Verkiezingen in Amerika Achtergrondinformatie Schema presidentsverkiezingen (blz. 2) De Republikeinse partij en de Democratische partij (blz. 3) De belangrijkste kandidaten voor de Republikeinen (blz. 4) De belangrijkste kandidaten voor de Democraten (blz. 7) Maarten Katsman Femke van Paasschen © Atlantische Commissie Begrippenlijst (blz. 9) Tips voor meer informatie (blz. 12) Schema Amerikaanse verkiezingen 2008 Januari tot en met juni: Voorverkiezingen Primaries Ongeveer 5 kandidaten per partij Caucusses Super Tuesday: 5 februari Democraten: 25-28 augustus Augustus-september: Nationale Conventies Democraten en Republikeinen presenteren hun presidentskandidaat Republikeinen: 1-4 september 4 november: Presidentsverkiezingen 1 Democratische kandidaat 1 Republikeinse kandidaat Eventueel onafhankelijke kandidaat (independents) Presidentsverkiezingen zijn altijd de eerste dinsdag na de eerste maandag van november. In totaal 538 kiesmannen, verdeeld over de 50 staten en Washington D.C. Uiteindelijk: 1 president Verkiezing werkt per staat. ‘Winner takes all’ 15 december: Kiesmannen brengen stemmen uit in het kiescollege De formele verkiezing door de kiesmannen. 20 januari 2009: Inauguratie nieuwe president Inauguratie is altijd op 20 januari. 2 De Republikeinse Partij In het midden van de negentiende eeuw vormden de Whigs en de Democrats een partijsysteem. Door onenigheid in de slavernijkwestie desintegreerde de Whigpartij. De Republikeinse Partij werd opgericht in 1854 en kwam voort uit de restanten. In 1856 deed de Republikeinse Partij voor het eerst mee met de presidentsverkiezingen, met John Fremont als kandidaat. Abraham Lincoln werd in 1860 de eerste Republikeinse president. Hij leidde het land tijdens de Burgeroorlog (1861-1865) en beëindigde de slavernij. Na de Burgeroorlog (18611865) verzorgde de partij van (de inmiddels vermoorde) Lincoln de amendementen op de grondwet die de voormalige slaven moesten emanciperen. De Republikeinen staan voor individueel initiatief en vrije ruimte voor ondernemersschap, in tegenstelling tot ‘big government’. De markten moeten vrij zijn, de belastingen laag. De overheid moet alleen die taken uitvoeren, die individuen en bedrijven niet kunnen (bijvoorbeeld openbare veiligheid, infrastructuur). De beste overheid is ‘de overheid die het minst regeert’ en het dichtste bij de mensen staat. In de wijken zijn bijvoorbeeld ‘precinct captains’ van de partij, die de inwoners mobiliseren om te gaan stemmen. In de binnenlandse politiek moeten de afzonderlijke staten meer vrijheid krijgen ten opzichte van de federale overheid. Belangrijke punten in de geschiedenis van de Republikeinen zijn de emancipatie van AfricanAmericans, het vrouwenkiesrecht en burgervrijheden. Tegenwoordig is de ‘Religious Right’ een belangrijke basis van de Republikeinse Partij. Morele issues staan hoog in het vaandel van deze groep. Zaken als abortus en homohuwelijk passen niet binnen het kader van de Republikeinse burgervrijheden. Vrij wapenbezit dan weer wel. Een gebied waar de overheid volgens de Republikeinen wel veel geld aan mag, of zelfs moet, besteden, is defensie en nationale veiligheid. De VS moeten zelf en zonodig helemaal alleen in staat zijn de eigen belangen te verdedigen. Dit komt voort uit de nationale trots, die sterk aanwezig is bij de Republikeinen. De Democratische Partij Toen Thomas Jefferson (1743-1826), de eerste Democratische president van de Verenigde Staten (van 1800 tot 1808), in 1792 de Democratische Partij oprichtte, stond deze oorspronkelijk bekend als ‘the party of the common man’. De Democraten verenigden zich aanvankelijk onder de naam ‘Democratic Republicans’, waarna in 1844 besloten werd om de huidige naam ‘Democratic Party’ aan te nemen. De machtsbasis van de Democraten lag in het zuiden. De partij richtte zich vooral op de blanke Amerikaanse arbeiders en boeren. De rol van de overheid op federaal niveau diende klein gehouden te worden, in tegenstelling tot de sterke federale overheid (‘big