Materie - The structure of Matter

advertisement
1
Een Model dat leidt naar nieuwe kennis
Vijfde Module: Materie
St/Vr
T
Va
H
Stelling-Vraag
De aandrijving van energie en van de
Toelichting
Vaststelling
Verkorte versie van het Model.
Herhaling M1
Tekst Module = in het zwart, huidige Natuurkunde = in het rood
krachten!
Deze Module is niet de korte inhoud van het volledige Model. In dat Model kunnen wel de details
teruggevonden worden van wat hier aangehaald wordt. in Module 1 werden enkele beginselen
vermeld. In deze Module geven ze ons de mogelijkheid een aantal voorbeelden uit te werken van de
opbouw/werking van de materie.
Deze Module is vooral bedoeld om te laten zien dat de Natuurkunde een gans andere aanpak nodig
heeft dan de huidige louter wiskundige. De ‘oude’ benadering laat alleen toe het gedrag van de
materie te bestuderen, haar buitenkant. De ‘nieuwe’ benadering moet de oorsprong van de
eigenschappen van de materie grondig opsporen. Daarvoor moeten we doordringen in de
binnenkant ervan, achterhalen wat de materie doet doen wat ze doet. Zonder zo’n grensverleggende
aanpak zullen we nooit de geheimen van het bestaan kunnen doorgronden.
H
Er bestaan twee
M1 soorten dimensies:
imaginaire en reële.
* Imaginaire of vluchtige dimensies hebben een verloop. Het
tijdsverloop is daar een voorbeeld van. Naast het tijdsverloop bestaan
er verscheidene ruimteverlopen. Fenomenologisch gezien heeft een
ruimteverloop de neiging een punt voort te trekken in de ruimte. Een
ruimteverloop houdt bijgevolg een onomkeerbare aandrijving in. Alle
verlopen, dus ook het tijdsverloop, zijn in meer of mindere mate
geïntegreerd in de materie. De activiteit van ruimteverlopen in de
materie levert de aandrijving voor energie en de krachten.
* Naast de vluchtige dimensies bestaan er reële dimensies die
omkeerbaar zijn. Daarin kunnen we als het ware weg en weer gaan. De
ruimtelijke dimensies zoals wij die waarnemen hebben kenmerken die
heel dicht in de buurt ervan komen. De echte reële ruimtelijke
dimensies zijn niet rechtstreeks waarneembaar en ze vormen samen
met de reële tijd de absolute ruimtetijd.
St
Een acausale potentie Elk bestanddeel, elke ingrediënt van het Heelal moet ergens vandaan
= Niet-Materie
komen. Volgens dit Model is dat uit een acausale potentie. Een
acausale potentie heeft geen oorzaak en geen gevolg. Ze heeft met
andere woorden altijd bestaan.
T
De Niet-Materie
St
Waar komen de twee Het Model neemt aan dat de twee soorten dimensies afkomstig zijn van
types dimensies
hun complexere combinatie: de Stamdimensies. Door het feit dat deze
5e Module: Materie
Wanneer we door de horizon van een zwart gat gaan dan stopt het
tijdsverloop. Er is dan ook geen ruimte meer en dat allemaal terwijl de
energiedichtheid oneindig groot is. We kunnen stellen dat de materie
dan in zijn alter ego terecht is gekomen: de Niet-Materie. Aan de hand
van bovenstaande bevindingen kunnen we de eigenschappen van de
Niet-Materie beter definiëren. Op die wijze dat kunnen we misschien
achterhalen waar alle bestanddelen van het Heelal vandaan komen.
(versie 2/9/2013) v1
©2001-2013 Fons Wils
2
Een Model dat leidt naar nieuwe kennis
vandaan?
Stamdimensies de twee ondergeschikte types dimensies verenigen
hebben zij eigenschappen die zich buiten het door ons in de
Eigenschappen buiten Natuurkunde gekende Hier en Nu uitstrekken: Stamdimensies of
het Hier en Nu
Superdimensies bezitten in hun oorsprong de eigenschappen van de:
worden met kleine
kapitalen
GELIJKTIJDIGHEID : altijd aanwezig zijn
weergegeven:
en de
De Niet-materie is
NON-LOKALITEIT: overal aanwezig zijn.
dus een acausale
POTENTIE die bestaat
In een Stamdimensie ontwikkelen de verlopen zich niet. Zij houden op
uit GELIJKTIJDIGHEID en die wijze een enorme POTENTIE in. Zo vormden alle Stamdimensies
NON-LOKALITEIT.
samen de acausale POTENTIE die de oorsprong was van ons Heelal.
