Overzicht van de epidemiologische en klinische studies over de gezondheidseffecten van radiofrequentie straling die gepubliceerd zijn in het eerste trimester van 2014 Globale evaluaties en reviews Blootstelling afkomstig van mobiele telefoons , basisstations en draadloze netwerken. Een standpunt van de Noordse Autoriteiten voor stralingsveiligheid. The Nordic radiation safety authorities, 2013/12/17 http://www.nrpa.no/dav/1ce2548717.pdf De studies die tot op heden zijn gepubliceerd in de wetenschappelijke literatuur tonen geen nadelige gezondheidseffecten aan bij blootstelling aan radiofrequente elektromagnetische velden met veldsterkten lager dan de in de Scandinavische landen goedgekeurde richtsnoeren of limieten. Epidemiologische studies over langdurige blootstelling aan radiogolven van mobiele telefoons zijn echter nog steeds beperkt, en dan vooral studies bij kinderen en adolescenten. Aangezien de blootstelling van het grote publiek, waaronder kinderen, aan radiogolven afkomstig van draadloze lokale netwerken en basisstations ver beneden de blootstellingslimieten ligt, is er geen noodzaak om de blootstelling van deze bronnen verder te beperken. Het zal nog enkel decennia duren vooraleer studies naar het verband tussen levenslang gebruik van mobiele telefoons en chronische gezondheidsproblemen beschikbaar zullen zijn. Gezien het grote aantal gebruikers van mobiele telefoons, is het van groot belang om de potentiële effecten op de volksgezondheid op te volgen. Dit is de reden waarom de Scandinavische autoriteiten voor stralingsveiligheid het onderzoek naar de eventuele gezondheidsrisico’s van gsm-gebruik van nabij blijven volgen . Nationale en internationale groepen van deskundigen hebben uitgebreide overzichten van de beschikbare wetenschappelijke publicaties gemaakt om te beoordelen of er een verband is tussen blootstelling aan radiofrequente elektromagnetische velden en het risico op kanker en andere chronische ziekten. In mei 2011, heeft het Internationaal Agentschap voor Kankeronderzoek (IARC) van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) de wetenschappelijke literatuur over kankerrisico’s gereviewed en besloot om radiofrequente elektromagnetische velden als mogelijk kankerverwekkend voor mensen te classificeren. Deze indeling is vooral gebaseerd op de resultaten van een aantal epidemiologische studies die wijzen op een verhoogd risico op hersenkanker bij volwassen gebruikers van mobiele telefoons. Sinds 2011 , werden een aantal nieuwe epidemiologische studies over gsm-gebruik en het risico van hersentumoren en andere tumoren van het hoofd is gepubliceerd. De globale gegevens over hersentumor en gsm- gebruik tonen geen risico op tumoren aan. Er zijn nog beperkte gegevens voor wat betreft de risico's van het gebruik van mobiele telefoons op lange termijn, langer dan ongeveer 13-15 jaar. Het is nog te vroeg om definitieve conclusies te trekken als het gaat om het risico voor hersentumoren bij kinderen en adolescenten, maar de beschikbare literatuur tot op heden toont geen verhoogd risico. Nieuwe epidemiologische studies hebben ook een aantal andere gezondheidsresultaten dan kanker onderzocht. Sommige effecten zijn waargenomen , maar methodologische beperkingen voorkomen harde conclusies in termen van causale associaties. Ook het aantal studies voor elk resultaat is relatief klein en er is geen samenhang tussen de verschillende onderzoeken. Britse onderzoeksgroep vindt geen bewijzen van gezondheidsrisico’s door mobiele telefoons. Wise J. BMJ 2014 ; 348 : g1477 Een 11 jaar durend onderzoeksproject heeft geen aanwijzingen gevonden voor nadelige effecten op de gezondheid van het gebruik van mobiele telefoons of basisstations. Het Mobile Telecommunications and Health Research Programme werd in 2001 opgericht als onderdeel van de reactie van de regering op de aanbevelingen van de groep van onafhankelijke deskundigen met betrekking tot mobiele telefoons onder leiding van William Stewart. De 16,4 miljoen euro kostende programma, gezamenlijk door de Britse regering en de telecommunicatie-industrie gefinancierd , werd geleid door een onafhankelijke commissie. Het steunde 31 individuele onderzoeksprojecten die resulteerden in bijna 60 artikelen gepubliceerd in peer-reviewed wetenschappelijke tijdschriften. Het eindrapport van het programma zegt dat het geen bewijs heeft gevonden dat blootstelling van zwangere vrouwen aan emissies van basisstations een effect had op de kans om kanker te ontwikkelen in de vroege kindertijd. Het zei ook dat er geen bewijs is dat het gebruik van mobiele telefoons het risico op leukemie verhoogd. Er is publieke bezorgdheid over de mogelijke nadelige effecten van de blootstelling aan de gepulste signalen afkomstig van het TETRA radiosysteem dat wordt gebruikt door de politie en andere hulpdiensten. Het rapport zegt dat drie dubbelblinde studies geen bewijs vonden dat signalen van handgebruikte TETRA radio's of TETRA basisstations nadelige effecten veroorzaken. Het programma wordt nu afgesloten. De nog lopende studies naar de lange termijn risico's voor de gezondheid van de gebruikers van mobiele telefoons, zal verder worden beheerd door het beleidsonderzoeksprogramma van ‘Health for England’. Gebruik van mobiele telefoons en het risico op intracraniële tumoren: een consistentie analyse. Lagorio S , Röösli M. Bioelectromagnetics 2014 Feb ; 35 ( 2 ) :79 - 90 . Er werd een meta-analyse uitgevoerd van de studies over intracraniële tumoren en gsm-gebruik die gepubliceerd zijn voor het eind van 2012 om de consistentie van de resultaten te toetsen, de gevoeligheid van de resultaten voor veranderingen in de dataset te beoordelen, en te proberen om de bronnen van inter-studie heterogeniteit op te sporen. Negenentwintig publicaties voldeden aan de inclusie criteria. Deze publicaties rapporteren over 47 in aanmerking komende studies ( 17 over glioma, 15 over meningioma , 15 over akoestisch neuroma ), met zowel primaire onderzoeken als samengevoegde analyses. Vijf combinaties van niet-overlappende studies per resultaat werden geïdentificeerd. De gecombineerde relatieve risico's ( cRRs ) bij de langdurige gebruikers van mobiele telefoons ( ≥ 10 jaar ) varieerde tussen 0,98 ( 0,75-1,28 ) en 1,11 ( 0,86-1,44 ) voor meningioma met weinig heterogeniteit tussen de studies. Hoge heterogeniteit werd waargenomen in schattingen van glioma en akoestisch neuroma risico bij lange termijn gebruikers met cRRs variërend van 1,19 ( 95 % CI 0,86-1,64 ) en 1,40 ( 0,96-2,04 ) en van 1,14 ( 0,65-1,99 ) 1,33 ( 0,65 -2.73 ) respectievelijk . Een meta - regressie van de primaire studies toonden aan dat de methodologische verschillen ingebed in de variabele " studie - groep ", het grootste deel van de globale heterogeniteit in de resultaten verkaarden. Samenvattende risico-inschattingen gebaseerd op heterogene bevindingen mogen niet worden over- geïnterpreteerd. Conclusie : De resultaten van deze studie doen afbreuk aan de hypothese dat mobiele telefoons het vóórkomen van hersentumoren beïnvloedt. Maar reproduceerbaarheid (of gebrek aan) is slechts één element in de kritische analyse van de epidemiologische gegevens. Op basis van andere overwegingen zoals de beperkte kennis die momenteel beschikbaar is betreffende het risico ten gevolge van meer dan 15 jaar blootstelling, of na gebruik van mobiele telefoons begonnen in de kindertijd, is de uitvoering van epidemiologische surveillance aangewezen. Het gebruik van mobiele telefoons en het risico op hersenkanker bij kinderen? Martin Röösli , Maria Feychting , Joachim Schüz. Tumors of the Central Nervous System Volume 13 , 2014 , 293-300 ( ed. M. Hayat ed. ) Het gebruik van mobiele telefoons onder kinderen en adolescenten is de afgelopen tien jaar sterk toegenomen en dit heeft geleid tot bezorgdheid over een mogelijk verhoogd risico op hersentumoren in deze leeftijdsgroep ten gevolge van de door mobiele telefoons uitgezonden radiofrequente elektromagnetische golven. Tot