pAG-TEST, DRACHTCONTROlE ViA HET BlOED

advertisement
ht
Bloed bevat veel informatie en kan ook worden aangewend voor de drachtcontrole
bij koeien. Hierbij worden bepaalde proteïnes (Pregnancy-Associated Glycoproteins of
PAG) in het bloed opgespoord die typisch aangemaakt worden tijdens de dracht.
Ondanks het gemak en de betrouwbaarheid van de PAG-test wordt hij in Vlaanderen
nog niet vaak toegepast. – Noelita Melo De Sousa & Jean-François Beckers, ULG & Kristine Piccart, M-team,
ig
UGent
C
op
yr
Het behalen van goede vruchtbaarheidsresultaten is een streefdoel voor elk
rundveebedrijf. Intussen is geweten dat
een doorgedreven selectie naar een
hogere productie zijn tol eist. Dit kan
leiden tot een daling van de vruchtbaarheid. Om goede resultaten te boeken, is
het cruciaal om de fertiliteit nauwlettend
in het oog te houden. Een accurate en
vroege drachtdiagnose speelt hierbij een
belangrijke rol, net zoals het tijdig opsporen van verwerpers. Er zijn inmiddels
verschillende manieren om de dracht vast
te stellen (rectaal opvoelen, scannen,
progesteronbepaling …). Een methode die
echter vaak over het hoofd gezien wordt,
is de PAG-test.
Pregnancy-associated glycoprotein
Hoewel het zwangerschapshormoon
(zoals dat bij vrouwen bestaat) niet voor46 • rundvee | kleinvee
komt bij runderen, wordt er tijdens de
dracht wel een andere soort proteïnes
gevormd. Deze eiwitten, Pregnancy-Associated Glycoproteins (PAG), werden in de
jaren 80 ontdekt en later geïsoleerd aan
de Universiteit van Luik. Tijdens de dracht
worden PAG massaal aangemaakt ter
hoogte van de placenta of moederkoek,
om vervolgens vrijgesteld te worden in het
bloed van de koe. Via de bloedbaan komt
dit eiwit ook in de melk terecht. De exacte
functie van de proteïnes is nog niet gekend, maar ze zouden ervoor kunnen
zorgen dat het afweersysteem van de
moeder de vrucht niet afstoot. Het PAGgehalte in het bloed begint te stijgen vanaf
het moment dat de moederkoek gevormd
is tot aan het moment van afkalven (figuur 1). De PAG-concentratie piekt vlak
voor het afkalven, om vervolgens geleidelijk weer te dalen. Ongeveer 80 tot 100 da-
gen na de geboorte zullen de PAG volledig
verdwenen zijn uit het bloed.
Een deel van de bevruchtingen zal onvermijdelijk eindigen in embryonale sterfte.
Omdat PAG geproduceerd worden door de
moederkoek is dit een uitstekende manier
om de vitaliteit van het kalf te beoordelen.
Als het vruchtje tijdens de dracht afsterft,
zal de moederkoek eveneens verloren
gaan. Bijgevolg zal de aanmaak van PAG
stilvallen. Binnen enkele dagen na de
dood van het embryo of de foetus zakt de
PAG-concentratie weer naar het oorspronkelijke niveau. De bepaling van PAG
kan, naast drachtdiagnose, dus ook
gebruikt worden om na te gaan of de
vrucht nog steeds leeft. Daarnaast zijn de
PAG-gehaltes ook hoger tijdens een
tweelingdracht. In theorie kan tweelingdracht dus ook gedetecteerd worden met
PAG, maar hiervoor is meer onderzoek
Boerenbond • Management&Techniek 1 • 10 januari 2014
© UGent
nd
bo
en
Bo
er
PAG-test, drachtcontrole
via het bloed
200
Bo
50
0
20
60
100
140
180
220
drachtduur (dagen)
Figuur 1 PAG-gehalte in het bloed tijdens de
dracht - Bron: UGent
ig
Meten is weten
C
op
yr
Hoewel de PAG-test al enkele jaren
ingeburgerd is bij de Waalse veehouders,
wordt hij in Vlaanderen nog niet vaak
gebruikt. Nochtans heeft deze methode
enkele onmiskenbare voordelen. Zo is de
PAG-test een zeer betrouwbare en eenvoudige methode voor drachtcontrole.
Een ideale test moet zowel over een hoge
sensitiviteit als specificiteit beschikken
om bruikbaar te zijn in de praktijk. Deze
test heeft aanvankelijk een sensitiviteit
Samen met de bedrijfsdierenarts moet
men eerst bekijken of de PAG-test een
meerwaarde zou kunnen bieden aan de
vruchtbaarheidsbegeleiding op het bedrijf.
