1 Een Model dat leidt naar nieuwe kennis Vijfde Module: Materie St/Vr T Va H Stelling-Vraag De aandrijving van energie en van de Toelichting Vaststelling Verkorte versie van het Model. Herhaling M1 Tekst Module = in het zwart, huidige Natuurkunde = in het rood krachten! Deze Module is niet de korte inhoud van het volledige Model. In dat Model kunnen wel de details teruggevonden worden van wat hier aangehaald wordt. in Module 1 werden enkele beginselen vermeld. In deze Module geven ze ons de mogelijkheid een aantal voorbeelden uit te werken van de opbouw/werking van de materie. Deze Module is vooral bedoeld om te laten zien dat de Natuurkunde een gans andere aanpak nodig heeft dan de huidige louter wiskundige. De ‘oude’ benadering laat alleen toe het gedrag van de materie te bestuderen, haar buitenkant. De ‘nieuwe’ benadering moet de oorsprong van de eigenschappen van de materie grondig opsporen. Daarvoor moeten we doordringen in de binnenkant ervan, achterhalen wat de materie doet doen wat ze doet. Zonder zo’n grensverleggende aanpak zullen we nooit de geheimen van het bestaan kunnen doorgronden. H Er bestaan twee M1 soorten dimensies: imaginaire en reële. * Imaginaire of vluchtige dimensies hebben een verloop. Het tijdsverloop is daar een voorbeeld van. Naast het tijdsverloop bestaan er verscheidene ruimteverlopen. Fenomenologisch gezien heeft een ruimteverloop de neiging een punt voort te trekken in de ruimte. Een ruimteverloop houdt bijgevolg een onomkeerbare aandrijving in. Alle verlopen, dus ook het tijdsverloop, zijn in meer of mindere mate geïntegreerd in de materie. De activiteit van ruimteverlopen in de materie levert de aandrijving voor energie en de krachten. * Naast de vluchtige dimensies bestaan er reële dimensies die omkeerbaar zijn. Daarin kunnen we als het ware weg en weer gaan. De ruimtelijke dimensies zoals wij die waarnemen hebben kenmerken die heel dicht in de buurt ervan komen. De echte reële ruimtelijke dimensies zijn niet rechtstreeks waarneembaar en ze vormen samen met de reële tijd de absolute ruimtetijd. St Een acausale potentie Elk bestanddeel, elke ingrediënt van het Heelal moet ergens vandaan = Niet-Materie komen. Volgens dit Model is dat uit een acausale potentie. Een acausale potentie heeft geen oorzaak en geen gevolg. Ze heeft met andere woorden altijd bestaan. T De Niet-Materie St Waar komen de twee Het Model neemt aan dat de twee soorten dimensies afkomstig zijn van types dimensies hun complexere combinatie: de Stamdimensies. Door het feit dat deze 5e Module: Materie Wanneer we door de horizon van een zwart gat gaan dan stopt het tijdsverloop. Er is dan ook geen ruimte meer en dat allemaal terwijl de energiedichtheid oneindig groot is. We kunnen stellen dat de materie dan in zijn alter ego terecht is gekomen: de Niet-Materie. Aan de hand van bovenstaande bevindingen kunnen we de eigenschappen van de Niet-Materie beter definiëren. Op die wijze dat kunnen we misschien achterhalen waar alle bestanddelen van het Heelal vandaan komen. (versie 2/9/2013) v1 ©2001-2013 Fons Wils 2 Een Model dat leidt naar nieuwe kennis vandaan? Stamdimensies de twee ondergeschikte types dimensies verenigen hebben zij eigenschappen die zich buiten het door ons in de Eigenschappen buiten Natuurkunde gekende Hier en Nu uitstrekken: Stamdimensies of het Hier en Nu Superdimensies bezitten in hun oorsprong de eigenschappen van de: worden met kleine kapitalen GELIJKTIJDIGHEID : altijd aanwezig zijn weergegeven: en de De