LITIE FINANCIËN RECHTERLIJKE ORDE SPOOR BELGACO ECHTERLIJKE ORDE SPOOR BELGACOM DEFENSIE OND DE SPOOR BELGACOM DEFENSIE ONDERWIJS GROEP 2 D GACOM DEFENSIE ONDERWIJS GROEP 2 DE POST LRB G E ONDERWIJS GROEP 2 DE POST LRB GROEP POLITIE FIN EP 2 DE POST LRB GROEP POLITIE FINANCIËN RECHTER LRB GROEP POLITIE FINANCIËN RECHTERLIJKE ORDE S LITIE FINANCIËN RECHTERLIJKE ORDE SPOOR BELGACO ECHTERLIJKE ORDE SPOOR BELGACOM DEFENSIE OND DE SPOOR BELGACOM DEFENSIE ONDERWIJS GROEP 2 D GACOM DEFENSIE ONDERWIJS GROEP 2 DE POST LRB G E ONDERWIJS GROEP 2 DE POST LRB GROEP POLITIE FIN EP 2 DE POST LRB GROEP POLITIE FINANCIËN RECHTER LRB GROEP POLITIE FINANCIËN RECHTERLIJKE ORDE S LITIE FINANCIËN RECHTERLIJKE ORDE SPOOR BELGACO ECHTERLIJKE ORDE SPOOR BELGACOM DEFENSIE OND DE SPOOR BELGACOM DEFENSIE ONDERWIJS GROEP 2 D GACOM DEFENSIE ONDERWIJS GROEP 2 DE POST LRB G E ONDERWIJS GROEP POST FIN OP EN B2 DE A RPOLITIE E SLRB EFINANCIËN CGROEP T O RPOLITIE EP 2 DE POST LRB GROEP RECHTER LRB GROEP POLITIE FINANCIËN RECHTERLIJKE ORDE S AFGIFTEKANTOOR BRUSSEL X · P409836 België - Belgique P.B.- P.P Brussel X BC 9791 argument www.vsoa.eu MAANDBLAD VAN HET VRIJ SYNDICAAT VOOR HET OPENBAAR AMBT 5 DE J A A R G A N G · N ° 6 · J U N I 2 0 1 1 · M A A N D E L I J K S E U I T G A V E V A N H E T V S O A · O P E N B A R E S E C T O R V A N D E A C LV B JAN VERCAMST HERBEVESTIGD ALS VOORZITTER VAN DE ACLVB De in congres verzamelde afgevaardigden hebben op vrijdag 13 mei 2011 in Brussel Jan Vercamst herbevestigd als voorzitter van de ACLVB PAGINA 3 PAGINA 10 PAGINA’S 11-12-13 PAGINA’S 18-19 PAGINA’S 20-22 GROEP SPOOR HET VSOA BEZOEKT DE NMBS TRACTIEWERKPLAATS TE SCHAARBEEK RECHTERLIJKE ORDE COLETTE DEWEZ, HOOFDGRIFFIER VAN HET VREDEGERECHT TE NAMEN GROEP DEFENSIE VSOA-LRB HOMMELES TUSSEN NATIONAAL DEFENSIEMINISTER KANTOOR EN DE CHEF VAN BRUSSEL DEFENSIE (CHOD) WERFT AAN ! RECHTERLIJKE ORDE SPOOR BELGACOM DEFENSIE OND DE SPOOR BELGACOM DEFENSIE ONDERWIJS GROEP 2 GACOM DEFENSIE ONDERWIJS GROEP 2 DE POST LRB G E ONDERWIJS GROEP 2 DE POST LRB GROEP POLITIE FI OEP 2 DE POST LRB GROEP POLITIE FINANCIËN RECHTE LRB GROEP POLITIE FINANCIËN RECHTERLIJKE ORDE S LITIE FINANCIËN RECHTERLIJKE ORDE SPOOR BELGAC RECHTERLIJKE ORDE SPOOR BELGACOM DEFENSIE OND DE SPOOR BELGACOM DEFENSIE ONDERWIJS GROEP 2 GACOM DEFENSIE ONDERWIJS GROEP 2 DE POST LRB G E ONDERWIJS GROEP 2 DE POST LRB GROEP POLITIE FI OEP 2 DE POST LRB GROEP POLITIE FINANCIËN RECHTE LRB GROEP POLITIE FINANCIËN RECHTERLIJKE ORDE S LITIE FINANCIËN RECHTERLIJKE ORDE SPOOR BELGAC RECHTERLIJKE ORDE SPOOR BELGACOM DEFENSIE OND DE SPOOR BELGACOM DEFENSIE ONDERWIJS GROEP 2 GACOM DEFENSIE ONDERWIJS GROEP 2 DE POST LRB G E ONDERWIJS GROEP 2 DE POST LRB GROEP POLITIE FI OEP 2 DE POST LRB GROEP POLITIE FINANCIËN RECHTE LRB GROEP POLITIE FINANCIËN RECHTERLIJKE ORDE S LITIE FINANCIËN RECHTERLIJKE ORDE SPOOR BELGAC V S OA 2 inhoud O N Z E CO Ö R D I N AT E N INHOUD SECRETARIAAT-GENERAAL Lang Levenstraat 27-29 - 1050 BRUSSEL Tel 02/549.52.00 - 02/512.91.63 - Fax 02/514.16.95 E-mail : [email protected] GROEP SPOOR Kantersteen16 - 1000 BRUSSEL Tel 02/213.60.60 - Fax 02/224.66.10 E-mail : [email protected] Nationaal Voorzitter : Roland VERMEULEN GROEP 2 : FEDERALE GEMEENSCHAPS- EN GEWESTADMINISTRATIES Boudewijnlaan 20-21 (2de verd.) - 1000 BRUSSEL Tel. : 02/201.19.77- Fax : 02/203.54.10 N.M.K.N. 145-0526116-47 E-mail : [email protected] Nationaal Voorzitter : François FERNANDEZ-CORRALES GROEP LOKALE EN REGIONALE BESTUREN Vooruitgangstraat 319 - 1030 BRUSSEL Tel 02/201.14.00 - Fax 02/201.14.34 E-mail : [email protected] Nationaal Voorzitter : René MARTENS GROEP ONDERWIJS Boudewijnlaan 20-21 (1ste verd.) - 1000 BRUSSEL Tel 02/529.81.30 - Fax 02/529.81.39 E-mail : [email protected] Wnd. Gemeenschapsvoorzitter : Willy HENDRIKX GROEP DE POST Centrumgalerij 244 (3e verdieping) - 1000 BRUSSEL Tel 02/223.00.20 - Fax 02/223.09.43 P.R. : 000-0674537-96 E-mail : [email protected] Nationaal Voorzitter : Marc DE MULDER GROEP BELGACOM Prinses Elisabethplein 12 - 1030 BRUSSEL Tel 02/245.21.20 - 02/245.12.70 - Fax 02/245.27.94 P.R. : 000-0259656-84 E-mail : [email protected] Nationaal Voorzitter : Pierre MOTTOULLE Blz. 1, 3 tot 7, 14 en 32 : SECRETARIAAT-GENERAAL ACLVB : - Jan VERCAMST herbevestigd als Voorzitter van de ACVLB. - Woord van de Voorzitter, Jan EYNDELS : Een nieuwe overheid. Actualiteit : - Feest van 1 mei 2011 in Geldenaken. - Jogging te Bevekom : Het VSOA was erbij ! - Liberaal feest aan de vooravond van 1 mei 2011 te Blankenberge. • Consumptieprijsindexen van april 2011. Vrije tijd : - Joeri DEPIERE, lid van de groep Belgacom, geeft les in een hondenclud Voordelen : - Nieuw immobiliënagentschap voor de ACLVB-vakantiehuizen in Barvaux en SPA. - Korting van 15 % bij BOZAR. Blz. 8 tot 10 : LRB - Registratie van verpleeghulp en erkenning van het beroep. - Het Nationaal Secretariaat zoekt een medewerker (M/V). - SELOR : Digitaal taalcertificaat. Dit nummer werd samengesteld met de medewerking van de verantwoordelijken van het Redactiecomité ECHTERLIJKE ORDE SPOOR BELGACOM DEFENSIE OND DE SPOOR BELGACOM DEFENSIE ONDERWIJS GROEP 2 D GACOM DEFENSIE ONDERWIJS GROEP 2 DE POST LRB G E ONDERWIJS GROEP 2 DE POST LRB GROEP POLITIE FIN EP 2 DE POST LRB GROEP POLITIE FINANCIËN RECHTER LRB GROEP POLITIE FINANCIËN RECHTERLIJKE ORDE S LITIE FINANCIËN RECHTERLIJKE ORDE SPOOR BELGACO ECHTERLIJKE ORDE SPOOR BELGACOM DEFENSIE OND DE SPOOR BELGACOM DEFENSIE ONDERWIJS GROEP 2 D GACOM DEFENSIE ONDERWIJS GROEP 2 DE POST LRB G E ONDERWIJS GROEP 2 DE POST LRB GROEP POLITIE FIN EP 2 DE POST LRB GROEP POLITIE FINANCIËN RECHTER LRB GROEP POLITIE FINANCIËN RECHTERLIJKE ORDE S LITIE FINANCIËN RECHTERLIJKE ORDE SPOOR BELGACO ECHTERLIJKE ORDE SPOOR BELGACOM DEFENSIE OND DE SPOOR BELGACOM DEFENSIE ONDERWIJS GROEP 2 D GACOM DEFENSIE ONDERWIJS GROEP 2 DE POST LRB G E ONDERWIJS GROEP POST FIN OP EN B2 DE A RPOLITIE E SLRB EFINANCIËN CGROEP T O RPOLITIE EP 2 DE POST LRB GROEP RECHTER LRB GROEP POLITIE FINANCIËN RECHTERLIJKE ORDE S LITIE FINANCIËN RECHTERLIJKE ORDE SPOOR BELGACO - Colette DEWEZ, hoofdgriffier van het vredegerecht van het 4e kanton Namen : Ik ben voor de dialoog en communicatie. Blz. 20 tot 24 : DEFENSIE - AGPM : Het voorzorgscontract. - Edito van de Voorzitter Erwin DE STAELEN : Voor sommigen in het nooit goed. - Vrijwillige opschorting van de prestaties (VOP) : Meer dan 50 functies worden uitgesloten. - Gratis logement tijdens transformatie waarom dan een cijns (huur) betalen ? - De medische verzorging. - Begeleidingsmaatregelen bij de transformatie – dienstontheffing. - Nieuwe afgevaardigden. - Freedom Falcon. Blz. 25 tot 28 :POLITIE - Syndicale actie loont ! - Prememorandum (2) : “Veiligheid heeft zijn prijs”. - Een reële steun garanderen in geval van onheil. - Onterechte klachten. - Calog. Blz. 14 : Groep 2 • Nieuw medewerkster : Micheline ZAMAN vervoegd ons team. • Regie der Gebouwen : Ontslag van Georges CAMMAERTS. Blz. 15 : FINANCIEN • SELOR : Probleem met de datum van de digitale taalcertificaten. LRB R. MARTENS G. HENDRICKX BELGACOM P. MOTTOULLE F. CLAUDE SPOOR R. VERMEULEN R. DE THAEY Blz. 18 tot 19 : RECHTERLIJKE ORDE • 3de Congres UIC : “Nextstation”. • Werkbezoek : VSOA-Spoor bezoekt de werkplaats te Schaarbeek. GROEP DEFENSIE Lozenberg 2 - 1932 ZAVENTEM Tel 02/223.57.01 - Fax 02/219.02.15 E-mail : [email protected] Nationaal Voorzitter : Erwin DE STAELEN GROEP POLITIE Minervastraat 8 - 1930 ZAVENTEM Tel 02/660.59.11 - Fax 02/660.50.97 E-mail : [email protected] Bank : 310-0543030-13 Nationaal Voorzitter : Vincent GILLES - Verdoken afvloeiingen bij Bpost. - Belastingsaangifte : Vergeet uw vrijstellingen niet ! - Rechtzetting “Verbetering van loonvoorwaarden voor DA’ers” : De huidige peterschapstoelage wordt vervangen door een éénmalige coachtoelage van 150,00 € bruto en niet 150,00 € bruto per maand. Blz. 11 tot 13 : SPOOR GROEP RECHTERLIJKE ORDE Centrumgalerij - Blok 2, 4de verdieping Kleerkopersstraat 15-17 - 1000 BRUSSEL Tel 02/513.05.55 - Fax 02/503.25.02 E-mail : [email protected] Nationaal Voorzitter : Jean-Marie MICHIELS GROEP FINANCIEN Centrumgalerij - Blok 2, 4de verdieping Kleerkopersstraat 15-17 - 1000 BRUSSEL Tel 02/226.41.11 - Fax 02/226.41.10 E-mail : [email protected] Nationaal Voorzitter : Paul MONSAERT Blz. 16 tot 17 : DE POST DEFENSIE E. DE STAELEN C. WILLEM ONDERWIJS Wnd. W. HENDRIKX M. HEYNDRICKX FINANCIËN P. MONSAERT P. BOQUET GROEP 2 F. FERNANDEZ-CORRALES R. TOURLAMAIN R. WILLEMS POLITIE V. GILLES P. VANISTERBEEK M. TIELEMANS R. PARADE Blz. 29 tot 31 : ONDERWIJS - Provinciaal onderwijs blijft ! - Studiedag leerkrachtenloopbaandebat verloopt onder grote belangstelling. - Kandideren voor een statutaire wervingsambt voor het schooljaar 2011-2012? - Faq. DE POST M. DE MULDER H. CLAUWAERT RECHTERLIJKE ORDE V. VANVAL C. HARDY Verantw. Uitgever: J. EYNDELS Beheer en Publiciteit: H. HERMAN Eindredactie: B. CORNELIS Fotoredactie: M. SMITS Prepress en druk Creative Plus Production & Nevada-Nimifi VERSCHIJNT NIET IN JULI EN AUGUSTUS editoriaal ARGUMENT · JUNI 2011 3 VSOA Woord van de voorzitter Een nieuwe overheid Het debat over de toekomstige rol van de overheid en haar instellingen is al een tijd aan de gang. Als het over het veranderingsproces bij de overheid gaat, horen we echter steevast klanken die ons niet zo best in de oren klinken: minder zelf doen en meer laten doen. Wat men doet, beter doen en met betere mensen. Doen wat echt noodzakelijk is en niet alles willen doen. Het is logisch dat de rol van de overheid verandert. De samenleving verandert, de noden van een overheid evolueren ook. Er komen uitdagingen zoals de globalisering, de vergrijzing, de armoede, het energieprobleem en de sociale uitsluiting op ons af. De overheidsbedrijven vormen zich om tot echte dienstverlenende ondernemingen waar de klemtoon op goed bestuur ligt. Het zijn domeinen waarin de overheid een rol kan spelen. Belangrijke verschuivingen gaan in de richting van ‘minder overheid’. Dit zijn evoluties die ons waakzaam moeten houden. De overheid blijft voor ons in de eerste plaats een belangrijke werkgever met een sociale functie. Het boeken van winsten of de ‘vermarkting’ van overheidstaken kan voor ons niet. Dat er betere mensen moeten komen, lijkt evident, maar ook daar heeft de overheid al veel veranderingen doorgevoerd en leverde de ambtenaar al voldoende prestaties. De overheid blijft overigens een aantrekkelijke werkgever voor jonge mensen. Dat kan afgeleid worden uit het stijgend aantal sollicitaties bij de overheidsinstellingen. De diepe financiële en economische crisis die we nu doormaakten, bracht duidelijk aan het licht dat de overheid dé waarborg is en blijft voor het behoud van de rechten en zekerheden van de burgers, van de werknemers. De overheid is een belangrijke werkgever in ons land. De overheid is ook een dam tegen het oprukkende individualisme en nationalisme. Extremisten zetten gemeenschappen tegen elkaar op, in heel Europa heerst er een trend van regionalisme en separatisme. Staten plooien op zichzelf terug, er wordt opnieuw gepleit voor het invoeren van grenscontroles. Het samenleven van verschillende culturen wordt moeilijker. Hier kan de overheid optreden om de sociale samenhang te bewaren door de democratie en het bestuur zo goed mogelijk te bewaken en te organiseren. De overheid moet er over waken dat de basisrechten niet geschonden zijn: recht op waardig werk, recht op een dak boven het hoofd en een kwalitatieve leefomgeving, recht op toegankelijke gezondheidszorg, veiligheid, welzijnsvoorzieningen en onderwijs en natuurlijk het recht op een inkomen. “Onze nieuwe website wordt een speerpunt voor onze communicatie”. De vakbond is in deze een belangrijke bondgenoot van de overheid. VSOA verdedigt zijn leden in de administraties en zorgt ervoor dat zij op een goede manier geïnformeerd worden. Om onze communicatie nog te verbeteren starten we nu met een nieuwe website (*). Een gebruiksvriendelijke, actuele en informatieve website is vandaag een onmisbaar communicatiemiddel geworden en een service voor onze leden. Naast ons ledenmagazine ‘Argument’ wordt de nieuwe website een belangrijk speerpunt van onze communicatie met onze leden en met de buitenwereld in zijn geheel. Wij willen het VSOA blijven profileren als een jonge, moderne en toekomstgerichte organisatie. Jan Eyndels Algemeen voorzitter (*) www.vsoa.eu ACLVB Jan Vercamst herbevestigd als voorzitter van de ACLVB De in congres verzamelde afgevaardigden hebben op vrijdag 13 mei in Brussel na kennis te hebben genomen van het verslag der werkzaamheden Jan Vercamst bevestigd als voorzitter van de ACLVB. Zij hebben zich een beeld kunnen vormen van de weg die tijdens zijn eerste mandaat werd afgelegd, met als motto: duurzame groei en ontplooiing. Steeds meer In vier jaar tijd is de ACLVB gegroeid. Het aantal aangesloten leden nam toe met 18%; meer dan een kwart miljoen werknemers en sociaal verzekerden vinden zich terug in onze visie op de samenleving. Naar aanleiding van de sociale verkiezingen van 2008, heeft de ACLVB zijn aanwezigheid in de overleg- en onderhandelingsorganen van de ondernemingen zien toenemen. De