Hindoeïsme - Vakkenweb

Hindoeïsme
De weg van verlossing
India
 India is een land in
Azië:
95 keer zo groot als
Nederland.
 Het heeft een miljard
inwoners! De
hoofdstad is New
Delhi.
HSG november
2006
Vlag van India
 Oranje is de kleur van
de Hindoes. Het
betekent "moed".
 Groen is van de
moslims. Het staat
voor "geloof".
 De witte balk geeft
"hoop": op vrede
tussen de moslims en
de Hindoes.
HSG november
2006
Wat is Hindoeïsme?
 Een van de oudste
levende godsdiensten
ter wereld.
 Het is het geloof van
mensen die Hindoes
heten, en die vooral in
India wonen,
 waar het hindoeïsme
begonnen is.
HSG november
2006
Sanatana dharma
 Het woord Hindoeïsme
is bedacht door westerse
geleerden in de
negentiende eeuw.
 Hindoes noemen hun
geloof ‘sanatana
dharma’ dat betekent
eeuwige leer of eeuwige
wet.
HSG november
2006
Het begin van het
Hindoeïsme
 Hindoeïsme is een
ongewone godsdienst
doordat het geen stichter
heeft veel heilige
boeken, maar niet 1 door
een God geopenbaard
boek.
 Het begon ongeveer
vijfduizend jaar geleden
HSG november
2006
Manier van leven
 Een aantal vaste
geloofspunten.
 Op allerlei manieren
wordt hier vorm aan
gegeven.
 Sommige Hindoes
bidden iedere dag,
anderen bijna nooit.
 Bidden en tempelbezoek
is niet verplicht.
HSG november
2006
Reïncarnatie
 Als iemand dood is, leeft
zijn ziel voort en deze
wordt herboren in een
ander lichaam van een
mens of dier.
 De kwaliteit van je
volgende leven hangt af
van de manier waarop je
je in je eerdere leven
hebt gedragen.
HSG november
2006
Karma
 Deze keten van daden
en hun gevolgen wordt
karma genoemd.
HSG november
2006
Uiteindelijke doel: Moksha
 Hoe beter iedere
hergeboorte, des te
dichter kom je bij
moksha = verlossing.
 Moksha: het moment
waarop je individuele
ziel, atman, opgaat in
Brahman. (opperste
geest)
HSG november
2006
Kastensysteem
Brahmanen (priesters)
Kshatriya’s (edelen en
soldaten)
Vaishya’s (kooplieden,
landeigenaren, arbeiders)
Sudra’s (dienaren en
slaven)
Onaanraakbaren – paria’s
HSG november
2006
Vegetarisch
 Veel Hindoes zijn
vegetariër. Ze geloven in
het principe van
geweldloosheid of
ahimsa, wat onder meer
inhoudt dat ze niet
mogen doden voor hun
voedsel.
HSG november
2006
Goden en Godinnen
 Hindoes geloven in een
oppergeest Brahman.
 Hindoes bidden niet
zoals de christenen tot
God of moslims tot Allah
bidden.
 Zij vereren honderden
goden, die verschillende
kanten van Brahman
laten zien.
HSG november
2006
De Hindoe-Drie-Eenheid
 De belangrijkste drie hindoegoden zijn:
 Brahma schepper
 Vishnu beschermer
 Shiva verwoester
 Vishnu en Shiva zijn hele
geliefde goden, veel tempels
zijn aan hun toegewijd.
HSG november
2006
Brahma
 Schepper. Vier hoofden
die naar vier
windrichtingen kijken.
 Vier handen, altijd een
zegenend opheft.
 Rijdt op zwanen of zit op
een heilige lotusbloem.
 Zijn vrouw is godin
kunst, onderwijs
Saraswati.
HSG november
2006
Vishnu
 De beschermer van het
heelal. Hij wordt vaak
afgebeeld op een
adelaar of slapend op
een reuzenslang.
 Zijn vrouw is Lakshmi,
de godin van de
schoonheid en rijkdom.
HSG november
2006
Shiva
 De vernietiger van het
kwaad. Drietand als
symbool van de
vernietiging. Draagt op
voorhoofd het derde oog
van de kennis.
 Shiva rijdt op een grote
stier, Nandi geheten.
 Zijn vrouw heet Parvatti.
HSG november
2006
Heilige teksten Veda’s
 Verzamelingen van
lofzangen, gebeden,
regels voor rituelen,
offers en spreuken.
 Ongeveer 3500 jaar
geleden door de
eerste Hindoes
verzameld.
HSG november
2006
Feesten
 Holi
 Ganesja
 Divali
HSG november
2006
Boeddhisme
 500 jaar voor Christus.
 Noorden van India wordt
een prins geboren.
 Zijn naam…..
Siddharta Gautama.
 Hij mag niet buiten het
paleisterrein komen.
 Maakt geheime tochten…
door het land.
HSG november
2006
Wat is de zin van het
leven?
 …..als het uitloopt op
ouderdom, ziekte en
dood?
 Hij geeft zijn rijke
prinsenleven op…..
 Wordt een
rondtrekkende arme
monnik.
HSG november
2006
Lijden = diepe onvrede
 Als in een bliksemflits
ziet hij wat de oorzaak
van het lijden is:
begeerte.
 Lijden geen lichamelijke
pijn maar een diepe
onvrede met het leven.
 Iedereen wil gelukkig
worden.
 Soms lukt het een beetje
maar het gaat toch weer
mis.
HSG november
2006
Boeddha = Verlichte
 Ellende en
ontevredenheid –
begeerten najaagt
 Eén manier om aan het
lijden te ontkomen.
 Begeerten en
verlangens beheersen
 Niet hechten aan mooie
dingen.
 Deze training duurt een
leven lang
HSG november
2006
Achtvoudig pad
 1. juiste vertrouwen in de
leer van Boeddha
 2. juiste doel stellen in je
leven
 3. juiste woorden spreken
 4. juiste daden doen
 5. juiste werkzaamheden
verrichten
 6. juiste wil hebben
 7. juiste concentratie hebben
 8. juiste meditatie beoefenen
HSG november
2006
Nirwana
 Heb je alle stappen
afgelegd dan bereik je
de innerlijke rust
 Nirwana is niet een
hemel maar een ervaring
in jezelf
 Als je nirwana hebt
bereikt, hoef je niet meer
te reïncarneren.
HSG november
2006
5 hoofdregels
achtvoudig pad
moeilijk om na te leven.
 1. niet doden
ahimsa (geweldloosheid)
 2. niet stelen
 3. geen overs26pel
 4. niet liegen en
beledigende taal.
 5. geen bedwelmende
middelen gebruiken
HSG november
2006