nu toe hebben nog maar enkele multi-center case- control studies en diverse incidentie tijd trendanalyses het probleem aangepakt. Globaal wijzen deze gegevens niet op een verhoogd risico op hersentumoren ten gevolge van het gebruik van mobiele telefoons. Er blijven echter een aantal onzekerheden met betrekking tot de zware gebruikers van mobiele telefoon, de blootstelling op zeer jonge leeftijd, zeldzame histologische subtypes of langere latentietijden en latere ontwikkeling van hersentumoren op volwassen leeftijd. In deze bijzondere situatie, met een sterke toename van de blootstellingsprevalentie ( gsm-gebruik ), de beschikbaarheid van vrijwel volledige kankerregister gegevens in verschillende landen en het beperkte aantal bekende andere co - risico omgevingsfactoren is het resultaat van time-trend analyses veel informatiever dan in vele andere onderzoekssituaties. Zo wordt verdere monitoring van de time-trends in incidentie van hersentumoren bij kinderen aanbevolen gezien de dramatische gevolgen voor de volksgezondheid van zelfs een kleine individuele risicoverhoging. Studies over gsm-gebruik en kanker Langdurig gebruik van mobiele telefoons en het risico op akoestisch neuroma. Pettersson D , Mathiesen T, Prochazka M , Bergenheim T, Florentzson R , Harder H , Nyberg G , Siesjö P , Feychting M. Epidemiology 2014 Mar ; 25 ( 2 ) :233 - 41 . De auteurs voerden een bevolkingsgebaseerde case - control studie uit over akoestische neuroma in gans Zweden. De in aanmerking komende gevallen waren personen tussen 20 en 69 jaar die werden gediagnosticeerd tussen 2002 en 2007. Controles werden willekeurig geselecteerd uit het bevolkingsregister, gematched op leeftijd, geslacht en woonwijk. Per post verstuurde vragenlijsten werden ingevuld door 451 gevallen ( 83% ) en 710 controles ( 65 % ) . Regelmatig gebruik van mobiele telefoons ( gedefinieerd als wekelijkse gebruik gedurende ten minste 6 maanden ) was geassocieerd met een odds ratio ( OR) van 1,18 (95 % betrouwbaarheidsinterval = 0,88-1,59 ) . De associatie was zwakker voor de langste inductie tijd ( ≥ 10 jaar ) ( 1,11 ; 0,76-1,61 ) en voor regelmatig gebruik aan de kant van de tumor ( 0,98 ; 0,68-1,43 ) . De OR voor het hoogste kwartiel van de cumulatieve beltijd ( ≥ 680 uur ) was 1,46 ( 0,98-2,17 ). Het beperken van de analyse tot de histologisch bevestigde gevallen verminderde alle OR’s ; de OR voor ≥ 680 uur was dan 1,14 ( 0,632,07 ) . Een gelijkaardig patroon werd gezien voor draadloze telefoons, zij het met iets hogere OR’s. Analyse van de complete geschiedenis van lateralisatie van het mobiele telefoon gebruik toont een aanzienlijke bias in lateralisatie analyses. Conclusie: De bevindingen ondersteunen de hypothese dat langdurig gsm-gebruik het risico op akoestische neuroma verhoogt niet. De studie suggereert dat het gebruik van de telefoon de kans dat een akoestisch neuroma wordt gedetecteerd kan doen stijgen en dat er bias zou kunnen zijn in de eerder uitgevoerde lateralisatie analyse studies. Studies over gsm-gebruik en niet- kanker effecten De relatie tussen het gebruik van de mobiele telefoon, de academische prestaties, angst, en tevredenheid met het leven bij universiteitsstudenten. Lepp A, Barkley JE, Karpinski AC. Computers in Human Behavior 31 , Feb 2014 , 343-350 Terwijl de functionele verschillen tussen de hedendaagse mobiele telefoons en traditionele computers steeds minder duidelijk worden, blijft een verschil duidelijk: mobiele telefoons zijn bijna altijd bij de hand en laten gebruikers toe verbinding maken met een scala aan diensten en netwerken op bijna elk moment en elke plaats. Het Internet and American Life Project van het Pew Center neemt aan dat studenten de meest snelle gebruikers van de mobiele telefoon technologie zijn en er is nieuw onderzoek dat suggereert dat een hoge frequentie van gebruik van de mobiele telefoon hun gezondheid en gedrag kan beïnvloeden. De auteurs onderzochten de relatie tussen het globale mobiele telefoon gebruik ( N = 496 ) en sms'en ( N = 490 ) en de tevredenheid met het leven ( SWL ) in een grote steekproef van studenten. De hypothese was dat de relatie zou worden gemedieerd door academische prestaties ( GPA ) en angst. Mobiele telefoon gebruik / sms’en was negatief gerelateerd aan GPA en positief gerelateerd aan angst; op zijn beurt was GPA positief gerelateerd aan SWL terwijl angst negatief gerelateerd was aan SWL . Conclusie : Deze bevindingen voegen informatie toe aan de discussie over het gebruik van mobiele door studenten. Intensief gebruik kan een negatieve invloed hebben op de academische prestaties, de geestelijke gezondheid, en het subjectief welzijn of geluk. Effect van elektromagnetische velden van een Bluetooth-headset en de mobiele telefoon op de gehoorszenuw. Mandalà M , Colletti V , Sacchetto L , Manganotti P , Ramat S , Marcocci A , Colletti L. Laryngoscope 2014 Jan ; 124 (1) :255-9 Onlangs heeft deze onderzoeksgroep aangetoond dat directe blootstelling ( in een chirurgische omgeving ) aan elektromagnetische velden ( EMV ) van een mobiele telefoon een verslechtering veroorzaakt van de auditieve evoked cochlear nerve compound actiepotentiaal ( CNAP ) bij de mens. Dit onderzoek werd nogmaals uitgevoerd met hetzelfde experimentele protocol ( gerandomiseerde trial ) om te controleren of het gebruik van Bluetooth-apparaten ook deze effecten kunnen veroorzaken. Twaalf patiënten ondergingen een retrosigmoide vestibulaire neurectomie als definitieve behandeling van een eenzijdige ziekte van Menière terwijl ze worden gemonitord met akoestisch opgeroepen CNAP om directe blootstelling aan elektromagnetische velden van een mobiele telefoon of als alternatief van een Bluetooth-headset te beoordelen. De auteurs vonden geen korte - termijn effecten van Bluetooth elektromagnetische velden op de auditieve zenuw structuren, terwijl blootstelling aan elektromagnetische velden van de mobiele telefoon een significante daling van de CNAP amplitude en een toename van de latentie bij alle patiënten aantoonde. Conclusie : De resultaten van deze studie tonen aan dat, in tegenstelling tot de bevinding dat de latentie en amplitude van CNAP zeer gevoelig zijn voor de elektromagnetische velden van de geteste mobiele telefoon, de elektromagnetische velden van een Bluetooth-apparaat geen significante verandering in de cochleaire zenuwactiviteit induceert. De blootstellingsomstandigheden in dit onderzoek verschillen van die van het dagelijks leven, waarin verschillende biologische weefsels de blootstelling van de cochleaire zenuw aan elektromagnetische velden verminderen. Toch kunnen deze nieuwe bevindingen belangrijke implicaties hebben voor de veiligheid. Studies over de verstoring van de pacemakerfunctie Interferentie tussen actieve medische implantaten en toestellen die elektromagnetische veld uitzenden is zeldzaam, maar echt: resultaten van een incidentie onderzoek in een populatie van artsen in Frankrijk. Hours M , Khati I , Hamelin J. Pacing Clin Electrophysiol 2014 Mar ; 37 (3) :290-6 Het beoordelen van het gedrag van de actieve medische implantaten ( AIMDs ) in reactie op toestellen die elektromagnetische velden ( EMF ) uitzenden is een actueel onderwerp van groot belang. Gezien de talrijke telecommunicatiesystemen en het gebrek aan kennis over de gevolgen van elektromagnetische interferentie effecten werd in deze studie het voorkomen van mogelijke AIMD verstoring door elektromagnetische velden onderzocht door het interviewen van gezondheidswerkers. Een zelf in te vullen vragenlijst werd per post verstuurd naar bijna 5000 artsen van vijf specialismen: cardiologie, endocrinologie, NKO, urologie en neurologie. Data werden verzameld over het optreden en het jaarlijkse aantal waargenomen incidentie, de omstandigheden waaronder zij zich hebben voorgedaan, de betrokken EMF bronnen en de wijze van opvolging van de storingen. Een totaal van 1.188 artsen deden mee aan het onderzoek. Zestien procent van de deelnemers rapporteerde