BESTAAT GOD? I. ALGEMENE OPMERKINGEN. 1.Het bestaan van God is wetenschappelijk niet bewijsbaar. Aangezien een wetenschappelijk bewijs verkregen wordt uit het verzamelen van informatie d.m.v. de zintuigen of van instrumenten die gebruikt worden als verlengstukken van de zintuigen, het rangschikken en ordenen van de verkregen informatie, het vaststellen van oorzakelijke verbanden tussen de verkregen waarnemingen door de herhaalbaarheid ervan te controleren (natuurkundige) wetten, zal het duidelijk zijn dat God op deze manier niet kan "bewezen" worden. Het feit dat de wetenschap niet in staat is het bestaan van God te bewijzen is op zichzelf echter helemaal geen bewijs dat God niet zou bestaan. Inderdaad, nog vele andere werkelijk bestaande zaken als liefde, haat, schoonheid, rechtvaardigheid, enz. zijn evenmin wetenschappelijk te bewijzen. Zoals Paul E. Little ( 1928 – 1975) : Amerikaans evangelist en schrijver, terecht opmerkte staat de bewering dat God door de natuurwetenschappelijke methode bewezen dient te worden gelijk met de bewering dat een telefoontoestel gebruikt wordt om radioactiviteit te meten: het ding is er eenvoudigweg niet voor gemaakt. Het is inderdaad niet aanneembaar dat de God, waarvan de Bijbel beweert dat zelfs de hemel der hemelen en het ganse heelal te klein zijn om Hem te bevatten, zich zou laten meten in laboratoria, reageerbuisjes en wiskundige formules (zie 1 Kon.8:27). Anderzijds zijn er wel heel wat aanwijzingen voor het bestaan van God, die zo overtuigend zijn dat het bestaan van God eigenlijk onbetwistbaar moet aangenomen worden. Net zoals schoonheid enkel kan aangetoond worden, maar niet bewezen, is het ook gesteld met het bestaan van God, 2. De Bijbel is geen boek dat zich tot doel gesteld heeft het bestaan van God te bewijzen; het doet daartoe zelfs geen enkele poging. De Bijbel gaat er echter van uit dat ieder weldenkend mens het bestaan van God als de meest normale en vanzelfsprekende zaak ter wereld beschouwt, en verklaart daarom onomwonden : "De DWAAS zegt in zijn hart: er is geen God" (Psalm 53:2) II. ARGUMENTEN VOOR HET BESTAAN VAN GOD 1. God, de verklaring voor het bestaan van al wat is. De wetenschap leert dat alle materie een begin en een einde heeft en geregeerd wordt door de wet van oorzaak en gevolg. Vermits het heelal de som is van alle materie, moet het heelal bijgevolg een begin en een einde in tijd hebben. Aangezien het heelal beheerst wordt door de wet van oorzaak en gevolg, moet het heelal zelf ook een oorzaak van begin hebben. 1 Net zoals het bestaan van een schilderij het bestaan van een schilder EIST, eist eveneens het bestaan van het heelal het bestaan van een Schepper of Maker. Alles wat bestaat, alles wat is, impliceert door zijn bestaan een eerste oorzaak. God is de enige logische verklaring van het ZIJN. Vgl. Ps. 19:2-5 2. God, de verklaring voor de orde en samenhang in het heelal. Indien het heelal zou geregeerd worden door een onpersoonlijk toeval, willekeur en wanorde, zou wetenschap per definitie onmogelijk, zelfs totaal onbestaande zijn. Vermits zij zich juist tot doel gesteld heeft de bestaande orde en samenhang in het heelal te bestuderen en tot uitdrukking te brengen door ze te omschrijven in wetten. Een polshorloge kan nooit ontstaan uit toeval en toch is het maar een gebrekkig instrument wat betreft nauwkeurigheid, zeker in vergelijking met de absolute nauwkeurigheid