Niet-materie is NON-LOKALITEIT: overal aanwezig zijn. dus een acausale POTENTIE die bestaat In een Stamdimensie ontwikkelen de verlopen zich niet. Zij houden op uit GELIJKTIJDIGHEID en die wijze een enorme POTENTIE in. Zo vormden alle Stamdimensies NON-LOKALITEIT. samen de acausale POTENTIE die de oorsprong was van ons Heelal. Va Zonder tijdsverloop is de Niet-materie een zijnstoestand. Iets heeft de wording in gang gezet. Iets heeft er voor gezorgd dat deze acausale toestand causaal werd. Dat kon alleen gebeuren door het uit elkaar vallen of ontbinden van een eerste Stamdimensie. Bij dat ontbinden komt minstens één verloop vrij: dat verloop is het tijdsverloop dat de causaliteit doet ontstaan. Het ontstaan van het tijdsverloop is het startschot van de wording. St De Stamdimensies brengen alle onderdelen van het Heelal voort. De Stamdimensies ontbinden in drie predimensies: één reële predimensie en twee tegengestelde imaginaire verlopen. Door te ontbinden zijn de Stamdimensies de oorsprong van deze ondergeschikte predimensies. De twee Stamruimtes bepalen samen de structuur aan de materie. De resulterende predimensies hergroeperen zich in twee Stamruimtes. Eén stel reële ruimtelijke predimensies rond het tijdsverloop en de reële predimensie van de tijd samen met de ruimteverlopen. De eerste Stamruimte lijkt de herkenbare ruimtetijd maar is dat niet, de tweede is volledig vreemd. Later meer hierover. Materie heeft eigenschappen van beide Stamruimtes. Daardoor ontstaan de onzekerheidsrelaties. Vanuit de twee Stamruimtes recombineren de verlopen om de materie te vormen. Het aantal ruimteverlopen die opgenomen zijn in een deeltje bepaalt zijn orde. Eén ruimteverloop betekent deeltje van eerste orde. Op deze wijze kunnen we vijf ordes van deeltjes verkrijgen. Vr Hoeveel Alle onderdelen en eigenschappen van het Heelal en van de materie Stamdimensies waren kunnen wedersamengesteld worden uit de predimensies die stammen er oorspronkelijk? uit 6 Stamdimensies. Samen vormden zij de acausale en oneindig grote POTENTIE of de Niet-Materie. Va Belang van de volgorde van de ontbinding. De Stamdimensies zijn in een bepaalde volgorde ontbonden. Die volgorde is bepalend voor de rol die ze gaan vervullen bij het tot stand komen van de eigenschappen van de materie. Va De ontbinding en het ontstaan van onderscheid tussen de Stamdimensies. Bij de oorsprong bestond er geen kwalitatief onderscheid tussen de Stamdimensies. Het is de volgorde van ontbinding die een kwaliteitsverschil heeft doen ontstaan. De eerste Stamdimensie die ontbond noemen we T omdat zij noodzakelijkerwijs die van de tijd is. Er kon slechts één tijdsverloop blijven bestaan dus werd de tegengestelde pijl van het tijdsverloop geabsorbeerd door de hoogste orde van deeltjes: de vijfde orde. Door 5e Module: Materie (versie 2/9/2013) v1 ©2001-2013 Fons Wils 3 Een Model dat leidt naar nieuwe kennis Het ontstaan van causaliteit en het behoud van een stuk GELIJKTIJDIGHEID in elke vorm van materie. De aandrijving van het elektromagnetisme en het behoud van een stuk NONLOKALITEIT in elke vorm van materie. Het ontstaan van de Stralende Materie en het lot van de antimaterie. deze absorptie ontstond de totale causaliteit. Elk deeltje bevat een beperkte mate de geabsorbeerde tegengestelde pijl van de tijd. Zo blijft er altijd een beperkte hoeveelheid van GELIJKTIJDIGHEID aanwezig in elk deeltje. De POTENTIE (reikwijdte) die gepaard gaat met die GELIJKTIJDIGHEID is gerelateerd aan de grootte