gevallen van falen van het implantaat, driekwart van hen, vooral in de cardiologie , meldde frequenties van ten minste één incident per jaar tot meer dan 100 incidenten per jaar in totaal. De ernst bleek matig ( ongemak of voorbijgaande symptomen ) te zijn , maar vaak was resetten noodzakelijk of, minder vaak , het vervangen van het toestel. Er werden enkele ernstige incidenten gemeld. De bronnen die deze effecten veroorzaakten waren meestal elektronische beveiligingssystemen ( diefstalbeveiliging en de luchthaven poorten ) en medische apparatuur. Deze incidenten werden slecht gemeld binnen het systeem van de openbare gezondheidszorg waardoor een follow-up en een effectieve uitvoering van signalering en bewaking niet mogelijk is. Conclusie : De kans op interferentie tussen EMV bronnen en AIMDs is gering maar bestaat en roept op tot waakzaamheid. Het betreft met name antidiefstal en luchthavenbeveiligingspoorten, maar andere bronnen kunnen ook incidenten veroorzaken. in vitro & in vivo biologische effecten van radiofrequente elektromagnetische velden Algemeen/overzichtsartikelen Dahal KP. Mobile communication and its adverse effects. Himalayan Physics (2013) 4, 51-59. http://nepjol.info/index.php/HP/article/view/9429 Niet in PubMed, Impact Factor = ? Deze publicatie geeft een overzicht van schadelijke gezondheidseffecten van mobiele communicatiesystemen. Hierin worden zowel thermische als niet thermische effecten behandeld; i.h.b. effecten of genen, celbiologische functies, elektromagnetische hypergevoeligheid, slaapproblemen, artritis, schizofrenie en diverse vormen van kanker. Ook effecten op planten, vogels en andere dieren komen aan bod. Volgens de auteur lijken al deze effecten aangetoond maar hij geeft er geen enkele referentie bij noch rechtvaardiging voor die beweringen. Dit artikel is dus weinig nuttig en wordt alleen vermeld ter vervollediging. Foster K, Moulder J. Wi-Fi and health: Review of current status of research. Health Phys. (2013) 105, 561-575. http://journals.lww.com/health-physics/pages/default.aspx In PubMed, Impact Factor = 1.07 In een literatuuroverzicht over Wi-Fi en gezondheid wordt gewezen op een reeks van hoog kwalitatieve studies die een goed idee geven van onze blootstelling aan “Wi-fi straling”, maar ook op het ontbreken van voldoende goede studies betreffende de gezondheidskundige aspecten. De ‘bredere’ literatuur en kennis over mogelijke werkingsmechanismen van RF-straling laten alleszins toe aan te nemen dat biologische effecten bij Wifi-gebruikers niet meteen verwacht worden. Dit overzicht lijkt ons een correcte weergave van de stand van zaken te geven. Markov MS. Electromagnetic fields and life. J. Electr. Electron. Syst. (2014) 3, 1000119. http://www.omicsgroup.org/journals/electromagnetic-fields-and-life-2332-0796-3-119.pdf Niet in PubMed, Impact Factor = ? Dit document kan zowel worden gezien als een overzichtsartikel en een ‘statement’-artikel. Het bespreekt heel bondig de rol van magnetische en elektromagnetische velden in de oorsprong en evolutie van het leven, de voordelen en klinische toepassingen van EMVen en magnetotherapie. Een paragraaf handelt over de gevaren (o.a., van Wifi communicatie) maar brengt eigenlijk geen nuttige informatie m.b.t. de stand van de wetenschap. Dit artikel is dus weinig relevant en wordt alleen vermeld met het oog op volledigheid. Cao Y., Tong J. Adaptive response in animals exposed to non-ionizing radiofrequency fields: some underlying mechanisms. Int. J. Environ. Res. Public Health (2014) 11, 4441-4448. In PubMed, Impact Factor = 1.998 Dit is een kort overzichtsartikel dat een andere visie geeft op de vele 'positieve' resultaten die op het eerste gezicht alarmerend lijken. Dit document behandelt aanwijzingen voor een adaptieve respons bij dieren die werden blootgesteld aan radiofrequente velden. De resultaten van verschillende studies wijzen op een aanzienlijke toename van de overleving, afname van genetische en oxidatieve schade en veranderingen in verscheidene cellulaire processen. De conclusie luidt dat blootstelling van dieren (en menselijke cellen) aan niet-ioniserende radiofrequente velden een adaptieve respons induceren onder de vorm van een 'milde stress' die op zich geen probleem geeft en eigenlijk gunstig is aangezien het cellulaire verdedigingsmechanismen kan activeren. Vele waarnemingen die in de literatuur worden beschreven (o.a. immunologische effecten en verhoogde niveaus van interleukines, enz.) zouden m.a.w. het resultaat zijn van een milde stress die het organisme tegen externe aggressoren beschermt (zoals koude, en andere milde stressoren). Niets aan de hand dus en in plaats van bewijs van 'negatieve effecten' zou eerder het tegenovergestelde het geval kunnen zijn. Hetzelfde werd gevonden door andere auteurs met betrekking tot de blootstelling aan extreem lage frequentie velden. Deze zienswijze is geenszins bewezen maar verdient zeker opvolging en verder onderzoek. Mohamed MA, Abdelrazek MM, Zewita MS. A survey of health effects of electromagnetic fields. International Journal of Computer Science Issues (2014) 11, 167-171. http://www.ijcsi.org/papers/IJCSI-11-1-2-167-171.pdf Niet in PubMed, Impact Factor = ? Dit is een korte literatuurstudie die betrekking heeft op potentiële effecten op de gezondheid van zowel ELF en RF EMVen. Met betrekking tot RF EMVen worden mogelijke effecten op cognitie, nietspecifieke symptomen (EHS, hoofdpijn), hormonen, genen, slaap, gehoor en zicht, effecten op het endocriene systeem, de hersenen, en de reproductie in beschouwing genomen. De auteurs nemen nota van de beperkte kennis over de langetermijneffecten van EMVen en melden tegelijk ook dat de bestaande richtlijnen voor blootstelling zich duidelijk situeren onder de vastgestelde schadedrempel. Dit document heeft als zodanig geen toegevoegde waarde ten opzichte van andere meer uitvoerige literatuuroverzichten. Dinđić B, Radovanović Z, Pešić S, Zlatanović D, Sokolović D, Đinđić N, Milenković T. Cytogenetic damages induced by chronic exposure to non-ionizing radiofrequency fields. Acta Medica Medianae (2013) 52, 48-52. http://publisher.medfak.ni.ac.rs/2013-html/4-broj/Boris%20Djindjic-Citogenetic.pdf Niet in PubMed, Impact Factor = ? Hier wordt een kort overzicht gegeven van RF-geïnduceerde cytogenetische schade na blootstelling aan microgolven. De auteurs wijzen op de verhoging van de frequenties van DNA-beschadiging en oxidatieve stress, productie van reactieve zuurstof (ROS) en langdurige verstoring in DNA herstelmechanismen als mogelijke mechanismen voor door microgolven geïnduceerde cytogenetische schade, ook bij lage blootstellingsintensiteiten. De auteurs raden daarom aan mobiele telefoons zo ver mogelijk van het lichaam te houden en antioxidant-rijke voeding of medicatie te nemen ter preventie van door mobiele telefoons geïnduceerde genotoxische effecten. Het artikel is beperkt in die zin dat het niet voorziet in een uitgebreide en volledige literatuurstudie en gebruik maakt van een selectie van artikels. Het is niet duidelijk welke criteria werden gebruikt om deze selectie te rechtvaardigen. De titel van het artikel is ook misleidend omdat de aangehaalde studies en beweringen niet noodzakelijkerwijs gewijd zijn aan 'chronische blootstelling'. Wij zien geen toegevoegde waarde van dit document. Beinart R, Nazarian S. Effects of external electrical and magnetic fields on pacemakers and defibrillators. Circulation (2013) 128, 2799-809. http://circ.ahajournals.org/content/128/25/2799.extract In PubMed; Impact Factor = 15.202 In een informatief artikel voornamelijk gericht op medisch personeel, werd een overzicht gegeven van de effecten van externe elektrische en magnetische velden op cardiovasculaire implanteerbare elektronische apparaten zoals pacemakers en implanteerbare defibrillators. Het artikel is niet alleen gericht op ELF-velden. RF-EMVen en cellulaire telefoons komen ook aan bod. De auteurs besluiten: "het algehele risico van