van de beweging der hemellichamen. Zelfs de meest nauwkeurige klok ter wereld, een zogenaamde atoomklok, dient jaarlijks een paar fracties van een seconde bijgeregeld te worden op de stand der sterren. Deze orde en samenhang kunnen slechts veroorzaakt zijn door een extreem hoge intelligentie, wil en planmatigheid. Clark R. verwijst in zijn boek “Creation” naar de aarde als een prachtig bewijs van planmatigheid: "Als zij veel kleiner was, zou een atmosfeer onmogelijk zijn (vb. Mercurius en de maan). Als zij groter was, zou de atmosfeer vrije waterstof bevatten (vb. Jupiter en Saturnus). Haar afstand tot de zon is correct, zelfs bij een kleine verandering zou het te koud of te warm worden. Onze maan is uniek in ons zonnestelsel en schijnt op een geheel andere wijze te zijn ontstaan vergeleken met veel kleinere manen. De schuine stand van de aardas regelt de seizoenen, enz.... Albert Einstein was zo onder de indruk van de orde en planmatigheid in het heelal, dat hij zei: "Mijn godsdienst bestaat uit een nederige bewondering van de oneindige, superieure Geest, die Zichzelf openbaart in de nietige bijzonderheden die wij met ons zwakke, broze verstand kunnen waarnemen. Die diepgevoelige overtuiging van de tegenwoordigheid van een superieure, intelligente macht, die zich openbaart in het niet te omvatten heelal, dat is mijn idee van God." Ook de Bijbel spreekt van Gods wijsheid in de natuur. vb. Ps. 104:19-20;24. 3. God, de verklaring voor de unieke menselijke persoonlijkheid. Net zomin iets onmogelijk uit zichzelf uit het niets kan ontstaan, kan ook het persoonlijke niet uit het onpersoonlijke ontstaan. De menselijke persoonlijkheid is uniek op drie gebieden: a) De mens beschikt over een verstand, dat volgens de regels van de logica en redelijkheid werkt en in volkomen overeenstemming is met de logische redelijkheid, orde en planmatigheid van het heelal. Juist daardoor wordt de mens in de mogelijkheid gesteld de natuurwetten te "ontdekken". Het is duidelijk dat het menselijke verstand moet geschapen zijn door een verstandelijke persoonlijkheid. 2 b) De mens beschikt over een geweten, een uiterst teer instrument dat hem het verschil tussen goed en kwaad, recht en onrecht duidelijk maakt. Aangezien het geweten bij elke mens volgens dezelfde morele code of wetgeving functioneert, moet er dus ook een Wetgever/Rechter bestaan die deze code vastgelegd heeft. Kardinaal Newman (1801 – 1890 Brits theoloog) schrijft hierover: "Ware het niet omwille van die stem, die zo duidelijk spreekt in mijn hart en geweten, ik zou ongetwijfeld een atheïst zijn vooral wanneer ik naar de wereld kijk." Evans ( Brits theoloog ) schrijft: "Sommige dingen zijn slecht, andere goed: liefde is goed, haat is verkeerd. Bovendien is geen ding goed omdat het zo best schikt, noch slecht omdat het niet schikt. Vanwaar halen wij die maatstaf betreffende goed en kwaad? Moraliteit is verplicht, niet facultatief. Wie maakte het verplicht? Wij moeten wel geloven dat God bestaat, zoniet is de ware grondslag van ons wezen en natuur een LEUGEN." c) Het diepste emotionele wezen van de mens verlangt en eist het bestaan van een Wezen, dat volmaakt en absoluut is wat betreft macht, wijsheid, heiligheid en goedheid. Dit verlangen wordt door Blaise Pascal ( 1623 –1663 ): Franse wis - en natuurkundige, christelijk filosoof, theoloog en apologeet, "een vacuüm" of leegte genoemd, door