Statenvoorstel 54/03 A Voorgestelde behandeling: PS-vergadering : 3 oktober 2003 Statencommissie : Bestuur en middelen d.d. 12 september 2003 ‘s-Hertogenbosch Datum 15 juli 2003 DIS-nummer 930720 Afdeling KJBZ Bijlage(n) - Onderwerp Verordening behandeling bezwaar- en beroepschriften provincie Noord-Brabant Aan Provinciale Staten van Noord-Brabant, Samenvatting Ten aanzien van de werkwijze en de samenstelling van de huidige hoor- en adviescommissies is in de praktijk een aantal knelpunten gesignaleerd. Om tot een oplossing hiervan te komen, wordt voorgesteld de werkwijze en samenstelling van deze commissies te wijzigen door middel van een nieuwe Verordening behandeling bezwaar- en beroepschriften provincie Noord-Brabant. Deze verordening voorziet in de instelling van een nieuwe hoor- en adviescommissie, bestaande uit maximaal 4 kamers, met elk een externe voorzitter, een extern lid en een ambtelijk lid. 1. Inleiding Huidige situatie De huidige hoor- en adviescommissies voor de behandeling van bezwaar- en beroepschriften zijn zogenaamde interne commissies, die opereren onder het voorzitterschap van gedeputeerden. Een dergelijke interne commissie bestaat verder uit twee ambtelijke leden, waarvan één tevens de secretarisrol vervult, en een notulist. Op dit moment zijn er 6 hoor- en adviescommissies, ingedeeld naar beleidsveld, die elk maandelijks een hoorzitting houden. Knelpunten Ten aanzien van de werkwijze en de samenstelling van de huidige hoor- en adviescommissies is in de praktijk een aantal knelpunten gesignaleerd. Deze hebben betrekking op: 1. overschrijding van de wettelijke afdoeningstermijnen in de Algemene wet bestuursrecht (Awb); 2. het ontbreken van een adequaat registratie- en voortgangsbewakingssysteem voor alle bezwaar- en beroepschriften; 3. het ontbreken van één uniforme werkwijze voor de afhandeling van bezwaar- en beroepschriften; 4. het ontbreken van voldoende onafhankelijke uitstraling van de commissie. Oplossing Om deze knelpunten op te lossen wordt thans aan u voorgelegd een voorstel voor een nieuwe werkwijze en samenstelling van de hoor- en adviescommissie, in de vorm van een ontwerp-verordening ‘behandeling bezwaar- en beroepschriften provincie Noord-Brabant’. Reikwijdte Deze verordening heeft betrekking op bezwaar- en beroepschriften ingediend bij Gedeputeerde Staten en de commissaris van de Koningin. Voor de behandeling van bezwaarschriften gericht tegen uw Staten is van toepassing de beleidsregel ‘Behandeling bezwaarschriften door Provinciale Staten’ van 22 oktober 1993. Op grond van deze beleidsregel behandelt de commissie voor Klachten en Verzoeken de bij uw Staten ingediende bezwaarschriften. Nieuwe situatie * De binnenkomst van de bezwaar- en beroepschriften en de afhandeling daarvan door de hoor- en adviescommissie zal in de nieuwe situatie centraal worden gecoördineerd door de afdeling KJBZ, door middel van een daarvoor geëigend systeem. Hierdoor is onder meer een systematische registratie en voortgangsbewaking van alle bezwaaren beroepschriften mogelijk. Met de invoering van deze nieuwe werkwijze wordt knelpunt 1 inzake het ontbreken van een adequaat registratie- en voortgangs-bewakingssysteem opgelost. * * * Tevens zal dit registratie- en voortgangsbewakingssysteem bevorderen dat de bezwaar- en beroepschriften binnen de wettelijke termijnen worden afgehandeld (knelpunt 2). Een snellere afhandeling van de ingekomen bezwaaren beroepschriften wordt bovendien bevorderd doordat er wekelijks een hoorzitting wordt gehouden, waarin de bezwaar- en beroepschriften naar volgorde van binnenkomst worden behandeld. De verordening brengt tevens één uniforme werkwijze voor de behandeling van alle bij GS en de CdK ingediende bezwaar- en beroepschriften, waarmee ook knelpunt 3 wordt opgelost. Datum