klinisch significante negatieve gebeurtenissen met betrekking tot EMI (elektromagnetische incompatibiliteit) in ontvangers van CIEDs (Cardiovascular Implantable Electronic Devices) is zeer laag. Daarom, zijn geen bijzondere voorzorgen nodig wanneer huishoudelijke apparaten worden gebruikt. Milieu- en industriële bronnen van EMI zijn relatief veilig als de blootstellingstijd beperkt is en afstand van de CIEDs wordt gemaximaliseerd. Het risico van EMI-geïnduceerde gebeurtenissen is het hoogst binnen de ziekenhuisomgeving. De arts bewust maken van de mogelijke interacties en methoden om blootstelling te minimaliseren blijft echter gerechtvaardigd. Dit is een interessant artikel maar is niet echt relevant m.b.t. ‘normale’ RF-blootstelling van de algemene bevolking. Leszczynski D. Radiation proteomics: A brief overview. Proteomics (2014) 14, 481-488. http://dx.doi.org/10.1002/pmic.201300390 In PubMed; Impact Factor = 4.132 Dit is een kort overzichtsartikel met één boodschap: Omdat effecten van lage dosissen (ioniserende en niet-ioniserende) straling moeilijk zijn vast te stellen en te repliceren, vertegenwoordigt ‘proteomics’, aangevuld met andere "omics"-technieken de beste manier om doelgroep moleculen en biomerkers van stralingsblootstelling te identificeren alsook de betekenis te ontrafelen van acute en vertraagde biologische effecten veroorzaakt door de blootstelling aan hoge - en lage-dosis straling. De thans beschikbare database over de gevolgen van straling op proteomen is echter veel te klein om nuttig te zijn bij het formuleren van nieuwe hypothesen over de gevolgen voor de gezondheid van straling. Vooruitgang kan alleen gerealiseerd worden via “high-throughput screening” met behulp van transcriptomics, proteomics en metabolomics, maar deze technieken zijn duur en veeleisend. Er wordt gepleit voor meer financiering in deze domeinen. Het artikel brengt geen nieuwe gegevens aan. Vijayalaxmi, Cao Y, Scarfi MR. Adaptive response in mammalian cells exposed to non-ionizing radiofrequency fields: A review and gaps in knowledge. Mutation Research. 2014 Feb 15;[Epub ahead of print]. http://dx.doi.org/10.1016/j.mrrev.2014.02.002 In PubMed; Impact Factor = 8.202 Dit is een overzichtsartikel dat gewijd is aan door EMVen geïnduceerde adaptieve respons (AR). Hier is AR gedefinieerd als het fenomeen dat optreedt in cellen die vooraf werden blootgesteld aan zeer lage en niet-toxische doses van een genotoxisch agens en waarbij resistentie ontwikkeld wordt tegen de schade veroorzaakt door een hogere en toxische dosis van dezelfde, gelijkaardige (inzake werkingsmechanisme) of een ander genotoxisch agens. De auteurs besluiten dat RF-EMVengeïnduceerde AR potentieel interessante toepassingen kan hebben. Dit artikel sluit aan bij andere die over hetzelfde onderwerp handelen en tot veruit dezelfde conclusie komen. Is zeker het verder opvolgen waard. Jayasanka SMDH, Asaeda T. The significance of microwaves in the environment and its effect on plants. Environmental Reviews. 2013 Dec 18;[Epub ahead of print]. http://dx.doi.org/10.1139/er2013-0061 Niet in PubMed; Impact Factor = 2.649 Dit overzichtsartikel behandelt studies waarbij de effecten van RF-blootstelling op planten wordt bekeken. De conclusie luidde dat, hoewel het aantal studies beperkt is, de bevindingen meestal toch wijzen op inductie van effecten en dit op de niveaus van blootstelling beneden de richtlijnen van de US Federal Communications Commission (FCC) en ICNIRP. De effecten hangen wel af van het type plant en de karakteristieken van de straling. Het artikel is nog niet beschikbaar. Verdere opmerkingen zullen later volgen. Gherardini L. , Ciuti G., Tognarelli S., Cinti C. Searching for the Perfect Wave: The Effect of Radiofrequency Electromagnetic Fields on Cells. International Journal of Molecular Sciences (2014), 15, 5366-5387; doi:10.3390/ijms15045366 http://www.mdpi.com/1422-0067/15/4/5366 In PubMed; Impact Factor = 2.464 In dit overzichtsartikel worden zowel in vitro als in vivo studies en epidemiologisch onderzoek aangehaald die de auteurs belangrijk vinden. Het gaat dus niet om een volledig literatuuroverzicht maar om voor de auteurs ‘beslissende’ studies. Hierbij wordt onderzoek aangehaald dat alarmerend is, en met name met betrekkingen tot de hersenen die bijzonder gevoelig lijken te zijn t.o.v. elektromagnetische velden (en in dit geval vooral RF). De auteurs geven daarna wel onmiddellijk voorbeelden van onderzoek die deze alarmerende berichten tegenspreken en onderlijnen bv. de studies die te maken hebben met een adaptieve respons en die dus een gunstige invloed van RF suggereren. Hetzelfde geldt voor studies m.b.t. RF-geïnduceerde ROS (Reactive oxygen species) en daarmee gepaard gaande ontsteking van corticale en subcorticale weefsels in de hersenen van Alzheimer patiënten. Dan wordt echter weer verwezen naar studies waaruit zou blijken dat gepulseerde RF-velden depositie van β-amyloid tegengaat en cognitieve functies in muizen herstellen, wat dus gunstig is. Gelijkaardige besprekingen volgen m.b.t. de ziekte van Parkinson. De auteurs eindigen met aan te geven dat studies moeten gebeuren met in achtneming van goede standaard protocollen en afstemming van experimentele en klinische RF-blootstelling. Dit overzicht heeft enkele verdiensten maar brengt op zich geen nieuwe informatie al is de verwijzing naar de complexiteit van de verschillende vaak tegenstrijdige gegevens wel nuttig om individuele onderzoeksresultaten in perspectief te stellen. In vitro Onderzoek op bacteriën Latif IA, AL-Azawy AF, AL-Assie AH. Assessment of genetic effects of bacterial cells after exposure to mobile phone radiation using RAPD technique. Iraqi Journal of Biotechnology (2013) 12, 63-74. http://www.iqjb.net/wp-content/uploads/2013/12/6.pdf Not in PubMed; Impact Factor = ? Een Iraanse onderzoeksgroep gebruikte een moleculaire techniek (RAPD test; een op PCR gebaseerde DNA merker) om de effecten van een blootstelling aan 900 MHz mobiele telefoonsignalen op bacteriën te onderzoeken. Er werden veranderingen in het genoom waargenomen. De meeste effecten werden in E. coli bacteriën gevonden maar ook in S. aureus. Blootstelling gebeurde door bacterieculturen te plaatsen tussen twee GSM toestellen die met elkaar ‘converseerden’. Dit soort van experimentele opzet wordt door specialisten doorgaans als ‘niet erg wetenschappelijk’ beschouwd. De betekenis van deze resultaten kan moeilijk ingeschat worden. Heatshock proteïnen Valbonesi P, Franzellitti S, Bersani F, Contin A, Fabbri E. Effects of the exposure to intermittent 1.8 GHz radio frequency electromagnetic fields on HSP70 expression and MAPK signalling pathways in PC12 cells. Int J Radiat Biol. 2014 Feb 11;[Epub ahead of print]. http://informahealthcare.com/doi/abs/10.3109/09553002.2014.892225 In PubMed; Impact Factor = 1.895 Onderzoekers van de Universiteit van Bologna hebben in 2008 effecten gemeld op de heatschock proteine 70 (hsp70) in menselijke trofoblast cellen na blootstelling aan 1800-MHz amplitudegemoduleerde GSM signalen. Zij melden nu dezelfde effecten in PC12 cellen. Dit zijn tumorcellen die zijn afgeleid van rat-pheochromocytoma cellen. Deze cellen worden veel gebruikt bij het bestuderen van zenuwstelselfuncties en effecten van neurotoxische stoffen. PC12 cellen werden blootgesteld gedurende 4, 16 of 24 u aan 1,8 GHz continue signalen (CW, draaggolffrequentie zonder modulatie) of twee verschillende GSM modulatie regelingen, GSM 217Hz en GSM-Talk (een typische gesprek simulerend). De specifieke adsorptie (SAR) bedroeg 2 W/kg. HSP70 genexpressieniveaus werden via reverse-transcriptase polymerase-kettingreactie bepaald. De HSP70 eiwitexpressie en MAPK fosforylering werden bepaald door Western blotting. PC12 cellen die werden blootgesteld aan een GSM - 217Hz signaal gedurende 16 of 24 u vertoonden een aanzienlijk verhoogde HSP70 transcriptie, terwijl geen effect werd waargenomen in cellen die zijn blootgesteld aan de CW of