Via Dierengezondheidszorg Vlaanderen
(DGZ) kunnen de bloedstalen dan geanalyseerd worden in het Laboratorium
Voortplantingsfysiologie aan de faculteit
Diergeneeskunde in Luik. De dierenarts
neemt een bloedstaal (serum, plasma of
volbloed) van de te onderzoeken koeien en
kan dit eventueel zelfs via de post versturen. PAG zijn immers zeer stabiele eiwitten die geen speciaal gekoeld transport
vereisen. In optimale bewaaromstandigheden (4 °C) kunnen de stalen zelfs tot 2
weken gehouden worden. Bij het opsturen
van de stalen moet je zeker de betreffende diersoort vermelden, aangezien de
proteïnes per soort ietwat verschillen. De
test neemt ongeveer 48 uur in beslag. In
principe wordt de PAG-test alleen op dinsdag en donderdag uitgevoerd, zodat de
resultaten steeds op woensdag en vrijdag
beschikbaar zijn.
In combinatie met de inseminatiedatum is
de PAG-uitslag gemakkelijk te interpreteren. De resultaten worden steeds weergegeven als ‘positief’ (PAG-concentratie van
meer dan 1,0 ng/ml), ‘negatief’ (PAGgehalte minder dan 0,8 ng/ml) of ‘onzeker’ (tussen 0,8 en 1,0 ng/ml). In het
laatste geval wordt geadviseerd om 2
weken later opnieuw een bloedstaal te
nemen. De facturatie en rapportering
verloopt ofwel via DGZ, ofwel rechtstreeks
via de faculteit Diergeneeskunde in
Luik. n
er
100
ht
geïnsemineerd werden. De PAG-eiwitten
van de vorige en de huidige dracht overlappen elkaar immers. Om die reden
wordt aangeraden om bij koeien toch
minstens 90 dagen na de kalving te
wachten alvorens een PAG-test uit te
voeren. Bij vaarzen bestaat dit probleem
echter niet omdat ze nog niet eerder
drachtig waren. In dat geval kan de dierenarts één maand na het insemineren
al een bloedstaaltje nemen voor drachtcontrole.
bPAG (ng/ml)
150
Tijdens de dracht worden
PAG massaal vrijgesteld in het
bloed van de koe.
Praktisch aspect
nd
De eerste dagen na een succesvolle
inseminatie zal de PAG-concentratie nog
niet hoog genoeg zijn om in het bloed te
worden teruggevonden. Het moment dat
PAG beginnen te stijgen, hangt ook af van
de diersoort. Bij drachtige runderen
kunnen PAG al vanaf 29 à 30 dagen na
inseminatie worden bepaald. Bij geiten of
schapen is dit zelfs nog vroeger (25 dagen
voor ooien en 22 dagen voor geiten). Men
moet wel in het achterhoofd houden dat
het PAG-gehalte 2 tot 3 maanden na het
afkalven nog enigszins verhoogd kan zijn.
Dit bemoeilijkt de interpretatie van de test
bij koeien die binnen 3 maanden opnieuw
wel een interessante aanvulling bieden.
Verder is deze test niet alleen beschikbaar voor melk- of vleesvee, maar ook
voor andere herkauwers zoals schapen,
geiten, herten, buffels en bizons.
bo
Wanneer bloed laten nemen
door de dierenarts?
van 99%. Dit betekent dat 99 op 100
drachtige koeien ook effectief een positief
testresultaat zullen vertonen. De specificiteit van de test ligt in het begin van de
dracht op ongeveer 88%. Dit is de kans
dat niet-drachtige dieren ook daadwerkelijk een negatief testresultaat hebben. Dit
cijfer kan gedeeltelijk verklaard worden
door het feit dat een afgestorven vruchtje
de eerste dagen na het optreden van de
dood nog een vals positief resultaat kan
geven. In het begin van de dracht wordt dit
meestal zelfs niet opgemerkt door de
veehouder of dierenarts. Dit verklaart
waarom de specificiteit van de PAG-test
aanvankelijk niet boven 90% uitkomt.
en
nodig alvorens dit in de praktijk kan
worden toegepast.
Naarmate de dracht vordert, zal de
nauwkeurigheid van de test nog stijgen.
Bovenal blinkt de PAG-test uit in eenvoud.
In tegenstelling tot rectale exploratie of
scannen, is er geen uitgebreide ervaring
nodig om de dracht (of drachtonderbreking) te kunnen vaststellen. Anderzijds
overtreft een bloedstaal de andere technieken niet als het op snelheid aankomt.
Een simpele bloedname kan daarbij ook
geen klinisch onderzoek vervangen,
moest dit nodig zijn. Niettemin kan de
PAG-test in het kader van bedrijfsbegeleiding voor sommige veehouders misschien
Kristine Piccart is verbonden aan het
M-team van de Faculteit Diergeneeskunde van de Univesiteit Gent.
Lichtenberglaan 2049 • 3800 Sint-Truiden
Tel. +32(0)11 480 380 • E-mail: [email protected]
www.mts-industriebouw.be
Boerenbond • Management&Techniek 1 • 10 januari 2014
130591MT1214
STERK IN STAAL EN BETON!
rundvee | kleinvee • 47
Download