In de voorliggende verordeningstekst wordt uitgegaan van een hoor- en adviescommissie ingevolge artikel 7:13 15 juli 2003 van de Awb (een zogenaamde gedeeltelijk externe commissie). De commissie wordt ingedeeld in maximaal vier DIS-nummer kamers. Elke kamer bestaat uit één externe voorzitter, één extern lid en één ambtelijk lid.930720 De aanwezigheid van twee externen in de commissie garandeert een voldoende onafhankelijke uitstraling van de hoor- en adviescommissie, waarmee tegemoet wordt gekomen aan knelpunt 4. Financiële en personele aspecten Ten aanzien van de financiële en personele consequenties die voortvloeien uit de vaststelling van deze verordening geldt het volgende: * De financiële consequenties zijn reeds meegenomen in de Voorjaarsnota 2002. Daarin is het volgende opgenomen: ‘s-Hertogenbosch Activiteiten: Datum 1. een verordening opstellen gericht op een nieuwe samenstelling en werkwijze van de hooren 15 juli 2003 adviescommissies voor bezwaarschriften; DIS-nummer 2. het invoeren van een nieuwe werkwijze. 930720 Voor de jaren 2002 en 2003 samen is een bedrag van € 45.000,- gereserveerd in verband met de opstartfase en voor 2004 en verder € 36.000,- Afdeling per jaar. Deze programmalasten betreffen de jaarlijkse kosten voor presentiegelden van de commissieleden. KJBZ * Voor de nieuwe werkwijze is extra inzet van personele capaciteit nodig. Door interne verschuivingen van formatie Bijlage(n) tussen de betrokken afdelingen betekent dit echter per saldo géén formatie-uitbreiding. 1 2. Het voorstel Wij stellen u voor te besluiten conform bijgaand ontwerp-besluit. Dit voorstel betreft wel een referendabel besluit. Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, Secretaris, plv. De voorzitter Ir. C.A.J.M. Langerwerf mr. F.J.M. Houben Auteurs: mw. mr. K. ten Cate/mw. mr. M.G.A. Valk-Geursen, tst.: 8708/2294 Ontwerp-besluit 54/03 B Voorgestelde behandeling: PS-vergadering : 3 oktober 2003 Statencommissie : Bestuur en middelen d.d. 12 september 2003 Datum 15 juli 2003 DIS-nummer 930720 Onderwerp Verordening behandeling bezwaar- en beroepschriften provincie Noord-Brabant. Provinciale Staten van Noord-Brabant, gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten, d.d. 15 juli 2003; gelet op het bepaalde in de Provinciewet, de Algemene wet bestuursrecht en artikel 25 van de Tijdelijke referendumwet; besluiten: I. vast te stellen de volgende verordening: Verordening behandeling bezwaar- en beroepschriften provincie Noord-Brabant Artikel 1 Begripsbepalingen In deze verordening wordt verstaan onder a. commissie: de hoor- en adviescommissie voor de behandeling van bezwaar- en beroepschriften; b. Awb: Algemene wet bestuursrecht; c. kamer: een kamer van de commissie d. extern lid: een lid van de commissie dat geen deel uitmaakt van, of werkzaam is onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan van de provincie NoordBrabant; e. ambtelijk lid: een lid van de commissie, dat werkzaam is als ambtenaar in dienst van de provincie Noord-Brabant; f. verwerend orgaan: het bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen. Artikel 2 Commissie Gedeputeerde staten en de commissaris van de Koningin kunnen een commissie instellen voor bezwaar- en beroepschriften, die bij hen zijn ingediend op grond van de Awb of enige andere wettelijke regeling. Artikel 3 1/8 Samenstelling van de commissie 1. De commissie bestaat uit ten hoogste twaalf leden, verdeeld over maximaal vier kamers. 2. Elke kamer bestaat uit drie leden, waarvan één externe voorzitter, één extern lid en één ambtelijk lid. Zij worden benoemd door gedeputeerde staten voor de duur van vier jaar. 3. Van de voorzitters is er één belast met coördinerende werkzaamheden voor alle kamers. 