Scheikunde H2 Vet verwijder je met een zeepdeeltje wat bestaat uit een kop (Hydrofiel = waterminnend) en een staart (hydrofoob = watervrezend). Hoe werkt het: 1. De staarten van de zeepdeeltjes gaan in het vet zitten. De koppen komen daardoor aan de buitenkant in het water terecht. 2. Het vetdeeltje, omringd door de zeepdeeltjes, worden zo in het water opgenomen en met het water weggespoeld. Een synthetische zeep heet detergens detergentia (zeep uit fabriek). Bacteriën hebben water nodig om te kunnen bestaan. Cosmeticaproducten op waterbasis bederven eerder dan die op vetbasis. Door conserveermiddelen toe te voegen voorkom je de groei van bacteriën en schimmels. Een oplossing = een mengsel en is altijd helder (kan gekleurd of kleurloos zijn). Een emulsie = een fijn verdeelde vloeistof in een vloeistof (bijv. vet met water) en is altijd troebel. Als je dit lang laat staan, ontmengt het en krijg je twee lagen. Door een emulgator (= stoffen die bijv. vet met water kunnen laten mengen, zoals zeep) toe te voegen wordt het een stabiele emulsie. Emulgatoren zijn op dezelfde manier opgebouwd als zeepdeeltjes. Er zijn twee typen emulsies: olie in water (o/w) en water in olie (w/o). O/w-emulsie: er bevinden zich kleine druppeltjes olie in water. De hydrofobe staarten van de Voelt minder emulgator steken in de hydrofobe oliedruppeltjes. Aan de buitenkant zitten de vet aan hydrofiele koppen. Om ieder oliedruppeltje zit dus een laag van hydrofiele koppen Handcrème van de emulgatordeeltjes. W/o-emulsie: omgekeerd! De hydrofiele koppen van de emulgator steken in de hydrofiele Nachtcrème waterdruppeltjes enz. Cosmeticaproducten bevatten ook kleurstoffen. Je hebt wateroplosbare (hydrofiele) en vetoplosbare (hydrofobe) kleurstoffen. CI-nummer = Colour Index-nummer. Dit hebben alle kleurstoffen. E-nummer = als een kleurstof ook aan levensmiddelen toegevoegd mag worden. Een suspensie = een fijn verdeelde vaste stof in een vloeistof en je kunt er niet doorheen kijken (bijv. krijt in water). Kun je scheiden door filtreren of centrifugeren. Filtreren: Een oplossing of emulsie kun je niet scheiden door filtratie. Alle bestanddelen gaan door het filter. Filtreren is gebaseerd op het verschil in deeltjesgrootte. Centrifugeren: een suspensie wordt in een buis heel snel rondgedraaid, hierdoor worden de vaste deeltjes naar de bodem van de buis geslingerd. Na afloop kun je de bovenste vloeistof afschenken. Bij emulsies gaat dan de vloeistof met de grootste dichtheid naar de bodem. Centrifugeren is gebaseerd op het verschil in dichtheid. Tandpasta: - Krijtpoeder is een polijstmiddel om tandplak te verwijderen het en oppervlak van de tanden zo glad mogelijk te maken. - Zeep houdt het verwijderde vuil van de tanden in oplossing en voorkomt dat het losgeborstelde vuil zich weer op de tanden vastzet. - Pepermuntolie en sacharine zijn smaakstoffen. Hierdoor krijg je een fris en schoon gevoel in je mond. - Sacharine is ook een zoetstof. Dit voorkomt een bittere smaak. - Trachacant is een bindmiddel. Hierdoor kun je de tandpasta gemakkelijk uit de tube drukken en is de pasta glad en smeuïg. - Glycerol is een vochtaantrekkend middel. Dit voorkomt uitdroging van de pasta. - Conserveermiddelen, om de houdbaarheid te vergroten. - Kleurstof kan er in zitten, om de pasta aantrekkelijker te maken. Rook is een toestand. Rook is een vaste stof die heel fijn verdeeld is in de lucht. Er ontstaat een vaste, witte stof. Reactieschema (de conclusie): Zoutzuur waterstof chloride Ammonia ammoniak Waterstof chloride + ammoniak salmiak. pH = een getal dat aangeeft hoe zuur of hoe basisch een vloeistof is. Zure vloeistoffen hebben een pH kleiner dan 7. Hoe lager de pH, hoe zuurder de vloeistof. Een zure vloeistof met een pH kleiner dan 2, is agressief en tast je huid aan. Basische vloeistoffen hebben een pH groter dan 7. Hoe hoger de pH, hoe basischer de vloeistof. Smaakt zeepachtig en voelt glad. Als de pH van een vloeistof groter dan 12 is, is de vloeistof heel agressief, want dan wordt het heel erg droog (trekt namelijk het water uit je huid). Neutrale vloeistoffen hebben een pH van 7. In de praktijk tussen de 6 en 8. Als je een zure vloeistof bij een basische vloeistof doet, neutraliseer je de vloeistof. Pictogram = een symbool die de gevaren van een vloeistof aangeeft: Scheidingsmethode Destileeren Filtreren Toepassing Vloeistoffen of oplossing Vloeistof/vaste stof Extraheren Chromatografie Vaste stoffen Ingewikkeld mengsel van vaste stoffen Vloeistof/vaste stof Centrifugeren Principe Verschil in kookpunt Verschil in fase (deeltjesgrootte) Verschil in oplosbaarheid Verschil in oplosbaarheid Verschil in absorptie Verschil in dichtheid