GSM-Talk signalen. De HSP70 eiwit expressie en drie verschillende MAPK signaalroutes werden niet beïnvloed door de blootstelling aan elk van de drie verschillende 1,8 GHz signalen. Het positieve effect op de HSP70 mRNA uitdrukking werd alleen waargenomen in cellen die waren blootgesteld aan het GSM - 217Hz signaal en dit in overeenstemming met de eerdere resultaten in menselijke trofoblast cellen. Deze resultaten wijzen op een mogelijke rol van signaal modulatie in de interactie tussen RF-EMVen en cellulaire doelwitten. Nader onderzoek naar een mogelijke rol van 1,8 GHz signaal modulatie zijn daarom aan te raden. Deze experimenten lijken correct te zijn uitgevoerd en in overeenstemming met de vooraf geformuleerde kwaliteitscriteria. Das PK, Jana C, Thulasiraman P, Ghosh PR, Joardar SN, Pandiyan GDV, Mukherjee J, Sanyal S. In vitro effect of radiofrequency on hsp70 gene expression and immune–effector cells of birds. Adv Anim Vet Sci. 2014;2(1):31-6. http://www.nexusacademicpublishers.com/uploads/files/Nexus_215.pdf Niet in PubMed; Impact Factor = 0.547 Bloedmonsters van 2 soorten kippen werden blootgesteld aan 850 - en 1200-MHz straling van een mobiele telefoon. Blootstelling was gedurende 5, 15, 25, 40 of 60 minuten. Cellen werden vervolgens geanalyseerd op de aanwezigheid van hsp70 heat-shock proteïnen, lymfocyt proliferatie en superoxide productie door neutrofiele granulocyten. De Hsp70 expressie verhoogde na 25-60 min van blootstelling aan beide frequentie. Er werd een significante afname gevolgd door een aanzienlijke stijging van de lymphocytenproliferatie waargenomen in beide soorten kippenbloed en voor beide frequenties. Alle testgroepen vertoonden geen significante variatie in superoxide productie door neutrofiele granulocyten. Er werd besloten dat RF-EMVen cellulaire stress kunnen induceren. Gegevens ontbreken om de waarde van de experimentele set-up in te schatten maar op zich lijken de experimenten wel correct uitgevoerd. Het is echter niet duidelijk wat deze studie betekent in termen van humane gezondheid. Adaptieve respons Sannino A, Zeni O, Romeo S, Massa R, Gialanella G, Grossi G, Manti L, Vijayalaxmi, Scarfi MR. Adaptive response in human blood lymphocytes exposed to non-ionizing radiofrequency fields: resistance to ionizing radiation-induced damage. J Radiat Res. 2013 Aug 26;[Epub ahead of print]. http://jrr.oxfordjournals.org/ content/early/2013/08/25/jrr.rrt106.full.pdf+html In PubMed; Impact Factor = 1.45 Uit 3 eerdere studies bleek dat cellen die vooraf blootgesteld werden aan RF EMVen een adaptieve reactie (AR) vertoonden in die zin dat een latere blootstelling aan een chemische genotoxische stof, leidde tot minder genetische schade dan wanneer de cellen alléén aan de stof werden blootgesteld. De ‘bestraling’ had dus een beschermend effect tegen de genotoxiciteit van de chemische agentia. In deze publicatie werden deze vorige resultaten bevestigd. Nu werd een adaptieve respons waargenomen t.o.v. blootstelling aan ioniserende straling. Deze studie werd uitgevoerd door erkende experts in het domein. De studie lijkt in overeenstemming met vooropgestelde kwaliteitscriteria. De resultaten zijn duidelijk en in overeenstemming met ander onderzoek, ook dit van andere onderzoeksgroepen (cf. Cao & Tong, 2014). Oxidatieve schade Kang KA, Lee HC, Lee J-J, Hong M-N, Park M-J, Lee Y-S, Choi H-D, Kim N, Ko Y-K, Lee J-S. Effects of combined radiofrequency radiation exposure on levels of reactive oxygen species in neuronal cells. J Radiat Res. (2014) 55, 265-276. http://jrr.oxfordjournals.org/content/early/2013/10/07/ jrr.rrt116.full.pdf+html In PubMed; Impact Factor = 1.45 Gecombineerde blootstelling van 4 types neuronale cellen aan 837-MHz CDMA en 1950-MHz WCDMA signalen bleek niet bij machte om intracellulaire ROS niveaus te affecteren. De gecombineerde blootstelling bleek ook geen invloed te hebben op de effecten van de ROS inducers menadione en waterstofperoxide. Deze studie lijkt aan de vooropgestelde kwaliteitscriteria te voldoen. Yong J, Ruan P, Shen H. Monitoring the radiation injury of red blood cells to microwave radiation with different power density. Engineering (2013) 5, 450-454. http://dx.doi.org/10.4236/eng.2013.510B092 Not in PubMed; Impact Factor = ? Menselijke rode bloedcellen werden telkens gedurende 30 minuten blootgesteld aan een 900-MHz GSM signaal met vermogensdichtheden van 15 μW/cm2 (SAR 6.24 mW/kg), 31 μW/cm2 (SAR 12.90 mW/kg), 1 mW/cm2 (SAR 0.42 W/kg), en 5 mW/cm2 (SAR 2.08 W/kg). Daarna werden diverse metingen uitgevoerd (cellulaire contactgebieden, planimetrische gegevens, stijfheid en vervormbaarheid van cellen). Cellen werden ook blootgesteld aan RF EMF met vermogensdichtheden van 5 mW/cm2 (SAR 2.08 W/kg) gedurende 60 minuten, en metingen werden uitgevoerd bij het begin, de 10e, 20e en de 30 minuut van bestraling en 30 en 60 minuten nadat de blootstelling was beëindigd. De auteurs namen effecten waar na 30 minuten blootstelling en bij vermogensdichtheden van 1 mW/cm2 en 5 mW/cm2. Effecten van EMVen op rode bloedcellen ‘buiten het lichaam’ zijn sinds lang gekend (o.a. door aanwezigheid van ijzer) en zeggen weinig of niets over mogelijke effecten op de humane gezondheid. Deze resultaten hebben vermoedelijk minder belang dan de auteurs doen vermoeden. In vivo Studies in insecten Cammaerts M-C, Vandenbosch GAE, Volksi V. Effect of short-term GSM radiation at representative levels in society on a biological model: The Ant Myrmica sabuleti. Journal of Insect Behavior (2014) DOI 10.1007/s10905-014-9446-4. http://link.springer.com/article/10.1007/s10905-014-9446-4 Niet in PubMed; Impact Factor = 0.901 Mieren werden blootgesteld aan een 940-MHz GSM signaal (1,5 V/m) gedurende intervallen van 10minuten waarna het gedrag van de mieren werd bestudeerd. Er werd een enigszins gewijzigde motoriek waargenomen. Deze studie is een voortzetting van een zeer besproken vorige onderzoek waar met name de stralingsblootstelling in vraag werd gesteld. We hebben geen reden om te geloven dat de huidige studie wat dit betreft in gebreke is en daarom lijken de resultaten geldig. Het dient echter rekening gehouden te worden met het feit dat mieren blijkbaar op zeer kleine wijzigingen in hun omgeving, met inbegrip van magnetische velden, lijken te reageren. De huidige resultaten zijn daarom niet bijzonder verrassend. Deze resultaten laten echter niet toe conclusies te trekken met betrekking tot aspecten van humane gezondheid. Circadiaans ritme Qin F, Zhang J, Cao H, Guo W, Chen L, Shen O, Sun J, Yi C, Li J, Wang J, Tong J. Circadian alterations of reproductive functional markers in male rats exposed to 1800 MHz radiofrequency field. Chronobiol. Int. 2013 Oct 11;[Epub ahead of print]. http://informahealthcare.com/doi/abs/10.3109/07420528.2013.830622 In PubMed; Impact Factor = 4.350 Mannelijke ratten die aan 1800-MHz RF EMVen bij een vermogen densiteit van 205 μW/cm2 voor 2 u/dag en gedurende 32 dagen werden blootgesteld vertoonden alteraties in het circadiaans ritme van reproductieve functionele merkers. Deze publicatie kon nog niet in zijn geheel geconsulteerd worden. Een gedocumenteerde evaluatie volgt dus nog. Tök L, Nazıroğlu M, Doğan S, Cema M, Kahya C, Tök Ö. Effects of melatonin on Wi-Fi-induced oxidative stress in lens of rats. Indian Journal of Ophthalmology (2014) 62, 12-15. http://ijo.in/article.asp?issn=03014738;year=2014;volume=62;issue=1;spage=12;epage=15;aulast=T%F6k In PubMed; Impact Factor = 0.797 Mannelijke albino Wistar ratten werden blootgesteld aan 2.45 GHz Wi-Fi signalen (0.1 W/kg) gedurende 1 uur/dag en voor meer dan 30 dagen of aan deze Wi-Fi signalen tezamen met dagelijkse injecties van melatonine. De dieren werden vervolgens opgeofferd en de lenzen van de ogen verwijderd en gehomogeniseerd. Lipide peroxidase gehalten en gehalten aan gereduceerd glutathion (GSH), glutathion peroxidase (GSH-Px) en eiwitgehalten werden opgemeten. In ratten die alleen blootgesteld werden aan Wi-Fi signalen waren lipideperoxidatieniveaus iets hoger, en GSH-Px beduidend lager dan in de controlegroepen. Deze effecten waren aanzienlijk verminderd door behandeling met melatonine. De auteurs besloten dat er weinig oxidatieve toxische effecten zijn als gevolg van de Wi-Fi blootstelling op de lens. Melatonine toevoeging in de lens lijkt niettemin een beschermend effect te hebben op het oxidatiesysteem via modulatie van de GSH-Px activiteit. Deze studie lijkt op basis van de beschikbare informatie correct te zijn uitgevoerd. Immunologie, bloedparameters, oxidatieve schade Jelodar G, Akbari A, Nazifi S. Effects of vitamin C on oxidative stress in erythrocytes following exposure to radiofrequency waves generated by a BTS antenna model. Zahedan Journal of Research in Medical Sciences. 