4. De voorzitters fungeren tevens als elkaars plaatsvervangers. Dit geldt ook voor de overige leden, met dien verstande dat de externe leden geen ambtelijke leden kunnen vervangen en omgekeerd. Datum 15 juli 2003 DIS-nummer 930720 Artikel 4 Aftreden/ontslag leden commissie 1. De externe voorzitter en het externe lid nemen ontslag wanneer zij deel gaan uitmaken van of werkzaam worden onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan van de provincie Noord-Brabant. Het ambtelijk lid neemt ontslag wanneer hij uit dienst treedt van de provincie Noord-Brabant. In beide gevallen gaat het ontslag in met ingang van de dag waarop de indiensttreding dan wel de uitdiensttreding ingaat. 2. De leden van de commissie kunnen te allen tijde schriftelijk ontslag nemen. Het ontslag gaat niet eerder in dan met ingang van de dag, gelegen een maand na de dag waarop het ontslag is genomen, of zoveel eerder als in de opvolging is voorzien. 3. Gedeputeerde staten kunnen te allen tijde een lid, anders dan op eigen verzoek, gemotiveerd ontslag verlenen. Artikel 5 Secretariaat 1. Het secretariaat van de commissie bestaat uit tenminste vier secretarissen, alsmede administratieve ondersteuning. 2. De secretarissen zijn door gedeputeerde staten aangewezen provinciale ambtenaren, werkzaam bij de centrale juridische afdeling, die aan een universiteit dan wel de Open Universiteit waarop de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek betrekking heeft, het doctoraat in de rechtsgeleerdheid of het recht om de titel meester te voeren hebben verkregen. Van het bepaalde in de vorige volzin kan door GS ontheffing worden verleend. 3. Eén van de secretarissen is belast met coördinerende werkzaamheden voor alle kamers. 4. De secretarissen van de commissie fungeren tevens als elkaars plaatsvervangers. 5. De secretaris is voor zijn inhoudelijke werkzaamheden slechts verantwoording verschuldigd aan de commissie. Artikel 6 Ingediend bezwaar- of beroepschrift 2/8 1. Op het ingediende bezwaar- of beroepschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend. 2. Het bezwaar- of beroepschrift wordt daarna onverwijld in handen gesteld van het secretariaat. 3. Het secretariaat zendt onverwijld een afschrift van het bezwaarschrift aan gedeputeerde staten of de commissaris van de Koningin door middel van de desbetreffende (beleids)afdeling. 4. Het secretariaat zendt onverwijld een afschrift van het beroepschrift aan het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen waartegen het beroep is ingesteld. Datum 15 juli 2003 DIS-nummer 930720 Artikel 7 Informatieverstrekking 1. Gedeputeerde staten, de commissaris van de Koningin en het bestuursorgaan bedoeld in artikel 6, vierde lid, verstrekken onverwijld aan het secretariaat alle op de desbetreffende zaak betrekking hebbende stukken, die zij onder zich hebben. 2. Nadat de in het eerste lid genoemde bestuursorganen het daartoe strekkende verzoek van het secretariaat hebben ontvangen, wordt binnen een termijn van vier weken een verweerschrift ingediend bij het secretariaat. 3. Voorts verstrekken de in het eerste lid genoemde bestuursorganen op verzoek van de commissie onverwijld aanvullende stukken en mondelinge inlichtingen. Artikel 8 Machtiging 1. Indien in het bezwaar- of beroepschrift gesteld wordt dat het is ingediend namens of mede namens een andere natuurlijke persoon of rechtspersoon en daarbij geen schriftelijke machtiging van die andere natuurlijke persoon of rechtspersoon is overgelegd, is er sprake van een verzuim. In dat geval wijst het secretariaat de bezwaarmaker op dit verzuim en stelt het hem in de gelegenheid dit te herstellen. 2. Het eerste lid is niet van toepassing in het geval de gemachtigde als advocaat of procureur is ingeschreven. Artikel 9 Werkwijze commissie 1. Hoorzittingen worden zo veel mogelijk wekelijks gehouden. 