God opzettelijk zo geschapen in elke mens, dat Hij alleen dit vacuüm vullen kan en de mens slechts dan gelukkig en tevreden is, wanneer die leegte door God zelf gevuld is. 4. God, de meest besproken persoon ter wereld. Alle volkeren ter wereld hebben door de eeuwen heen een of andere vorm van godsdienst gekend. Waar vroeger beweerd werd dat monotheïsme (geloof in EEN enkele God) door evolutie ontstaan is uit polytheïsme (meergodendom), wordt nu meer en meer aanvaard dat het precies andersom is en dat de oudste tradities slechts één Opperwezen kenden. (Zie bv. het boek van S. Zwemer: The origin of religion). Dit algemene Godbewustzijn is in principe ook in elke mens afzonderlijk aanwezig. Diep in zijn hart WEET ieder mens dat God bestaat, alleen willen velen dit FEIT verdoezelen en in twijfel trekken wegens de "onplezierige" consequenties ervan. Inderdaad, het is veel comfortabeler om te doen alsof er geen God bestaat en zelf dus voor eigen God te spelen. 5. God, de Schepper van het "Leven". Nog niet zo heel lang geleden werd nog vrij algemeen aangenomen dat leven spontaan ontstond, bijvoorbeeld uit rottend vlees. Pasteur (1822-1895) Frans scheikundige en bioloog, heeft echter met zorgvuldige experimenten aangetoond dat deze mening gebaseerd was op slordige waarneming en dat leven slechts uit leven ontstaat. Afgezien van het feit dat de huidige wetenschap nog steeds geen verklaring noch een volledig inzicht in de methode van de voortplanting van het leven heeft, is het geloof in het spontaan ontstaan van leven totaal onhoudbaar geworden. Niet alleen is nog nooit enige dergelijke waarneming gedaan, evenmin is men er in geslaagd in laboratoria leven uit dode materie op te wekken, zelfs niet wat betreft de vorming van eiwitmoleculen, de bouwstenen van het leven. 3 Pierre Lecomte du Nouy (1883-1947 ) Frans wetenschapper, zegt in dit verband dat de kans op vorming van een kenmerkend eiwitmolecuul, bestaande uit 3.000 atomen, in de orde van 1 op 2,02 x 10231 ligt. Dit betekent dat zelfs als de elementen dooreen geschud worden met de frequentie van het licht, het 10234 miljard jaar zou vergen om zo één molecuul te verkrijgen, dit getal is zo onvoorstelbaar groot dat de kans niet alleen grenst aan het onwaarschijnlijke, maar zelfs totaal onmogelijk is vermits de moderne wetenschap de aarde niet ouder dan 4 à 5 miljard jaar oud schat. 6. God, de bron van liefde. Net zoals ieder mens zuurstof en voedsel nodig heeft, kan hij evenmin leven zonder liefde. Vermits deze liefde zijn relatie tot andere mensen bepaalt, kan zij onmogelijk het product van toeval zijn, aangezien toeval geen enkele relatie met wat dan ook heeft. Bovendien kan alleen over liefde gesproken worden, wanneer ze plaatsvindt in relaties tussen mensen, zodat liefde een nietszeggend woord wordt buiten het gebied van de mens. Ook is iedereen het er over eens dat liefde zinvol en schoon is, meer nog, dat zij de zuiverste en heerlijkste bron van het menselijke geluk is. De Bijbel leert ons terecht dat de liefde voortkomt uit God zelf, dat Hij er de bron van is. In Joh. 17:24, het gebed van Jezus tot zijn Vader, spreekt Hij over de liefde waarmee zijn Vader Hem heeft liefgehad voor de grondlegging der wereld. 