2014;[Epub ahead of print]. http://www.zjrms.ir/files/site1/user_files_10e1c1/nazifi-A-10-2213-2-6b3ff04.pdf Niet in PubMed; Impact Factor = ? Het doel van deze studie was het bestuderen van de effecten van 900 MHz radiogolven op antioxidant enzymactiviteit en malondialdehyde (MDA) in rat erytrocyten en mogelijke bescherming door vitamine C. Hiervoor werden tweeëndertig volwassen mannelijke Sprague-Dawley ratten verdeeld in 4 groepen die als volgt werden behandeld gedurende 45 dagen: (1) geen behandeling (controledieren), (2) vitamine C (L-ascorbinezuur; 200 mg/kg lichaamsgewicht/dag, oraal toegediend), (3) blootstelling aan een 900-MHz straling van een basisstation (BTS) gedurende 4 uur/dag, en (4) vitamine C + stralingsblootstelling. Bloedmonsters werden na blootstelling verzameld waarna de activiteit van antioxidant enzymen en MDA niveaus gemeten werden. Blootstelling aan RF-golven vermindert de antioxidant enzymen activiteit en verhoogde MDA in vergelijking met de controles. In de behandelde groep leek vitamine C de antioxidant enzymen activiteit en MDA niveau te verbeteren. De gegevens zijn wat ze zijn, maar we hebben twijfels over de gebruikte experimentele set up en dosimetrie die onvoldoende zijn beschreven. De auteurs lijken verschillende soorten straling te verwarren aangezien ze bv. naar een artikel over ELF-velden verwijzen om de effecten van RF-velden te onderstrepen. He G-L, Liu Y, Li M, Chen C-H, Gao P, Yu Z-P, Yang X-S. The amelioration of phagocytic ability in microglial cells by curcumin through the inhibition of EMF-induced pro-inflammatory responses. Journal of Neuroinflammation (2014) 11, 49. http://dx.doi.org/10.1186/1742-2094-11-49 In PubMed; Impact Factor = 4.35 Een eerdere studie gaf aan dat een 20 minuten durende blootstelling aan EMVen van 2,45 GHz bij 6.2 W/kg de activering van microgliale N9 cellen (van het muis centrale zenuwstelsel) in de hand werkt. De auteurs vonden onlangs ook dat pro-inflammatoire mediatoren die worden vrijgegeven door EMF-activatie van microglia de expressie van EGF factor-8 (MFG-E8) kunnen regelen. Dit zou leiden tot een verminderde MFG-E8-afhankelijke microgliale fagocytose. In de huidige studie waren N9 cellen vooraf al dan niet behandeld met recombinante muis-MFG-E8, curcumine en een antilichaam van ‘toll-like receptor 4’, en vervolgens met microgolven. EMV-blootstelling was als voorheen (2 minuten 2,45 GHz gepulseerde microgolven, 6.2 W/kg in een anechoische kamer). De microgolven induceerden veranderingen in de inflammatoire respons en fagocytosis (MFG-8 depressie en wijziging van de clearance activiteit van microgliale cellen). Curcumine leek deze effecten te verzachten en de fagocytose functies van N9 cellen te herstellen. Dit is een goed uitgevoerd onderzoek waarmee met name wordt aangegeven dat de werking van curcumine potentieel kan aangewend worden bij de zoektocht naar nieuwe medicatie tegen neuroinflammatoire stoornissen. De microgolf-blootstelling was echter relatief belangrijk (SAR > 4W/kg en dus thermisch) en als zodanig zijn de resultaten niet informatief met betrekking tot de discussie rond gezondheidseffecten van straling van mobiele telefoons. Kameshwaran S, Sundaraganapathy R, Thenmozhi S, Dhanalakshmi M, Vasuki K, Manjuladevi K. Tecoma stans protect central nervous system against oxidative damages of electromagnetic radiation on rat. Acta Biomedica Scientia (2014) 1, 40-44. http://mcmed.us/downloads/abs_797529038.pdf Niet in PubMed; Impact Factor = nog niet toegekend Drie groepen van 6 Wistar albino ratten elk werden als volgt behandeld: controles; blootstelling in hun kooi aan een 900/1800-MHz GSM mobiele telefoon in ‘silent mode’, 5 min bellen/5 min interval voor 1 uur/dag en gedurende 2 maanden; of blootstelling als hierboven aangevuld met een behandeling met een methanol extract van Tecoma stans bloemen (Bignoniaceae). Blootstelling aan elektromagnetische velden werd gerealiseerd door het plaatsen van de GSM in de kooi waar zich de ratten bevinden. De dieren konden zich vrij bewegen in de kooi. De telefoon was geplaatst in een kleine houten kooi om te voorkomen dat de dieren rechtstreeks in contact kwamen met de telefoon. Veldmetingen werden niet uitgevoerd en het is niet duidelijk of de telefoon 'in gesprek' was. Na 15, 30, 45 en 60 dagen van blootstelling werden de ratten onderworpen aan gedragstests (staartsuspensietest, gedwongen zwemtest en actophotometrie). De auteurs melden effecten op elk van deze eindpunten die zij wijten aan EMV geïnduceerde oxidatieve schade van het centrale zenuwstelsel. Zij vonden ook dat extracten van Tecoma stans bloemen effectief waren in het verminderen van immobiliteit en het vergroten van de motorische activiteit. Dit resultaat duidt dus op een beschermende effect van Tecoma stans bloemen tegen de EMV geïnduceerde oxidatieve schade. De mogelijke bescherming van plantenextracten is niet nieuw en wordt op grote schaal onderzocht met betrekking tot de effecten van omgevingscarcinogenen en andere giftige stoffen. Het werd niet (of niet vaak) onderzocht met betrekking tot de schadelijke gevolgen van straling van mobiele telefoons. Er zijn wel al vele studies naar co-blootstelling van EMVen met toxische agentia gerapporteerd met het oog op de ontdekking van potentiële additieve of synergetische effecten. Het is moeilijk de geldigheid in te schatten van de huidige bevindingen, onder andere omdat de EMFblootstelling niet goed is gekarakteriseerd. Çetin H, Nazıroğlu M, Celik O, Yüksel M, Pastacı N, Ozkaya MO. Liver antioxidant stores protect the brain from electromagnetic radiation (900 and 1800 MHz)- induced oxidative stress in rats during pregnancy and the development of offspring. J. Matern. Fetal Neonatal Med. 2014 Mar 3;[Epub ahead of print]. http://informahealthcare.com/doi/abs/10.3109/14767058.2014.898056 In PubMed, Impact Factor = 1.518 Zwangere ratten werden blootgesteld aan een 900-MHz of 1800-MHz veld (E-veld = 11 V/m SAR = 0.1 W/kg) van een dipoolantenne die was geplaatst in het centrum van een ‘carrousel’. De ratten werden gedurende de zwangerschap blootgesteld voor 60 min/dag en hun mannelijke nakomelingen (24 in elke groep) bleven verder op dezelfde manier blootgesteld tot ze 6 weken oud waren. Op de 4e, 5e en 6e week van het experiment, werden hersenen en levermonsters verkregen. De hersenen en lever glutathion (GSH-Px) peroxidase activiteiten, evenals lever vitamine A en β-caroteen concentraties daalden in de EMV-blootgestelde groepen, en ijzer, vitamine A en β-caroteen concentraties in de hersenen van de blootgestelde groepen waren verhoogd. In de 6de week daalden de selenium concentraties in de hersenen in de blootgestelde groepen. Er waren geen statistisch significante verschillen in de concentraties van glutathion, vitamine E, chroom, koper, magnesium, mangaan en zink. De auteurs concludeerden dat elektromagnetische straling van mobiele telefoons kan worden beschouwd als een oorzaak van oxidatieve schade in de hersenen en lever van opgroeiende ratten. De studie is nog niet in zijn geheel consulteerbaar. Een evaluatie volgt dus nog. Humaan (niet de ‘klassieke’ epidemiologie) Mahajan N, Bhat A, Gandhi G. Genetic damage biomarkers in buccal epithelial cells of healthy individuals staying near three mobile phone base stations. Molecular Cytogenetics. 