De kazerne Burgerweeshuis

advertisement
De kazerne Burgerweeshuis
Rob Kammelar
Dit jaar herdenkt het Zutphense Burgerweeshuis zijn 450-jarig bestaan.Van 1664 tot
1895 bewoonden de wezen een gebouw op het Rijkenhage, dat eerder deel uitmaakte
van het klooster Rondeel.1 Na het vertrek van de wezen naar een kleinere behuizing
heeft dit gebouw enige tijd als kazerne gediend. Dit artikel geeft daarover enkele
bijzonderheden.
Koloniale Reserve
In 1890 kwam de reconvalescentencompagnie van de Koloniale Reserve in Zutphen
in garnizoen. Dit waren soldaten van het
Oost-Indische leger die voor herstel van ziekte of verwonding naar Nederland waren gezonden.2 Ze werden aanvankelijk gelegerd in
de Waliënkazerne aan het ’s-Gravenhof. Ten
gevolge van de ‘pacificatie’ van Lombok in
1894 moesten er steeds meer soldaten opgelapt worden. Het Departement van Koloniën
verwachtte op korte termijn bijna vijfhonderd
man te moeten opvangen.3 De Waliënkazerne, die officieel plaats bood aan tweehonderd
man, werd al snel te klein.4 De oude kazerne
‘Latijnsche School’ aan de Rozengracht, die
in zeer slechte staat verkeerde, werd daarom
opnieuw in gebruik genomen.5 Dankzij een
ingrijpende verbouwing konden hier 170
man gelogeerd worden.6 Er moest dus nog
voor ongeveer 120 man plek gevonden worden.
Het gemeentebestuur wilde het koloniale
garnizoen graag voor langere tijd aan Zutphen binden, omdat dat goed was voor de
middenstand. Daarom kocht de gemeente
in 1895 het voormalige Burgerweeshuis aan
het Rijkenhage voor veertigduizend gulden.
Vervolgens werd dit gebouw gratis en voor
onbepaalde tijd ter beschikking gesteld aan
het Departement van Koloniën op voorwaarde dat het koloniale garnizoen minimaal driehonderd man sterk zou zijn.7
106
Zutphen – 2014/4
Het kazernecomplex Burgerweeshuis na de verbouwing van 1896. De tuin was met een ringmuur
van de openbare weg afgescheiden. (Regionaal
Archief Zutphen)
Verhuizingen
Het oude weeshuis moest flink opgeknapt
worden, maar daar kon pas mee worden begonnen als de verbouwing van de Latijnsche
School gereed zou zijn. De soldaten die daar
lagen, waren in april 1896 tijdelijk overgebracht naar het Burgerweeshuis. De verhuizing stond onder leiding van luitenant W.H.
baron van Neukirchen van Nijvenheim. Veel
mannen moesten per brancard het gebouw
in worden gedragen.8
Toen de Latijnsche School gereed was, werd
vervolgens het Burgerweeshuis ingericht voor
‘categorie 1’ van de reconvalescenten: zieken
Kazerne Burgerweeshuis; indeling van de begane
grond. (Regionaal Archief Zutphen)
en gewonden, die regelmatige verpleging nodig hadden. Dat betekende dat het gebouw
moest worden voorzien van hospitaalfaciliteiten. De kosten, die geheel voor rekening van
het Rijk kwamen, werden geraamd op dertienduizend gulden. De aanbesteding vond plaats
op 15 oktober 1896. Het werk werd gegund
aan aannemersbedrijf W. Koordeman uit de
Spittaalstraat voor de som van ƒ 11.200,–.
De verbouwing stond onder toezicht van de
majoor eerstaanwezend-ingenieur J.W.N. Cramer van het 4e Commandement der Genie.9
Kegelbaan
Er kwam een ziekenzaal met speciale afdeling voor dysenteriepatiënten. Er werd een
trappenhuis gebouwd, er werden manschappenverblijven getimmerd, en een bijgebouw
werd tot kantine omgebouwd. De keuken
werd voorzien van nieuwe Senking-fornuizen.
In juni 1897 was de verbouwing klaar. De totale kosten inclusief inrichting kwamen uit op
ƒ 21.300,–.
Op de begane grond bevonden zich onder
andere twee slaapzalen voor manschappen
(3, 16), de kamer voor de officier van gezondheid (4), twee onderofficierskamers (7,
13) en een rustkamer (9). Opvallend is dat de
zaal voor dysenteriepatienten (11) vlak bij de
keuken (15, 14) ligt.
Verder toont de plattegrond het wachtlokaal (a) bij de toegangspoort aan het Rijkenhage, de manschappenkantine (b) met
biljartzaal (bA), de onderofficierskantine (e),
de veranda (g) en de privaten voor de manschappen (h en i) en voor de onderofficieren
(l). In de kelder was een politiekamer met
vier strafcellen. Voor afleiding onder de kolonialen zorgde de in 1902 aangelegde kegelbaan in de tuin (niet op de plattegrond).
Op de eerste verdieping waren drie ziekenzalen voor manschappen, twee voor onderofficieren en één voor dysenterielijders. Verder
een tweetal cellen voor krankzinnigen en een
badkamer. Op de zolderverdieping bevonden
zich een rustkamer en drie slaapzalen.10
Kazerne of hospitaal?
