1. Refrein: Donker-donker Hemel, sterren Natuur slaap-slaap Land, kaal, stil 1. Refrein: In ’t donker, zo donker alleen sterrengeflonker Natuur in diepe rust Het kale land in slaap gesust Bomen, takken (kaal) Vroeger blad gevallen (herfst) Dieren, hol binnen Mensen moe, chaggerijnig Geen blad meer aan de bomen lang geleden neergekomen Dieren in hun hol geborgen Mensen moe, zwaar van zorgen Refrein: Donker-donker Hemel, sterren Natuur slaap-slaap Land, kaal, stil Refrein: In ’t donker, zo donker alleen sterrengeflonker Natuur in diepe rust Het kale land in slaap gesust Wind-wind-wind Regen, heftige regen Sneeuw, land wit Land bevroren En de wind waait overal ’t Miezert, soms zware regenval Sneeuw maakt alles wit als de vrieskou in de aarde zit Refrein: Donker-donker Hemel, sterren Natuur slaap-slaap Land, kaal, stil Refrein: In ’t donker, zo donker alleen sterrengeflonker Natuur in diepe rust Het kale land in slaap gesust Koud, winter Donker-donker Jas aan, muts op Gordijnen dicht Koud is de winter donker het licht Jas aan, muts op Gordijnen dicht Refrein: Donker-donker Hemel, sterren Natuur slaap-slaap Land, kaal, stil Refrein: In ’t donker, zo donker alleen sterrengeflonker Natuur in diepe rust Het kale land in slaap gesust 2. Refrein: Lichter, licht Wereld draaien Grond, lente Bloeien, leven 2. Refrein: Maar het licht gloeit en de aarde draait rond Schuw komt ’t leven boven de grond en het leven bloeit Land dooi Bomen, bloesem Vogels, nesten, ei Schaap bevallen lam, gras springen Op het land de dooi en de bloesem zo mooi Vogels leggen een ei Lammetjes dartelen in de wei Refrein: Lichter, licht Wereld draaien Grond, lente Bloeien, leven Refrein: Maar het licht gloeit en de aarde draait rond Schuw komt ’t leven boven de grond en het leven bloeit Sneeuwklok wit, tulp rood, narcis geel Geuren, dromen-dromen Zon stralen (in ogen) Ogen stralen Al die bloemen, al die kleuren al die dromerige geuren en de zon straalt ingetogen al die warmte in mijn ogen Refrein: Lichter, licht Wereld draaien Grond, lente Refrein: Maar het licht gloeit en de aarde draait rond Schuw komt ’t leven boven de grond en het leven bloeit Bloeien, leven Kou, winter: voorbij Maart, april, mei Jas uit, muts af, gordijnen open Jurk (kort), rok (kort), broek (kort) wandelen Kou en winter zijn voorbij ’t Wordt maart, april en mei Jas uit, muts af, gordijnen open Refrein: Refrein: lekker met blote benen lopen! Lichter, licht Wereld draaien Grond, lente Bloeien, leven Maar het licht gloeit en de aarde draait rond Schuw komt ’t leven boven de grond en het leven bloeit