwacht/wens je van de begeleiding van de school, van de Praktijk
Consulent?
Actie 1: Plan een kennismakingsgesprek. Daarin kan je de uitkomst van de vragen 1
tot en met 14 gebruiken.
Actie 2: Maak een PAP. Gebruik hiervoor het LPS van de kernopgave “Aansturen en
verantwoorden leerproces”
Actie 3: In de toetsweek maak je een afspreek met je praktijkconsulent om jouw
ervaringen en POP en PAP te delen.
-
Toepassing in de praktijk, werk bewust binnen / met dit onderwerp
-
Geef deze informatie door aan praktijkconsulent
Formats Portfolio Verzorgende/Verpleegkundige
12
Format 7. Beeld verzorgende/verpleegkundige
A. Wat is er aan de orde?
Welke gedachten heb ik over de verzorgende/verpleegkundige? (waar denk je allemaal aan als je
het woord ‘verzorgende’ of ‘verpleegkundige’ hoort)
Ruimte voor je antwoord
Welke gevoelens heb ik bij mijn toekomstige beroep verzorgende/verpleegkundige? (beschrijf wat
je allemaal voelt bij de gedachte dat je straks verzorgende/verpleegkundige hoopt te zijn).
Ruimte voor je antwoord
B. Wat is er belangrijk?
Is er overeenstemming tussen jouw gedachten en gevoelens?
Ruimte voor je antwoord  ja / nee, toelichting:
Wanneer je ervaringen met andere verzorgenden/verpleegkundigen hebt opgedaan:
Welke gedachten zijn veranderd na de ontmoeting met verpleegkundigen?
Ruimte voor je antwoord
Welke gevoelens zijn veranderd na de ontmoeting met verzorgenden/verpleegkundigen?
Ruimte voor je antwoord
C. Wat zijn de consequenties?
Wat betekenen jouw gedachten en gevoelens over / van het beeld van de
verzorgende/verpleegkundige op dit moment?
Ruimte voor je antwoord
D. Wat ga je doen?
Wat ga je doen, welke competenties heb je op dit moment nodig om toe te groeien naar het beeld
van de verzorgende/verpleegkundige? Wat wil je het eerst gaan aanpakken?
Ruimte voor je antwoord
Formats Portfolio Verzorgende/Verpleegkundige
13
Download