Koran Taal: Arabisch Indeling: 114 soera`s.Van lang naar korte hst

advertisement
Koran
Taal: Arabisch
Indeling: 114 soera’s.Van lang naar korte hst behalve de eerste, de belangrijkste.
Koran als bron van het handelen.
 Letterlijke interpretatie
 Koran is tijd en cultuur gebonden verdient soms een andere dan letterlijke interpretatie
Soenna (traditie)
 Gewoonte/adviezen van mohammed
 Voorbeelden over mohammed: hadieth
 Koran en soenna zijn bron voor islamitische wetgevind: sjaria
Islamitische en arabische wereld.
Arabische landen= arabische liga
In de noord afrikaanse landen worden leider van hun troon gestoten
 Problemen: kennisachterstand, onvrijheid, positie van de vrouw
 Autoritair regime (censuur media, verkiezingen, oneerlijk)
 Grote kloof tussen arm en rijk
Arabische lente/ revolutie: protest om slecht omstandigheden.
hindoeïsme
geloven in wedergeboorte
doel: goed leven lijden om in het volgende leven een klasse hoger te komen
 Biologische klok
 Kringloop van het leven
 Sanata dharma= eeuwige orde
 Reïncarnatie
 Nijldelta: Egypte: geschenk van de nijl
 Eufraat en Tigris: Mesopotamië: soemerius, Babylonisch
 Indus: cultuur rond mohenjodaro en harappa
 Rond 1500 v. chr inval van de ariërs
 Ariërs, sanskriet, swastika, standenmaatschappij
Kasten(standen)
Djati (geboorte)
Warna (kleur)
Kasten systeem
Wit= bramen= priesters
Rood= ksatria’s =krijgers (ambtenaren, soldaten enz.)
Geel= vaisja’s= boeren, grondbezitters, handelaren
Zwart= sjoedra’s= knechten en slaven (pottenbakkers, slaven enz)
Kasteloos= paria, dalit; onderdrukt


Kastenstelsel is verbonden met reinheid.
de graad van rituele reinheid bepaalt de beroepen die iemand mag uitvoeren
de ziel(atman) word opnieuw geboren in het lichaam van een ander wezen.






Karman: de totale som van alles wat een mens gedaan heeft in zijn leven.
Samsara: voordurende kringloop van wedergeboorte
n.
Moksja: verlossing; het hoogste levensdoel
Brahman: de goddelijke bron waaruit de ziel voortgekomen is
Dharma: wet. De plicht van een mens hagt samen met de orde in de natuur
Ohm/aum-teken
 Mantra; leidt tot verlichting
 Uit deze klank zou het universum zijn ontstaan
 Staat voor heden, verleden en toekomst
Andere goden: ganesha
Krisjna: avatar van visjnoe
Hare krisjna: beweging sinds 1966
Doel: balans zoeken op weg naar vrede
Heilige boeken.
 Geopenbaarde boeken
o 4 veda’s; religieuse wetten(sanskriet)
 Boeken van overlevering
o Oepanisjads
o Ramajana
o Mahabhrata
Wegen naar verlossing:
1. Kennis: inzicht in de juiste situatie van de mens: zich identificeren met brahman d.m.v.
a. Meditatie: overdenking, bespiegelen tot juiste kennis en zicht
2. Werken: plicht vervullen conform kaste en de goden vereren
3. Overgave: asceten die zich volledig overgeven aan god waardoor ze bevrijd worden van
lijden.


Het goddelijke (Brahman) is in alles wat leeft, dus alles is goddelijk.
Indrukwekkende plekken en verschijnselen worden in verband gebracht met goeden:
o Indra: onweer
o Agni: vuur
o Waroena: water
3-1heid (trimurti)
 Brahman; hoogste god, creëerde de oorsprong van schepping
 Visjnoe: heer van de wereld, liefdevolle schepper verlossen.
o Incarnaties: rama en krisjna
 Sjiva: god van het ontstaan en vergaan: kringloop van wedergeboorte.
Download