LEERKRACHTENBLAD GROEP 7 & 8 NAAR DE HAAIEN! DOE-HET-ZELF LES INFORMATIE VOORAF Het doel van het les is de leerlingen op een leuke manier kennis te laten maken met het rijke leven in oceanen en zeeën. Daarbij leren de leerlingen dat het ook belangrijk is om de natuur te beschermen om zo het uitsterven van dit rijke leven te voorkomen. Hierbij dient het dieren- en plantenleven in de waterbiotopen van het Oceanium als uitgangspunt. In dit blad gaan we iets dieper op de stof uit het leerlingenblad in. Deze informatie kan een leidraad vormen bij vragen van uw leerlingen of ter verduidelijking van de stof uit het leerlingenblad. Ook leest u hier de antwoorden van de vragen in het leerlingenblad. BEZOEKADVIES - Om mee te nemen: * per leerling en begeleider een kopie van de speurtocht. * per leerling een potlood (evt. vlakgom). - Betaling per persoon aan de kassa (bij voorkeur met pin). - Neem als leerkracht/begeleider een actieve houding aan tijdens het bezoek en zorg dat u zichtbaar bent tijdens de speurtocht. INHOUD TOTALE PAKKET - Leerkrachtenblad Leerlingenblad Speurblad Antwoordenblad Knipblad 2 NAAR DE HAAIEN! Weetje: een 5 was er ALLES OVER OCEANEN EN ZEEËN Bijna 98% van het water op de aarde bestaat uit oceaanwater. Dit water is verdeeld in vijf grote oceanen, zoals in het plaatje hiernaast te zien is. Oceanen zijn wereldzeeën die door de continenten opgedeeld worden en omringd worden door zee. Het diepste punt van alle oceanen is de Marianentrog in de Stille Oceaan met 11 kilometer diepte. Een trog is een diepe, smalle kloof in de zeebodem. Deze ontstaat door het verschuiven van tektonische aardplaten. De ene plaat schuift over de ander, waarbij er een plaat verdwijnt in de aardmantel. Aan het oppervlak van de aardmantel ontstaat dan een diepe kloof. Alle oceanen en zeeën bevatten zout water. Dit zout is afkomstig van rivieren die uitmonden in zee. De rivieren lossen zout op van gesteente waar ze overheen stromen. Als zeewater verdampt, blijft het meeste zout achter in de zee. Het verdampte water komt weer als regen terecht in rivieren, die weer zout opnemen uit gesteente. De samenstelling van al het zeewater is gelijk. Dit proces vindt ook plaats in meren, zoals de Dode Zee. Door de hoge temperatuur in de omgeving van de Dode Zee verdampt het water sneller dan dat het meer met neerslag aangevuld kan worden. Hierdoor is de samenstelling van het water veel zouter dan het zeewater. DIEP IN DE ZEE In 200 n die een a a k i r f A Zuidengsel in m l a a i c e sp sen had, s e fl t h c u r zijn l 318 mete j i h e e waarm duiken. diep kon Zoals in het leerlingenblad staat uitgelegd is de zee opgedeeld in verschillende zones. Het voorkomen van verschillende dieren en planten hangt nauw samen met het aanwezig voedsel. Planten leven voornamelijk in de zonlichtzone, omdat ze zonlicht nodig hebben om te overleven door middel van fotosynthese – dit wordt later uitgewerkt in dit blad –. Alle dieren zijn direct of indirect afhankelijk van plantaardig voedsel. Dieren komen dus voor waar planten ook leven. Grotere dieren die de planteneters eten, leven ook in het gebied waar hun voedsel is. Het ligt dus voor de hand dat de meeste organismen in de zonlichtzone voorkomen, omdat planten hier leven. Vaak wordt gedacht dat alle planten in de zeebodem staan, dit is echter niet waar. In het water drijven ook planten zoals plankton. Plankton bestaat uit dierlijke en plantaardige organismen die je feitelijk alleen met een microscoop kunt waarnemen. Antwoord waar de dieren voorkomen in het leerlingenblad: Duiker met flessen max. 75m, hengelvis 4000m, witte haai 1000m, potvis 3000m, haring 200m 3 NAAR DE HAAIEN! PLANTEN EN DIEREN Soms is het lastig te zien of iets een plant of een dier is. Zoals in het leerlingenblad is uitgelegd, kunnen dieren zich meestal wel verplaatsen en planten niet. Maar er zijn nog meer verschillen. Planten kunnen namelijk hun eigen voedsel maken doormiddel van fotosynthese. Hiervoor hebben de planten zonlicht nodig. In de formule hiernaast kunt u zien hoe dat werkt. Dieren kunnen dit niet en moeten planten of andere dieren