ACLVB beschikt sedert vorig jaar over twee mandaten in de Nationale Arbeidsraad en de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven; dit zijn twee wezenlijke instanties in het Belgisch maatschappelijk en economisch leven. Het aantal medewerkers van de ACLVB is eveneens aanzienlijk toegenomen om het hoofd aan deze toegenomen werklast te kunnen bieden. Laten we eraan herinneren dat de bevraging heeft aangetoond dat de leden bijzonder tevreden zijn over de dienstverlening, zowel door de plaatselijke secretariaten als door de centrale diensten. actualiteit V S OA 4 ARGUMENT · JUNI 2011 1 mei in Geldenaken © SMITS De nieuwe editie van de 1 mei viering in Geldenaken volgens de beproefde formule in 2010 is een groot succes geworden dankzij de smakelijke verwennerijen en de warme ontvangst. De gasten mochten proeven van een mooi bord streekproducten (aardbeien van Wépion, druiven van Overijse en Brusselse wafels) geserveerd met slagroom en overgoten met heerlijke chocolade uit twee fonteinen. Een lekkere champagne daarbij en alles was in orde! De versiering van onze stand was ook de moeite waard : mooi verlichte tafels en een prachtige ijssculptuur waren de blikvangers. Na zoveel bijval zullen de organisatoren wel vlug opnieuw rond de tafel zitten om de uitgave 2012 in elkaar te zetten! actualiteit ARGUMENT · JUNI 2011 5 VSOA Jogging te Bevekom Het VSOA was erbij ! Eind april vond onze eerste deelname plaats aan de jogging in Bevekom voor een aflevering van de ‘Challenge du Brabant Wallon’ die in totaal 11.600 km bedroeg. Wij hadden een heel aangename ontmoeting met al onze ‘vrienden joggers’ van de verschillende VSOA-Groepen, politiemensen, militairen, be-post, Vivaqua, LRB en hun begeleiders. Ze verrasten ons aangenaam met hun mooie prestaties. © SMITS Alle vrijwilligers van onze organisatie ontpopten zich meteen tot warme supporters voor de atleten die ons een mooie les in volharding en zelfoverwinning gaven. Het parcours tussen de velden en de warme zon konden alle deelnemers bekoren. Marc Timmermans, de eerste die zijn naam voor onze organisatie op het palmares van de wedloop schrijft, eindigde met een eervolle chrono van 51,05’. De hele ploeg was tevreden, opgetogen en voldaan. De eerst stap is gezet, nu is het aan ons om in die richting verder te gaan en activiteiten voor te stellen die zoveel mogelijk deelnemers zullen aantrekken. Wij hebben al ideeën bij de vleet voor een tweede editie. Brigitte COLLIN Voorzitster LRB- BRUSSEL Liberaal feest aan de vooravond van 1 mei te Blankenberge Al van kort na de Tweede Wereldoorlog stappen alle liberale verenigingen aan de vooravond van 1 mei samen op door de straten van Blankenberge. Deze optocht werd destijds georganiseerd door de toenmalige Vriendenkring Liberale vak- en ziekenbond. Sinds enkele jaren is de organisatie in handen van Open Vld in samenwerking met de Blankenbergse Liberale Nevenafdelingen. In de loop der jaren is Meiavond uitgegroeid tot een groot Blankenbergs Liberaal feest. Open Vld, VLD Vriendenkring 35-60’ ers, LVSW, LBG, LZB, Jong Vld, de Open Vld kaarters, Liberale Mutualiteit, ACLVB en VSOA stapten samen op in een muzikale vlaggenoptocht. De avond werd afgesloten met een BBQ en een gastspreker, dit jaar kreeg Open Vld-Senator Bart Tommelein het woord. Het VSOA was aanwezig met o.a. de Groep LRB (Lokale en Regionale Besturen), alsook een delegatie van VSOA-Defensie. actualiteit V S OA 6 ARGUMENT · JUNI 2011 CONSUMPTIEPRIJSINDEXEN April 2011 In de loop van de maand april 2011 verminderde de inflatie tot 3,41%. In de praktijk zijn de prijzen van benzine, diesel, stookolie en elektriciteit fors gestegen. Energie verhoogde het laatste jaar met 16 %. De gezondheidsindex (G.I.) verhoogde tot 115,57 in april 2011. De consumptieprijsindex voor april 2011 bedraagt 117,20. De spilindex (114,97) werd overschreden in april 2011 met verhoogde uitkeringen in mei 2011 (sociale uitkeringen) en juni 2011 (wedden openbare diensten). Volgende spilindex 117.27. MAAND G.I. GEM. LAATSTE 4 MAANDEN ALGEMENE INDEX C.P.I. INFLATIE 05.2011 04.2011 115.57 115.10 117.20 3,41 % 03.2011 115,39 114,67 116,91 3,52 % 02.2011 115,05 114,21 116,33 3,39 % 01.2011 114,38 113,81 115,66 3,22 % 12.2010 113,84 113,54 115,00 3,10 % 11.2010 113,55 113,31 114,55 2,86 % 10.2010 113,46 113,14 114,41 3,01 % 09.2010 113,29 112,96 114,25 2,91 % 08.2010 112,94 112,82 113,89 2,32 % 07.2010 112,86 112,67 113,82 2,57 % 06.2010 112,74 112,48 113,77 2,46 % 05.2010 112,72 112,27 113,78 2,27 % 04.2010 112,34 111,93 113,33 1,80 % Voor de verhoging van de wedden van de openbare diensten dient men rekening te houden met de gezondheidsindex (G.I.). Gem. v.d. 4 laatste maanden – incl. sociale uitkeringen en pensioenen. De eerstvolgende spilindex dient overschreden te worden. 3 Omrekeningen G.I. Om de huidige G.I. (2004) om te rekenen naar G.I. (1996) moet men vermenigvuldigen met 1,1377. Voor de omrekening naar G.I. (1988) moet men vermenigvuldigen met 1,13717. 3 Omrekeningen Algemene INDEX Om de huidige algemene INDEX (2004) om te rekenen naar de algemene index (1996) moet men vermenigvuldigen met 1,1493 voor de omrekening naar 3 basis 1988 X 1,4105 3 basis 1981 X 1,9082 3 basis 74/75 X 2,9388 3 basis 71 X 4,0261 3 basis 66 X 4,7866 3 basis 53 X 6,2187 ROGER WILLEMS, GROEP 2 | BRON – FOD ECONOMIE – AD STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE vrije tijd ARGUMENT · JUNI 2011 7 VSOA Joeri Depiere geeft les in een hondenclub “Een hond moet worden opgevoed anders loopt het verkeerd” Joeri Depiere geeft les in een hondenclub. Hij volgde twee jaar cursus voor hondeninstructeur bij Syntra-West en behaalde er zijn diploma. oeri is 41 jaar en werkt als bediende bij Belgacom. Hij woont in Assebroek. Joeri is lid sinds mei 1990. Momenteel is hij voorzitter van VSOA-Belgacom voor West- en Oost-Vlaanderen. Hij is afgevaardigde sinds mei 1990 en voorzitter sinds 1 mei 2011. J Golden Retriever “In 2004 heb ik mijn vrouw zover gekregen dat ze een hond wou en hebben we een golden Retriever in huis gehaald”, zo vertelt hij over zijn speciale hobby. “Ik was al langer hondenliefhebber en met de aanschaf van de hond besliste ik ook om les te volgen in een hondenclub. Daar heb ik dan de spreekwoordelijke microbe opgelopen en na korte tijd ben ik dan zelf les beginnen geven en heb dan besloten om de cursus te volgen”. dan na enkele weken de dankbaarheid van de mensen ziet, die dankzij de lessen een oplossing hebben gevonden voor hun problemen met hun hond. Daar doe je het voor. Daarnaast organiseren we ook andere activiteiten voor de leden met de bedoeling dat de mensen met elkaar in contact komen en met elkaar praten over hun hond en zo van elkaar leren. Maar ook om elkaar als mens beter te leren kennen en er zo nieuwe vriendschappen ontstaan. We organiseren ook activiteiten zoals een quiz, een barbecue, dogrally, dogtrekking, een uitstap en een fietstocht”. Baas spelen Het moeilijkste aan de hobby is de mensen overtuigen dat zij het zijn die de hond moeten opvoeden en niet de instructeur. Joeri: “Veel mensen vergelijken dit met hun kinderen. Als de meester het hen uitlegt , leren ze het ook. Een hond zal ook van de instructeur iets leren, maar daarom doet hij het nog niet als zijn werkelijke baas het hem vraagt. We leren eigenlijk de mensen hoe ze baas moeten zijn over hun hond. Dit is niet altijd even eenvoudig en de mensen snappen dit niet altijd. Een hond moet worden opgevoed anders loopt het verkeerd”. “Ik doe niet echt mee aan wedstrijden. Ik geef niet alleen les, ik volg ook nog les. De club had vroeger wel wedstrijdspelers en een van onze leden is ooit Belgisch kampioen geweest”, besluit Joeri. B.C. Joeri organiseert zelf lessen in agility (behendigheid) en gehoorzaamheid. “We proberen aan de mensen uit te leggen hoe ze hun hond moeten opvoeden zodat ze een hond hebben die sociaal is en waarmee ze onder de mensen kunnen komen en onder andere honden. Het speciale is dat er bij ons soms mensen toekomen die ten einde raad zijn. Hun hond luistert niet, bijt van alles kapot, plast in huis, gromt, rent achter kinderen of fietsers enzovoort. Het is een zeer goed gevoel als je Hebt u ook speciale hobby’s ? Laat het snel weten aan [email protected] Misschien bent u volgende keer wel onze gast in ‘Vrije Tijd’. lrb V S OA 8 Lokale en Regionale Besturen ARGUMENT · JUNI 2011 Zorgkundigen Registratie van zorgkundige en erkenning van het beroep VERLENGD TOT 30.06.2012 !!! Er is beslist om een laatste keer de periode te verlengen waarin de dossiers voor voorlopige registratie als zorgkundige kunnen ingediend worden ( tot 30 juni 2012). Dit is alleen van toepassing voor de personen die voldoen aan de voorwaarden van het K.B van 12 januari 2006 (bekwamingen en beroepservaring). In het Staatsblad van 3 februari 2006 zijn twee koninklijke besluiten verschenen (datum KB 12 januari 2006) betreffende de zorgkundigen. - Het eerste (besluit <activiteiten>) is de vaststelling van de verpleegkundige activiteiten die de verpleegkundigen mogen uitvoeren en de voorwaarden waaronder zij deze handelingen mogen stellen. - Het tweede (besluit <registratie>) is de vastelling van de nadere regels om geregistreerd te worden als zorgkundige. De omzendbrief van 8 november 2006 (2) en het K.B. van 23 februari 2011(3) die de registratieperiode wijzigt, is gericht aan de personen die wensen geregistreerd te worden als zorgkundige. Deze omzendbrief verduidelijkt bepaalde situaties en regels om geregistreerd te worden. Goed om weten is dat de voorlopige registratie zal moeten omgezet worden in een definitieve registratie en dit door een bijkomende opleiding te volgen van 120 uur. De aanvraag om een registratie om te zetten in een definitieve registratie moet gebeuren ten laatste op 31 december 2015. Samenvatting Zie schema: Zorgkundigen: FAQ: hierna enkele Frequently Asked Questions (versie 14/03/2011) (Op de website van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu vindt u alle vragen en antwoorden en alle informatie over de registratie van zorgkundigen: www.health.belgium.be) 3. Wat is het verschil tussen een voorlopige en definitieve registratie? Een voorlopige registratie bleef oorspronkelijk slechts 5 jaar geldig (tot 13 februari 2011). De geldigheid werd onlangs verlengd tot en met 30 juni 2016. Een definitieve registratie is geldig voor onbeperkte duur 8. Welke diploma’s, brevetten en/of getuigschriften geven recht op een definitieve registratie? - Ofwel een bewijs van slagen in het eerste jaar verpleegkunde (bachelor, gegradueerd of gebrevetteerd); - Ofwel een bewijs van slagen in de opleiding tot zorgkundige, wat een opleiding is die, in het kader van voltijds onderwijs of het gelijkwaardig in het onderwijs voor sociale promotie, één studiejaar omvat; - Ofwel een getuigschrift van sociale promotie of van beroepsopleiding dat een opleiding bekroont die, aanvullend op de elders verworven bekwamingen, door de bevoegde instanties gelijkgesteld is aan de opleiding van zorgkundige van één studiejaar De Gemeenschappen zijn bevoegd om deze opleiding tot zorgkundige in te vullen. U kunt zich tot hen wenden om hierover meer informatie te verkrijgen. 9. Wanneer kan men een definitieve registratie aanvragen bij wijze van overgangsmaatregel? - U was op 13 februari 2006 tewerkgesteld als verzorgingspersoneel in een Verzorgingsinstelling en u bent: - ofwel in het bezit van een diploma vermeld in bijlage 1 van de Omzendbrief ‘Zorgkundigen’; - ofwel NIET het bezit van dergelijk diploma maar u was op 13 februari 2006 reeds minstens 5 jaar voltijds of equivalent aan het werk als verzorgingspersoneel in een verzorgingsinstelling (niet noodzakelijk in één periode). lrb Lokale en Regionale Besturen ARGUMENT · JUNI 2011 10. Tot wanneer kan ik een voorlopige registratie aanvragen? OF U hebt GEEN diploma vermeld in bijlage 1 van de Omzendbrief ‘zorgkundigen’, maar u was op 13 februari 2006 tewerkgesteld als verzorgingspersoneel in een verzorgingsinstelling, en dit minder dan 5 jaar voltijds of equivalent. U doet de aanvraag tot registratie vóór 1 juli 2012. 12. Hoe lang blijft een voorlopige registratie geldig? Een voorlopige registratie is geldig tot en met 30 juni 2016. 13. Hoe kan een voorlopige registratie omgezet worden in een definitieve registratie? Een voorlopige registratie kan worden omgezet in een definitieve indien u kunt aantonen dat u ten laatste op 31 december 2015 een bijkomende opleiding van 120 uur heeft gevolgd, die verband houdt met de activiteiten die een zorgkundige kan verrichten. Voorafgaande opleidingen die verband houden met de activiteiten die een zorgkundige kan verrichten, kunnen in rekening worden gebracht om aan de vereiste 120 uur te komen. De aanvraag dient ten laatste op 31 december 2015 opgestuurd worden. 14. Wordt mijn diploma vermeld in bijlage 1 van de omzendbrief? Komt mijn diploma in aanmerking voor de overgangsmaatregelen? Zie de volledige lijst van opleidingen in bijlage 1 van de omzendbrief; bij twijfel zal de erkenningscommissie hierover oordelen. VSOA Bezoekuren : Aandacht : vanaf maandag 17 januari 2011, Alleen op maandag van 10u tot 12u (gelijkvloers) Een voorlopige registratie moest oorspronkelijk aangevraagd worden voor 31 december 2008. De Minister van Volksgezondheid en Sociale Zaken heeft echter deze termijn verlengd; de aanvraag voor een voorlopige registratie dient op heden te gebeuren voor 1 juli 2012. Een aanvraag voor definitieve registratie kan ook nog na 1 juli 2012 worden ingediend. 