van de energie van het deeltje. Door het ontbinden van de eerste Stamdimensie hield de oorspronkelijke GELIJKTIJDIGHEID op te bestaan en bleef alleen nog de NON-LOKALITEIT over. De overblijvende Stamdimensies waren daardoor gedoemd om een meer ruimtelijke geaardheid te hebben. De twee volgende Stamdimensies die ontbonden waren ook tijdachtig maar kregen door hun ruimtelijk kantje een andere rol toebedeeld. De ene was E en de andere D. Eén van de verlopen van Stamdimensie E werd geabsorbeerd door de vierde orde deeltjes. De andere pijl -e’ dient als aandrijving voor het elektromagnetisme. Elk deeltje bevat dus ook in een beperkte mate de geabsorbeerde tegengestelde pijl van E +e’ dus blijft er altijd een beperkte hoeveelheid NON-LOKALITEIT aanwezig in elk geladen deeltje. De POTENTIE (reikwijdte) die gepaard gaat met die NON-LOKALITEIT is gerelateerd aan de grootte van de energie van het deeltje. Bij Stamdimensie D wordt het een ander verhaal. Daarvan worden de tegengestelde pijlen van het verloop allebei geabsorbeerd in de materie. Zij vormen samen met de drie laatste Stamdimensies Z, Y en X onder meer de quarks. Drie van die quarks stellen een kerndeeltje samen (een proton of een neutron). Het linkse verloop -d’ vormt de gewone materie in de vorm van up-quarks, het rechtse verloop + d’ vormt de antimaterie in de vorm van down-quarks. Het afdalingsscenario geeft de volgorde van de ontbinding van de Stamdimensies aan. -t’ +t’ Profase -e’ +e’ Hoogste orde deeltjes -d’ +d’ Vierde orde deeltjes -z’ +z’ Derde orde deeltjes up -y’ down +y’ Tweede orde deeltjes -x’ +x’ Eerste orde deeltjes 5e Module: Materie (versie 2/9/2013) v1 ©2001-2013 Fons Wils 4 Een Model dat leidt naar nieuwe kennis Va Niet alle Stamdimensies hebben een rigide ruimtelijke oriëntatie. De Stamdimensies Z, Y en X hebben een zuiver ruimtelijke geaardheid. Hun ruimteverlopen vormen het fundament van de Stralende Materie. Daarom hebben ze een rigide ruimtelijk oriëntatie. Dit betekent ook dat de ruimteverlopen door het afdalingsscenario zijn opgedeeld in twee klasses: de georiënteerde en dus richtingsgevoelige x’, y’ en z’ en de niet georiënteerde en dus niet richtingsgevoelige d’ en e’. Dit laatste verloop is door affiniteit met zijn reële complement e verantwoordelijk voor de vorming van lading. St De reële predimensies vormen de absolute ruimtetijd. Elke Stamdimensie bevat een reële predimensie dus ook die van de tijd. Deze reële predimensies vormen samen de absolute ruimtetijd. De ruimteverlopen vertonen in sommige gevallen nog affiniteit voor deze absolute ruimtetijd. Dat is een eigenschap die ze al dan niet meekrijgen vanuit hun toestand in de Stamruimte. Wanneer het de ruimteverlopen x’, y’ of z’ zijn die affiniteit vertonen dan houdt dat de vorming van massa in en wanneer e’ affiniteit vertoont dan is dat de oorzaak van het bestaan van lading. St Een Model dat alle elementaire bouwstenen van het Heelal in beeld brengt. Materie bestaat uit vijf ordes van recombinatie. Het tijdsverloop zit vervat in alle vormen van materie. Dat betekent dat alle deeltjes hetzelfde tijdsverloop inhouden. Elke vorm van materie moet mee met hetzelfde tempo van het tijdsverloop. Dat betekent dat elk deeltje in hetzelfde punt van de tijd aanwezig is. Dat punt is wat wij het Nu noemen. Dit is de oorzaak van het bestaan van de wet van behoud van energie. St Eerste orde Het tijdsverloop tezamen met één ruimteverloop. Tot deze orde behoren twee soorten fotonen die wij in de klassieke