government’) waar de Democraten vandaag de dag voor pleiten. Aan het einde van de negentiende eeuw onderging het Amerikaanse electoraat een aanzienlijke verandering, met name door de toename van immigranten in de Verenigde Staten. De Democratische Partij verwelkomde de immigranten met open armen en hielp hen te integreren in de Amerikaanse samenleving. Terwijl de partij zo een politieke basis opbouwde, werd zij steeds dominanter op stedelijk niveau. Minderheden (m.n. African-Amerikans en vrouwen) werden een belangrijke doelgroep. In de loop van de negentiende eeuw is een verschuiving waar te nemen van conservatief naar progressief beleid. Vandaag de dag staat de Democratische Partij voor een transparante overheid, vernieuwing van het zorgstelsel (d.w.z. een stelsel dat voor alle Amerikanen toegankelijk en betaalbaar is), verbetering in het onderwijs (vooral het toegankelijk en betaalbaar maken van universiteiten) en verbeterde- integratie van minderheden in de samenleving. In het belang van de veiligheid van de Verenigde Staten willen de democraten het leger sterk houden en hervormen (meer specialisatie) om zo de oorlog in Afghanistan tot een succesvol einde te brengen. 3 Republikeinse kandidaten Rudy Giuliani: Giuliani is geboren in 1944 in de wijk Brooklyn. Onder Reagan werkte hij op het Ministerie van Justitie en later als openbare aanklager in de staat New York. Hier werd hij bekend als de ‘Crime Fighter’, omdat hij zeer succesvol was in het bestrijden van georganiseerde misdaad, fraude en corruptie. In 1993 werd hij burgemeester van New York City en daar maakte hij zijn reputatie waar: de stad werd de veiligste grote Amerikaanse stad. Na de aanvallen van 9/11 manifesteerde Giuliani zich als sterke leider, die de stad er weer bovenop hielp. Tegenwoordig plaatst men echter vraagtekens bij zijn prestaties in die tijd. Binnenland • • • • Belastingverlagingen, die net als in New York City zouden leiden tot lagere belastingdruk bij werkende gezinnen, economische groei en nieuwe banen. In samenhang hiermee moeten de overheidsuitgaven omlaag, om het budget in balans te houden. Meer concurrentie en marktwerking in de gezondheidszorg om tot hogere efficiëntie te komen. Illegale immigratie tegen gaan door een afscheiding langs de Mexicaanse grens en een beter digitaal systeem om mensen te weren. Aangevuld met een betere grensbewaking. Immigranten met een strafblad moeten worden uitgezet. Niets veranderen aan de wet op wapenbezit, wel beter de bestaande regels toepassen. Dit geldt verder voor alle andere Republikeinse kandidaten. Buitenland • • • Een schema voor terugtrekken uit Irak is onwenselijk, want dat bemoedigt Amerika’s vijanden. Irak is slechts één front in de oorlog tegen terrorisme. De rol van de NAVO en de VN moet opnieuw gedefinieerd worden. De VS moeten met deze organisaties kunnen samenwerken in de uitdagingen van de 21e eeuw. De militaire macht van de VS moet sterker worden, bijvoorbeeld door een raketschild. Mike Huckabee: Huckabee is geboren in 1955 en net als Bill Clinton een voormalige gouverneur van de staat Arkansas. Deze positie bekleedde hij van 1996 tot 2007. Een groot deel van zijn volwassen leven wijdde hij aan zijn geloof. Binnen de Baptistische kerk (de grootste stroming in Arkansas) vervulde Huckabee verscheidene leidende functies. Binnenland • • • • • Huckabee is ‘pro-life’, oftewel tegen abortus. ‘Consumer-based healthcare’: gezondheidszorg koppelen aan mensen in plaats van banen. Maar: geen sociaal zorgstelsel. Alle federale inkomstenbelastingen worden afgeschaft en vervangen door de FairTax: een belasting op consumptie. Voor noodzakelijke goederen geldt de belasting niet, zodat mensen onder de armoedegrens helemaal niet belast worden. Het huwelijk is voor een man en een vrouw samen en voor hen alleen. Immigratie controleren door een grotere grensbewaking en afscheiding langs de Mexicaanse grens. Géén pardon voor in de VS woonachtige illegalen. 