7. God, de volmaakte sleutel. Een slot kan slechts ontsloten worden door een sleutel die in alle gleufjes precies past. Geloven in het bestaan van een eeuwige, onbeperkte, persoonlijke God betekent te beschikken over een harmonische, sluitende, waterdichte verklaring voor een gans pakket FEITEN, zoals de hierboven vermelde. Geen enkel andere theorie biedt een geloofwaardig alternatief voor het bestaan van het heelal en de menselijke persoonlijkheid. Sommigen duwen dit argument van zich af met de slogan: "Jullie geloven in God bij gebrek aan iets anders.” De waarheid is heel simpel: er is niets anders, er is slechts één enkele sleutel die op het slot past, dus zoek er geen tweede, en zit zeker niet te wachten tot iemand hem vindt want hij bestaat niet. 8. De Bijbel, het woord van God. De Bijbel, een uniek boek in vele opzichten, beweert van zichzelf het woord van God te zijn. Gezien de unieke kwaliteiten van dit boek, hebben we geen reden om aan die bewering te twijfelen, integendeel zie hiervoor echter een apart document. 9. Jezus Christus, de Zoon van God. Niemand behalve Jezus heeft ooit ernstig een dergelijke titel opgeëist. Hij sprak ofwel de waarheid, ofwel was Hij de grootste leugenaar en bedrieger die ooit geleefd heeft. Zorgvuldig onderzoek laat echter slechts één conclusie toe: Hij sprak de waarheid, Hij was werkelijk de Zoon van God. (zie hierover ook het afzonderlijk document.) Gevolg: God bestaat echt!! 4 BESLUIT: Geen van deze argumenten moge afzonderlijk voldoende overtuigingskracht en bewijsgronden bevatten voor het bestaan van God. Alle negen tezamen leggen ze echter zoveel gewicht in de schaal dat zowel het geweten als het verstand geweld dient aangedaan te worden, wil men ze verder negeren. Dit bedoelde Paulus toen hij schreef dat de mens geen enkele verontschuldiging kan inroepen als hij de waarheid omtrent de hem door God geopenbaarde waarheid in goddeloosheid en ongerechtigheid ten onder houdt, vermits Gods eeuwige kracht en goddelijkheid sedert de schepping der wereld met het verstand kan doorzien worden. Velen vinden het echter verwerpelijk God te erkennen (zie Rom. 1:18-20,28). Men zou bijna denken dat de apostel Paulus de beroemde J.W.N. Sullivan (1886-1937) wetenschappelijk schrijver en literair journalist, in gedachten had toen hij deze verzen schreef. Inderdaad Sullivan, die door "Time" tot de vijf meest briljante geesten ter wereld gerekend werd, schreef in zijn boek "The limitations of science": "Voor zover we thans over bewijsmateriaal beschikken kunnen we enkel concluderen dat leven alleen uit leven kon ontstaan. Maar aangezien dit een conclusie is die terug schijnt te voeren tot één of andere bovennatuurlijke scheppingshandeling, is zij voor veel wetenschappers erg moeilijk te aanvaarden. Er zijn namelijk filosofische implicaties aan verbonden, die men in het huidige geestelijke klimaat niet wenst, en het is in strijd met het wetenschappelijk verlangen naar continuïteit. Om die reden geven de meeste wetenschappers er de voorkeur aan te geloven dat het leven ontstaan is op één of andere nog niet begrepen wijze uit de anorganische materie." Tot zover dit citaat. Hier verwerpt iemand het geloof in een scheppende God, terwijl zijn eigen wetenschappelijke onderzoekingen hem bijna dwingen in God te geloven, om slechts één reden: de conclusie is onaangenaam. Inderdaad, als je in God geloven moet, brengt dit een paar "onprettige" consequenties met zich mee: er zal rekenschap moeten afgelegd worden, dus wordt de voorkeur gegeven aan ongeloof. (over zelfbedriegerij gesproken!!). Het weze heel duidelijk dat ongeloof uiteindelijk heel wat meer geloof vergt dan eenvoudig geloven. 