11. In welke gevallen kan je een voorlopige registratie verkrijgen? U hebt een diploma vermeld in bijlage 1 van de Omzendbrief ‘Zorgkundigen’, en u bent uiterlijk op 31 december 2008 tewerkgesteld als verzorgingspersoneel in een verzorgingsinstelling. U doet de aanvraag tot registratie vóór 1 juli 2012. 9 Contact Center : +32 (0)2 524 97 97 Website: www.health.belgium.be E-mail: [email protected] 15. Welke zijn de verzorgingsinstellingen waarvan sprake in het Koninklijk Besluit van 12 januari 2006 ‘tot vaststelling van de nadere regels om geregistreerd te worden als zorgkundige’? - ziekenhuizen - ziekenhuisdiensten die afhangen van een associatie van ziekenhuizen - rust- en verzorgingstehuizen (erkend) - psychiatrische verzorgingstehuizen (erkend) - centra voor dagverzorging (erkend) - rustoorden voor bejaarden (erkend) - centra voor kortverblijf (erkend) - instellingen die zonder als rustoord te zijn erkend, de gemeenschappelijke woon- of verblijfplaats van de bejaarden uitmaken, en die beantwoorden aan de door de Koning bepaalde voorwaarden. Nog vragen? Neem contact met: Mevrouw Ingrid DAVELOOSE, Nationaal Penningmeester en Zone verantwoordelijke West-Vlaanderen VSOA groep LRB GSM: 0495/68.00.44 E-mail: [email protected] Registratie Zorgkundigen Contact FOD Volksgezondheid: FOD Volksgezondheid Erkenningscommissie van de Nationale Raad voor Verpleegkunde Victor Hortaplein 40, bus 10, blok D 2de verd. 1060 Brussel (1) 12 januari 2006. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere regels om geregistreerd te worden als zorgkundige, BS 03/02/2006. 12 januari 2006. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de verpleegkundige activiteiten die de zorgkundigen mogen uitvoeren en de voorwaarden waaronder de zorgkundigen deze handelingen mogen stellen, BS 03/02/2006. (2)Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu [C − 2006/23183] 8 november 2006. — Ministeriële omzendbrief betreffende de koninklijke besluiten van 12 januari 2006 tot vaststelling van de nadere regels om geregistreerd te worden als zorgkundige en tot vaststelling van de verpleegkundige activiteiten die de zorgkundigen mogen uitvoeren en de voorwaarden waaronder de zorgkundigen deze handelingen mogen stellen. Deze omzendbrief richt zich in het bijzonder tot de personen die zich als zorgkundige willen laten registreren, tot de verschillende instellingen die bij die registratie betrokken zijn, alsook tot de verzorgingsinstellingen. Opmerkingen De aanvrager die zijn aanvraag heeft ingediend en bevestiging van ontvangst van zijn aanvraag tot registratie heeft ontvangen, mag de handelingen stellen in afwachting van de bevestiging van zijn registratie. Eenmaal geregistreerd moet de zorgkundige zoals andere beoefenaars van gezondheidszorgberoepen een visumaanvraag indienen bij de geneeskundige commissie van de provincie waar de persoon zijn beroep wil uitoefenen. Het visum zal aangebracht worden op het origineel dat aantoont dat de registratie als zorgkundige door de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu. Brussel, 8 november 2006. R. Demotte BS 14/12/2006 (3) K.B. van 23 februari 2011 wijzigt enkele bepalingen met betrekking tot de registratieperiode, BS 08/03/2011. Bron: FOD Volksgezondheid VSOA groep LRB lrb V S OA 10 Lokale en Regionale Besturen ARGUMENT · JUNI 2011 Het Nationaal Secretariaat van de GROEP LRB zoekt : EEN MEDEWERKER (M/V) Binnenkort gaat één van onze medewerksters op welverdiende rust. Om deze reden is onze groep op zoek naar een administratief medewerker om te functioneren op ons Nationaal Secretariaat gelegen Vooruitgangstraat 319 te 1030 Brussel (dichtbij het Noord station). Om in aanmerking te komen dien je werkzaam te zijn als contractueel of statutair medewerker in een openbaar bestuur. WIE ZOEKEN WIJ ? INTERESSE ? - - stuur je motivatiebrief en een CV naar de Nationaal Secretaris van de Groep Lokale en Regionale Besturen - t.a.v. Dhr. Paul Vereecke, Nationaal Secretaris VSOA, Vooruitgangstraat 319 te 1030 Brussel. M/V tweetalig (NL moedertaal) Kennis van informatica (WORD – Excel enz.) Telefoonbeheer Instaan voor briefwisseling Enz… Kandidaturen worden verwacht ten laatste op 15 juli 2011 Wij nemen contact met u op voor een afspraak. Voor meer informatie kun je ook bellen naar 02/201 14 00 of via e-mail naar [email protected]. SELOR / TAALTEST / NIEUWS DIGITAAL TAALCERTIFICAAT Vanaf 1 maart heeft Selor het papieren taalcertificaat vervangen door een digitale versie. Als je je taaltest(en) met succes afrondt, krijg je automatisch een digitaal taalcertificaat in je online-dossier Mijn Selor. Dit digitaal taalcertificaat is rechtsgeldig. Het bevat de digitale handtekening van de afgevaardigd bestuurder van Selor. Heb je het behaald in het kader van de uitoefening van je job of om een taalpremie te ontvangen, dan bezorg je dit document digitaal aan je personeelsdienst. Als je het document uitprint, verliest het zijn juridische waarde. Selor heeft alle stappen ondernomen om de rechtsgeldigheid van het digitaal certificaat en de digitale handtekening te onderzoeken. Het certificaat wordt afgeleverd door GlobalSign en het systeem van elektronische datering komt van Fedict. We zien deze digitalisering als een stap vooruit in paperpoor communicatie en automatisering van de processen. Bron: Selor Voor inschrijving en info: Website: www.selor.be Vragen over de taaltesten per e-mail: [email protected] Gratis infonummer 0800/505 54 Selor Bischoffsheimlaan 15 1000 Brussel Ons kantoor in Eupen : Ministerium der Deutschsprachigen Gemeinschaft Gosperstrasse 1 4700 Eupen spoor ARGUMENT · JUNI 2011 11 VSOA Congres UIC « NEXTSTATION » WELKE LESSEN KUNNEN WIJ HIERUIT TREKKEN? Het station moet open zijn Het station is niet langer meer alleen een plek waar we gewoon een vervoerbewijs komen kopen of waar we de trein nemen, maar een levendige ontmoetingsplaats, een doorgangsoord centraal gelegen in een stedelijke locatie. Concreet moet het station zich van zijn slecht imago en negatieve associaties ontdoen. Men vindt er dus de handelszaken, de hotels, de restaurants en het is ook een businesscenter. Het station is ook een motor van de socio-economische ontwikkeling (zie Brugge, waar het nieuwe complex 3000 werkplaatsen creëert). Dit concept is uiteraard ook van toepassing voor grote stations met een groeipotentieel. Deze moeten worden beschouwd als kleine luchtha- vens waar tijdens het wachten op de trein, je er ook kan winkelen, eten of gewoon flaneren. Voor architect Calatrava, die belast werd met de bouw van een station in Manhattan op Ground Zero in de VS, "moet men de voldoening aan reiziger teruggeven, de deugd van een gebouw binnen te gaan dat voor hem werd ontwerpen. Het station moet multimodaal zijn Het station ligt in het centrum van een mobiliteitsnetwerk. Alle soorten vervoer moeten er kunnen convergeren naar het station, waarbij men rekening moet houden met allerlei soorten reizigers. De bus, de tram, de fiets, de auto, de huurauto, de taxi, de metro moet een complementaire plaats vinden in het station. Het station moet rendabel zijn We mogen het station niet meer zien als een kostenpost, maar een winstgevend centrum die verschillende huurinkomsten genereert. © PROJECT GENT-SINT-PIETERS Op 17 en 18 maart organiseerde het UIC zijn derde congres over het thema het station. Na Rome (2005) en Parijs (2007), was het de beurt aan Brussel, waarbij dit evenement werd voorbereid door de NMBS Holding. Dit symposium bracht vele deskundigen en spoorwegambtenaren samen uit de 4 windstreken van Europa om te debatteren over de toekomstige rol van het station. In de toekomst moet men twee soorten voorzieningen hebben: de belangrijke treinstations, die maximaal reizigers aan- en afvoeren, die tegelijk talrijke diensten verstrekt en de andere stations die geleidelijk getransformeerd worden in stopplaatsen met geïnformatiseerde basisdiensten. In België, is het beheer van de 37 grootste stations in de handen van de NMBS-Holding, die opereert via haar twee dochterondernemingen Eurogarant en Eurostation. Twee derde van de totale NMBS - klanten passeren in deze stations. De resterende 500 stations van minder belang worden beheerd door de NMBS. De groep spendeert ongeveer 150 miljoen euro per jaar (een tiende van de investeringen) aan het onthaal van de reizigers. Met welke visie? Voor de gedelegeerde bestuurder van de NMBS Holding: "Het is altijd belangrijk om dergelijke plaatsen in de buurt te hebben, geen kleine stations meer, meer toegankelijke en tegelijkertijd stations die zich als dienstencentra profileren met een socio-economische motor. spoor V S OA 12 ARGUMENT · JUNI 2011 Werkbezoek Vsoa-Spoor bezoekt de werkplaats te Schaarbeek Na het bezoek aan onze leden van de Centrale Werkplaats van Cuesmes eind november, hebben Filoteo Africano en Jacques Joie begin april de installaties bezocht van de Tractiewerkplaats van Schaarbeek waar ze werden ontvangen door de heer Yougnès Ouama, de leider van de werkplaats. Schaarbeek, een vertrouwde naam die vele spoorwegbedienden kennen omdat zij er hun eerste spoorwegstappen hebben gezet, maar ook gekend bij talrijke pendelaars door hun passage op weg naar Brussel. Maar welke activiteiten hebben plaats in deze werkplaats? Filoteo Africano en Jacques Joie in gezelschap van De Heer Yougnès Ouama, verantwoordelijke van de werkplaats. e site van TW Schaarbeek beslaat een groot grondgebied dat oorspronkelijk werd gevormd door drie componenten: een reizigersstation, een rangeerstation voor goederentreinen en een werkplaats voor het onderhoud. D Ondanks een monumentaal historisch gebouw werd het station, door het verlies van de “autocouchettes”, beperkt tot een doorgangstation waar gelukkig nog een aantal reizigerstreinen hun halte hebben. Ook een spoorwegmuseum zal er binnenkort worden ingericht. Het rangeerstation heeft de rekening betaald van de herstructurering van het binnenlands goederenvervoer en is het slachtoffer geworden van de "strategische" herschikking van de goederenladingen. Op deze site blijven nu nog slechts – op een strategische locatie – de activiteiten over die tot de directie B-Technics behoren en die werkgelegenheid biedt aan meer dan 400 mensen. Wordt de site op termijn bedreigd door een aantal overijverige vastgoedmakelaars die de toekomst, de bedrijvigheid en de werkgelegenheid in gevaar brengen? In België kan niemand 100% zeker zijn van wat dan ook, maar de "ontsluiting" via het Diabolo-project spoor ARGUMENT · JUNI 2011 SINDS 2006 IS DE WERKPLAATS MET EEN ISO 9001:2000 GECERTIFICEERD, DIE MOET TOELATEN OM BETER TE CONCURREREN. (waarvan de werkplaats deel uitmaakt door de doorgang van de spoorlijnen naar Antwerpen en Luik en een natuurgebied), laat hopen op een blijvende voortzetting van de activiteiten. De dieseltractie werkplaats 3 Preventief onderhoud van de elektrische- en diesellocomotieven; 3 Correctief onderhoud; WAT IS DE HUIDIGE STRUCTUUR VAN DE TRACTIE WERKPLAATS IN SCHAARBEEK? ¾ van de werken zijn verbeteringswerken en ¼ is preventief. Gerelateerde activiteiten, die heel belangrijk zijn: 3 Een car-wash voor het reinigen van het koetswerk van de rijtuigen; 3 Een draaibank voor het afdraaien van de wielassen; 3 Een hersporingstrein met hijskraan voor bijstand te velde bij ontsporingen (bvb. Buizingen); 3 De laatste bedrijfsklare stoomlocomotief en de Koninklijke trein is er gestationeerd en worden er ook onderhouden. Het is opgedeeld in drie delen: Elektrische tractiewerkplaats 3 Preventief onderhoud van motorstellen; 3 Correctief onderhoud; 3 Het reinigen van het interieur van motorstellen; 3 Het machinaal bewerken van wielassen en vervangen van remschijven; De onderhoudspost 3 Preventief onderhoud van de rijtuigen; 3 Correctief onderhoud; 3 Het reinigen van het interieur van de rijtuigen; Tevens werden er een rist verbeteringen aangebracht aan de gebouwen om de werf perfomanter te maken, ze te beveiligen en de werkomstandigheden te verbeteren. De bundelsporen en de toegangssporen tot de werkplaats zullen binnenkort afzonderlijk uitgerust worden met afstandsbediening voor de wissels. Alles wijst er dus op dat de hogere directie een groot vertrouwen heeft in de toekomst van Schaarbeek en we troffen er ook een management aan met een sociale inslag die zich inzet voor het bedrijf. Spijtig genoeg hebben wij bij het overlopen van de cijfers, ons door de onmiddellijke chef overhandigd (wat ook gebeurt in andere werkplaatsen) dat de gemiddelde leeftijd van het personeel oploopt (49 jaar) en dat het uiterst moeilijk is om technisch geschoold personeel te rekruteren. Inderdaad, ondanks de gedane inspanningen (bv. bezoeken aan technische scholen, opendeurdagen...) om nieuwe bedienden aan te trekken moeten we vaststellen dat een resem posten niet kunnen worden aangevuld (het verschil tussen kader/effectief is ruimschoots negatief). Bijkomende handicap voor een goed beheer is de woonplaats van de bedienden (er is slechts 5% van de werknemers afkomstig uit de agglomeratie Brussel), wat uiteraard geen stabiliserende factor is daar nieuwe bedienden snel een overplaatsing vragen. Na dit kort overzicht mag worden besloten dat de werkplaats van Schaarbeek over talrijke troeven beschikt om een belangrijke rol te spelen in de ontwikkeling van de spoorweg van de toekomst, op voorwaarden dat door de beleidsmakers oplossingen worden gevonden voor de problemen door te vertrouwen op de competentie van zowel de werknemers als van het management. 