2. Het secretariaat deelt de bezwaar- of beroepschriften in voor een hoorzitting op volgorde van binnenkomst. 3. Het secretariaat bepaalt plaats en tijdstip van de hoorzitting, waarin belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich in persoon of bij gemachtigde door de commissie te doen horen. 4. Tijdens de hoorzitting zijn tenminste twee leden en een secretaris aanwezig. Artikel 10 3/8 Oproeping belanghebbenden 1. Het secretariaat deelt belanghebbenden, alsmede het verwerend orgaan tenminste drie weken voor de in artikel 9 bedoelde hoorzitting schriftelijk mee dat zij in de gelegenheid worden gesteld zich tijdens deze hoorzitting te doen horen. 2. Degene die namens de belanghebbende ter zitting het woord wenst te voeren, legt een schriftelijke en door de belanghebbende ondertekende machtiging over, tenzij hij als advocaat of procureur is ingeschreven of de belanghebbende zelf met hem verschijnt. 3. De in artikel 7:4, tweede lid, en 7:18, tweede lid van de Awb genoemde termijnen voor het ter inzage leggen van het bezwaar- of beroepschrift en alle verder op de zaak betrekking hebbende stukken vangt aan drie dagen na het verstrijken van de in artikel 7:4, eerste lid en 7:18, eerste lid van de Awb genoemde termijn voor het indienen van nadere stukken. Datum 15 juli 2003 DIS-nummer 930720 Artikel 11 Onpartijdigheid De leden van de kamer laten zich vervangen door hun plaatsvervangers, indien strijdigheid met artikel 2:4 van de Awb ontstaat of kan ontstaan. Artikel 12 Openbaarheid van de zitting 1. De hoorzitting is openbaar. 2. De hoorzitting vindt plaats achter gesloten deuren, indien de voorzitter van de kamer dit nodig oordeelt. 3. De hoorzitting vindt eveneens plaats achter gesloten deuren, indien een belanghebbende hiertoe een verzoek doet en de voorzitter van mening is dat aan dit verzoek gewichtige redenen ten grondslag liggen. Artikel 13 Verslaglegging 1. De secretaris is verantwoordelijk voor de verslaglegging van de hoorzitting en kan daartoe worden bijgestaan door een notulist. 2. Het verslag wordt ondertekend door de secretaris van de kamer. Artikel 14 Raadkamer 1. Terstond na afloop van de hoorzitting beraadslaagt de kamer achter gesloten deuren over het door haar aan gedeputeerde staten of de commissaris van de Koningin uit te brengen advies. 2. De voltallige kamer beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies. Van minderheidsstandpunten wordt bij het advies melding gemaakt, indien die minderheid dit verlangt. Artikel 15 Advies 1. De kamer brengt een gemotiveerd schriftelijk advies uit. 4/8 2. Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de kamer ondertekend. 3. Het advies wordt onder meezending van het verslag aan gedeputeerde staten of de commissaris van de Koningin uitgebracht. Datum 15 juli 2003 DIS-nummer 930720 Artikel 16 Beslissing Gedeputeerde staten en de commissaris van de Koningin zenden aan de kamer een afschrift van de door hen genomen beslissing op bezwaar of beroep. Artikel 17 Jaarverslag De commissie brengt jaarlijks een verslag uit over haar werkzaamheden aan gedeputeerde staten en de commissaris van de Koningin. Artikel 18 Administratieve geschillen Deze verordening is van overeenkomstige toepassing op administratieve geschillen als bedoeld in artikel 28 van de Wet gemeenschappelijke regelingen. Artikel 19 Overgangsrecht Deze verordening is van toepassing op alle op de datum van inwerkingtreding van deze verordening en daarna ingekomen bezwaar- en beroepschriften en op alle vóór de datum van inwerkingtreding van deze verordening ingekomen bezwaar- en beroepschriften waarop nog niet is beslist. Artikel 20 Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking de dag na publicatie in het Provinciaal Blad van Noord-Brabant. Artikel 21 Citeertitel Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening behandeling bezwaar- en beroepschriften provincie Noord-Brabant. II. te bepalen dat de verordening in werking treedt voordat de termijn als bedoeld in artikel 22, tweede lid van de Tijdelijk referendumwet is verstreken. ’s-Hertogenbosch, 3 oktober 2003 Provinciale Staten van Noord-Brabant, De griffier De voorzitter 5/8 Datum 15 juli 2003 DIS-nummer 930720 6/8 ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING Datum 15 juli 2003 DIS-nummer Artikel 2 Deze verordening is niet van toepassing op bezwaar- en beroepschriften ingediend bij provinciale staten. 930720 Artikel 3 In het tweede lid van dit artikel is tot uitdrukking gebracht dat de leden van de commissie worden benoemd voor de duur van vier jaar. De leden kunnen onbeperkt voor eenzelfde termijn worden herbenoemd. Artikel 5 Ontheffing kan worden verleend aan ambtenaren, werkzaam bij de centrale juridische afdeling, die door opleiding en ervaring een vergelijkbaar werk- en denkniveau hebben verkregen. Artikel 6 en artikel 7 Alle bezwaar- en beroepschriften gericht tegen besluiten van gedeputeerde staten en de commissaris van de Koningin worden centraal geregistreerd en ingeboekt door de afdeling Documentaire Informatievoorziening (DIV). Tevens wordt de datum van ontvangst aangetekend. De afdeling DIV zendt het bezwaar- of beroepschrift vervolgens direct door naar het secretariaat. Het secretariaat zorgt ervoor dat de desbetreffende (beleids)afdeling een afschrift van het bezwaar- of beroepschrift ontvangt. Het is de taak van de (beleids)afdeling om de op de zaak betrekking hebbende stukken per omgaand aan het secretariaat te verstrekken. Verder zorgt de (beleids)afdeling ervoor dat het secretariaat binnen vier weken een verweerschrift ontvangt. Artikel 9 Er wordt zo veel mogelijk wekelijks een hoorzitting gehouden (behoudens feestdagen en vakantieperioden). De commissie is ingedeeld in vier kamers. Deze houden beurtelings een hoorzitting. Er is niet gekozen voor indeling van de bezwaar- of beroepschriften naar beleidsveld, maar naar volgorde van binnenkomst. De verwachting bestaat dat door deze werkwijze de bezwaar- of beroepschriften sneller kunnen worden afgehandeld (uit de verslagen van de hoor- en adviescommissies over de jaren 1997 tot en met 2000 is immers gebleken dat de wettelijke termijnen voor de afhandeling van bezwaar- of beroepschriften vaak zijn overschreden). Binnen deze werkwijze kan gekozen worden voor enige clustering van de bezwaar- of beroepschriften. Dit kan efficiënt zijn wanneer er in een kort tijdbestek meerdere bezwaar- of beroepschriften binnenkomen tegen gelijksoortige besluiten. In het geval de voorzitter van de kamer verhinderd is voor de hoorzitting, wordt deze vervangen door één van de andere voorzitters. Mocht vervanging van de voorzitter onverhoopt niet mogelijk zijn, dan kan de commissie het horen ingevolge artikel 7:13, derde lid van de Awb opdragen aan het externe lid. Artikel 14 7/8 De beraadslaging door de kamer vindt direct na afloop van de hoorzitting plaats. Dit wil niet zeggen dat de kamer ook meteen een beslissing neemt over het uit te brengen advies. Immers er kan aanleiding zijn een zaak nader te onderzoeken. Soms zal het noodzakelijk zijn naar aanleiding van nieuw verkregen informatie een tweede hoorzitting te houden. Datum 15 juli 2003 DIS-nummer 930720 Artikel 18 Uit praktische overwegingen wordt de verordening eveneens van toepassing verklaard op geschillen als bedoeld in artikel 28 van de Wet gemeenschappelijke regelingen. Het betreft hier “…geschillen omtrent de toepassing, in de ruimste zin, van een regeling tussen besturen van deelnemende gemeenten of tussen besturen van een of meer gemeenten en het bestuur van het openbaar lichaam of het gemeenschappelijk orgaan...”. 8/8