4 Buitenland • • • Irak is een veldslag in de oorlog van deze generatie. Al Qaeda gebruikt Irak om de VS aan te vallen. Terugtrekken is geen optie, er moet gewonnen worden. De defensiebegroting moet standaard zes procent van het nationaal inkomen bedragen. Een groot leger zorgt voor afschrikking, terwijl een zwak en verspreid leger vijanden uitnodigt om een crisis uit te lokken. Bovendien vergt het conflict in Irak veel van het leger. Het verbond met Israël is zeer belangrijk en Israel heeft een unieke positie als enige echte democratie in het Midden-Oosten. Huckabee wil er alles aan doen om te zorgen dat Israel kan beschikken over de modernste wapens in de strijd tegen de landen die Israel willen vernietigen. John McCain: McCain is geboren in 1936 en is de oudste kandidaat in deze verkiezingen. Hij heeft een achtergrond bij de marine en diende in Vietnam. McCain is daarom zeer geliefd bij veteranen. In 1982 werd hij verkozen voor een plaats in het Huis van Afgevaardigden en vier jaar later als senator voor zijn staat Arizona. Momenteel heeft McCain de opvallende steun van de Democraat Joe Lieberman (de vice-presidentskandidaat voor Al Gore in 2000). Binnenland • • • Belastingen moeten omlaag, evenals de overheidsuitgaven. Meer concurrentie in de kosten en kwaliteit in de gezondheidszorg en meer beslissingsbevoegdheid bij de mensen zelf. Mensen moeten echter ook zelf meer verantwoordelijkheid dragen. Abortus tegen gaan, beslissing bij de individuele staten laten. Adoptie is een goed alternatief voor abortus. Het gezin is de hoeksteen van de Westerse beschaving. Lokale overheden moeten het traditionele gezin (een huwelijk tussen één man en één vrouw) kunnen beschermen. Het Hooggerechtshof mag de beslissing van de staten niet ongedaan maken. . Buitenland • • • De VS moeten meer troepen naar Irak sturen. Economische en politieke stabiliteit in dit land worden pas bereikt als het Amerikaanse leger eerst de veiligheid kan garanderen en daar zijn meer soldaten voor nodig. In plaats van missies naar gebieden met veel geweld te ondernemen vanuit vaste bases, moet het Amerikaanse leger meer gebied beheersen. McCain wil het Amerikaanse leger op de positie houden die het nu heeft: de positie van het beste, sterkste en meest geavanceerde leger ter wereld. Door (potentiële) concurrentie van Rusland en China en de dreiging van terroristen, moet het leger in al zijn onderdelen uitgebreid worden. Daarnaast biedt een raketschild een goede verdediging. Oprichten van een League of democracies: aanvulling op de VN om menselijk lijden, milieuen economische problemen te bestrijden. 5 Mitt Romney: net als Huckabee is Romney een voormalig gouverneur, van de staat Massachusetts in dit geval. Romney is geboren in 1947 en vóór zijn gouverneurschap was hij een succesvol zakenman. Mocht Romney de verkiezingen winnen, dan hebben de VS voor het eerst een mormoon als president. Binnenland • • • • Illegale immigratie tegen gaan door ‘fysiek en technologisch hek’. Een pardon is onwenselijk, want dat ondermijnt het vertrouwen in Amerikaans recht. Overheidsuitgaven terugdringen, bijvoorbeeld door ‘line-item veto’: een veto tegen sommige delen van een plan of budget, in plaats van het plan als geheel. Belastingen in het algemeen verlagen en de verlagingen van Bush (voor de hogere inkomens) permanent maken. ‘Culture of life’: abortus tegen gaan,maar het traditionele gezin promoten. Een huwelijk is voor één man en één vrouw. Buitenland • • • • • Niet terugtrekken uit Irak. Het leger moet versterkt worden met 100.000 soldaten. De defensiebegroting moet ten minste vier procent van het nationaal inkomen bedragen. De komende jaren is minstens veertig miljard dollar extra nodig om het leger te moderniseren en verbeteren. Preventie speelt een sleutelrol en de inlichtingdiensten zijn hier belangrijk voor. Oprichten van ‘Partnership for Progress and Prosperity’: samenwerkingsverband tussen de rijke landen en de moslimwereld om te zorgen dat de bevolking aldaar toegang heeft tot basisbehoeften als onderwijs, rechtstaat en gezondheidszorg. Een