Va
Zonder tijdsverloop is
de Niet-materie een
zijnstoestand. Iets
heeft de wording in
gang gezet.
Iets heeft er voor gezorgd dat deze acausale toestand causaal werd. Dat
kon alleen gebeuren door het uit elkaar vallen of ontbinden van een
eerste Stamdimensie. Bij dat ontbinden komt minstens één verloop vrij:
dat verloop is het tijdsverloop dat de causaliteit doet ontstaan. Het
ontstaan van het tijdsverloop is het startschot van de wording.
St
De Stamdimensies
brengen alle
onderdelen van het
Heelal voort.
De Stamdimensies ontbinden in drie predimensies: één reële
predimensie en twee tegengestelde imaginaire verlopen. Door te
ontbinden zijn de Stamdimensies de oorsprong van deze
ondergeschikte predimensies.
De twee Stamruimtes
bepalen samen de
structuur aan de
materie.
De resulterende predimensies hergroeperen zich in twee Stamruimtes.
Eén stel reële ruimtelijke predimensies rond het tijdsverloop en de
reële predimensie van de tijd samen met de ruimteverlopen. De eerste
Stamruimte lijkt de herkenbare ruimtetijd maar is dat niet, de tweede is
volledig vreemd. Later meer hierover.
Materie heeft
eigenschappen van
beide Stamruimtes.
Daardoor ontstaan de
onzekerheidsrelaties.
Vanuit de twee Stamruimtes recombineren de verlopen om de materie
te vormen. Het aantal ruimteverlopen die opgenomen zijn in een
deeltje bepaalt zijn orde. Eén ruimteverloop betekent deeltje van
eerste orde. Op deze wijze kunnen we vijf ordes van deeltjes verkrijgen.
Vr
Hoeveel
Alle onderdelen en eigenschappen van het Heelal en van de materie
Stamdimensies waren kunnen wedersamengesteld worden uit de predimensies die stammen
er oorspronkelijk?
uit 6 Stamdimensies. Samen vormden zij de acausale en oneindig grote
POTENTIE of de Niet-Materie.
Va
Belang van de
volgorde van de
ontbinding.
De Stamdimensies zijn in een bepaalde volgorde ontbonden. Die
volgorde is bepalend voor de rol die ze gaan vervullen bij het tot stand
komen van de eigenschappen van de materie.
Va
De ontbinding en het
ontstaan van
onderscheid tussen
de Stamdimensies.
Bij de oorsprong bestond er geen kwalitatief onderscheid tussen de
Stamdimensies. Het is de volgorde van ontbinding die een
kwaliteitsverschil heeft doen ontstaan.
De eerste Stamdimensie die ontbond noemen we T omdat zij
noodzakelijkerwijs die van de tijd is. Er kon slechts één tijdsverloop
blijven bestaan dus werd de tegengestelde pijl van het tijdsverloop
geabsorbeerd door de hoogste orde van deeltjes: de vijfde orde. Door
5e Module: Materie
(versie 2/9/2013) v1
©2001-2013 Fons Wils
3
Een Model dat leidt naar nieuwe kennis
Het ontstaan van
causaliteit en het
behoud van een stuk
GELIJKTIJDIGHEID in elke
vorm van materie.
De aandrijving van
het
elektromagnetisme
en het behoud van
een stuk NONLOKALITEIT in elke
vorm van materie.
Het ontstaan van de
Stralende Materie en
het lot van de
antimaterie.
deze absorptie ontstond de totale causaliteit.
Elk deeltje bevat een beperkte mate de geabsorbeerde tegengestelde
pijl van de tijd. Zo blijft er altijd een beperkte hoeveelheid van
GELIJKTIJDIGHEID aanwezig in elk deeltje. De POTENTIE (reikwijdte) die
gepaard gaat met die GELIJKTIJDIGHEID is gerelateerd aan de grootte van
de energie van het deeltje.