5 III. ARGUMENTEN TEGEN HET BESTAAN VAN GOD 1 . God is onwaarneembaar. Velen weigeren te geloven in het bestaan van God, omdat, zeggen zij, niemand Hem ooit gezien heeft en Hij dus ook niet bestaan kan. Afgezien van deze gebrekkige en hoogst onwetenschappelijke redenering, moet ook de stelling zelf gerelativeerd worden, namelijk God is zintuiglijk onwaarneembaar. De Bijbel geeft hiervoor echter een logische verklaring a) God is geest (Joh. 4:24) Het is duidelijk dat het geestelijke, dit in tegenstelling met het materiële, zintuiglijk onwaarneembaar is. Vandaar dat mensen die met God een relatie willen hebben, die God willen "ervaren", Hem geestelijk willen waarnemen, opnieuw geboren moeten worden (Joh. 3:3-7). Zij moeten namelijk geestelijk tot leven gebracht worden en nieuw geestelijk leven ontvangen door middel van Gods eigen Heilige Geest, die komt inwonen bij ieder die de Heer Jezus aanneemt (Joh 1:12) als zijn persoonlijk Verlosser en Heiland (1Cor. 3:16; 6:11; 6:17-19) en die bevestigend antwoordt op Jezus' vraag om in zijn leven te mogen binnentreden (Op. 3:20). De Bijbel leert dat de gekruisigde, maar opgestane en levende Jezus de enige weg is om tot de Vader te komen. (zie Joh. 14:6; Hdl. 4:12; 1Tim. 2:5-6). Indien iemand echter niet wedergeboren is en dus Gods Heilige Geest niet bezit, kan hij onmogelijk een relatie tot stand brengen met God, meer nog, hij snapt zelfs niets van Gods Woord. (1Cor. 2:10-14) b) God woont in een voor de mensen onzichtbaar en ontoegankelijk licht. (1Tim.6:15-16). Hij leeft dus letterlijk afgescheiden van de mens. De reden hiervoor vinden we in Rom. 3:23, waar we leren dat allen gezondigd hebben en bijgevolg Gods heerlijkheid moeten derven. Inderdaad, een heilige God en zondige mensen kunnen onmogelijk in elkaars gezelschap verblijven, net zomin als licht en duisternis samen in dezelfde kamer aanwezig kunnen zijn. Wanneer God hierop een uitzondering maakt (lees bv. Jesaja 6), dan ervaart die mens zijn zondigheid als ondraaglijk in Gods heilige tegenwoordigheid en heeft hij de indruk te zullen sterven. 2. De wereld schijnt geregeerd te worden door het zinloze toeval. Inderdaad natuurrampen, ongevallen, waaraan blijkbaar niemand schuld heeft, en allerlei (zinloze?) gebeurtenissen schijnen de indruk te wekken van willekeur en toeval, en dus in strijd te zijn met het bestaan van een almachtig God. De mens maakt hier echter de grote fout alles, wat hij niet begrijpt en waarvan hij niet eens alle juiste omstandigheden kan kennen door de beperktheid van zijn verstand, te klasseren onder de noemer "toeval". Omdat iets ons evenwel zinloos lijkt, betekent dit nog helemaal niet dat het in werkelijkheid onverklaarbaar of zinloos is. 6 Integendeel, de wetenschap leert ons dat alles ondergeschikt is aan de wet van oorzaak en gevolg (toeval dus uitgesloten) en bovendien probeert de Bijbel ons een beetje meer nederig te maken: - Deut. 29:29: De verborgen dingen zijn voor de Here, onze God, maar de geopenbaarde zijn voor ons. - Job 11:7: Kunt gij de geheimen Gods doorgronden? - Jes. 45:9: Wee hem die met zijn Formeerder twist. - Jes. 55:8-9: Want mijn gedachten zijn niet uw gedachten en mijn wegen zijn niet uw wegen, luidt het woord des Heren. Want zoals de hemelen hoger zijn dan de aarde, zo zijn mijn wegen hoger dan uw wegen en mijn gedachten hoger dan uw gedachten. 