De ‘lopende’ patiënten onder de kolonialen
verbleven in de Waliënkazerne en in de kazerne Latijnsche School. De ‘zwaardere’ gevallen lagen in het Burgerweeshuis. In 1897
Zutphen – 2014/4
107
Toegangspoort van de kazerne Burgerweeshuis aan
het Rijkenhage omstreeks 1905. De oude poort van
het Burgerweeshuis is inmiddels verdwenen. Het
openstaande vensterluik links is van het wachtlokaal. (particuliere collectie)
waren daar ruim tachtig bedlegerigen, zodat
het Departement besloot om hier een tweede
officier van gezondheid aan te stellen. De Zutphenaren wisten niet goed hoe ze de nieuwe
instelling moesten noemen. Lokale kranten,
maar ook gemeentelijke stukken, spraken nu
eens van ‘Kazerne Burgerweeshuis’ dan weer
van ‘Hospitaal der Koloniale Reserve’. De ansichtkaart boven aan deze pagina, vermeldt
zelfs ‘ziekenzaal’. Het Departement hield het
op ‘kazerne’.
Er kwamen tenslotte veel minder kolonialen naar Zutphen dan werd verwacht. Vanaf
1903 stagneerde de sterkte van het koloniale
garnizoen op minder dan driehonderd man.
Het gemeentebestuur besloot daarop om het
kosteloze gebruik op te zeggen en een jaarlijkse huur van ƒ 2000,– in rekening te brengen. De verpleging van de reconvalescenten
108
Zutphen – 2014/4
beantwoordde evenmin aan de verwachtingen. Er stroomden veel te weinig manschappen door naar de validencompagnieën. In
1912 werd het gehele koloniale garnizoen
van Zutphen overgeplaatst naar Nijmegen.
De kazerne Burgerweeshuis aan het Rijkenhage had maar zeventien jaar dienst gedaan.
De mobilisatie van 1914
Het gemeentebestuur wilde er vervolgens een
school in vestigen, en liet daarom het hele gebouw reinigen en desinfecteren. De muur om
de tuin werd afgebroken en de zo ontstane
openbare ruimte werd het Hagepoortplein.
Door de algehele mobilisatie van het Nederlandse leger op 31 juli 1914 kwam er van die
schoolplannen niets terecht. Er werden mannen van het 12e Bataljon Landweer Infanterie
gelegerd. Het wachtgebouw werd kantoor van
de kapitein Detachementscommandant van
de Landweer. Die moest wel enig ongemak
voor lief nemen, want de gemeente negeerde
zijn klachten over lekkende goten.11 Na 1918
werd de kantine nog een tijdje gebruikt als
militair magazijn.12
De kazerne Burgerweeshuis. De ansichtkaart vermeldt ‘Hagepoortplein’. De foto dateert dus van na
het wegbreken van de tuinmuur in 1914. De Koloniale Reserve was al vertrokken. In de kazerne lag
toen gemobiliseerde Landweer. (Regionaal Archief
Zutphen)
In 1919 verkocht de gemeente het gebouw
aan de de nv Zilversmederij ‘Hollandia’ voor
de somma van ƒ 30.000,–. Tegelijkertijd ontving de gemeente van het Rijk een vergoeding van ƒ 10.116,73 voor schade die tijdens
de mobilisatie aan het gebouw was ontstaan.13
Daarmee had de gemeente dus de ƒ 40.000,–
terug die in 1895 waren geïnvesteerd.
Toen in 1953 de Berkelzijde van het Rijkenhage werd afgebroken, verdween ook de
voormalige kazerne Burgerweeshuis. Hierdoor ontstond een verbinding met de Berkelsingel, waardoor een doorgaande verkeersroute kon worden aangelegd.
l
Bronnen, noten en literatuur
1 Jolette van Eijden e.a., “Zoo moog dit Weeshuis
steeds tot Zutphens eere blijven”. 450 jaar Stichting
Het Burgerweeshuis Zutphen 1564-2014, Zutphen
2014.
2 Rob Kammelar, ‘De Koloniale Reserve in Zutphen 1890-1912’, in Zutphen 2011-3.
3 Begrooting van Nederlandsch-Indië voor het dienstjaar 1896 (www.statengeneraaldigitaal.nl).
4 Regionaal Archief Zutphen (RAZ), arch.nr. 2,
inv.nr. 3447.
5 Regeling van den Krijgsdienst, bijlage bij de Handelingen der Tweede Kamer 1890-1891
(www.statengeneraaldigitaal.nl).
6Ibidem.
7 RAZ, arch.nr. 2, inv.nr. 86, Raadsnotulen 1895
(notulen 3 september).
8 Zutphensche Courant van 20 april 1896.
9 RAZ, archiefnr.142 (coll. Gimberg),
inv.nr. 113.
10 RAZ, arch.nr. 2, inv.nr. 3447.
11 Jaarverslagen Gemeente Zutphen 1914-1918.
12 RAZ, archiefnr. 142 (coll. Gimberg),
inv.nr. 203.
13 Jaarverslag Gemeente Zutphen 1919.
Zutphen – 2014/4
109
Download