Door het ontbinden van de eerste Stamdimensie hield de
oorspronkelijke GELIJKTIJDIGHEID op te bestaan en bleef alleen nog de
NON-LOKALITEIT over. De overblijvende Stamdimensies waren daardoor
gedoemd om een meer ruimtelijke geaardheid te hebben.
De twee volgende Stamdimensies die ontbonden waren ook tijdachtig
maar kregen door hun ruimtelijk kantje een andere rol toebedeeld. De
ene was E en de andere D. Eén van de verlopen van Stamdimensie E
werd geabsorbeerd door de vierde orde deeltjes. De andere pijl -e’
dient als aandrijving voor het elektromagnetisme.
Elk deeltje bevat dus ook in een beperkte mate de geabsorbeerde
tegengestelde pijl van E +e’ dus blijft er altijd een beperkte hoeveelheid
NON-LOKALITEIT aanwezig in elk geladen deeltje. De POTENTIE (reikwijdte)
die gepaard gaat met die NON-LOKALITEIT is gerelateerd aan de grootte
van de energie van het deeltje.
Bij Stamdimensie D wordt het een ander verhaal. Daarvan worden de
tegengestelde pijlen van het verloop allebei geabsorbeerd in de
materie. Zij vormen samen met de drie laatste Stamdimensies Z, Y en X
onder meer de quarks. Drie van die quarks stellen een kerndeeltje
samen (een proton of een neutron). Het linkse verloop -d’ vormt de
gewone materie in de vorm van up-quarks, het rechtse verloop + d’
vormt de antimaterie in de vorm van down-quarks.
Het afdalingsscenario
geeft de volgorde van de ontbinding van de Stamdimensies aan.
-t’
+t’
Profase
-e’
+e’
Hoogste orde deeltjes
-d’
+d’
Vierde orde deeltjes
-z’
+z’
Derde orde deeltjes
up
-y’
down
+y’
Tweede orde deeltjes
-x’
+x’
Eerste orde deeltjes
5e Module: Materie
(versie 2/9/2013) v1
©2001-2013 Fons Wils
4
Een Model dat leidt naar nieuwe kennis
Va
Niet alle
Stamdimensies
hebben een rigide
ruimtelijke oriëntatie.
De Stamdimensies Z, Y en X hebben een zuiver ruimtelijke geaardheid.
Hun ruimteverlopen vormen het fundament van de Stralende Materie.
Daarom hebben ze een rigide ruimtelijk oriëntatie. Dit betekent ook dat
de ruimteverlopen door het afdalingsscenario zijn opgedeeld in twee
klasses: de georiënteerde en dus richtingsgevoelige x’, y’ en z’ en de
niet georiënteerde en dus niet richtingsgevoelige d’ en e’. Dit laatste
verloop is door affiniteit met zijn reële complement e verantwoordelijk
voor de vorming van lading.
St
De reële
predimensies vormen
de absolute
ruimtetijd.
Elke Stamdimensie bevat een reële predimensie dus ook die van de tijd.
Deze reële predimensies vormen samen de absolute ruimtetijd. De
ruimteverlopen vertonen in sommige gevallen nog affiniteit voor deze
absolute ruimtetijd. Dat is een eigenschap die ze al dan niet meekrijgen
vanuit hun toestand in de Stamruimte. Wanneer het de ruimteverlopen
x’, y’ of z’ zijn die affiniteit vertonen dan houdt dat de vorming van
massa in en wanneer e’ affiniteit vertoont dan is dat de oorzaak van het
bestaan van lading.
St
Een Model dat alle
elementaire
bouwstenen van het
Heelal in beeld
brengt.
Materie bestaat uit vijf ordes van recombinatie. Het tijdsverloop zit
vervat in alle vormen van materie. Dat betekent dat alle deeltjes
hetzelfde tijdsverloop inhouden. Elke vorm van materie moet mee met
hetzelfde tempo van het tijdsverloop. Dat betekent dat elk deeltje in
hetzelfde punt van de tijd aanwezig is. Dat punt is wat wij het Nu
noemen. Dit is de oorzaak van het bestaan van de wet van behoud van
energie.
St
Eerste orde
Het tijdsverloop tezamen met één ruimteverloop. Tot deze orde
behoren twee soorten fotonen die wij in de klassieke Natuurkunde niet
of amper kennen.