13 VSOA groep 2 V S OA 14 ARGUMENT · JUNI 2011 Nieuwe medewerkster Micheline Zaman vervoegd ons team Mijn naam is Micheline Zaman en ben reeds lid van 1999. Na mijn studies secretariaat-talen is mijn carrière van start gegaan bij de Nationale Maatschappij voor Krediet aan de Nijverheid. Gedurende 3 jaar heb ik daar heel veel geleerd bij de verschillende diensten. Daarna heb ik gewerkt bij Olivetti. In 1989 werd ik opgeroepen om als vast benoemd ambtenaar bij de Regie der Gebouwen te werken. Bij de Brusselse Buitendiensten Sectie 2 was het leuk werken. In 1990 werd ik gevraagd om bij het Hoofdbestuur Brusselse Buitendiensten het secretariaat te versterken. In 1999 ben ik gaan werken op het ministerieel kabinet - Cel Regie der Gebouwen. Tot het einde van 2007 heb ik daar ingestaan voor de dossiers van de Regie der Gebouwen. Terug bij de administratie in 2008 - Interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk - ging onze voorzitter van het Comité Regie der Gebouwen binnen het VSOA met pensioen en werd de fakkel overgedragen aan mij. Sindsdien sta ik in voor onze leden en doe zoveel mogelijk mijn best om hen te helpen. De afgevaardigden hebben, en nog steeds, mij goed bijgestaan om alles tot een goed einde te brengen. Sinds 1 februari 2011 werk ik nu voor het secretariaat van het VSOA – Groep 2 om daar nog beter de leden te kunnen bijstaan en voor onze belangen op te komen. COMITÉ REGIE DER GEBOUWEN : ONTSLAG VAN GEORGES CAMMAERTS Met heel veel spijt in het hart deel ik dan ook mee dat Georges Cammaerts zijn ontslag heeft ingediend binnen het Comité Regie der Gebouwen. Zijn fakkel is overgedragen aan Leloux Pascal. VOORDELEN VSOA Georges Cammaerts is sinds 1997 lid van onze vakbond en heeft als penningmeester gezeteld in het Comité Regie der Gebouwen onder het voorzitterschap van Johnny Speeck. Georges heeft heel veel bijgedragen aan de vergaderingen binnen de Regie der Gebouwen alsook binnen de Sociale Dienst. In 2008 is de fakkel van het voorzitterschap overgedragen aan mij en Georges heeft mij hierin heel goed gesteund door zijn kennis over te brengen. Langs deze weg wil ik Georges hartelijk danken voor zijn werk binnen de vakbond alsook voor zijn vriendschap en wens ik hem dan ook nog veel succes in zijn toekomstige plannen. BARVAUX-SUR-OURTHE & SPA : WIJZIGING AGENTSCHAP Er wordt samengewerkt met een nieuw immobiliënagentschap voor de ACLVB-vakantiehuizen in Barvaux en Spa. Reservatieformulieren zijn te verkrijgen bij het secretariaat generaal van het VSOA, telefonisch op 02/549.52.00 of per mail : [email protected]. Voor eventuele vragen kan u steeds terecht bij de heer Frédéric Janssen (e-mail : [email protected] of gsm-nummer : 0473-69.01.56). Leden die reeds een reservatie hadden doorgegeven aan de agentschappen Ourthe & Somme en Spa, zullen spoedig van Frédéric Janssen de verdere nodige info ontvangen. groep financiën ARGUMENT · JUNI 2011 15 VSOA Selor Probleem met de datum van de digitale taalcertificaten van Selor De ambtenaren van de FOD Financiën, die bij toepassing van het KB van 16 mei 2003, voor de taalcertificaten artikel 8 en artikel 9 §1, voldoende kennis van het KB van 8 maart 2001, een verhoogde taalpremie ontvingen, verloren deze vanaf 1 december 2010. Het niet-geïndexeerde maandelijks bedrag bedraagt nu nog slechts 60,00 EUR wat een flink stuk lager is dan vroegere premie die naar gelang van de graad varieerde van 82,79 EUR tot 112,59 EUR. Reden is het nieuwe taalpremiestelsel dat werd ingevoerd door het KB van 13 juni 2010 (Belgisch Staatsblad van 22 juni 2010). De enige mogelijkheid om dit geldelijke verlies te voorkomen was het slagen voor een bijkomend examen. Deze ambtenaren, die al beschikten over het taalbewijs artikel 9 §1, voldoende kennis, bekomen mits het behalen van het taalbewijs artikel 11 de hoogste taalpremie dewelke is vastgesteld op 110,00 EUR (cf. artikels in de Blauwe boekjes nr. 2 van juni 2010 en nr. 3 van september 2010). e-learning Het OFO organiseerde een cursus e-learning en de betrokken ambtenaren werden door Selor uitgenodigd om op 30 augustus 2010 bijkomende testen voor het taalexamen artikel 11 af te leggen. De geslaagden behaalden tijdig hun certificaat en konden het geldelijke verlies voorkomen. Degenen die niet slaagden konden de test opnieuw komen afleggen op 7 december 2010. Zij verloren al voor minimum één maand de verhoogde taalpremie. Nochtans beloofde de minister van Ambtenaren zaken in Comité B dat de betrokken ambtenaren vóór 1 december 2010 zeker twee kansen zouden krijgen … . belasting omdat er, als gevolg van de wijzigingen aan de reglementering, een massa ambtenaren deelnam aan de taalexamens. Vanaf december 2010 levert Selor digitale taalcertificaten af. Na het succesvol afronden van de taaltesten krijgt de kandidaat automatisch een digitaal taalcertificaat in zijn onlinedossier “Mijn Selor”. Dit digitaal taalcertificaat is een rechtsgeldig document. Het bevat de digitale handtekening van de afgevaardigd bestuurder van Selor. Als dit document wordt uitgeprint, verliest het zijn juridische waarde. Op basis van dit digitaal taalcertificaat kan aan de personeelsdienst de uitbetaling van een taalpremie worden gevraagd. Echter, een groot deel van de betrokkenen die 2 slaagden voor het op 7 december 2010 voor de ambtenaren van de FOD Financiën georganiseerde examen, ontvingen pas begin maart 2011 hun resultaten. Bovendien is hun certificaat pas van kracht vanaf 7 maart 2011. Dit heeft als gevolg dat zij niet één, maar vier maanden hun verhoogde taalpremie verliezen. Geen bereidheid Tijdens de vergadering toonde Selor totaal geen bereidheid om hier iets aan te veranderen. Het VSOA heeft nogmaals aangedrongen en meegedeeld dat wij via de minister van ambtenarenzaken rechtzetting zouden vragen van deze onrechtvaardigheid. Het VSOA heeft het probleem aangekaart op de overlegvergadering met Selor, woensdag 13 april 2011. De vertraging is volgens Selor enerzijds te wijten aan de kinderziekten van het systeem en anderzijds aan de over- De verantwoordelijke taalcertificeringen van Selor meldde ons de week erna dat zij het probleem nog eens hadden bekeken en toch een oplossing voorstelden. Selor kon geen nieuw digitaal taalcertificaat uitreiken, dit is technisch niet mogelijk. Ook in hun de bestanden kon de datum van het certificaat niet meer worden gewijzigd. Er werd door Selor aan de ambtenaren van financiën die slaagden voor het examen van 7 december 2010 wel een nieuw papieren taalcertificaat uitgereikt met een geldigheidsdatum vanaf 8 december 2010. Selor heeft deze nieuwe certificaten eind april met de post verzonden. Stefaan Slaghmuylder Nationaal Secretaris de post V S OA 16 ARGUMENT · JUNI 2011 CEO Johnny Thijs zegt geen naakte ontslagen door te voeren, maar … Verdoken afvloeiingen bij bpost In de Kamercommissie van maart 2011 verklaarde CEO van bpost Johnny Thijs dat het strategisch plan 2020 niet zou leiden tot naakte ontslagen. Wat hij er niet bij vertelde was dat het aantal personeelsleden dat het bedrijf verlaat “om medische redenen” almaar toeneemt. Johnny Thijs doet wat andere bedrijfsleiders doen : in het openbaar zeggen dat mensen langer aan de slag moeten blijven, maar voor zichzelf denken : “… Als het maar niet bij mij is”. p dat vlak zijn de bedrijfsleiders in dit land allemaal in hetzelfde bedje ziek. Overal horen we dezelfde echo’s : eens de mensen de vijftig voorbij zijn, wil men ze niet meer. Dit is niet een louter probleem voor bpost. Het is een (inter-)nationaal probleem, dat in de privésector al jaren sluimert en nu ook meer en meer ingang vindt in het openbaar ambt. Wie vroeger niet meer meekon, kon een medisch onderzoek aanvragen, en op basis daarvan werd dan gezocht naar een passende oplossing. Vele mensen kregen op die manier een ‘aangepaste dienst’ toegewezen, die ze konden uitoefenen tot het einde van hun loopbaan. Dat is nu niet meer het geval. Wie nu niet meer mee kan, gaat eruit! O Personeelsleden die het werk niet meer aankunnen, moeten zich maar ziek melden. Deze politiek staat haaks op de ‘officiële’ houding van het bedrijf om het absenteïsme in te dijken, maar dit is wel de realiteit. De contractuele medewerkers die niet meer meekunnen en voor het bedrijf ‘te vaak’ ziek zijn, kunnen ontslagen worden wegens medische redenen. Het valt ons daarbij op dat men zich daarvoor al eens beroept op ‘overmacht’ om de arbeidsovereenkomst te beëindigen. Vastbenoemde personeelsleden kunnen niet zomaar ontslagen worden, maar die verlaten dan het bedrijf via de ‘pensionering wegens medische redenen’. Zo’n medisch pensioen naar voor schuiven als ‘oplossing’ is echter kort door de bocht. Wie 58 jaar is, een lange staat van dienst heeft, huis uit zijn en geen al te zware verplichtingen meer heeft die maandelijks moeten nagekomen worden, kàn met een medisch pensioen geholpen zijn. Al is dit voor die mensen lang niet altijd een oplossing, want niet iedereen wil op die manier zijn of haar loopbaan beëindigen! Een ‘medisch pensioen’ laat dan ook vaak een wrang gevoel na bij die mensen, ook al omdat ze er zich zowel financieel als mentaal niet op kunnen voorbereiden. Voor andere mensen is zo’n medisch pensioen zelfs een regelrechte strop. Voor wie bijvoorbeeld maar 55 jaar is, een relatief korte of een ‘gemengde’ loopbaan heeft, nog studerende kinderen heeft en nog een lening moet afbetalen, heeft een medisch pensioen vaak zeer zware gevolgen. de post ARGUMENT · JUNI 2011 Men moet dan verder met een zeer beperkt pensioenbedrag, in afwachting van een definitief pensioen op 60 jaar of zelfs op 65 jaar. Dit kan voor die mensen een ware hypotheek leggen op hun verdere toekomst, want waar geraak je dan nog op je 55ste aan de slag? Het pensioen om medische redenen is geen oplossing – integendeel. Het kan mensen in de problemen brengen, want wie té vroeg moet afhaken van de arbeidsmarkt betaalt daar vroeg of laat een prijs voor. Daar mag zeker niet al te licht over gegaan worden. Langer aan de slag ? Papier is gewillig – de realiteit is dat niet. Overal wordt steeds weer hetzelfde gezegd over het feit dat mensen almaar ouder worden en ze dus langer aan de slag moeten blijven om de groeiende kosten van de vergrijzing het hoofd te kunnen bieden. Dé oplossing lijkt dan de pensioenleeftijd te verhogen. De ons omringende landen hebben al ingegrepen in de pensioenwetgeving. In Nederland werd de pensioenleeftijd vastgelegd op 66 jaar tegen 2020 en op 67 jaar tegen 2025. Sommige Nederlandse partijen willen echter nog verder gaan, en de pensioenleeftijd op 70 jaar vastleggen. In Groot-Brittannië ligt deze op 66 jaar en zal deze geleidelijk opgetrokken worden tot 68 jaar. Duitsland besliste eerder al om mensen tot 67 jaar te laten werken. Het Franse systeem lijkt op het onze, met een mogelijkheid om met pensioen te gaan op 60 Franse regering deed daar vorig jaar – ondanks hevige protesten - 2 jaar bij. Je kan er weldra pas met pensioen vanaf 62 jaar, en voor een volledig pensioen zal je 67 jaar moeten zijn. En van zodra België nog eens een volwaardige regering krijgt, zal men ook hier de debatten openen. Maar wat voor nut heeft het om de wettelijke pensioenleeftijden op te trekken als mensen niet langer actief blijven? Als men mensen vanaf een bepaalde leeftijd naar de werkloosheid stuurt, of als men de mensen nog sneller gaat pensioneren wegens medische redenen? Zou het niet wenselijker zijn dat de overheden ervoor zorgen dat mensen effectief langer aan de slag kunnen en mogen blijven? Zou dat niet meer aarde aan de dijk brengen dan koudweg de wettelijke pensioenleeftijd te verhogen? Immers, niet iedereen is zomaar vragende partij om voortijdig de loopbaan te beëindigen, en om te belanden in één of andere ‘nep’-regeling. Personeelsleden willen hun werk kunnen doen Dat laatste wordt ons nogmaals bevestigd door attente lezers van Argument. bpost gaat inder- daad niet over tot naakte ontslagen, maar het steeds weer opvoeren van de werkdruk zorgt ervoor dat mensen zelf afhaken. Dit leidt dan weer tot meer absenteïsme, waardoor het werk nog eens moet herverdeeld worden, wat dan weer leidt tot een nog hogere werkdruk, wat leidt tot nog meer stress waardoor nog meer mensen gaan afhaken. Toenmalig staatssecretaris Bruno Tuybens (sp.a) beloofde ooit aanpassingen om het werk voor 50-plussers draaglijker te maken, maar daar is helaas niet veel van in huis gekomen. Integendeel. Almaar vaker krijgen we de opmerking dat hoe ouder de mensen