nucleair Iran vormt een gevaar. Daarom moeten economische sancties worden verscherpt en Iran diplomatiek geïsoleerd. Sterkere banden nastreven met Latijns-Amerika, maar isoleren van leiders als Castro en Chavez. Bronnen http://www.joinrudy2008.com http://mikehuckabee.com http://www.johnmccain.com http://www.mittromney.com 6 Democratische kandidaten Hillary Rodham Clinton: geboren in 1947 (Chicago, Illinois) Werd na haar afstuderen aan Wellesley College advocate bij het ‘Children’s Defense Fund’. Trouwde in 1975 met Bill Clinton. Was ‘first lady’ van 1992 tot 2000, een periode waarin ze zich vooral inzette voor kinderen en verbetering van het Amerikaanse zorgstelsel. Werd in 2000 gekozen als senator voor New York. Als senator stemde zij eind 2002 voor de oorlog in Irak. Wijzigde uiteindelijk haar positie over Irak en stemde in 2007 tegen het plan van president Bush om meer troepen naar Irak te sturen Binnenland • • • De Amerikaanse middenklasse moet versterkt worden: de belastingen voor deze families dienen verlaagd te worden en het zorgstelsel moet verbeteren en betaalbaar worden. Het immigratie systeem dient te worden omgevormd: het moet voor immigranten makkelijker worden om te integreren in de VS, zodat zij bij kunnen dragen aan de Amerikaanse economie en cultuur. De Amerikaanse universiteiten moeten betaalbaar en meer toegankelijk gemaakt worden. Buitenland • • • De VS moeten hun status in de wereldpolitiek hervinden: het Amerikaanse leger moet worden hervormd en er moet een breder wapenarsenaal worden ontwikkeld om in te zetten in de strijd tegen het terrorisme. Bovendien moeten de relaties met bondgenoten en de vertrouwensband met Europa hersteld worden. De oorlog in Irak moet worden beëindigd volgens een drie stappen plan: de Amerikaanse troepen terugtrekken, stabiliteit in Irak creëren en een nieuw diplomatiek initiatief in deze regio opstarten. De ‘war on terror’ in Afghanistan kan alleen gewonnen worden indien Amerikaanse militaire inspanningen ter plekke versterkt worden: er moet meer aandacht komen voor ontwikkeling in deze regio. John Edwards: geboren in 1953 in Seneca, South Carolina. Na zijn studie rechten werd hij advocaat, een periode waarin hij o.a. de hoogste schadevergoeding voor persoonlijke verwondingen in de geschiedenis van North Carolina voor een cliënt uit het vuur sleepte. In 1998 werd hij senator van North Carolina. Verloor de voorverkiezingen voor Democratische presidentskandidaat in 2004 van Kerry, werd vervolgens ‘running mate’ van Kerry tijdens de verkiezingen van 2004, die door de democraten werden verloren. Binnenland • • • De Amerikaanse middenklasse moet versterkt worden door hen minder belasting te laten betalen. De belasting van de rijkste groepen moet omhoog. Zorgstelsel: families zonder zorgverzekering moeten een goede dekking krijgen voor een lage prijs. Amerikaanse universiteiten moeten toegankelijker worden voor alle Amerikanen. (nationaal ‘College for everyone’ initiatief) 7 Buitenland • • • De VS moeten opnieuw toenadering zoeken tot hun bondgenoten: internationale samenwerking is vereist om de vrede te handhaven en de morele autoriteit van de VS binnen de internationale gemeenschap te herstellen. Bovendien dient het Amerikaanse leger hervormd te worden om de efficiency te verbeteren. De oorlog in Irak moet worden beëindigd: ‘smart power’: meer diplomatieke initiatieven, naast voortgaande militaire operaties. De oorlog in Afghanistan: er moeten meer gespecialiseerde legereenheden in Afghanistan worden ingezet om het terrorisme te bedwingen. Dit moet gebeuren in samenwerking met de NAVO. Barack Obama: geboren in 1961 (Honolulu, Hawaii). Jongste Democratische presidentskandidaat voor 2008. Groeide op in Indonesië en Hawaii. Studeerde politicologie en rechten. Werd in 2004 senator voor Illinois. Zette zich in de Senaat vooral in voor onderwijs. De eerste wet die hij succesvol wist door te drukken bevatte het plan om de transparantie van de regering te vergroten d.m.v. ‘egovernment’, waardoor