Deze serie potloodtekeningen van Jean-Baptiste Fouquet (werkzaam in Parijs 17891792) is altijd in de familie Van der Capellen gebleven en geeft een prachtig beeld van een adellijke familie uit de achttiende eeuw in Zutphen. Het is ook een goede aanvulling op de collectie die we van deze belangrijke Zutphense historische figuur al bezitten. Gezien de toekomst van het Museum in het Hof van Heeckeren, een andere Zutphense adellijke familie, als Orangisten overigens niet echt bevriend met de Van der Capellens, om het voorzichtig uit te drukken, is de verwerving ook daarvoor een mooie aanvulling. Robert Jasper baron van de Capellen tot den Marsch (1743-1814) was zoon van de scholtis van Zutphen en een achterneef van de befaamde patriot Joan Derk van der Capellen tot den Pol. Vanuit zijn stadswoning aan de Schupstoel en later als balling in Frankrijk ontwikkelde Van der Capellen zich tot een landelijke vermaarde patriotse voorman die op de eerste plaats voor vernieuwing stond, met name na de dood van Joan Derk. De tegenstellingen werden zo groot dat na de contrarevolutie van 1787 het familiegraf Van der Capellen in Gorssel op 7 augustus 1788 door fanatieke Zutphense orangisten werd opgeblazen. Over Robert Jasper publiceerde Jacques Baartmans in 2010 een biografie. Het door de Zutphense schilder Kaldenbach geschilderde portret pronkt op de voorzijde, en ook in de vaste opstelling van het Stedelijk Museum Zutphen. De rol die Van der Capellen speelde was er een van landelijk belang. Het is een van de weinige historische figuren die vanuit Zutphen, een rol op het landelijk toneel speelde, en van wie zoveel bekend is. Hij was grootgrondbezitter en eigenaar onder andere van Huis de Boedelhof in Eefde, De Engelenburg in Brummen en het Huis de Marsch in Zutphen dat hij in 1801 liet afbreken. Afbeeldingen van de tekeningen staan ook in de biografie. Sinds een aantal decennia zijn de laatste nazaten van Robert Jasper bezig om de familiecollectie via de kunsthandel te verkopen. Zo kwam het fraaie geschilderde portret (hierboven genoemd) en dat van zijn vrouw in onze collectie terecht. Ook verwierf het museum al aan viertal minatuurportretgravures van de hand van GillesLouis Chrétien (1754-1811) van Robert Jasper, zijn vrouw Sarah en de dochters Leentje en Cornelie. Van 1790 tot 1792 verbleef het gezin in ballingschap in Parijs (bij familie in Sèvres). Tijdens hun verblijf in Sèvres tekende de gerenommeerde Franse kunstenaar JeanBaptiste Fouquet een serie van waarschijnlijk zes tekeningen op roze papier in ovale vorm, ca. 20 bij 30 cm. De dreigingen van de zojuist uitgebroken Franse Revolutie (14/7/1789) deden veel adellijke families besluiten nog snel even een portret van hun familie te laten maken. Deze tekeningen zijn gebruikt bij het produceren van de hierboven genoemde gravures (waarschijnlijk physionotraces). De gravures zijn wijd verspreid, de tekeningen zeer zeldzaam. (Zie: Laurentius: Physionotraces, 2010) De toestand van de tekeningen is gezien de leeftijd, zeer goed.