De koran en sunna Argumenten voor en tegen

advertisement
Islamitisch theoloog Rafik Dahman reageert inhoudelijk op de stelling: ‘Is heelhuids
voor Allah verschijnen op de Dag des oordeels belangrijker dan naastenliefde?’.
De vraag of heelhuids voor Allah verschijnen op De Dag des Oordeels
belangrijker is dan naastenliefde of niet, is van grote betekenis wanneer het
om de wederopstanding gaat. Tegenstanders van orgaantransplantatie
voeren aan dat een lichaam voor Allah De Verhevene dient te verschijnen in
de staat waarin Hij het heeft doen overlijden. Zij baseren hun argumenten
voornamelijk op drie verzen uit de koran en een hadith van de profeet
Mohammed, vrede zij met hem. Voorstanders van orgaantransplantatie
hebben een andere interpretatie van deze verzen en baseren hun
argumenten voor orgaandonatie op twee additionele verzen.
De koran en sunna
Tegenstanders van orgaantransplantatie -waaronder Al-Uthaymin, AlMaghamisi en Uthman al-Khamis- baseren hun visie op drie verzen uit de
koran: k.36:65, k.24:24 en k41:20,21. Daarin staat dat op de Dag des
Oordeels de lichaamsdelen tegen de mens zullen getuigen. Daarnaast wordt
door tegenstanders ook de volgende hadith van de profeet - vrede zij met
hem - aangevoerd: “Degene die een bot van een overledene breekt, is zoals
hij een bot van een levende breekt.” (Overgeleverd door Aisha in Ibn Maja
en Abu Dawud). De voorstanders van orgaantransplantatie -waaronder AlArayfi, Ibn Hamza en Muhammad Hassan- voeren als grondslag van hun
visie k.5:32 aan: “En degene die haar [de ziel] redt, is als zijnde hij de
gehele mensheid redt.” Volgens hen getuigen de interpretaties van de
tegenstanders van orgaantransplantatie van een aantal zwakheden, die
hieronder worden behandeld.
Argumenten voor en tegen
Allereerst delen de voorstanders de visie dat de verzen k.36:65, k.24:24 en
k41:20,21 enkel betrekking hebben op de ongelovige en niet op een moslim,
hoe zondig hij ook heeft moge leven. Ten tweede beargumenteren zij dat
Allah de zielen met de daarbij behorende lichaamsdelen zal verenigen en dat
dit een van Zijn Eigenschappen is (Al-Jami', de Vereniger, een van Zijn
Schone Namen). Daarnaast zeggen de meeste geleerden dat de
bovenstaande hadith alleen betrekking heeft op doelloze aantasting. Zij
gebruiken het voorbeeld van een vrouw die tijdens het baren overlijdt en het
kind door keizersnede direct na de dood van de moeder ter wereld wordt
gebracht. Zij beroepen zich op de „nood-breekt-wet regel‟ en verwijzen naar
het vers “Hij heeft je slechts het gestorvene, het bloed, het varkensvlees en
datgene, waarover een andere naam, dan die van Allah is uitgeroepen,
verboden. Maar hij, die gedwongen is en dit niet wenst en geen overtreder
is, op hem rust geen zonde. Want Allah is Vergevingsgezind, Genadevol.” (k.
2.173). Maar de meest overtuigende en basale bron voor hun visie is het
reeds genoemde vers k.5:32. Voor hen speelt een ander helpen of redden
een cruciale rol in het leven van een moslim en dient naastenliefde een van
zijn eigenschappen te zijn. Het doneren van een orgaan is een voorbeeld van
naastenliefde, omdat men daarmee voor een ander mens hetzelfde wenst als
voor zichzelf, namelijk een goede gezondheid en welzijn.
Conclusie
Samengevat kunnen we concluderen dat een overledene of stoffelijk
overschot enkel voor een verantwoord doel of uit noodzaak aangetast mag
worden. Het gaat dus niet om de vraag óf het snijden in een overledene
islamitisch wettig is, maar voor welk doel dit gebeurt. Voor iemand die
bijvoorbeeld een orgaan nodig heeft om te kunnen blijven leven, is dit
noodzakelijk. In de islam geldt altijd 'nood breekt wet'. Maar voor de
orgaandonor geldt vooral dat hij bewezen heeft dat hij voor een ander
hetzelfde wenst als voor zichzelf. In een bekende hadith zegt de profeet
vrede zij met hem: "Niemand van jullie gelooft totdat hij voor zijn broeder
hetgeen wenst wat hij voor zichzelf wenst (overgeleverd door Anas Ibn Malik
in Al-Bukhari en Muslim). Dit wordt door geleerden gezien als naastenliefde,
hetgeen een noodzakelijk eigenschap is van een moslim. En Allah weet het
beste.”
Auteur: MA Rafik Dahman
Tijdens de Ramadan 2014 agendeert de Nederlandse Transplantatie Stichting het
onderwerp orgaandonatie en Islam aan de hand van drie stellingen. De discussie
vindt plaats op de JaofNee Facebookpagina.
Download