Natuurkunde niet of amper kennen. +t’ -e’ +t’ -x’ Vr Massa of lading? St Tweede orde 5e Module: Materie Eén ervan is het elektrofoton dat geen snelheid heeft en vrijkomt bij de atoomvorming. Haar ontstaan veroorzaakt de negatieve bindingsenergie. Het bestaan ervan is gekend als een stilstaande lading rond een atoom. Op de grafische voorstelling hiernaast zien we de configuratie die een elektrofoton voorstelt. Daarin is de rode pijl +t’ het tijdsverloop en de groene pijl -e’ is de elektromagnetische aandrijving. Deze aandrijving heeft geen rigide oriëntatie en levert meestal geen blijvende bijdrage aan de snelheid van een foton. Het tweede is het magnetofoton dat een snelheid heeft van c√2. In Module 2 hebben we gezien als deze soort fotonen vrijkomt bij ladingsverlies van elektronen. Op de grafische voorstelling hiernaast vinden we de configuratie van een magnetofoton met als rode pijl +t’ het tijdsverloop en als zwarte pijl -x’ één van de mogelijke ruimteverlopen x’, y’ of z’. Deze aandrijving heeft een rigide oriëntatie en levert een maximale bijdrage aan de snelheid van het foton. Geen van de ruimteverlopen van deze deeltjes heeft een affiniteit met de absolute ruimtetijd. Daarom hebben ze noch massa noch lading. Het tijdsverloop tezamen met twee ruimteverlopen. Tot deze tweede orde behoren de elektromagnetische fotonen. Zij komen tot stand (versie 2/9/2013) v1 ©2001-2013 Fons Wils 5 Een Model dat leidt naar nieuwe kennis +t’ -x’ -e’ wanneer elektronen van snelheid veranderen. Hiernaast de configuratie van een elektromagnetisch foton. Beide verlopen, in dit geval x’ en e’, hebben geen affiniteit met de absolute ruimtetijd. Vandaar dat deze soort fotonen ook geen massa en geen lading hebben. De onderlinge positionering van de twee aandrijvende verlopen x’ en e’ bepalen de snelheid van dit foton. Vr Wat is spin? Het elektromagnetische foton in de configuratie hierboven kan als ruimteverloop in plaats van -x’ ook +x’ hebben. Deze mogelijkheid tot wisselen betekent dat dit soort foton de eigenschap spin kan vertonen: een spin up en een spin down. Omdat deze eigenschap door een ruimteverloop tot stand komt hebben wij nooit begrepen wat de spin van een deeltje in feite is. Va De onzekerheidsrelaties: zekerheid over de energie van een deeltje geeft onzekerheid over zijn tijdsverloop, zekerheid over de bewegingsenergie geeft onzekerheid over zijn plaats. Omdat de materie gerecombineerd wordt vanuit de twee Stamruimtes heeft ze eigenschappen van beiden. De eerste Stamruimte met de reële ruimtelijke predimensies rond het tijdsverloop lijkt vrij goed in de buurt te komen van onze ruimtetijd. De onherkenbare tweede Stamruimte met de reële predimensie van de tijd samen met de ruimteverlopen bevat de energie van de materie. De materie is altijd een combinatie van de onderdelen van de twee Stamruimtes. Als we zeker zijn van de eigenschappen van de materie in één Stamruimte weten we niets over zijn eigenschappen ten opzichte van de tweede Stamruimte en vice versa. Dat veroorzaakt het bestaan van de onzekerheidsrelaties: zekerheid over de energie (tweede Stamruimte) van een deeltje geeft onzekerheid over zijn tijdsverloop (eerste Stamruimte), zekerheid over de bewegingsenergie (tweede Stamruimte) geeft onzekerheid over zijn plaats (eerste Stamruimte). Va Golf en deeltjesgedrag van licht. Uit de energieformule van licht blijkt dat zijn hoeveelheid energie bepaald wordt door zijn hoeveelheid informatie. Wanneer die informatie niet bedreigd