+t’
-e’
+t’
-x’
Vr
Massa of lading?
St
Tweede orde
5e Module: Materie
Eén ervan is het elektrofoton dat geen snelheid heeft en vrijkomt bij de
atoomvorming.
Haar
ontstaan
veroorzaakt
de
negatieve
bindingsenergie. Het bestaan ervan is gekend als een stilstaande lading
rond een atoom. Op de grafische voorstelling hiernaast zien we de
configuratie die een elektrofoton voorstelt. Daarin is de rode pijl +t’ het
tijdsverloop en de groene pijl -e’ is de elektromagnetische aandrijving.
Deze aandrijving heeft geen rigide oriëntatie en levert meestal geen
blijvende bijdrage aan de snelheid van een foton.
Het tweede is het magnetofoton dat een snelheid heeft van c√2. In
Module 2 hebben we gezien als deze soort fotonen vrijkomt bij
ladingsverlies van elektronen. Op de grafische voorstelling hiernaast
vinden we de configuratie van een magnetofoton met als rode pijl +t’
het tijdsverloop en als zwarte pijl -x’ één van de mogelijke
ruimteverlopen x’, y’ of z’. Deze aandrijving heeft een rigide oriëntatie
en levert een maximale bijdrage aan de snelheid van het foton.
Geen van de ruimteverlopen van deze deeltjes heeft een affiniteit met
de absolute ruimtetijd. Daarom hebben ze noch massa noch lading.
Het tijdsverloop tezamen met twee ruimteverlopen. Tot deze tweede
orde behoren de elektromagnetische fotonen. Zij komen tot stand
(versie 2/9/2013) v1
©2001-2013 Fons Wils
5
Een Model dat leidt naar nieuwe kennis
+t’
-x’
-e’
wanneer elektronen van snelheid veranderen. Hiernaast de configuratie
van een elektromagnetisch foton. Beide verlopen, in dit geval x’ en e’,
hebben geen affiniteit met de absolute ruimtetijd. Vandaar dat deze
soort fotonen ook geen massa en geen lading hebben. De onderlinge
positionering van de twee aandrijvende verlopen x’ en e’ bepalen de
snelheid van dit foton.
Vr
Wat is spin?
Het elektromagnetische foton in de configuratie hierboven kan als
ruimteverloop in plaats van -x’ ook +x’ hebben. Deze mogelijkheid tot
wisselen betekent dat dit soort foton de eigenschap spin kan vertonen:
een spin up en een spin down. Omdat deze eigenschap door een
ruimteverloop tot stand komt hebben wij nooit begrepen wat de spin
van een deeltje in feite is.
Va
De onzekerheidsrelaties: zekerheid
over de energie van
een deeltje geeft
onzekerheid over zijn
tijdsverloop,
zekerheid over de
bewegingsenergie
geeft onzekerheid
over zijn plaats.
Omdat de materie gerecombineerd wordt vanuit de twee Stamruimtes
heeft ze eigenschappen van beiden. De eerste Stamruimte met de
reële ruimtelijke predimensies rond het tijdsverloop lijkt vrij goed in de
buurt te komen van onze ruimtetijd. De onherkenbare tweede
Stamruimte met de reële predimensie van de tijd samen met de
ruimteverlopen bevat de energie van de materie. De materie is altijd
een combinatie van de onderdelen van de twee Stamruimtes. Als we
zeker zijn van de eigenschappen van de materie in één Stamruimte
weten we niets over zijn eigenschappen ten opzichte van de tweede
Stamruimte en vice versa. Dat veroorzaakt het bestaan van de
onzekerheidsrelaties: zekerheid over de energie (tweede Stamruimte)
van een deeltje geeft onzekerheid over zijn tijdsverloop (eerste
Stamruimte), zekerheid over de bewegingsenergie (tweede
Stamruimte) geeft onzekerheid over zijn plaats (eerste Stamruimte).
Va
Golf en
deeltjesgedrag van
licht.