3. Hoe valt al het onrecht in de wereld te rijmen met een rechtvaardige God? Inderdaad, waarom moeten onschuldige mensen lijden, is er zoveel sociale onrechtvaardigheid, zijn er oorlogen met miljoenen slachtoffers? Hoe valt dit alles te verklaren met Gods liefde? Op dergelijke vragen mogen geen goedkope antwoorden gegeven worden en kunnen moeilijk leerstellige antwoorden gegeven worden. Wie dergelijke vragen stellen hebben echter meestal ook de neiging God de schuld te geven voor al het kwaad en het lijden. Afgezien van het feit dat we niet van God kunnen verwachten dat Hij straffend tussenbeide komt telkens er ergens onrecht geschiedt (Hij zou meer dan waarschijnlijk de eerstvolgende seconden de handen vol hebben om iedereen van de aarde weg te verbannen!), leert de Bijbel ons volgende punten: - God heeft geen slechte mensen en evenmin het kwaad geschapen. - God heeft de mens wel met een vrije wil geschapen, waardoor Hij bewust het risico nam dat de mens Hem ofwel zou gehoorzamen, ofwel ongehoorzaam zou zijn. Eigenlijk kon God niet anders, wilde Hij zekerheid scheppen wat betreft de liefde van de mens tot Hem. Indien de mens gehoorzaamd had, wat dus Gods' bedoeling was, zou er nooit enig probleem ontstaan zijn, maar zou de mens een rimpelloos bestaan met God geleid hebben (=eeuwig leven). Het is echter anders afgelopen toen de mens vrijwillig in opstand kwam tegen God. (zie Rom. 5:12: “zoals door één mens de zonde in de wereld is gekomen, en daardoor de dood, en zo de dood tot alle mensen is overgegaan, omdat allen gezondigd hebben.”..). Sommigen zullen opmerken: Had God de mens dan niet zo kunnen maken dat hij niet zondigen kon? Zeker kon God dat. Het was voor Hem helemaal geen probleem de aarde met robotten te bevolken die niet over een eigen wil beschikken en dus volmaakt gehoorzaam zijn... Wie zou echter verkiezen zijn vrije wil op te geven om een robot te worden? God heeft het daarbij niet gelaten, integendeel Hij heeft de uiterste consequentie getrokken. Het is helemaal niet zo dat God al het lijden en kwaad zomaar accepteert. 7 Paul Little zegt hierover het volgende: “God heeft trouwens iets gedaan aan het probleem van het kwaad. Hij heeft de meest dramatische, kostbare en effectieve daad gesteld die mogelijk was, toen Hij zijn Zoon overgaf om voor bazige, zondige mensen te sterven. Het is mogelijk voor een mens om aan Gods' onvermijdelijk oordeel over de zonde en het kwaad te ontkomen." Dat oordeel heeft God namelijk op Golgotha over zijn Zoon uitgegoten, precies dat oordeel dat voor U bestemd was en dat u volledig verdiend had. Gods uiteindelijke antwoord op het probleem van lijden en kwaad is de offerdood van Jezus Christus. Paulus schrijft daarom dat God zijn liefde jegens ons bewezen heeft doordat Christus voor ons, zondaars, gestorven is (Rom. 5:8). Het is gemakkelijk om de mond vol te hebben over onrecht en kwaad, zonder er wat aan te doen; integendeel, we hebben allen de berg van onrecht en kwaad, die Jezus naar het kruis gedragen heeft om geoordeeld te worden, extra verzwaard door er onze eigen persoonlijke zonden aan toe te voegen. “Laat dus alle mond gestopt zijn, want de ganse wereld is strafwaardig voor Hem”. (Rom. 3:19). “Maar de Here is in zijn heilige tempel. Zwijg voor Hem, gij ganse aarde”. (Hab. 2:20) Bewerkt Luc Vandevorst Januari 2010 8 9