wordt door andere gelijkwaardige informatie (geen observatie) dan blijft die informatie in het Hier en Nu. Het licht gedraagt zich dan als een golf. Wanneer die informatie bedreigd wordt door andere gelijkwaardige informatie (observatie) dan kan het behoud van energie geschonden worden. De informatie wordt dan automatisch ondergebracht in de GELIJKTIJDIGHEID waardoor het licht zich als een deeltje gaat gedragen. Va Breking van licht kan begrepen worden: waarom verandert licht van richting en van snelheid bij overgang van het ene medium naar het andere? Nieuwe Natuurkunde? Uit de configuratie van het elektromagnetisch foton kan afgeleid worden hoe dit soort foton zich gedraagt bij overgang van het ene medium naar het andere. Een verandering in de onderlinge positionering van de aandrijvingen x’ en e’ zorgt voor de richtingsverandering en de snelheidsverandering die we vaststellen bij de breking. Ook negatieve breking met een resulterende snelheid van het foton boven de lichtsnelheid blijkt mogelijk te zijn. St 5e Module: Materie Het begrijpelijk worden van de spin en de drie voorgaande vaststellingen maken duidelijk dat een deterministische kwantummechanica ontwikkelen mogelijk is. (versie 2/9/2013) v1 ©2001-2013 Fons Wils 6 Een Model dat leidt naar nieuwe kennis St +t’ x -x’ e -e’ -x’ De elektronen behoren ook tot de tweede orde. Zij hebben een dubbele affiniteit voor de absolute ruimtetijd zodat massa en lading gevormd kan worden. Een rustmassa hebben en een lading dragen zijn zodoende onlosmakelijk met elkaar verbonden. De configuratie hiernaast is die van een elektron. Daarin zien we de rode x en de rode e die duiden op de affiniteit met de absolute ruimtetijd. In het Model wordt deze laatste affiniteit meestal niet weergegeven om de figuren niet te complex te maken. Nog deeltjes van tweede orde: Links een neutrino met het ruimteverloop d’. Merk ook de massavorming op door de affiniteit voor d. Dit duidt er op dat het neutrino Donkere Materie is. Het neutrino zal zijn massa op instabiele wijze tonen aan de Stralende Materie: dit is de oorzaak van neutrino oscillatie. +t’ d -d’ +t’ Rechts een voorbeeld van een gluon. Merk op de het ruimteverloop e’ niet aanwezig is zodat het gluon ongevoelig is voor elektromagnetisme. +z’ -y’ Bedenking St Derde orde De up- en de downquark. De bovenstaande configuraties van het elektromagnetisch foton en van het elektron tonen aan dat deze deeltjes allemaal de eigenschap spin hebben: -x’ kan vervangen worden door +x’. Het tijdsverloop tezamen met drie ruimteverlopen vorm de derde orde deeltjes. Tot deze orde behoren de quarks. Ook zij bevatten het niet georiënteerd ruimteverloop e’. In de voorfiguur van de configuratie hieronder kunnen we een aantal zaken herkennen: * de samenstelling van de ruimteverlopen van de up- en de downquark. Ze zijn rond de ruimteverlopen -d’ en +d’ geschikt. Dit toont aan dat elke soort quark van een vierde orde deeltje afkomstig is: de bosonen. * de zogenoemde kleuren van de quarks: uit de configuratie blijkt dat er drie mogelijkheden bestaan. up down +t’ blauw -y’ +t’ blauw -x’ +y’ groen -d’ groen -e’ -z’ 5e Module: Materie +x’ (versie 2/9/2013) v1 rood +d’ -e’ +z’ rood ©2001-2013 Fons Wils 7 Een Model dat leidt naar nieuwe kennis Va Sterke kernkracht, Wanneer we de wisselwerking tussen de 3 quarks in een kerndeeltje Zwakke kernkracht en met deze configuraties bestuderen dan ontdekken we het volgende bosonen. (allemaal in Hoofdstuk 7 van het Model): * hoe