Uit de energieformule van licht blijkt dat zijn hoeveelheid energie
bepaald wordt door zijn hoeveelheid informatie. Wanneer die
informatie niet bedreigd wordt door andere gelijkwaardige informatie
(geen observatie) dan blijft die informatie in het Hier en Nu. Het licht
gedraagt zich dan als een golf. Wanneer die informatie bedreigd wordt
door andere gelijkwaardige informatie (observatie) dan kan het behoud
van energie geschonden worden. De informatie wordt dan automatisch
ondergebracht in de GELIJKTIJDIGHEID waardoor het licht zich als een
deeltje gaat gedragen.
Va
Breking van licht kan
begrepen worden:
waarom verandert
licht van richting en
van snelheid bij
overgang van het ene
medium naar het
andere?
Nieuwe
Natuurkunde?
Uit de configuratie van het elektromagnetisch foton kan afgeleid
worden hoe dit soort foton zich gedraagt bij overgang van het ene
medium naar het andere. Een verandering in de onderlinge
positionering van de aandrijvingen x’ en e’ zorgt voor de
richtingsverandering en de snelheidsverandering die we vaststellen bij
de breking. Ook negatieve breking met een resulterende snelheid van
het foton boven de lichtsnelheid blijkt mogelijk te zijn.
St
5e Module: Materie
Het begrijpelijk worden van de spin en de drie voorgaande
vaststellingen
maken
duidelijk
dat
een
deterministische
kwantummechanica ontwikkelen mogelijk is.
(versie 2/9/2013) v1
©2001-2013 Fons Wils
6
Een Model dat leidt naar nieuwe kennis
St
+t’
x
-x’
e
-e’
-x’
De elektronen behoren ook tot de tweede orde. Zij hebben een
dubbele affiniteit voor de absolute ruimtetijd zodat massa en lading
gevormd kan worden. Een rustmassa hebben en een lading dragen zijn
zodoende onlosmakelijk met elkaar verbonden.
De configuratie hiernaast is die van een elektron. Daarin zien we de
rode x en de rode e die duiden op de affiniteit met de absolute
ruimtetijd. In het Model wordt deze laatste affiniteit meestal niet
weergegeven om de figuren niet te complex te maken.
Nog deeltjes van tweede orde:
Links een neutrino met het ruimteverloop d’. Merk ook de
massavorming op door de affiniteit voor d. Dit duidt er op dat het
neutrino Donkere Materie is. Het neutrino zal zijn massa op instabiele
wijze tonen aan de Stralende Materie:
dit is de oorzaak van neutrino oscillatie.
+t’
d
-d’
+t’
Rechts een voorbeeld van een gluon.
Merk op de het ruimteverloop e’ niet
aanwezig is zodat het gluon ongevoelig is
voor elektromagnetisme.
+z’
-y’
Bedenking
St
Derde orde
De up- en de downquark.
De bovenstaande configuraties van het elektromagnetisch foton en van
het elektron tonen aan dat deze deeltjes allemaal de eigenschap spin
hebben: -x’ kan vervangen worden door +x’.
Het tijdsverloop tezamen met drie ruimteverlopen vorm de derde orde
deeltjes. Tot deze orde behoren de quarks. Ook zij bevatten het niet
georiënteerd ruimteverloop e’.
In de voorfiguur van de configuratie hieronder kunnen we een aantal
zaken herkennen:
* de samenstelling van de ruimteverlopen van de up- en de downquark. Ze zijn rond de ruimteverlopen -d’ en +d’ geschikt. Dit toont aan
dat elke soort quark van een vierde orde deeltje afkomstig is: de
bosonen.
* de zogenoemde kleuren van de quarks: uit de configuratie blijkt dat
er drie mogelijkheden bestaan.
up
down
+t’
blauw
-y’
+t’
blauw
-x’
+y’
groen
-d’
groen
-e’
-z’
5e Module: Materie
+x’
(versie 2/9/2013) v1
rood
+d’
-e’
+z’
rood
©2001-2013 Fons Wils
7
Een Model dat leidt naar nieuwe kennis
Va
Sterke kernkracht,
Wanneer we de wisselwerking tussen de 3 quarks in een kerndeeltje
Zwakke kernkracht en met deze configuraties bestuderen dan ontdekken we het volgende
bosonen.
(allemaal in Hoofdstuk 7 van het Model):
* hoe een kerndeeltje 100x zwaarder kan wegen dan zijn drie
samenstellende quarks. Door het Model weten we wat massavorming
veroorzaakt. We begrijpen nu beter wat er in de kerndeeltjes gebeurt.