worden, hoe harder ze moeten gaan werken. bpost heeft zo al een relatief ouder personeelsbestand – zeker bij de vastbenoemden. Het immer opvoeren van de werkdruk vetaalt zich momenteel nog mooi in winstcijfers, maar de sociale prijs dreigt hoog te worden. Een lezeres schrijft ons dat ze in het kantoor gemiddeld drie diensten per dag moesten verdelen, met als resultaat dat ze fysiek overbelast geraakte en nu met ziekteverlof thuis is, terwijl ze eigenlijk gewoon haar werk zou willen doen. De reden van het succes van de deeltijdse arbeid bij de 50-plussers is niet zozeer omdat die mensen meer thuis willen zijn, maar is vooral omdat ze op die manier eens wat vaker aan de werkdruk kunnen ontsnappen. Velen zeggen ons dat het dankzij deze mogelijkheden tot deeltijdse arbeid is, dat ze de job nog kunnen volhouden. Zonder deze mogelijkheden tot deeltijdse arbeid zouden wellicht nog veel meer mensen voortijdig gedwongen afhaken. Bovendien is het personeelsverloop tegenwoordig vrij hoog, waardoor inspanningen voor onthaal en opleiding van nieuwelingen niet voldoende kunnen verzilverd worden. Als je iemand opleidt van wie je weet dat die persoon bij het bedrijf zal blijven, dan kan je de moeite opbrengen om tijdelijk wat meer inspanningen te leveren, en extra tijd en energie in de nieuwkomer te steken, want die inspanningen werpen na verloop van tijd hun vruchten af. Maar als die nieuwkomers niet blijven, dan plukt men nooit de vruchten van die inspanningen. Het is niet alleen frustrerend, het werkt bovendien een acuut personeelsprobleem in de hand, met alle gevolgen vandien. De personeelsleden van bpost vrezen dat als het zo verder gaat dit ooit eens fout zal aflopen. Nu ‘oogt’ alles nog mooi, maar voor hoelang nog? Personeelsleden vrezen dat als men de druk gaat blijven opvoeren en als er geen ‘aflossing van de wacht’ komt, zij versneld opgebrand zullen geraken en nog voor hun pensioenleeftijd het bedrijf zullen verlaten. De roep naar betere 17 VSOA arbeidsomstandigheden voor iedereen, en betere arbeidsvoorwaarden voor de jongere medewerkers is dan ook groot. bpost moet die mensen toekomstperspectieven bieden, want te veel mensen verlaten het bedrijf.Als men met goede arbeidsvoorwaarden en met toekomstperspectieven goeie mensen kan aantrekken én men ervoor kan zorgen dat die personeelsleden ook gemotiveerd zijn en bij het bedrijf willen blijven, pas dan gaat die onrust weg, en krijgt bpost de status van aantrekkelijk bedrijf waar mensen fier zijn op hun job Belastingsaangifte Vergeet uw vrijstellingen niet ! Woon-werkverkeer De tussenkomsten voor het woon-werkverkeer moeten ingegeven worden onder de rubriek 254. Wie géén werkelijke beroepsinkomsten indient, kan de vrijstelling ingeven onder de rubriek 255. Voor rubriek 17a (openbaar gemeenschappelijk vervoer) = vrijstelling voor het volledige bedrag Voor de rubriek 17c (vb eigen wagen) = vrijstelling beperkt tot max 350 €. Voor een combinatie van beide = volledig bedrag voor rubriek 17a + max 350 € voor rubriek 17c Niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen (nieuw !) De niet-recurrente bonus die vorig jaar werd betaald, staat onder de rubriek 242. Daarop mag tegelijk de vrijstelling ingegeven worden onder de rubriek 244. Rechtzetting In het nummer van mei (op pg 18) is een fout geslopen in het artikel” Verbetering van loonvoorwaarden voor DA’ers” Er staat dat de peterschapstoelage vervangen wordt door een coachtoelage van 150 € bruto per maand. Dit is niet juist ! De juist tekst is : “De huidige peterschapstoelage wordt vervangen door een éénmalige coachtoelage van 150 € bruto.” Gelieve ons hiervoor te verontschuldigen. rechterlijke orde V S OA 18 ARGUMENT · JUNI 2011 Colette Dewez, hoofdgriffier van het vredegerecht van het 2e kanton Namen “Ik ben voor dialoog en communicatie” Colette Dewez is hoofdgriffier van het vredegerecht van het 2e kanton Namen. Zij geeft ons haar persoonlijk standpunt over de nieuwe carrière binnen de rechterlijke orde na de Copernicushervormingen. Haar conclusies sluiten niet noodzakelijk aan bij de standpunten van onze groep, maar het is één van onze filosofieën om onze leden de kans te geven hun persoonlijke mening te ventileren zonder dat deze wordt gecensureerd. Celine Hardy (CH) : Kunt u ons uw carrière tot op heden schetsen? Colette Dewez (CD) : Ik ben in 1979 mijn carrière begonnen als beambte bij de rechtbank van eerste aanleg te Namen. Vervolgens heb ik in 1982 deelgenomen aan het examen van kandidaat griffier/secretaris en ben ik ook geslaagd. In 1986 werd ik dan benoemd tot adjunctgriffier bij het vredegerecht van het 2e kanton Namen, om er een jaar later te worden bevorderd tot griffier. Tot slot, in 2010, na gedurende ruim een jaar de functie van waarnemend hoofdgriffier te hebben uitgeoefend werd ik na het slagen van een vergelijkende selectie via Selor benoemd tot hoofdgriffier. CH : Wat is uw mening m.b.t. de hervorming van de carrières, waardoor de personen die de functie van hoofdgriffier/-secretaris ambiëren een examen moeten slagen, vooraleer te kunnen worden benoemd, wat voorheen niet het geval was? rechterlijke orde ARGUMENT · JUNI 2011 CD: Ikzelf ben héél tevreden over het nieuwe systeem dat werd ingevoerd in uitvoering van de Copernicus-hervormingen, omdat thans de kandidaten ook echt dienen te bewijzen wat hun waarden en mogelijkheden zijn. Het is in vergelijking met vroeger een objectievere selectieprocedure. In het verleden (ik heb het in 2003 zelf mogen ondervinden) waren de benoemingen gepolitiseerd en werden de vaardigheden en kennis van de kandidaten niet altijd gehonoreerd. Intussen heb ik het examen niveau A met goedgevolg afgelegd en werd ik benoemd; iets waarvoor eigenlijk enkel mezelf kan en moet feliciteren. Niettemin wil ik toch opmerken dat het door Selor georganiseerde examen weinig raakpunten had met de functies of de jurisdicties voor de welke men op een later tijdstip zal solliciteren. (dit werd rechtgezet door het arrest van de Raad van State d.d. …). De tweede proef die nadien in de jurisdictie zelf wordt georganiseerd (bijkomende proef) heeft eveneens een niet te onderschatten belang, omdat deze toelaat vast te stellen of de kandidaat effectief beschikt over de juiste competenties voor de geambieerde functie. CH: Hoe hebt u zich op dit examen voorbereid? CD: Ik wil hier wel opmerken dat , gelet op het feit dat ik al enige tijd de functie van hoofdgriffier waarnam, ik reeds een beter inzicht had verworven m.b.t. wat van een hoofdgriffier wordt verwacht. Niettemin bleek de mondelinge proef niet volledig in overeenstemming te zijn met datgene wat men ons n.a.v. de bij het IGO gevolgde opleiding had uitgelegd. Bovendien nu ik één van de eerste kandidaten was om deel te nemen aan dit vernieuwde examen, kon ik evenmin terugvallen op ervaringen van andere kandidaten; ik begaf mij op onbekend terrein. Ik ben er ten stelligste van overtuigd dat indien ik vooraf de opleiding management had kunnen volgen mij dit zeker had geholpen bij het afleggen van het examen, niet in het minst tijdens het onderhoud met de jury en meer bepaald de wijze hoe ik met hen communiceerde. CH: Heeft het loutere feit dat u in dit examen geslaagd bent, veranderingen in de werking van uw griffie meegebracht? CD: Ik heb de bijkomende proef afgelegd in juli 2010 en werd benoemd in september van dat zelfde jaar. Het heeft er in elk geval voor gezorgd dat er binnen de griffie klaarheid kwam over mijn eigen positie; ik kon eindelijk de beslissingen nemen die eigen zijn aan de functie. Voorheen was ik ‘slechts’ waarnemend hoofd- griffier, en ik hield bij het nemen van de beslissingen steeds rekening met de mogelijkheid dat ik uiteindelijk niet zou kunnen benoemd worden. Trouwens ook voor het personeel is de situatie duidelijker nu zij weten tot wie zij zich kunnen of moeten wenden. CH: Wat is uw persoonlijke mening over de nieuwe carrière mogelijkheden voor de andere graden (niv. B, C en D) CD: Ik vind het een verloren kans, dat in de toekomst voor de jurisdicties de kandidaat griffiers/secretarissen een “in basket” test dienen af te leggen. Want eenmaal geslaagd in deze test en na het afleggen van de mondelinge proef, wordt hij gedropt in een jurisdictie waar hij dan een vorming zal krijgen. Colette Dewez : “Ik hou van mijn werk en doe het met veel passie.” Ik ben van mening dat dit een vorm van tijdverlies is, want hoe je het ook draait of keert het nieuw personeelslid zal minder werk verrichten, hetgeen dan zal moeten worden gecompenseerd door zijn collega’s. In het oude systeem moest men verschillende rechtsvakken studeren, wat er meteen ook voor zorgde dat de kandidaat reeds een uitstekend zicht kreeg op de verschillende materies. De nieuwe generatie kandidaten zal nu in zijn jurisdictie benoemd worden zonder enige voorafgaande kennis, kennis die ze pas zullen verwerven na hun benoeming. Ik zou van de gelegenheid willen gebruik maken om toch enkele bedenkingen te maken bij de bijkomende proef die wordt georganiseerd in de jurisdicties; ikzelf maak deel uit van de jury en betreur het dat de korpsoverste niet meer gewicht in de schaal kan werpen bij het nemen van de beslissingen. Inderdaad: als er kandidaat meedingt die reeds ter plaatse zit, dan kennen we zijn competenties en ik vind het jammer voor de jurisdictie om op dergelijke manier iemand te verliezen, die nochtans volledig aan het profiel beantwoorde. In de wetenschap dat mijn verzuchtingen misschien niet zullen gehoord worden, denk ik dan het beter zou zijn mocht de jury enkel bestaan uit HRM’s…… CH: Hoe verbonden bent u met het VSOA? CD: Ik ben aangesloten sinds 1984, en omdat ik al het mogelijke wil doen om mijn personeel te beschermen, raadpleeg ik jullie regelmatig en vraag advies. Ik wil hier ook nogmaals benadrukken dat de kwaliteit van jullie laatste vorming, m.b.t. de bijkomende proef, waaraan twee van mijn personeelsleden hebben deelgenomen, hen echt heeft geholpen. CH: Wat is uw visie over het dagelijks beheer van een griffie? CD: Het is een griffie met slechts een beperkt aantal personeelsleden en ik tracht de onderlinge samenwerking te bevorderen en aan te moedigen. Net daarom heb ik er voor gepleit om maandelijks een over leg te hebben, om zo mogelijke problemen direct te kunnen aanpakken. Ik ben bovendien een voorstander van dialoog en communicatie, eerder dan van het opleggen van dingen; deze aanpak loont meer dan te kunnen triomferen met een pyrrusoverwinning. Mijn deur staat steeds open voor het personeel en tenslotte heeft de goede werksfeer ook zijn weerslag op het afwezigheden wegens ziekte, dewelke sterk zijn verminderd. Ik erken steeds de inspanningen van mijn medewerkers en ik bedank en feliciteer ze. Het is belangrijk dat zij voelen dat ze naar waarde geschat worden. Een laatst aandachtspunt is er voor te zorgen dat elk personeelslid op de griffie polyvalent genoeg is om de afwezigheid van een collega op te vangen en de rechtzoekende op een juiste manier te informeren. CH: Bent u tevreden over het afgelegde parcours. CD: Ja, eigenlijk zelfs héél tevreden. Mijn benoeming als hoofdgriffier is de voltooiing van een lange weg binnen dezelfde jurisdictie, waar het menselijk contact primordiaal is en dit beantwoordt volledig aan mijn verwachtingen. Ik hou van mijn werk en oefen het uit met veel enthousiasme met respect van de procedures en de rechtzoekende. Céline Hardy Indien u op dit artikel wenst te reageren dan kan dit via [email protected] 19 VSOA defensie V S OA 20 ARGUMENT · JUNI 2011 defensie ARGUMENT · JUNI 2011 editoriaal 21 VSOA Erwin DE STAELEN, Voorzitter “Voor sommigen is het nooit goed” Dat zijn niet mijn woorden voor alle duidelijkheid. Het was wel de reactie van Defensieminister De Crem op de radio naar aanleiding van de kritiek van de legertop op de noninvesteringspolitiek en de nieuwe besparingsronde bij Defensie. e Defensiestaf meent volgens ‘De Standaard’ dat de houding van De Crem ‘Après moi le déluge’ kan genoemd worden, want alle noodkreten over versleten materieel, te weinig budget en personeelsproblemen vallen in dovemansoren. D De combinatie van de vele buitenlandse missies, een nieuwe besparingsronde van 35 miljoen euro, het sterk dalende personeelsaantal en uitblijvende investeringskredieten leidt tot een desastreuze cocktail bij Defensie. Dat blijkt uit een interne nota die circuleert bij de legertop. VSOA-Defensie trok al ruime tijd geleden aan de alarmbel. Vorige maand nog heb ik opnieuw gesteld dat meer doen met minder middelen een onmogelijke opdracht is. De Belgische deelname aan de operatie in Libië maakt integraal deel uit van de ‘corebusiness’ van onze Defensie. Daar is geen twijfel over, maar hiertegenover moet de regering de nodige budgettaire middelen plaatsen. Ik verwijs hieromtrent naar het persbericht van VSOA van 22 maart 2011. Tijdens ons werkbezoek aan Araxos was de boodschap van de militaire delegatie aan de aanwezige politici overduidelijk: “Het lukt voorlopig, maar we zitten op onze limiet qua capaciteit en personeel”. Het is duidelijk dat de deelname aan de operatie in Libië voor extra druk zorgt. De Crem heeft alleen oog voor de cijfers en