een kerndeeltje 100x zwaarder kan wegen dan zijn drie samenstellende quarks. Door het Model weten we wat massavorming veroorzaakt. We begrijpen nu beter wat er in de kerndeeltjes gebeurt. Nog vreemder: de 99% ontbrekende massa van een kerndeeltje wordt geleverd door Sterke Wisselwerking: neutron 939,57 MeV u d d + 5 MeV = 12 MeV 2 MeV + 5 MeV + 2 MeV = 9 MeV proton d u 938,27 MeV u * wat de sterk kernkracht in feite is. Deze bestaat niet alleen uit een vorkvorming van twee van de ruimteverlopen van elke quark. Deze kracht bestaat ook uit een zeer sterke negatieve kern-bindingsenergie die zijn oorsprong vindt in de nucleosynthese. * hoe een neutron kan omzetten in een proton en hoe één van de down-quarks daarbij een ultra zwaar boson vrijgeeft Vreemdst: de Zwakke Wisselwerking: neutron u d d 939,57 MeV proton u d u 938,27 MeV + 5e Module: Materie W¯ intermediair vectorboson (versie 2/9/2013) v1 80,3 GeV = 85x zwaarder dan neutron ©2001-2013 Fons Wils 8 Een Model dat leidt naar nieuwe kennis dat heel snel vervalt in een up-quark en in een elektron en een neutrino (dit is de zwakke kernkracht). Er ontstaat blijkbaar een deeltje van een hogere orde dan de quark. Hoe dit mogelijk is wordt elegant opgelost door het Model. Het doet dit door te constateren dat een down-quark kan ontaarden en tijdelijk omzetten in een boson. In die toestand is het in staat om de lichtere deeltjes vanuit zichzelf te creëren. Omzetting W¯ in lichtere deeltjes: neutron proton u d d 939,57 MeV u d u 938,27 MeV νe e-neutrino e¯ elektron < 2,2 eV W¯ 0,511 MeV samen 143.000x lichter dan W¯ * waar de twee zwaardere generaties deeltjes vandaan komen. Dit alles is iets waar de huidige Natuurkunde niet in slaagt. Tijd om de ogen open te trekken? Voorlopige conclusies van de Natuurkundigen: Op dit moment weet de Natuurkunde duidelijk niet waar ze mee bezig zijn! • Ruimte en tijd en de wetten van de kwantum-mechanica zijn zoals het decor van een toneelstuk. De elementaire deeltjes zijn de acteurs en de Natuurkunde beschrijft wat ze doen. Een deur die we zien op het podium is geen echte deur totdat we er een acteur doorheen zien gaan. Ze zou nep kunnen zijn, gewoon een beschildering. • Het bestaan van deeltjes is onverklaarbaar net zoals het bestaan van het heelal dat is. (Bron: Martin Veltman, Facts and Mysteries in Elementary Particle Physics 2004) Va De drie eerste ordes vormen de gewone 5e Module: Materie De eerste drie ordes van deeltjes noemen we de Stralende Materie. Zij gehoorzamen de zwaartekracht dit in tegenstelling tot de vierde en (versie 2/9/2013) v1 ©2001-2013 Fons Wils 9 Een Model dat leidt naar nieuwe kennis St materie. vijfde orde deeltjes die we hierna kort bespreken. Een uitgebreide bespreking kan in Hoofdstuk 8 van het Model gevonden worden. Daarin wordt ook een nieuw kosmologisch Model uitgewerkt. Hieronder een kort extract ervan bij de bespreking van de Donkere Materie en de Donkere Energie. Vierde orde of de Donkere Materie. Het tijdsverloop tezamen met vier ruimteverlopen: hiertoe behoort ook het bovenstaand intermediair vectorboson. De energieformule van deze orde van deeltjes is: ER4 = mhc.c3vR-1 = mhc.c3/vR waarin mhc de massa is wanneer het deeltje de lichtsnelheid c heeft en vR de relatieve snelheid van het deeltje. Aan de factor c3 kan men zien dat het hier gaat om een deeltje dat in bepaalde omstandigheden een enorme hoeveelheid energie heeft. Dat is het geval wanneer hun snelheid vR laag wordt. Door de omgekeerd evenredige relatie