Nog vreemder:
de 99% ontbrekende massa van een kerndeeltje
wordt geleverd door Sterke Wisselwerking:
neutron
939,57
MeV
u
d
d
+ 5 MeV = 12 MeV
2 MeV + 5 MeV
+ 2 MeV = 9 MeV
proton
d
u
938,27
MeV
u
* wat de sterk kernkracht in feite is. Deze bestaat niet alleen uit een
vorkvorming van twee van de ruimteverlopen van elke quark. Deze
kracht bestaat ook uit een zeer sterke negatieve kern-bindingsenergie
die zijn oorsprong vindt in de nucleosynthese.
* hoe een neutron kan omzetten in een proton en hoe één van de
down-quarks daarbij een ultra zwaar boson vrijgeeft
Vreemdst: de Zwakke Wisselwerking:
neutron
u
d
d
939,57
MeV
proton
u
d
u
938,27
MeV
+
5e Module: Materie
W¯
intermediair
vectorboson
(versie 2/9/2013) v1
80,3 GeV
= 85x zwaarder dan
neutron
©2001-2013 Fons Wils
8
Een Model dat leidt naar nieuwe kennis
dat heel snel vervalt in een up-quark en in een elektron en een neutrino
(dit is de zwakke kernkracht). Er ontstaat blijkbaar een deeltje van een
hogere orde dan de quark. Hoe dit mogelijk is wordt elegant opgelost
door het Model. Het doet dit door te constateren dat een down-quark
kan ontaarden en tijdelijk omzetten in een boson. In die toestand is het
in staat om de lichtere deeltjes vanuit zichzelf te creëren.
Omzetting W¯ in lichtere deeltjes:
neutron
proton
u
d
d
939,57
MeV
u
d
u
938,27
MeV
νe
e-neutrino
e¯
elektron
< 2,2 eV
W¯
0,511 MeV
samen 143.000x
lichter dan W¯
* waar de twee zwaardere generaties deeltjes vandaan komen.
Dit alles is iets waar de huidige Natuurkunde niet in slaagt. Tijd om de
ogen open te trekken?
Voorlopige conclusies van de
Natuurkundigen:
Op dit moment weet
de Natuurkunde
duidelijk niet waar ze
mee bezig zijn!
• Ruimte en tijd en de wetten van de kwantum-mechanica
zijn zoals het decor van een toneelstuk. De elementaire
deeltjes zijn de acteurs en de Natuurkunde beschrijft wat
ze doen. Een deur die we zien op het podium is geen
echte deur totdat we er een acteur doorheen zien gaan.
Ze zou nep kunnen zijn, gewoon een beschildering.
• Het bestaan van deeltjes is onverklaarbaar net zoals het
bestaan van het heelal dat is.
(Bron: Martin Veltman, Facts and Mysteries in Elementary Particle Physics
2004)
Va
De drie eerste ordes
vormen de gewone
5e Module: Materie
De eerste drie ordes van deeltjes noemen we de Stralende Materie. Zij
gehoorzamen de zwaartekracht dit in tegenstelling tot de vierde en
(versie 2/9/2013) v1
©2001-2013 Fons Wils
9
Een Model dat leidt naar nieuwe kennis
St
materie.
vijfde orde deeltjes die we hierna kort bespreken. Een uitgebreide
bespreking kan in Hoofdstuk 8 van het Model gevonden worden. Daarin
wordt ook een nieuw kosmologisch Model uitgewerkt. Hieronder een
kort extract ervan bij de bespreking van de Donkere Materie en de
Donkere Energie.
Vierde orde of de
Donkere Materie.
Het tijdsverloop tezamen met vier ruimteverlopen: hiertoe behoort ook
het bovenstaand intermediair vectorboson.
De energieformule van deze orde van deeltjes is: ER4 = mhc.c3vR-1 =
mhc.c3/vR waarin mhc de massa is wanneer het deeltje de lichtsnelheid c
heeft en vR de relatieve snelheid van het deeltje.