niet voor het personeel, met alle gevolgen vandien. Het materieel verslijt bovendien veel sneller dan normaal. Omdat minder dan twee derde van de eenheden beschikt over een volledige uitrusting, moet die voortdurend doorgeschoven worden. Snelle vervanging is niet meteen in zicht. Sinds het aantreden van De Crem is er van investeren in nieuw materiaal geen sprake meer. De bestel- ling van een partij AIV-pantservoertuigen (Armoured Infantery Vehicle) mag defensie zelfs vergeten. In zijn jaarlijkse interne nieuwjaarsbrief wees Defensiechef Generaal Delcour toen al op de problemen en het feit dat België over het op één na laagste defensiebudget van de NAVO beschikt. De lofbetuiging van de minister aan het adres van het personeel dat deelneemt aan de operatie in Libië waarin hij stelt dat de F-16’s samen met de Amerikaanse de meest performante van de wereld zijn, kunnen we appreciëren. >>> defensie V S OA 22 ARGUMENT · JUNI 2011 Edito vervolg Vrijwillige opschorting van de prestaties (VOP) Wanneer hij erbij vertelt dat het personeel zeer goed wordt betaald en velen opnieuw de weg vinden naar het leger, moeten we toch nuanceren. Het militair personeel wordt niet slecht betaald maar zoveel adjectieven gebruiken, is een brug te ver. De verloning wordt gebaseerd op anciënniteit en militaire graden, niet op competenties en functies, behalve voor enkele uitzonderingen via toelagen of premies. De vliegtuigtechniekers en ander personeel met specifieke functies worden niet extra verloond. Nochtans wil de minister deze militairen uitsluiten om te genieten van de vrijwillige opschorting van de prestaties. In dit kader beschouwt men ze dan wel als personeel met specifieke en zeldzame competenties, maar van enige compensatie voor deze “kritische functies” is geen sprake. VSOA-Defensie heeft dan ook een negatief advies gegeven voor de uitbreiding van de lijst van kritische functies, ondanks het feit dat we begrip kunnen opbrengen voor de mogelijke tekorten in de toekomst voor bepaalde functies. Twee jaar op rij heeft de Minister het intieel aantaal plaatsen VOP sterk verhoogd met de bedoeling om personeel versneld te laten afvloeien en kwartieren te kunnen sluiten. Dit zonder rekening te houden met de consequenties op korte en middellange termijn en de weerslag op het verlies van competenties. VSOA is ervan overtuigd dat middels een correct beheer en een niet overhaaste ‘afdankingspolitiek’ de instandhouding van de VOP, met een evenwichtig aantal plaatsen per categorie, mogelijk is. Bovendien worden de mogelijkheden van vrijwillige interne reconversie onvoldoende toegepast. VSOA is de mening toegedaan dat de aanpassing een uitholling zal betekenen van het VOP-systeem. Meer dan 50 functies worden uitgesloten Het ongenoegen en de moedeloosheid bij het personeel groeien. Het regent klachten van onze leden die dag in dag uit problemen ondervinden in verschillende domeinen van het “bedrijf Defensie”. Het gaat daarbij onder meer over het personeelsbeheer, de gedwongen mutaties, de outsourcing van de geneeskundige zorgen, de penibele werkomstandigheden, het niet respecteren van de reglementen... De tendentieuze en/of totaal ontbrekende informatie verergeren nog dit onbehagen. Het Transformatieplan De Crem faalt in vele opzichten en de balans smaakt bitter. Een transformatieplan dat op die manier wordt doorgevoerd, was zeker niet de inspanningen waard die de betrokken personeelsleden en hun gezinnen zich getroost hebben. De Crem blijft echter zijn dovemansoren beschermen. Eén zaak staat vast: Het personeel, dat ooit de grote rijkdom was van het departement, verdient veel beter. Erwin De Staelen, Voorzitter VSOA-Defensie Op 26 april werden de vakbonden in spoedprocedure bijeengeroepen om een aanpassing te onderhandelen van de VOP. De bedoeling van de overheid bestond erin om de lijst van kritische functies waarvan de titularissen geen gebruik kunnen maken van VOP uit te breiden. De bijkomende functies die worden uitgesloten, zijn die van Air Defense, varend personeel, preventieadviseur, milieuadviseur, technicus, ontmijner, munitievernieuwer, kok en informaticus. De huidige en de te verwachten tekorten voor deze functies, omwille van oppensioenstellingen en de VOP die reeds werden toegekend, hebben de overheid ertoe aangezet om deze aanpassing op tafel te leggen. Defensie wil naar eigen zeggen het risico niet lopen nog extra van deze competenties te verliezen. De lijst van de kritische functies beperkt zich tot de officieren en onderofficieren. De tekorten op het niveau van de vrijwilligers zullen worden beheerst door het aantal opengestelde plaatsen voor een vrijwillige opschorting van de prestaties te beperken. De voorzitter van het onderhandelingscomité onthulde tijdens de vergadering alle doelstellingen van de overheid in het kader van de VOP, met name: het personeel versneld laten vertrekken in het kader van de transformatie, de gezondmaking van de leeftijdspiramide, versneld kwartieren sluiten, budgettaire ruimte vrijmaken en de verjonging van het personeel. VSOA kan begrip opbrengen voor het feit dat bepaalde specifieke competenties een bijzondere rendementsperiode vereisen. De uitbreiding van de lijst van 6 naar 56 functies daarentegen, situeert zich buiten het referentiekader dat verwijst naar een specifiek en zeldzaam compententieprofiel. VSOA is de mening toegedaan dat dit een uitholling betekent van het VOP-systeem. Vergeten we niet dat de minister van Landsverdediging, op voorstel van de Chef Defensie, het aantal plaatsen VOP bepaalt. Twee jaar op rij heeft de minister het intieel aantal plaatsen VOP sterk verhoogd met de bedoeling om personeel versneld te laten afvloeien en kwartieren te kunnen sluiten. Dit zonder rekening te houden met de consequenties op korte en middellange termijn en de weerslag op het verlies van competenties. VSOA is ervan overtuigd dat door een correct beheer en een niet overhaaste ‘afdankingspolitiek’ de instandhouding van de VOP, met een evenwichtig aantal plaatsen per categorie, mogelijk is. Bovendien worden de mogelijkheden van vrijwillige interne reconversie onvoldoende toegepast. Het streefcijfer van 34.000 personeelsleden is vandaag nog niet bereikt. VSOA is dan ook de mening toegedaan dat er geen reden is om de VOP af te schaffen of volledig uit te hollen. Het VSOA heeft dan ook geen akkoord verleend voor deze aanpassing. GRATIS LOGEMENT TIJDENS TRANSFORMATIE WAAROM DAN EEN CIJNS (HUUR) BETALEN? Een van de begeleidingsmaatregelen tijdens de transformatie is het recht op gratis logement in het militair kwartier gedurende de periode van overbrenging van de gewone plaats van het werk (OGPW). De richtlijn met de geldelijke begeleidingsmaatregelen in het kader van de transformatie (DGHRSPS-INDVER-999) bepaalt dat het personeel geen huur- of onderhoudskosten voor zijn kamer dient te betalen. Bovendien mag geen enkele verplichte kost aangerekend worden (lokale of gemeentebelasting, verplichte verzekering…) gedurende de periode van OGPW van twaalf maanden. De verplichte kosten worden door Defensie betaald. De faciliteiten die niet noodzakelijk zijn voor het logement daarentegen, zoals internetverbinding, televisie… zijn wel ten laste van de bewoner. Ondanks deze voorziene maatregelen stellen we vast dat verschillende personeelsleden een schrijven ontvangen vanwege de FOD Financiën waarbij zij worden verzocht om de maandelijkse betaling van de cijns (huur) te betalen voor het domestiek logement dat zij betrekken in het kwartier. VSOA richtte hiertoe een schrijven aan Defensie-minister De Crem om te informeren naar de gemaakte afspraken tussen beide overheidsdiensten en met het verzoek om de betrokken personeelsleden die ingegaan zijn op een verzoek tot betaling van de cijns (huur) ontvingen, terug te betalen. Wordt vervolgd… defensie ARGUMENT · JUNI 2011 23 VSOA DE MEDISCHE VERZORGING p 1 oktober 2010 werd de transformatie van de medische component doorgevoerd, waarvan de outsourcing van de eerstelijnsgeneeskunde voor het personeel het meest ingrijpende onderdeel vormt. De hervorming werd overhaast doorgevoerd. De reglementaire bepalingen (Reg A12/1 en DGHR-REG-MEDIS001) waren niet aangepast en zijn dit nog steeds niet na meer dan zes maanden. VSOA-Defensie heeft om die reden verschillende acties ondernomen om de kosteloze gezondheidszorgen voor het personeel van Defensie te garanderen. We verwijzen tevens naar het artikel “Van insourcing naar out- O sourcing”, verschenen in het aprilnummer van Argument. Kort samengevat hebben de volgende stappen ondernomen: 3 kortgeding-procedure bij de rechtbank van eerste aanleg van Brussel 3 vatting van het Geschillencomité 3 interventies bij verschillende instanties met betrekking tot de terugbetaling medische kosten, de procedures, de administratieve formaliteiten, het medisch geheim, lokale initiatieven die niet conform de actuele richtlijnen zijn…. Een aantal vragen bleef voorlopig zonder antwoord. We stellen in elk geval vast dat aan de tekortkomingen nog steeds niet werd verholpen. Via de verschillende publicaties, waaronder het artikel “what’s up doc” (debriefing van 16 maart 2011), wil de Medische Component de indruk geven dat alles goed verloopt. De realiteit is een ander gegeven. De werkelijke vragen en problemen komen niet aan bod. Het feit dat de overheid niet kordaat reageert op al deze anomalieën en haar verantwoordelijkheid dus niet neemt, verplicht onze organisatie ertoe om nieuwe stappen te ondernemen. Wordt vervolgd…. BEGELEIDINGSMAATREGELEN BIJ DE TRANSFORMATIE - DIENSTONTHEFFING Het personeel dat rechtstreeks betrokken is bij de transformatie, heeft recht op een aantal dagen dienstontheffing, afhankelijk van de afstand van de nieuwe plaats van tewerkstelling. In bepaalde eenheden blijkt hier een misverstand over. De dagen worden slechts eenmalig toegekend. Voor alle duidelijkheid hernemen we hieronder de paragraaf 303(b) uit het reglement a12/1, hoofdstuk III. Uittreksel uit het reglement A12/1 Dienstontheffing in het kader van de uitvoering van het Koninklijk besluit van 26 augustus 2010 houdende bepaalde uitzonderlijke begeleidingsmaatregelen toepasselijk op de personeelsleden van Defensie die rechtstreeks betrokken zijn bij het transformatieplan van de krijgsmacht. Als begeleidingsmaatregel wordt er aan het personeel, dat rechtstreeks betrokken is bij het transformatieplan, de volgende dienstontheffingen toegekend : (1) een werkdag dienstontheffing per maand met een van maximum zes werkdagen dienstontheffing indien : (a) en de nieuwe gewone plaats van het werk op meer dan 10 kilometer verwijderd ligt van de vorige gewone plaats van het werk; (b) en de nieuwe gewone plaats van het werk op meer dan 30 kilometer van de woonplaats verwijderd ligt. Deze zes werkdagen zijn op te nemen, gespreid of in blok, binnen de drie maanden voor tot zes maanden na datum van mutatie. (2) twee werkdagen dienstontheffing per maand met een maximum van twaalf werkdagen dienstontheffing indien : (a) en de nieuwe gewone plaats van het werk meer dan 30 kilometer verwijderd ligt van de vorige gewone plaats van het werk; (b) en de nieuwe gewone plaats van het werk meer dan 80 kilometer verwijderd ligt van de woonplaats. Deze twaalf werkdagen zijn op te nemen, gespreid of in blok, binnen de drie maanden voor tot zes maanden na de datum van mutatie. (3) Enkel de onderofficieren en vrijwilligers van het actief kader en het burgerpersoneel van het Departement mogen de dagen dienstontheffing omzetten in compensatie in tijd zoals beschreven in het Hoofdstuk I-2-205.a.