eten. Verder gebruiken planten koolstofdioxide en stoten ze zuurstof uit (zie formule). Terwijl dieren juist zuurstof gebruiken en koolstofdioxide uitstoten. Het laatste belangrijke verschil is de structuur van de cellen. Planten bestaan uit cellen die een celwand hebben. Daarentegen hebben dieren geen celwand. koolstofdioxide zuurstof lichtenergie water suiker KORAAL IS EEN DIER Het zal u en de leerlingen misschien verbazen dat koraal een dier is. Het koraal dat u hiernaast ziet, bestaat uit vele kleine koraalpoliepen. Samen maken ze een groot skelet. Elk koraalpoliepje heeft wat tentakels en een mond. Veel koralen hebben mooie kleuren, omdat ze samenleven met algen die voor de kleur zorgen. Koraal is een dier, omdat het zijn eigen eten niet kan maken. Het dier zeeft plankton uit het water. Toch kan koraal ook via fotosynthese voedingsstoffen krijgen, maar dit kan het dier niet zelf doen. De algen die samenleven met het koraal produceren deze voedingsstoffen. We noemen dit een symbiose tussen koralen en algen. De koraalpoliepen produceren namelijk meststoffen voor de algen en tegelijkertijd produceren de algen voedingsstoffen voor de koraalpoliepen. VISSEN Vissen zijn er in heel veel soorten en maten. Meestal zijn ze langwerpig met een zijwaarts afgeplat lichaam en een huid van schubben. Maar er bestaan ook platte of bolle vissen. Ook al hebben niet alle vissen schubben, elke vis heeft wel vinnen. Sommige vissen, zoals de steur, hebben ook voeldraden. Met deze draden kunnen de dieren hun omgeving aftasten. Vissen zijn er in veel verschillende kleuren. De kleur en de tekening op de huid worden gebruikt als camouflage. Waardoor de vis minder opvalt voor vijanden. De kleur kan ook gebruikt worden om indruk op elkaar te maken. Sommige vissen kunnen van kleur veranderen, vooral in de paartijd krijgen mannetjes stralende kleuren om vrouwtjes aan te trekken. Soms kan er ook kleur­ verandering optreden gedurende het leven. Een ander duidelijk kenmerk van vissen zijn de kieuwen. 4 NAAR DE HAAIEN! HOE VISSEN ADEMEN MET KIEUWEN Een kieuw bestaat uit heel veel kleine kieuwplaatjes. Deze kieuwplaatjes staan in nauw contact met het bloed. Als er water door de kieuwen stroomt, komt dit water door de kieuwplaatjes langs de bloedwand. Hierdoor kan het bloed zuurstof uit het water opnemen. Er moet wel steeds een constante waterstroom zijn om water door te kieuwen te laten stromen. Sommige vissen zie je dan ook vaak ‘happen naar water’. Vissen kunnen ook door middel van kieuwdeksels zorgen voor waterverplaatsing langs de kieuwen. BEDREIGING Zeedieren hebben last van verschillende bedreigingen. Zo moeten ze niet alleen waken voor natuurlijke vijanden. De mens is ook een bedreiging voor de zee. Sommige vakantiegangers nemen souvenirs mee uit de zee. Eieren van bijvoorbeeld zeeschildpadden worden opgegraven en opgegeten. De grootste bedreiging van het zeeleven is dus de mens en dan vooral op het gebied van visserij, klimaatverandering en vervuiling. EIERLEVENDBARENDE VISSEN Een ander kenmerk van vissen is dat ze eieren leggen, terwijl zoogdieren hun jongen levend ter wereld brengen. Toch bestaan er ook eierlevendbarende vissen (ovovivipare vissen). Deze vissen leggen geen eitjes buiten het lichaam zoals de meeste vissen dat doen. De eitjes blijven in de buik van de moeder en worden daar uitgebroed. Er is echter wel verschil met levendbarende dieren zoals zoogdieren. Het embryo is daar verbonden met de moeder, denk maar aan de placenta, waardoor het voedingsstoffen krijgt. Bij eierlevendbarende vissen is het embryo niet verbonden met de moeder. In het ei zitten alle voedingsstoffen, het lichaam van de moeder is alleen maar een veilige omgeving. Een goed voorbeeld van een eierlevendbarende vis is een haai. De eerste paar jongen haaien die in de buik van de moeder uitkomen hebben geluk. Ze eten namelijk de rest van de eieren op om aan voedingsstoffen te komen. VISSERIJ OVERBEVISSING Door de industriële visserij zijn de netten zo groot dat er heel veel dieren tegelijk gevangen kunnen worden. Dit zorgt ervoor dat er teveel vis van een bepaalde soort weggevangen wordt. Voornamelijk het wegvangen van hele jaargroepen kan er voor zorgen dat het soortenaantal afneemt, omdat die zich niet meer kunnen reproduceren. BIJVANGST In de grote netten komen ook dieren die vissers niet willen of mogen vangen. Soms gooien vissers deze dieren wel terug in de zee, maar omdat ze gewond zijn overleven ze het meestal niet. Ook raken dieren soms verstrikt in de netten onderwater. 