burgers op internet o.a. kunnen lezen hoe hun belasting besteed wordt. Binnenland • • • De onder- en middenklasse moeten fiscaal beschermd worden: belastingverhogingen komen voor rekening van de rijkste belastingbetalers. Het Amerikaanse zorgstelsel moet gemoderniseerd worden: kinderen moeten verplicht verzekerd zijn. Amerikaanse universiteiten moeten toegankelijker worden voor alle Amerikanen: ‘American Opportunity Tax Credit’, een belastingvoordeel waardoor 2/3de van de kosten van een gemiddelde studie aan een openbare universiteit gedekt zouden zijn. Buitenland • • • Het morele leiderschap van de VS binnen de internationale wereld moet hersteld worden: diplomatie is een prioriteit. Hulp aan arme landen zal verdubbeld worden, zodat ook de zwakste staten kunnen bouwen aan een welvarende, gezonde en onderwezen samenleving. De oorlog in Irak moet beëindigd worden: Amerikaanse troepen moeten het land verlaten. Er moet druk gezet worden op de verschillende bevolkingsgroepen, zodat deze twee fracties gezamenlijk tot een politieke oplossing kunnen komen voor de problemen in Irak. De oorlog in Afghanistan: NAVO-lidstaten moeten meer investeren in de opbouw en stabiliteit van Afghanistan. De VS moeten zich meer richten op Afghanistan als centraal front in het bestrijden van terrorisme. Bronnen http://www.foreignaffairs.org http://www.hillaryclinton.com http://www.johnedwards.com http://www.barackobama.com http://www.amerika.nl 8 Begrippenlijst Amerikaanse verkiezingen Voorverkiezingen - Caucus: lokale bijeenkomst van partijleden. Dit gaat getrapt: precinct-county-state. Een precinct is een kiesdistrict, een county staat tussen gemeenten en staat. Op precinct-niveau worden gedelegeerden gekozen, die vervolgens op county-niveau een caucus houden en gedelegeerden voor het staatsniveau kiezen. De caucus op staatsniveau bepaalt de uiteindelijke keuze voor een kandidaat bij de Nationale Conventie. - Primary: voorverkiezing op staat niveau, binnen een partij. Leden van een partij bepalen door middel van de primaries zelf wie ze als kandidaat voor de echte presidentsverkiezingen willen. Dit gaat door middel van directe verkiezingen of via gedelegeerden, die gebonden zijn aan een bepaalde kandidaat. De gedelegeerden brengen dan uiteindelijk hun stem uit op de kandidaat. De manier van primaries is afhankelijk van de wetgeving in de afzonderlijke staten. Behalve direct en indirect, bestaat er ook een verschil tussen open en gesloten primaries: bij gesloten mogen alleen keizers van de eigen partij meedoen (geregistreerd als bijvoorbeeld Republikein), bij open mogen ook onafhankelijke kiezers (die niet bij een partij zijn geregistreerd) meedoen met de voorverkiezing. - Super Tuesday: dinsdag vijf februari. Ook wel Super Duper, Tsunami of Giga Tuesday genoemd. Op deze dag houden in één keer 22 staten, waaronder enkele grote zoals New York en Californië, tegelijkertijd hun voorverkiezingen. - Front-loading: staten houden hun caucus of primary steeds eerder ten opzichte van de echte presidentsverkiezing. Hierdoor hopen ze één of twee kandidaten extra populariteit te geven, zodat ze meer invloed uitoefenen op de uiteindelijke nominatie. Nationale Conventies - National Conventions/Presidential Conventions: elke vier jaar houden de partijen hun eigen Nationale Conventie, om hun presidentskandidaat te presenteren. Via het huidige systeem van voorverkiezingen is de kandidaat dan al bekend. De conventies worden daarom gebruikt als marketing van de kandidaat, zijn beleid en het partijbeleid (zie Platform). - Platform: het formele, geschreven statement over de principes en doelen van een partij, ontwikkeld tijdens de nominatie van een presidentskandidaat. Het belang van ‘platform’ is de afgelopen tijd steeds gedaald, omdat kandidaten steeds meer op hun persoonlijkheid en verwachte leiderschap worden beoordeeld (via televisie en internet). - Convention bounce: een stijging in populariteit van een presidentskandidaat, als gevolg van de kandidaatstelling tijdens de