(10). Toepassingsperiode Deze begeleidingsmaatregel wordt toegekend van 1 januari 2010 tot 1 juli 2016. De Minister van Defensie kan beslissen deze toepassingsperiode te verlengen tot 1 juli 2017. Nieuwe afgevaardigden ARLON Om onze organisatie nog beter af te stemmen op een optimale belangenbehartiging, bouwen wij onze structuur verder uit op lokaal niveau. Recent vervoegden opnieuw enkele nieuwe gezichten onze rangen als vakbondsafgevaardigde. Wij stellen hen graag aan u voor Yves BINSFELD CC Land Dept Inf GSM: 0476 75 14 17 [email protected] BRUXELLES – ERM Eric VILLEM GSM: 0474 940 626 [email protected] GROBBENDONK Christian DEWIT Log Bn C GSM: 0485 395 744 [email protected] KLEINE BROGEL Bart THIERIE 10 W Tac GSM: 0497 426 622 [email protected] LEOPOLDSBURG Wesley VAN DER WILDT Md Bn Bevr / 5 Li GSM: 0478 371 206 [email protected] TIELEN Tomy JANSSENS 3 Bn Para GSM: 0476 41 06 26 [email protected] defensie V S OA 24 ARGUMENT · JUNI 2011 Freedom Falcon DG COM - ORBAN Op 27 april 2011 brachten enkele leden van de commisie Landsverdediging en een vertegenwoordiging van de vakorganisaties, op uitnodiging van minister De Crem en in aanwezigheid van een delegatie van het kabinet en de militaire overheid, een werkbezoek aan de manschappen van Free Falcon op de Griekse luchtmachtbasis van Araxos. nder leiding van de detachementscommandant ontvingen de parlementsleden en de vakorganisaties een gemeenschappelijke briefing. We kregen hierbij een duidelijk beeld van de missie, het materiaal, de installaties in Araxos… Tijdens een afzondelijke meeting achter gesloten deuren kregen de kabinetsleden en de volksvertegenwoordigers meer details over de specifieke taken van de Belgen en de uitvoering. De delegaties van de vakbonden waren hierbij niet aanwezig. O De boodschap aan de politici was klaar en duidelijk: de Belgische Defensie zit op haar maximumcapaciteit. groep politie ARGUMENT · JUNI 2011 Syndicale actie loont ! PZ Meetjesland Centrum Eeklo/St Laureins/Kaprijke : De nieuwe personeelsformatie. l langere tijd werd door ons op verschillende BOC's de nadruk gelegd op het feit dat er te weinig personeel was binnen de zone om het steeds maar toenemende werk te kunnen blijven doen, zonder ons statuut te negeren. Sommigen hadden er oor naar, anderen niet. Tot men vanuit de politieraad, die ook gehoor had gekregen van de opmerkingen, de opdracht gaf een audit te laten doorvoeren. Voor sommigen zou de audit er duidelijk voor zorgen dat er kon bespaard worden, anderen waren ervan overtuigd dat de pijnpunten (onder andere personeelsgebrek, zou blootgelegd worden. De politieraadsleden verbonden er zich unaniem toe, om de gevolgen de audit uit te voeren. Een gewaagd standpunt, voor zij die het goed menen) A De Audit: hij kwam er en de syndicaten werden er ook bij betrokken, tot spijt van sommigen, want er waren "waakhonden" aanwezig. Later zou blijken dat we er dus wel degelijk broodnodig waren. We kregen de nodige uitleg en hadden een hoop vragen. De Audit toonde duidelijk aan hetgeen wij stelden: personeelstekort, voornamelijk in de interventie. Doch waar de auditors geen rekenening mee hadden gehouden, was ons statuut. Ze wisten wel dat er een statuut was, doch wisten niet wat dit inhield. Hadden ze dit in rekening gebracht, was er nog een groter personeelstekort gebleken!! De audit werd besproken op het politiecollege, en dat was het dan ook. Op de volgende politieraad, niettegenstaande het engagement om de bevindingen van de Audit uit te voeren, waren de resultaten van de audit zelfs niet geagendeerd. Toen nam het VSOA het initiatief om samen met het NSPV, de politieraadsleden te vragen oog te hebben voor de Audit. Een klein pamfletje werd afgegeven (fotos daarvan terug te vinden op de website ovl) De aandacht was getrokken!!! Een extra politieraad kwam er. Uiteindelijk en om een lang verhaal kort te maken werd een voorstel tot aanpassing van de personeelsformatie aan het BOC voorgelegd. Het droeg de goedkeuring mee van de vakbonden. Wat was er dan het probleem???? De overheid werkt een voorstel uit waardoor de problemen opgelost zullen worden, en de personeelsvertegenwoordiging is ermee akkoord. Geen enkel probleem meer dus. En dan was er de politieraad waarop dit besproken werd. Plots bleek er een deel van de politieraadsleden tegen een oplossing voor de aanslepende problemen te zijn. Plots bestond het engagement bij het bestellen van de audit, niet meer. Geheugenverlies??? Of eerder: onverwacht resultaat voortkomende uit de Audit, zeg maar: de oplossingen zouden wat centen kosten (en daar knelt het schoentje uiteraard). Nog groter was onze verbazing dat een deel van de overheidsdelegatie hun eigen voorstel, voorgelegd op het BOC, bekritiseerde en het afdeed als "niet goed". (lees: te kostelijk). Politieraad Het kwam uiteindelijk niet tot een stemming op diezelfde politieraad, maar de politieraadsleden vroegen een nieuwe politieraad. Er werden wel 2 plaatsen voor militairen die al een jaar in de zone werkten, ingevuld om te vermijden dat die mensen terug naar "het Leger" moesten gaan. De rest werd verdaagd naar een volgende politieraad waar men een "nader" voorstel zou bespreken. Op dat moment werd de overheid ervan ingelicht dat men rekening kon houden met een stakingsaanzegging. Het voorliggend voorstel tot formatiewijziging was de oplossing en moest wat ons betreft, doorgevoerd worden. De dag daarop werd begonnen met de geplogenheden eigen aan de procedure tot indienen van een stakingsaanzegging. Een BOC werd bijeengeroepen in hoogdringendheid. Het resultaat van dit BOC was dat men het initieel voorstel niet van tafel ging vegen, maar wel degelijk ter stemming voorleggen aan de politieraad. En die kwam er, nl op 06.04.2011. Onder onze impuls werd toen een syndicale actie op poten gezet. Op de politieraad was een groot deel van het eigen personeel alsmede een belangrijke syndicale delegatie aanwezig. Alvorens het agendapunt van de personeelsformatie aan te vatten, diende er eerst nog gewacht te worden op de burgemeester van Kaprijke, die een verkeerd aanvangsuur van de politieraad in gedachten had. Om maar te illustreren hoe men begaan is met de problematiek en hoe goed men de zaken leest. Plots werd er ter plaatse een amendement ingediend door diezelfde burgemeester, dit in naam van de fractie van Kaprijke en St Laureins. Een amendement op hun eigen voorstel, doch waarbij er terug geen rekening gehouden werd met de statutaire bepalingen en de wettelijke normen. Blijkbaar leest men die zaken niet goed, of wil men ze niet begrijpen. Het amendement werd besproken en verworpen. Uiteindelijk ging men dan over tot de stemming van het initieel ingediende voorstel van formatiewijziging alsmede de uitvoering ervan. En dan kwam het geheugenverlies terug naar boven. Daar waar men zich eerder unaniem engageerde om de problemen op te lossen, bleek dit nu niet meer het geval: het was geen unanieme stemming. Het voorstel werd goedgekeurd, meerderheid tegen minderheid, waarbij de delegatieleden van Eeklo "voor" stemden en de delegatieleden van St Laureins en Kaprijke "tegen" stemden. Een spontaan applaus barstte los in de zaal. Opluchting alom ! Eindelijk zullen de problemen nu in de nabije toekomst opgelost geraken, met dank aan iedere aanwezige met gezond verstand. Nico Roegiers. 25 VSOA groep politie V S OA 26 ARGUMENT · JUNI 2011 Pré-mémorandum (2) Veiligheid heeft zijn prijs In Maart 2011 stelde het VSOA Politie zijn Pré-memorandum voor aan de Vincent Gilles – Nationaal Voorzitter Pers.In de vorige editie werden reeds de eerste onderwerpen (Recrutering Vincent Houssin – Nationaal Ondervoorzitter en opleiding)van het pré-memorandum aangehaald. In de komende maanden wordt telkens aandacht besteed aan onze visie waarbij de verschillende onderwerpen worden voorgesteld. EEN MOTIVERENDE EN AANTREKKELIJKE LOOPBAAN Eerste aanwijzing in overeenstemming met kwalificaties We merken op dat de keuzemogelijkheden voor kandidaten die net de school verlaten met betrekking tot hun eerste aanwijzing, diensten en eenheden omvat binnen de federale politie waarvoor normaal een functioneel brevet vereist is. Het lijkt ons niet gepast, zelfs tijdelijk, dergelijke diensten te laten uitvoeren door middel van een eerste aanwijzing. Het is enerzijds niet veilig voor de medewerker (die voortdurend blootgesteld is aan het risico op fouten of beroepsfouten door onwetendheid van de materie) en anderzijds niet rendabel voor de dienst of voor andere leden van het personeel (doordat de dienstverlening van het personeelslid kwalitatief veel lager ligt dan dat van zijn reeds ervaren collega’s in die aangewezen functie). Niettegenstaande wij begrijpen dat deze eenheden en diensten vragende partij zijn om FTE’s te bekomen daar zij een groot tekort aan personeel hebben, is deze operatie een “noodoplossing” dewelke niet alleen ver- schrikkelijk hypocriet, maar ook schadelijk is. Bovendien hebben ook de Lokale politiezones duidelijk nood aan voldoende FTE’s door het personeelsverloop waarmee zij te kampen hebben. Daarom zijn wij dan ook van mening dat we het systeem van de eerste aanwijzing in het licht van deze elementen moeten herbekijken. Herziening van de loonschalen. Onterechte eis ? Reeds jarenlang moeten wij een betoog aanhoren van de overheid dat de politie al een goed pecuniair statuut heeft, zich steunende op het onderhandelde statuut van meer dan 10 jaar geleden ! Niettegenstaande de financieel moeilijke periode vinden wij nochtans deze eis meer dan terecht en zullen wij op zijn minst bij de volgende sectorale onderhandelingen aandringen bij de overheid zich te engageren om de loonschalen, vooral de laagste, te herbekijken. Uit een vergelijkende studie uitgevoerd door onze diensten, waarbij de loonschalen van de federale ministeries, alsmede deze van het Vlaams-, Waals- en Brussels Gewest vergeleken worden met deze van toepassing voor de geïntegreerde politie, blijkt duidelijk dat de weddenschalen van de politie achterna lopen op de rest van het openbaar ambt, dewelke een duidelijke inhaalbeweging hebben doorgemaakt sedert 2001. Bovendien worden ook in andere sectoren onregelmatigheidstoeslagen toegekend, bestaan er competentietoelagen, zijn er diverse vergoedingstelsels van toepassing, wordt thans reeds het verhoogd vakantiegeld toegepast, kent men het stelsel van maaltijdcheques, enz, ... Ons pecuniair statuut kwam nochtans tot stand gelet op de specifieke job en de bijkomende vorming. In de pers worden de politieambtenaren, zelfs door bepaalde overheden, regelmatig afgeschilderd als grootverdieners. Wij dringen er op aan dat, mede gelet op de deontologische regels, een dergelijke misleidende communicatie zou worden gestopt. Dergelijke berichtgeving komt niet ten goede aan het imago van het politieapparaat en is bovendien incorrect. Een reële steun garanderen in geval van onheil Artikel 52 en volgende van de WPA Het punt dat werd ingeschreven in het sectoraal akkoord 2009-2010, maakte onlangs voorwerp uit van een aanpassing en publicatie in de Wet op het Politieambt. Het is een stap in de goede richting, maar wij willen veel verder gaan. Wij wensen niet te bekomen dat de politieambtenaren geen verantwoording dienen af te leggen. Wij willen echter wel alle politieambtenaren de garantie geven dat ze steeds steun krijgen van hun werkgever in elk geval van « onheil ». Want het moet duidelijk zijn wanneer een politieman deelneemt aan een actie, en niet zeker is van steun van zijn werkgever, hij minder risico zal nemen. De maatschappij en de dienstverlening aan de bevolking is dus verliezende partij wanneer er een gebrek is aan voldoende – en duidelijke – steun aan de politieman. Momenteel hangt de beslissing voor het toekennen van een rechtsbijstand in het kader van het artikel 52 nog steeds af van het bestuur dat oordeelt over het bestaan van een al dan niet vrijwillige (zware) fout. Ons standpunt is in dit specifiek geval zeer duidelijk : deze beslissing kan enkel genomen worden door een rechter ten gronde. M.a.w. de rechtsbijstand dient steeds toegekend te worden waarbij de kosten enkel kunnen terug (al dan niet gedeeltelijk) gevorderd worden nadat de rechter heeft geoordeeld over het bestaan van enig bedrog of opzettelijke fout. Anderzijds is het betreurenswaardig dat er nog steeds geen richtlijnen noch procedure bestaat die verplicht wordt opgelegd aan de diverse besturen hoe zij zich dienen op te stellen ten opzichte van de betrokken politieman alsook tegenover zijn rechthebbenden. Aldus is het niet zeldzaam dat, in het geval van een ernstig arbeidsongeval, de levenspartner haar/zijn plan moet trekken tijdens een ernstige crisisperiode. De werkgever heeft een grote verantwoordelijkheid inzake de bijstand : administratief, materieel (in bepaalde omstandigheden), sociaal en psychologisch. Deze plicht stopt niet aan de deur van het ziekenhuis en ook niet na de eerste dag van het arbeidsongeval...hulp en bijstand moeten op een globale en langere periode worden gezien. Wij vragen dan ook een ernstig debat omtrent dit onderwerp. Toekennen rechtsbijstand Volgens bepaalde overheden en hun verzekeringsmaatschappij betekent het toekennen van rechtsbijstand niet automatisch dat dit dient te gebeuren door een advocaat ... Zo ondervinden de personeelsleden meer en meer dat de herverzekeraar vaak tussenkomt (zonderhun toestemming !!! ) als “bemiddelaar” tussen het getroffen personeelslid en de andere partij. Dit niettegenstaan- groep politie ARGUMENT · JUNI 2011 de de herverzekeringsmaatschappij met betrekking tot de getroffene een derde blijft. Men kan zich bovendien de vraag stellen hoe de herverzekeraar rechtstreeks aan de gegevens komt van de tegenpartij, gegevens die meestal deel uitmaken van een gerechtelijk dossier… . De recente wijziging van het artikel 52 van de Wet op het Politieambt, waarbij het niet meer noodzakelijk is dat de gewelddaad minstens één dag afwezigheid om gezondheidsredenen heeft veroorzaakt om een advocaat te worden toegekend, is een serieuze stap voorwaarts. Het lijkt ons noodzakelijk dat de zones geïnformeerd worden van de wettelijke principes door middel van een Ministeriële omzendbrief. Erkenning arbeidsongevallen De meeste Politiezones kozen ervoor om zich, in het kader van arbeidsongevallen en de bijhorende rechtsbijstand, te laten herverzekeren. Wij werden in kennis gesteld dat bepaalde Politie-zones en/of hun verzekeringsmaatschappij de arbeidsongevallenwetgeving en de Wet op het Politieambt een eigen interpretatie geven. Daarbij worden dikwijls de wettelijk voorziene rechten van het personeelslid miskend. Niettegenstaande de omzendbrief nr. 429 van 6 maart 1996 zeer duidelijk is qua verantwoordelijkheden, laten sommige Politiezones