2014;7(Suppl 1):P49. http://www.molecularcytogenetics.org/content/pdf/1755-8166-7-S1-P49.pdf In PubMed; Impact Factor = 2.36 Dit is slechts de abstract van een posterpresentatie die ook is gepubliceerd als “Proceedings of the International Conference on Human Genetics and 39th Annual Meeting of Indian Society of Human Genetics”. Hier beschrijven Indische onderzoekers de resultaten van een cytogenetische biomonitoringstudie waarin zij de buccale cytoom test uitvoerden voor studie van DNA schade in personen die wonen in de buurt van een basis station voor mobiele telefonie en een controlepopulatie die ver daarvandaan woont. Zij vonden genetische effecten in de meer blootgestelde personen t.o.v. de controles. Er worden echter geen details gegeven en de waarde van de studie kan daarom niet ingeschat worden. Wij wijzen erop dat de meeste cytogenetische biomonitoringstudies (waaronder andere van dezelfde onderzoeksgroep) in het verleden sterk werden bekritiseerd omwille van belangrijke tekortkomingen. Zolang er geen uitvoerige beschrijving van de studie wordt gegeven en deze niet grondig kan worden geëvalueerd kan geen enkele belang aan deze studie gehecht worden. Embryonale ontwikkeling en reproductie Sepehrimanesh M, Saeb M, Nazifi S, Kazemipour N, Jelodar G, Saeb S. Impact of 900 MHz electromagnetic field exposure on main male reproductive hormone levels: a Rattus norvegicus model. Int J Biometeorol. 2013 Dec 20;[Epub ahead of print]. http://link.springer.com/article/10.1007%2Fs00484-013-0771-7 In PubMed; Impact Factor = 2.590 Ratten werden via een dipoolantenne gedurende 30 dagen en 1, 2 of 4 uur per dag blootgesteld aan 900 MHz continue straling (86 mW/cm2, SAR geschat op 0.19-1.22 W/kg). Er werd bloed genomen vóór de blootstelling en 15 en 30 dagen erna. In het bloed werd met de ELISA techniek het folliculair stimulerend hormoon (FSH), luteïniserend hormoon (LH), testosteron, prolactine, activine B, en inhibine B bepaald. Dit zijn hormonen die de spermatogenese reguleren. FSH, LH, activine B, en prolactinegehaltes waren t.o.v. niet blootgestelde controles significant toegenomen in ratten die 4u/dag gedurende 30 dagen werden blootgesteld, terwijl de gehaltes van testosteron en inhibine B significant afnamen. De auteurs besluiten hieruit dat de RF-EMV blootstelling de gehaltes aan reproductieve hormonen kan verstoren en dus mogelijk reproductieve functies kan altereren. De experimentele opzet lijkt grotendeels OK al is het duidelijk, en ook door de auteurs erkend, dat de SAR-waarden slechts approximatief zijn. Temperatuurmetingen in de kooien lijken wel niet relevant en hadden moeten vervangen worden door metingen in de dieren. Umur AS, Yaldiz C, Bursali A, Umur N, Kara B, Barutcuoglu M, Vatansever S, Selcuki D, Selcuki M. Evaluation of the effects of mobile phones on the neural tube development of chick embryos. Turk Neurosurg. (2013) 23, 742-52. http://www.turkishneurosurgery.org.tr/pdf/pdf_JTN_1224.pdf In PubMed; Impact Factor = ? Voortgaande op de resultaten van een studie op kippeneieren kwamen Turkse onderzoekers tot de vaststelling dat mobiele telefoonsignalen kunnen leiden tot een vertraagde embryonale ontwikkeling en dat er derhalve, een risico kan bestaan voor zwangere vrouwen. De blootstelling was echter niet goed gekarakteriseerd en bestond slechts uit het plaatsen van een mobiele telefoon in de incubator met kippeneieren. Er werden blootstellingen bestudeerd van 30, 48 en 72u. Effecten leken af te hangen van de blootstellingsmodus. Dat een telefoon in ‘stand by’ (die eigenlijk geen signaal uitstuurt tenzij een fractie van een seconde elke paar uur bv.) ook effecten induceert is op zijn minst vreemd. De studie lijkt niet meteen geloofwaardig al kunnen niet alle resultaten zomaar verworpen worden. Extrapolatie naar de mens lijkt alleszins vergezocht. Trošić I, Mataušić-Pišl M, Pavičić I, Marjanović AM. Histological and cytological examination of rat reproductive tissue after short-time intermittent radiofrequency exposure. Arh. Hig. Rada Toksikol. (2013) 64, 513-519. http://hrcak.srce.hr/file/164798 In PubMed; Impact Factor = ? Ratten werden twee weken gedurende 1 uur per dag blootgesteld aan 915-MHz velden (2.4 W/m2, geschatte SAR van 0.6 W/kg). Na deze 2 weken werden de dieren gedood en de testes onderzocht. Er werden geen effecten gevonden op de testiculaire functies en structuur. Deze studie lijkt correct te zijn uitgevoerd. Pawlak K, Sechman A, Nieckarz Z,. Plasma thyroid hormones and corticosterone levels in blood of chicken embryos and post hatch chickens exposed during incubation to 1800 MHz electromagnetic field. International Journal of Occupational Medicine and Environmental Health. 2014 Jan;[Epub ahead of print]. http://link.springer.com/article/10.2478/s13382-014-0222-7 In PubMed; Impact Factor = ? In dit onderzoek werden 100 kippeneieren aan CW 1800-MHz EMVen met een vermogensdichtheid van 0.090-0.110 W/m2 gedurende 4 minuten blootgesteld. Dit werd 10x herhaald in een tijdspanne van 24u. Een extra 100 eieren waren “sham blootgesteld” als negatieve controle. Bloed werd bij pasgeboren kuikens genomen op de 12e en 18e dag na incubatie alsook wanneer de kippen de slachtleeftijd hadden bereikt (dag 42). De concentratie van thyroxine (T4) en trijodothyronine (T3) werd bepaald in het plasma alsook corticosterone (CORT). De resultaten suggereren dat 1800 MHz RF-velden CORT-synthese stimuleren en de thyroid hormoon synthese en secretie inhiberen. Dit is in overeenstemming met sommige studies maar tegenstrijdig aan andere. Deze studie lijkt correct te zijn uitgevoerd. Shahin S, Mishra V, Singh SP, Chaturvedi CM. 2.45 GHz microwave irradiation adversely affects reproductive function in male mouse, Mus musculus by inducing oxidative and nitrosative stress. Free Radical Res. (2014) 48, 511-525. http://informahealthcare.com/doi/abs/10.3109/10715762.2014.888717 In PubMed; Impact Factor = 3.279 Twintig volwassen mannelijke muizen werden blootgesteld aan 2.45 GHz EMVen die door een hoornantenne waren gegenereerd. De SAR werd geschat als zijnde 0.18 W/kg. Blootstelling was 2 uur/dag gedurende meer dan 30 dagen. Twintig andere dieren waren ‘sham blootgesteld’ en dienden als negatieve controle. De muizen werden na behandeling gedood en van elke groep werden er 15 gebruikt om zaadcellen te tellen en de levensvatbaarheid van het sperma te meten. De hersenen en het rechtse testis van de 5 resterende dieren werden gefixeerd en gebruikt voor histologische en immuno-histochemische studies. De stralingsblootstelling bleek een aanzienlijke daling in aantal spermatozoïden en levensvatbaarheid te induceren tezamen met een daling van de diameter en degeneratie van de seminifere tubulen. De blootgestelde muizen hadden ook verminderde testiculaire “303b HSD activiteit” en plasma testosteron niveaus, evenals een verhoogde expressie van testiculaire i-NOS. Er werd dus besloten dat de blootstelling negatieve invloeden had op de voortplanting wat leidde tot de suggestie dat chronische blootstelling aan deze EMVen tot onvruchtbaarheid kan leiden via een door vrije radicalen gemedieerde pathway. Dit artikel is nog niet beschikbaar en moet dus nog in zijn geheel gelezen worden vooraleer er een oordeel over geveld kan worden. Ghanbari M, Mortazavi SB, Khavanin A, Khazaei M. The effects of cell phone waves (900 MHz-GSM Band) on sperm parameters and total antioxidant capacity in rats. Int. J. Fertil. Steril. (2013) 7, 2128. http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/ articles/PMC3850324/ In Pubmed; Impact Factor = ? Een verscheidenheid van “sperma parameters” (leefbaarheid/beweeglijkheid) werden bestudeerd bij volwassen mannelijke Wistar ratten na blootstelling aan RF EMVen. Er werden verschillende blootstellingsregimes toegepast (7 ratten per blootstelling regime): (1) vrij bewegende ratten