Nationale Conventie van zijn/haar partij. Presidentsverkiezingen - Independents/third party-candidates: kandidaten die niet bij de Democraten en Republikeinen horen. Door het systeem van een kiescollege en de regel ‘winner takes all’, is het extreem moeilijk voor een onafhankelijke kandidaat om verkiezingen te winnen. Kiezers weten dat ook en maken het onafhankelijken nog moeilijker door dan maar op hun tweede keuze te stemmen (de minste van twee kwaden) en zo in ieder geval niet een voor hun ergere kandidaat te helpen. Independents kan ook slaan op kiezers, namelijk de kiezers die zich niet bij een bepaalde partij registreerden. - Flip-flopper: een kandidaat die vaak (radicaal) van mening verandert. Vergelijkbaar met het Nederlandse ‘draaikont’. 9 - Frontrunner: een kandidaat die voorligt tijdens de verkiezingen. Wie in een spannende verkiezingsstrijd te snel frontrunner wordt, ondervindt daar meestal juist problemen van. Verwachtingen zijn dan hoog en de frontrunner is het doelwit van alle andere kandidaten. Kiescollege - Electoral College/Electors: kiescollege, bestaande uit de kiesmannen. Kiesmannen worden door de partijen in een staat genomineerd. Afhankelijk van het aantal senatoren (voor elke staat twee) en afgevaardigden (afhankelijk van het aantal inwoners, maar minimaal één) heeft elke staat een bepaald aantal kiesmannen (Californië heeft er 55, o.a. Vermont heeft er 3, het minimale aantal). Als kiezers stemmen op een presidentskandidaat, stemmen ze in feite voor de kiesmannen die aan die kandidaat zijn gebonden. Als de kandidaat een meerderheid aan stemmen heeft, worden al ‘zijn’ kiesmannen gekozen. Dit is het ‘winner takes all’ principe. Deze kiesmannen brengen vervolgens hun stem uit op de kandidaat. In theorie (en soms in praktijk) kan iemand hierdoor president worden, zonder een landelijke meerderheid aan stemmen te hebben. De kandidaat die in totaal een absolute meerderheid aan kiesmannen heeft (er zijn er 538), wint de verkiezingen. Mocht er geen enkele kandidaat de absolute meerderheid winnen (in het verleden gebeurde dat nog wel, nu vrijwel nooit meer), dan gaat de verkiezing naar het Huis van Afgevaardigden: elke staat heeft dan één stem (dus onafhankelijk van hoe groot de delegatie is). Alleen de drie kandidaten met de meeste kiesmannen doen dan nog mee. Waarom bestaat het kiescollege? Er zijn eigenlijk twee redenen voor: 1. De bedenkers van de grondwet (‘founding fathers’) voorzagen problemen met directe verkiezingen: een tiran zou de gewone burgers kunnen manipuleren. Het kiescollege fungeerde dan als buffer. Kiesmannen komen alleen bij een presidentsverkiezing bijeen en zouden daarom moeilijker te manipuleren zijn. Bovendien bestond het kiescollege uit een ‘wijze elite’. 2. De structuur van de overheid: het kiescollege geeft relatief meer macht aan de kleinere staten ten opzichte van de grote. Deze structuur komt voort uit compromissen tijdens de grondwettelijke vergadering. Nu is er een meerderheid van driekwart van de staten nodig om het systeem te veranderen. Het is onwaarschijnlijk dat kleinere staten instemmen. - Plurality rule: de presidentskandidaat die de meeste stemmen heeft gekregen in een staat, wint daar de verkiezing. Als er meerdere kandidaten meedoen, hoeft de winnende meerderheid dus niet groter dan 50% te zijn. Plurality rule geldt niet landelijk: een presidentskandidaat moet wel een absolute meerderheid aan kiesmannen hebben om de verkiezingen te winnen. Kiezers - Gender gap: het verschijnsel dat vrouwen ander stemgedrag vertonen dan mannen: vaker Democratisch dan Republikeins en vaker liberaal dan conservatief. - Protest vote: een kiezer die wel op een onafhankelijke stemt, maar dat doet uit onvrede over de andere kandidaten. Zijn of haar stem gaat dan min of meer verloren, maar dat neemt die kiezer op de koop toe In 1992 bleek uit onderzoek dat 5% van de kiezers van Ross Perot (toen een onafhankelijke kandidaat) verklaarde niet op hem gestemd te hebben als ze dachten dat hij kon winnen. - Swing voter: kiezer die niet standaard op een bepaalde partij stemt, maar afwisselt afhankelijk van de kandidaten. Deze kiezers zijn belangrijke doelwitten van campagnes. - Ticket splitting: tegelijk met de presidentsverkiezingen vinden de congresverkiezingen plaats. Als iemand bijvoorbeeld stemt op de Democratische presidentskandidaat, maar een Republikeinse senator, is er sprake van ticket-splitting. Zijn/haar stem wordt dan ‘gedeeld’. 