Bewijs van niet-bestaan De vraag Is het logisch-technisch te bewijzen dat iets niet bestaat? G. de Roos, Drachten Het antwoord Of om het wat dichter bij huis te halen: kunnen we bewijzen dat kabouters niet bestaan? Antwoord: nee, dat gaat niet. Je kunt misschien bewijzen dat iets wel bestaat, bijvoorbeeld omdat je het kunt zien. Bewijzen dat iets er helemaal niet is, dat kan niet. Probeer het maar eens uit met de kabouters. We kunnen het bos intrekken en lang, heel lang zoeken. We zullen de kabouters waarschijnlijk niet vinden. Maar daarmee is nog niet gezegd dat ze er niet zijn. Ze kunnen zich misschien geweldig goed verstoppen. En het is onmogelijk om het niet-bestaan van kabouters direct waar te nemen; hoe zou dat nietbestaan eruit moeten zien? Bewijs dat kabouters niet bestaan, hebben we kortom niet. De bewering dat kabouters niet bestaan is trouwens wel een respectabele wetenschappelijke bewering. Dat is het althans volgens de wetenschapsfilosoof Karl Popper. Hij vond een uitspraak wetenschappelijk als die door de feiten kan worden weerlegd. En inderdaad, met het spotten van een enkele kabouter weten we genoeg. Verder kan door lang en vruchteloos zoeken wel waarschijnlijk gemaakt worden dat kabouters niet bestaan. Tenminste, dat kunnen we wanneer we bij aanvang al onze twijfels over kabouters hebben. Ook dat wordt in de wetenschapsfilosofie, om precies te zijn in de confirmatietheorie, netjes uitgelegd. Helemaal vrij van twijfel zijn we echter nooit. Ook wanneer we willen bewijzen dat iets er wel is, dan moeten we er vanuit gaan dat we niet door onze zintuigen bedrogen worden. Om met de filosoof Descartes te spreken: we moeten geloven dat we niet door een kwelgeest bedrogen worden. Of door kabouters. Maar hoe zit het met dat "logisch-technisch"? Misschien is het idee dat sommige beweringen helemaal uit zichzelf bewezen kunnen worden. Misschien zijn kabouters, goed begrepen, niet verenigbaar met het bestaan als zodanig, zoals bijvoorbeeld het hele idee van een cirkel niet verenigbaar is met het hebben van hoeken. Maar dat gaat mij toch wat te ver. Dat wil ik die arme kabouters niet aandoen. Met vriendelijke groet, Prof. dr. J.W. Romeijn Afdeling Filosofie Rijksuniversiteit Groningen