tussen de snelheid en de energie betekent dit dat elke snelheidsvermindering heel wat gevolgen heeft voor de energie van het deeltje. Deze relatie houdt in dat het deeltje niet gevoelig kan zijn aan de zwaartekracht. Het kan niet van snelheid veranderen als daarvoor geen energie beschikbaar is. St Vijfde orde of de Donkere Energie. Het tijdsverloop tezamen met vijf ruimteverlopen. De energieformule van deze orde van deeltjes is: ER5 = mgc.c4vR-2 = mgc.c4/vR2. Aan de factor c4 kunnen we zien dat deze deeltjes een gigantische hoeveelheid energie kunnen hebben. Hun energie is veel gevoeliger aan snelheidsveranderingen dan de vorige deeltjes door de factor vR2 in de noemer. Ze zijn dus evenmin zwaartekrachtgevoelig. Deze twee ordes vormen de Donkere Materie en de Donkere Energie. Uit de energieformules met c3 en c4 blijkt dat de vierde en vijfde orde deeltjes het grootste deel van de energie van het Heelal bevatten. Zij zijn de veronderstelde Donkere Materie en de Donkere Energie. Donkere Materie bestaat onder andere uit de bosonen die wij onder andere ontdekken in deeltjesversnellers: * Zij brengen de Stralende Materie voort. * Zij zijn verantwoordelijk voor de stervorming en veroorzaken gammaflitsen (Gamma Ray Bursts). Bij de vorming van een ster zitten zij binnenin en bepalen zij mee de snelheid van de beweging van de ster in het sterrenstelsel. Actieve sterren stoten neutrino’s uit. Ook zij behoren tot de Donkere Materie. We zien dat aan de aanwezigheid van d’ en d in hun configuratie (zie hierboven). De oriëntatie van d is voor ons niet waarneembaar. Het Model geeft aan dat d georiënteerd is naar het midden van het sterrenstelsel. Daardoor kunnen neutrino’s een actieve ster wegduwen van het centrum van hun sterrenstelsel. Wanneer de ster uitdooft valt de productie van neutrino’s stil. De uitgedoofde sterren zakken dan af naar het centrum van het sterrenstelsel om daar opgeslokt te worden door het centrale zwart gat. Daarin wordt de 5e Module: Materie (versie 2/9/2013) v1 ©2001-2013 Fons Wils 10 Een Model dat leidt naar nieuwe kennis geabsorbeerde energie NON-LOKAAL en die energie zal dan elders in het Heelal opgenomen worden door de vierde en vijfde orde deeltjes. Donkere Energie is verantwoordelijk voor het bestaan van Quasars: deze kunnen in zeer korte tijd een volledig sterrenstelsel doen ontstaan. Bedenkingen Deze speciale vormen van materie bewegen normaal gezien met de snelheid van het licht. Zij kunnen alleen vertragen door de absorptie van energie via de NON-LOKALITEIT. Deze energie wordt bekomen via zwarte gaten. Va Volgens dit Model Massavorming heeft geen boodschappers nodig, dus ook geen Higgsbestaan er geen bosonen. Ook zwaartekracht is geen veld dus bestaan er ook geen velden. gravitonen. Er bestaat naast de officiële Natuurkunde nog Natuurkunde. Dit in de vorm van onverklaarbare en toch herhaalbare experimenten die de officiële Natuurkunde liefst niet ziet. Va Enkele van die Ze zijn onverklaarbaar met de huidige Natuurkunde: genegeerde opzienbarende * Black Light: zie Module 2 experimenten * Watergas: zie Module 3 * Leonard Mandel: bij een interferentie-experiment blijkt licht zich ook als een deeltje te gedragen als de baandetectoren niet opstaan. * Polarisatie (derde polarisator): twee loodrecht op elkaar staande polarisatoren blokkeren licht volledig. Wanneer we tussenin een derde polarisator aanbrengen dan wordt er opnieuw licht doorgelaten. 5e Module: Materie (versie 2/9/2013) v1 ©2001-2013 Fons Wils