Aan de factor c3 kan men zien dat het hier gaat om een deeltje dat in
bepaalde omstandigheden een enorme hoeveelheid energie heeft. Dat
is het geval wanneer hun snelheid vR laag wordt. Door de omgekeerd
evenredige relatie tussen de snelheid en de energie betekent dit dat
elke snelheidsvermindering heel wat gevolgen heeft voor de energie
van het deeltje. Deze relatie houdt in dat het deeltje niet gevoelig kan
zijn aan de zwaartekracht. Het kan niet van snelheid veranderen als
daarvoor geen energie beschikbaar is.
St
Vijfde orde of de
Donkere Energie.
Het tijdsverloop tezamen met vijf ruimteverlopen.
De energieformule van deze orde van deeltjes is: ER5 = mgc.c4vR-2 =
mgc.c4/vR2. Aan de factor c4 kunnen we zien dat deze deeltjes een
gigantische hoeveelheid energie kunnen hebben. Hun energie is veel
gevoeliger aan snelheidsveranderingen dan de vorige deeltjes door de
factor vR2 in de noemer. Ze zijn dus evenmin zwaartekrachtgevoelig.
Deze twee ordes
vormen de Donkere
Materie en de
Donkere Energie.
Uit de energieformules met c3 en c4 blijkt dat de vierde en vijfde orde
deeltjes het grootste deel van de energie van het Heelal bevatten. Zij
zijn de veronderstelde Donkere Materie en de Donkere Energie.
Donkere Materie bestaat onder andere uit de bosonen die wij onder
andere ontdekken in deeltjesversnellers:
* Zij brengen de Stralende Materie voort.
* Zij zijn verantwoordelijk voor de stervorming en veroorzaken
gammaflitsen (Gamma Ray Bursts). Bij de vorming van een ster zitten zij
binnenin en bepalen zij mee de snelheid van de beweging van de ster in
het sterrenstelsel.
Actieve sterren stoten neutrino’s uit. Ook zij behoren tot de Donkere
Materie. We zien dat aan de aanwezigheid van d’ en d in hun
configuratie (zie hierboven). De oriëntatie van d is voor ons niet
waarneembaar. Het Model geeft aan dat d georiënteerd is naar het
midden van het sterrenstelsel. Daardoor kunnen neutrino’s een actieve
ster wegduwen van het centrum van hun sterrenstelsel. Wanneer de
ster uitdooft valt de productie van neutrino’s stil. De uitgedoofde
sterren zakken dan af naar het centrum van het sterrenstelsel om daar
opgeslokt te worden door het centrale zwart gat. Daarin wordt de
5e Module: Materie
(versie 2/9/2013) v1
©2001-2013 Fons Wils
10
Een Model dat leidt naar nieuwe kennis
geabsorbeerde energie NON-LOKAAL en die energie zal dan elders in het
Heelal opgenomen worden door de vierde en vijfde orde deeltjes.
Donkere Energie is verantwoordelijk voor het bestaan van Quasars:
deze kunnen in zeer korte tijd een volledig sterrenstelsel doen
ontstaan.
Bedenkingen
Deze speciale vormen van materie bewegen normaal gezien met de
snelheid van het licht. Zij kunnen alleen vertragen door de absorptie
van energie via de NON-LOKALITEIT. Deze energie wordt bekomen via
zwarte gaten.
Va Volgens dit Model
Massavorming heeft geen boodschappers nodig, dus ook geen Higgsbestaan er geen
bosonen. Ook zwaartekracht is geen veld dus bestaan er ook geen
velden.
gravitonen.
Er bestaat naast de officiële Natuurkunde nog Natuurkunde. Dit in de vorm van onverklaarbare en
toch herhaalbare experimenten die de officiële Natuurkunde liefst niet ziet.
Va Enkele van die
Ze zijn onverklaarbaar met de huidige Natuurkunde:
genegeerde
opzienbarende
* Black Light: zie Module 2
experimenten
* Watergas: zie Module 3
* Leonard Mandel: bij een interferentie-experiment blijkt licht zich ook
als een deeltje te gedragen als de baandetectoren niet opstaan.
* Polarisatie (derde polarisator): twee loodrecht op elkaar staande
polarisatoren blokkeren licht volledig. Wanneer we tussenin een derde
polarisator aanbrengen dan wordt er opnieuw licht doorgelaten.
5e Module: Materie
(versie 2/9/2013) v1
©2001-2013 Fons Wils
Download