10 Overige - Battleground state/swing state: door het ‘winner takes all’ principe, spelen campagnes zich in sommige staten nauwelijks af en in andere juist heel veel. New York stemt bijvoorbeeld standaard Democratisch, waardoor het voor de Democraten geen nut heeft om extra campagne te voeren en voor de Republikeinen is het zonde van de middelen om zich op zo’n staat te richten. De battleground states zijn die staten die zeer verdeeld zijn en waar de kandidaten voortdurend campagne voeren. In deze staten is veel te winnen. Ook wel swing states genoemd, omdat ze vaak afwisselen tussen de partijen. - GOP: Grand Old Party, ook wel Gallant Old Party. Bijnaam voor de Republikeinse Partij. - Horse-race: metafoor voor een verkiezingsrace. Refereert aan de spanning die mensen voelen zoals bij een sportevenement. Horse-race slaat ook op de manier waarop de media met de verkiezingen omgaan: constant de uitkomsten van peilingen geven (de stand in een wedstrijd), in plaats van ingaan op de inhoudelijke argumenten. - Landslide: een enorme, overduidelijke verkiezingsoverwinning. - Midterm election: de verkiezingen voor het congres, die plaatsvinden in het midden van een presidentiële termijn. Voor het congres zijn er elke twee jaar verkiezingen. Alle Afgevaardigden (in totaal 438) worden gekozen en eenderde van de Senatoren. Senatoren dienen daarom termijnen van zes jaar, maar de Senaat (in totaal 100 leden) wisselt dus wel elke twee jaar van samenstelling. De midterm elections gelden vaak als ‘referendum’ over de president: als hij goed heeft gepresteerd, zal zijn partij daarvan profiteren in het congres, en vice versa. - PAC: Political Action Committee, belangengroep die kandidaten steunt met giften. De PAC halen zelf geld op bij individuele burgers, om het vervolgens aan de campagne te schenken. - Spoils system: de winnaar van een verkiezingsrace verdeelt baantjes onder zijn aanhangers, als beloning voor de steun tijdens de campagne. Andrew Jackson (president van 1828-1836), begon met dit systeem. Hij geloofde dat de winnende partij een mandaat had gekregen van de bevolking en daarom de belangrijke posten mocht bemannen. Deze rotatie zou ook corruptie (een favoriet thema bij Amerikanen) tegen gaan, omdat ambtenaren niet zo lang zouden blijven zitten. - States’ rights: het standpunt dat de federale overheid niet teveel taken over moet nemen van de individuele staten. Bronnen P. Boyer e.a. The enduring vision. A history of the American people (vijfde editie, 2004). Handboek Amerikaanse geschiedenis. Elections 2004 Uitgave van de Amerikaanse ambassade. NRC Next Nederlandse ochtendkrant. http://www.gop.com Website van de Republikeinse partij. http://www.amerika.nl Website van F. Verhagen. http://www.multied.com Amerikaanse educatieve website. 11 Tips voor meer informatie Boeken P. F. Boller: Presidential campaigns: from George Washington to George W. Bush (2004). C. Groenhuijsen: Hoera! Een nieuwe president (2007). B.H. Obama: The audacity of hope (2007). N. W. Polsby: Presidential elections (1991). T. Ross en G. Will: Enlightened democracy: the case for the Electoral College (2005). H. Veldman: De strijd om het Witte Huis (2007). F. Verhagen: De beste wint nooit (2007). M. William: The making of the presidential candidates 2008 (2007). Websites Center for Voting and Democracy http://www.fairvote.org Democratische Partij http://democrats.org F. Verhagen http://www.amerika.nl NOS http://www.amerikakiest.nl Republikeinse Partij http://www.gop.com Verkiezingsuitslagen/achtergronden etc. http://uselectionatlas.org 12