werden gedurende 14 dagen blootgesteld aan een 915-MHz GSM signaal met een gemiddelde vermogensdichtheid van 1.6 mW/cm2, of (2) ze werden blootgesteld aan het 915-MHz signaal gedurende 21 dagen. Andere ratten (3) werden gedurende 14 dagen blootgesteld aan RF EMVen van 950 MHz (~basis station), en (4) 7 ratten diende als negatieve controles. De ratten werden dan gedood waarna bloed en sperma monsters werden gecollecteerd. De resultaten toonden een aanzienlijke daling aan van de levensvatbaarheid van het sperma zowel als van de beweeglijkheid ervan en de totale anti-oxidant capaciteit. Dit gold voor alle blootstellingen t.o.v. de controlegroep. Wanneer de duur van de blootstelling van 2 naar 3 weken werd opgedreven werd ook een statistisch significante afname van de levensvatbaarheid van het sperma en zijn beweeglijkheid gevonden. Men kan zich vragen stellen bij de experimentele set-up. Hoewel de auteurs blijkbaar zorgvuldig te werk zijn gegaan lijkt het alsof de blootstelling ondanks de beweringen in het nabije veld plaatsvond. De experimentele omstandigheden lijken weinig rechtstreekse overeenkomst te hebben met elke potentiele humane blootstelling. Het is daarom niet zeker wat de betekenis van deze studie is in termen van humane gezondheid. Kumar P, Shukla V. Ultrastructural changes in rat testicular tissue after whole-body exposure to electromagnetic radiation emitted from mobile phones. Journal of International Academic Research for Multidisciplinary (2014) 2, 518-526. http://www.jiarm.com/Feb2014/paper10882.pdf Niet in PubMed; Impact Factor = 1.393 Zes weken oude Swiss albino ratten werden 5 maanden lang blootgesteld aan RF EMVen van een CDMA mobiele telefoon gedurende 6 (3+3) uur/dag. Twaalf onbehandelde controledieren werden in deze studie meegenomen. Ratten werden gedood na de blootstelling en hun testes elektronenmicroscopisch onderzocht. Er werden onregelmatig gevormd mitochondriën en talrijke lipide druppels waargenomen in het cytoplasma van de cellen van blootgestelde dieren. Er werden ook ontaarde geslachtscellen op verschillende ontwikkelingsstadia waargenomen. Beschadigde spermakoppen werden waargenomen tezamen met de restanten van ontaarde kiemcellen. De blootstelling aan RF-velden werd verwezenlijkt via een mobiele telefoon maar er zijn helemaal geen details gegeven over de experimentele opzet. Het is derhalve onmogelijk om de correctheid van de procedure te evalueren of de blootstellingsniveau’s in te schatten. We zijn dus niet bij machte de waarde van de studie in te schatten. Hersenen en neurologische aandoeningen Eser O, Songur A, Aktas C, Karavelioglu E, Caglar V, Aylak F, Ozguner F, Kanter M. The effect of electromagnetic radiation on the rat brain: an experimental study. Turk Neurosurg. (2013) 23, 707715. http://www.turkishneurosurgery.org.tr/pdf/pdf_JTN_1219.pdf In PubMed; Impact Factor = ? Een Turkse studie op ratten waarvan de kop 1 uur per dag aan 900, 1800 en 2450 MHz velden (SAR = 1.04 W/kg) werden blootgesteld gedurende 2 maanden lijkt aan te geven dat de straling ernstige degeneratieve veranderingen in de hersenen veroorzaakt (o.a. veranderde immunologische parameters en oxidatieve schade). Volgens de auteurs zou dit erop kunnen wijzen dat RF-velden ziekten kunnen veroorzaken met o.a. functieverlies van aangetaste hersendelen en kanker. De experimentele set-up bestond uit een plastic buis (12 cm lang en 5.5 cm in diameter) en een dipoolantenne. De ratten werden in heel nauw contact met de dipoolantenne gehouden. De studie lijkt correct te zijn verlopen voor zover de experimentele set-up geschikt is (niet helemaal zeker). Maskey D, Kim MJ. Immunohistochemical localization of brain-derived neurotrophic factor and glial cell line-derived neurotrophic factor in the superior olivary complex of mice after radiofrequency exposure. Neurosci Lett. 2014 Feb 15;[Epub ahead of print]. http://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0304394014001086 In PubMed; Impact Factor = 2.146 In deze studie werden 5 ICR muizen blootgesteld aan 835-MHz EMVen met een SAR van 1,6 W/kg gedurende 8 u per dag over een periode van 30 dagen. Vijf extra muizen werden als negatieve controle “sham blootgesteld”. Na de behandeling werden de muizen gedood en de hersenen verwijderd. Secties van het ‘superior olivary complex (SOC)’, een gedeelte van de hersenen dat invloed heeft op het gehoor, werden onderzocht. Immunohistochemische metingen van de van hersenen-afgeleide “neurotrophic factor (BDNF)” en de gliale-afgeleide “neurotrophic factor (GDNF)” werden geanalyseerd. Beide bleken aanzienlijk te zijn gedaald in de blootgestelde muizen in vergelijking met de sham blootgestelde muizen. De auteurs besluiten daaruit dat de functies van het centrale auditieve systeem kan worden beïnvloed door de RF-blootstelling. Dit is wellicht een goede studie maar het artikel laat niet toe inzicht te verwerven over de RF-bron en hoe de blootstelling van de dieren gebeurde. Het artikel verwijst hiervoor naar supplementaire data (appendix) die in principe online beschikbaar is maar die we niet konden consulteren. de Caires Júnior LC, Guimarães ESG, Musso CM, Stabler CT, Garcia RMG, Mourão-Júnior CA, Andreazzi AE. Behavior and memory evaluation of Wistar rats exposed to 1.8 GHz radiofrequency electromagnetic radiation. Neurological Research 2013;[Epub ahead of print]. http://www.maneyonline.com/doi/abs/10.1179/1743132813Y.0000000276 In PubMed; Impact Factor = 1.182 In deze studie werden 6 mannelijke Wistar ratten elke 2 minuten blootgesteld aan 1,8-GHz velden van een mobiele telefoon gedurende 3 dagen. Zes extra ratten dienden als controle. Na de blootstelling werden de ratten getest op angstreacties, geheugen homeostase, en stress profielen m.b.v. “open veld en object herkenningstests”. Er werden geen significante verschillen gevonden tussen de groepen in termen van angst patronen of werkgeheugen, maar blootgestelde ratten waren minder beweeglijk dan de controles. Hieruit besloten de auteurs van de studie dat de straling geen effecten heeft op het centrale zenuwstelsel maar wel tot stressvolle gedragspatronen kan leiden. De volledige tekst is nog niet beschikbaar. Een evaluatie volgt later. Thermische effecten Saliev T, Tachibana K, Bulanin D, Mikhalovsky S, Whitby RD. Bio-effects of non-ionizing electromagnetic fields in context of cancer therapy. Front. Biosci. (2014) 6,175-184. http://www.bioscience.org/2014/v6e/af/E700/fulltext.htm In PubMed; Impact Factor = ? Thermische effecten die door microgolven worden opgewekt hebben een groot potentieel voor klinische toepassingen, in het bijzonder in de behandeling van kanker. De combinatie van EMVen en nanodeeltjes laat immers een efficiënte vernietiging van kanker cellen toe en laat toe drugs en genen af te leveren, bv. via magnetische microsfeer-methotrexate micropartikels die behalve ijzer ook actieve koolstof en magnetoliposomen bevatten. Het principe omvat opwarming van de partikels door de EMVen wat lokaal thermische effecten induceert en stofafgifte aan de doelwitweefsels. Magnetische “nano-carriers” zijn veelbelovend voor afgifte van moleculen aan specifieke doelwitweefsels, modulatie van apoptose (geprogrammeerde celdood) en tumor ablatie. Ook elektrische velden kunnen apoptose in kankercellen induceren (= Tumor Treating Fields therapy). Deze toepassingen zijn nog in een experimenteel stadium maar de eerste resultaten zijn veelbelovend. De auteurs menen dat in de strijd tegen kanker zowel EMV-geïnduceerde thermische en niet thermische bio-effecten met succes zouden kunnen gekoppeld worden aan andere nietinvasieve therapeutische methoden (ultrageluid, laser therapie, enz.). Meer onderzoek is nodig om de frequenties te kennen waaraan verschillende types tumoren specifiek gevoelig zijn en om behandelingsmethoden te optimaliseren. Deze studie is niet van toepassing op de problemen van draadloze communicatie en humane gezondheid. Ze wordt alleen voor de volledigheid toegevoegd.