5 NAAR DE HAAIEN! DESTRUCTIEVE VISTECHNIEKEN Tijdens het vissen wordt er in de zee veel vernield. Dit komt doordat de sleepnetten over de grond gaan en alles vernietigen wat op de bodem leeft. Een ander gebruikte techniek in tropische wateren is cyanide. Vissen raken verdoofd door dit gif en kunnen zo uit het water gevist worden. Helaas sterven ook veel andere kleine zeedieren en koralen door het gif. Een andere methode waarbij veel koraal kapot gaat is het vangen van vissen met dynamiet. Sommige vissers maken zelf bommen van dynamiet en brengen deze tot ontploffing. Zo kunnen ze de verdoofde vissen die boven komen drijven vangen. Hierbij worden tegelijkertijd stukken koraalrif vernield. KLIMAATVERANDERING OPWARMING VAN ZEEWATER De zee wordt steeds warmer door de klimaat­ veranderingen. Sommige dieren kunnen niet overleven in warmer water. Daarom gaan ze naar een ander gebied. Koraal kan niet verplaatsen en sterft af omdat de algen doodgaan bij een te hoge temperatuur. VERSCHUIVING VAN LEEFGEBIED De dieren die naar een ander gebied gaan zorgen voor een verschuiving van leefgebied. Het hele ecosysteem kan hierdoor veranderen. Voor sommige dieren gaan hun prooien weg en hebben ze minder voedsel. Voor andere dieren komen er mogelijk vijanden die er nooit eerder geweest zijn en waartegen ze niet opgewassen zijn. ETEN SCHAARSER Door het warmere water moeten veel dieren verder zwemmen voor hun voedsel. Dit kan komen door de eerder besproken verschuiving van leefgebied. Maar ook door bijvoorbeeld het smelten van het poolijs. De ijsbeer moet een veel langere afstand afleggen om voedsel te vinden. VERZURING De aarde wordt steeds warmer en dit komt voor een deel door de uitstoot van koolstofdioxide. Hierdoor verandert niet alleen de temperatuur, maar ook de zuurgraad van het zeewater. Voor koraal en schelpdieren is dit een grote ramp. Hun huis bestaat namelijk vooral uit kalk en dat lost op in zuur water. We De kor etje: de Car aalduivel in abisch veel an e zee is vo een be deren vissen or drei g het die ing, omdat rz vijand elf geen en hee ft. 6 NAAR DE HAAIEN! VERVUILING OLIE De zee kan ernstig vervuild worden door olielekkage. Als een boorplatform kapot gaat of een olietankschip zinkt, komt er veel olie vrij. Deze olie ligt boven op het water en is een ramp voor veel dieren. Vogels raken verstrikt in de olie en kunnen hun vleugels niet meer gebruiken om te vliegen. Daarbij is het met oliebesmeurde verenpak niet meer waterdicht en raken de vogels onderkoeld. In een poging om zichzelf schoon te maken, krijgen ze olie binnen en worden ze vergiftigd. Ook andere zeebewoners hebben last van zo’n ramp. Zoogdieren krijgen olie binnen als ze aan de oppervlakte komen om te ademen en de olie blijft tussen de kieuwen zitten van de vissen waardoor ze geen zuurstof meer krijgen. Als voorbeeld kunt u denken aan de olieramp van het boorplatform in de Golf van Mexico in 2010 of aan het gezonken schip in Italië in 2012. LANDBOUWGIF Het gif dat sommige boeren in de landbouw gebruiken kan via rivieren de zee in stromen. Voor sommige zeedieren is dit gif dodelijk. PLASTIC AFVAL Ook komt er een hoop plastic afval in de zee terecht. Er ontstaan enorme eilanden van plastic in de oceanen, wat gevormd wordt door ontelbare stukjes plastic die naar elkaar toe drijven. Plastic vormt een groot gevaar voor veel zeedieren. De dieren zien het plastic aan voor voedsel en stikken. Het plastic kan ook ophopen in de darmen en zeedieren vergiftigen. HOOFDINGANG PLATTEGROND VOOR HET SPEURBLAD OCEANIUM RESTAURANT RIVIÈRAHAL COLOFON SPEELTUIN Productie: Vormgeving: Datum: Afdeling Educatie Anna Racz Juni 2012/Juli 2015 KLASLOKAAL INGANG RIVIÈRAHAL-ZIJDE