zich “adviseren” door de verzekeringsmaatschappij, of erger nog… laten ze de verzekeringsmaatschappij beslissen. In deze omzendbrief noemen ze dit “functiestoornissen of verkeerde interpretaties”. Hier is eveneens een sensibilisatie voor de Politie-zones, door middel van een Ministeriële omzendbrief, absoluut noodzakelijk teneinde wederom ellenlange discussies, administratieve of gerechtelijke procedures te vermijden. De globale context van de nodige hulp Maar al te vaak staan veel politieambtenaren dewelke slachtoffer zijn van geweld en/of te maken hebben met lasterlijke beschuldigingen in de wind. Nog te vaak wordt rechtsbijstand geweigerd door het Korps of hun herverzekeringsmaatschappij (hetgeen totaal onwettelijk is) dewelke motiveren met “ in de huidige stand van de zaak is het nog niet opportuun om een raadsmand toe te kennen”. Meestal zijn er geen procedures uitgeschreven waarbij er verantwoordelijken worden aangeduid die de slachtoffers moeten bijstaan bij de administratieve afhandelingen. Vaak dient men als slachtoffer terug te vallen op de syndicale organisatie. Er dient een procedure uitgewerkt te worden dewelke de kwaliteit van ondersteuning en zorg aan de slachtoffers garandeert : 3 Na een geweldsincident dient onmiddellijk, door de operationeel leidinggevende de eerste opvang voor de politieambtenaar worden geregeld; 3 De politieambtenaar dient na het geweldsincident, en tijdens de behandeling en afhandeling en verwerking van het geweldsincident, optimaal vanuit het politiekorps te worden ondersteund en begeleid; Onterechte klachten Zowel het Comité P, de Algemene Inspectie als de verschillende diensten Intern toezicht, worden geconfronteerd met een hoog aantal onterechte klachten. Van de 4450 klachten bij het comité P blijken er 86,6% onterecht te zijn. Deze variëren sterk van overtreders die op die manier aan hun boete proberen te ontsnappen, tot klachten met zware beschuldigingen waarmee men de Politieman zowel in zijn carrière als privé poogt te treffen. Deze klachten wegen sterk op de gemoedstoestand en motivatie van de Politieman op het terrein. 3 De overheid dient enerzijds in eigen boezem te kijken daar men de lage drempel heeft gepromoot. 27 VSOA 3 De directe leidinggevende van de politieambtenaar zorgt voor de continuïteit in de ondersteuning; 3 De politieambtenaar dient zo min mogelijk belast te worden met administratieve rompslomp en wordt daarin ondersteund door een verantwoordelijke specialist aangeduid in het korps of de eenheid; 3 Indien nodig dient de politieambtenaar professionele hulp, zoals psychosociale bijstand, worden aangeboden; 3 Bij ernstige geweldsincidenten dient er voorzien te worden, na overleg met de politieambtenaar, om ook de nodige bijstand en nazorg voor de directe familieleden en collega’s te verzekeren; 3 Men dient er voor te zorgen, dat een re-integratie in het korps zo snel mogelijk kan bewerkstelligd worden; 3 De nodige juridische ondersteuning dient er ondermeer uit te bestaan dat het artikel 52 WPA correct wordt toegepast door ondermeer ONMIDDELLIJK een advocaat naar keuze toe te kennen bij feiten van geweld alsook bij wraakacties. 3 Er dient voor gezorgd te worden dat de schade door de verdachte werkelijk wordt vergoed (deurwaarder). 3 Van Geweld tegen politieambtenaren dient altijd proces-verbaal gemaakt te worden en dient te worden geregistreerd in het register “geweld door derden”. 3 Er dient een sterk signaal gegeven te worden naar de burger die het slecht meent en de controlediensten misbruikt om wraak te nemen op de Politieman. 3 Er dient een sensibilisatie te gebeuren naar de bevolking toe, waar men verwijst naar gevolgen van valse en lasterlijke klachten. 3 Lasterlijke aantijgingen kunnen niet ongestraft blijven en dienen te worden gelijkgesteld met hetgeen reeds bestaat in artikel 52 van de Wet op het Politieambt : “ingrijpende wraakactie omwille van zijn loutere hoedanigheid van politieambtenaar”. 3 Bij lasterlijke aantijging dient de rechtsbijstand conform het artikel 52 WPA worden toegekend aan de betrokken politieambtenaar, met het oog op een klacht met burgerlijke partijstelling. 3 Gelet op de capaciteit en de middelen die voor de onterechte klachten worden ingezet, dienen de kosten doorgerekend te worden. CALOG Statutarisatie dient de regel te zijn Nu nog steeds worden contractuelen aangeworven die sneller statutair worden dan collega’s met een statutariseringsbrevet. Alhoewel duidelijk is aangegeven in het Calogstatuut dat aan deze mensen voorrang moet gegeven worden, gebeurt dit op vele plaatsen niet. Er zijn in heel wat zones nog één of enkele gesco's die niet gestatutariseerd geraken omdat dit niet op de Organieke Tabel is voorzien. Er dient een oplos- sing te worden gezocht om ook deze personeelsleden, die vaak al hun hele carrière als gesco hebben gewerkt, te kunnen statutariseren. De contractuele aanwerving dient uitzonderlijk te zijn, voorrang dient te worden gegeven aan het statutair verband. Mogelijkheid tot sociale promotie Contractuelen hebben geen enkele mogelijkheid om sociale promotie te maken en zodoende een trapje hogerop te klimmen. Het probleem stelt zich vooral bij de niveaus C en D. Teneinde deze personeelscategorie een toekomstperspectief te geven, dienen er faciliteiten te worden gegeven om te kunnen deelnemen aan de interne statutaire examens. Bovendien stellen wij vast dat sedert het invoeren van de mobiliteit er praktisch geen plaatsen voor het personeel niveau D werden opengesteld. Wij pleiten er voor dat, in afwachting dat de niveaus D dewelke reeds jaren een job uitvoeren van niveau C groep politie V S OA 28 ARGUMENT · JUNI 2011 opgewaardeerd worden (met als reden dat niveau D een uitdovende graad is), deze openstaande plaatsen toch ter beschikking zouden gesteld worden via mobiliteit. Halftijds tewerkgestelden Er zijn nog heel wat collega’s die een statutariseringsbrevet bezitten, maar die als halftijds tewerkgestelde (soms buiten hun wil om) geen mogelijkheid hebben om dit te verzilveren. De enige mogelijkheid om statutair te kunnen worden, tot nu toe, is dat de betrokken personeelsleden een tijd lang voltijds werken (als die mogelijkheid geboden wordt) tot na de statutarisatie en daarna terug halftijds werken. Loopbaan Het ware wenselijk dat de overheid een studie laat maken door een paritair samengestelde werkgroep, dewelke zich dient te buigen over de loopbaan van contractuelen. Volgende zaken dienen ondermeer bekeken te worden : 3 Het besluit inzake de bijkomende en specifieke opdrachten; 3 Het invoeren van een stelsel betreffende de rechten en plichten, aangepast aan contractuelen; 3 De mogelijkheden inzake de verhoging in weddeschaal, de overgang naar de statutaire loopbaan en de loopbaanbegeleiding; Dit kan toch de bedoeling niet zijn ... Er dient dus een werkbare en logische oplossing worden aangereikt voor de halftijds tewerkgestelde personeelsleden beschouwd als “Y” en die geen mogelijkheid hebben tot statutarisering. Een tweede pensioenpijler voor het contractueel personeel ? Wij horen meer en meer spreken over een tweede pensioenpijler voor contractuele personeelsleden. Het VSOA Politie is de mening toegedaan dat er Voorwaarden mandaatfunctie Om een mandaatfunctie te kunnen waarnemen, dient men Hoofdcommissaris te zijn, of beschikken over een directiebrevet. Regelmatig verneemt men dat het steeds moeilijker wordt om leidinggevende functies binnen de lokale en federale Politie in te vullen. Sommige mandaatfuncties dienen verschillende keren opengesteld te worden, voor bepaalde politiezones zijn er geen kandidaturen om korpschef te worden. Wij stellen vast dat de reden die vaak naar voor wordt geschoven, het ontbreken van voldoende incentives is. Wij daarentegen zijn er van overtuigd dat men de reden elders dient te zoeken en men de hogere Officieren (en houders van directiebrevetten) beter dient voor te bereiden op de betrekkingen met de politieke verantwoordelijken en mandatarissen, met het oog op de uitoefening van een mandaatfunctie. Dat was ook één van de hot items tijdens de studienamiddag van de Koninklijke Federatie van Officieren en Hogere Ambtenaren van de Belgische Politie met als titel : "Beïnvloedt het verloningssysteem de (goede) werking van de politie? ge(mis)bruikt om te stellen dat de loonspanning tussen de mandaathouders en andere personeelsleden te klein is. In één adem werd zowat de volledige nationale pers op stelten gezet door te stellen “dat sommige politiemensen hun maandloon met meer dan 3.000 euro bruto extra aanvullen" en dus meer verdienen dan hun bazen”. Daar waar velen de “functionele verloning” volop aan het promoten waren, waren er anderen reeds volop aan het dromen dat de mandaathouders een opslag zouden moeten krijgen. In het verleden zijn reeds verschillende pogingen geweest om een wedde-opslag te forceren voor mandaathouders. Ook deze keer werd het onderwerp Het invoeren van tussengraden bij het basis- en middenkader Oudere collega’s wensen naast een financiële loopbaan eveneens een loopbaan waar de anciënniteit zich eveneens in de graadaanduiding onderscheidt. Wij stellen voor dat in het basis en middenkader, naar analogie van het officierenkader, Op een dergelijke manier een wedde-opslag proberen te verantwoorden is Not done. Het is overduidelijk dat er zeker geen gebrek is aan capabele mensen om deze functies in te vullen, integendeel. Gelet op het gebrek aan voldoende kandidaten pleiten wij er voor om bepaalde mandaatfuncties open te stellen voor alle officieren. Op die manier zal men voldoende kandidaten hebben, hetgeen zeker ten goede zal komen om jonge mensen te motiveren en toekomstperspectieven te bieden dewelke nu de mogelijkheid niet hebben om door te stromen naar bestuursfuncties. Anderzijds stellen wij vast dat de weg die dient afgelegd te worden tot het behalen van een directiebre- opnieuw twee graden worden ingevoerd. Zo zou bij het bereiken van de schaal B4 (= na 18 jaar dienst) de toekenning van de graad van “inspecteur eerste klasse” en bij het bereiken van de schaal M3 (= ten vroegste na 18 jaar dienst) de toekenning van de graad “hoofdinspecteur eerste klasse” verleend kunnen worden. slechts één weg kan gevolgd worden : die van de statutarisatie. Men misleidt het personeel door te stellen dat er geen verschil zal bestaan mbt de pensioenen tussen deze contractuelen en de statutairen, hetgeen in de realiteit niet correct is. Outsourcing zonder limieten ? Onlangs werd een ontwerp als proefproject voorgelegd om het werk van de poetsvrouwen te outsourcen. Wij hebben gesteld het project te weigeren, en wanneer het idee verder zou bestudeerd worden (hetgeen uiteraard niet wil zeggen dat we de uitvoering ervan zouden aanvaarden) er twee garanties moeten worden vervuld : 3 de duurzaamheid van de werkgelegenheid garanderen voor diegenen die vrijwillig zouden overstappen; 3 eerbiedige- en begeleidingsmaatregelen voor diegenen waarvoor een andere job wordt gezocht. vet, op een tocht door de woestijn lijkt. Wij zijn de mening toegedaan dat de voorwaarden tot het behalen van een directiebrevet grondig dient herzien te worden. Het is tegen deze prijs dat de betrokken personeelsleden kunnen tevreden gesteld worden in het kader van de carrièreplanning en hun vooruitzichten, wat tevens een voordeel zal bieden voor de organisatie en zijn management van de kaders. Er dient tevens een oplossing gevonden te worden voor de personeelsleden die niet werden aangesteld in een hogere graad, dewelke echter wel werden aangesteld in een hogere functie. Het komt er op neer dat er Commissarissen zijn die reeds geruime tijd de job uitvoeren van Hoofdcommissaris geblokkeerd worden en geen zicht hebben op enige bevordering. Teneinde tegemoet te komen aan de gedane beloftes uit het verleden, en zodoende deze betrokkenen te erkennen voor hun motivatie (sommigen zijn reeds meerdere jaren in het geval), dient deze toestand geregulariseerd te worden. Gelet op het gebrek aan voldoende kandidaten pleiten wij ervoor om bepaalde mandaatfuncties open te stellen voor alle officieren De mogelijkheid bieden om de bevoegdheden van OGP te behalen Bij het bereiken van de weddeschaal B5 dienen de inspecteurs eerste klasse daarenboven toegang te kunnen krijgen tot een opleiding OGP, waarna zij deze hoedanigheid kunnen bekomen. Deze maatregel zal, naast de maatregelen mbt oudere werknemers vermeld supra, eveneens een stimulans zijn om langer in operationele dienst te blijven. onderwijs ARGUMENT · JUNI 2011 Provinciaal onderwijs blijft! Op 23 juli 2010 werd in het Vlaams parlement het debat geopend over de voorstellen geformuleerd in het Groenboek Interne Staatshervorming van minister Bourgeois (N-VA). Met die interne staatshervorming beoogde de minister een verduidelijking en vereenvoudiging van de bestuurlijke instanties in Vlaanderen. Voor wat het onderwijs betreft, kon men duidelijk afleiden, dat er in Vlaanderen niet langer plaats zou zijn voor het provinciaal onderwijs… p 8 april 2011 werd het Witboek Interne Staatshervorming voor Vlaanderen door de Vlaamse regering goedgekeurd. Daarin staat te lezen, dat de provincies verder onderwijs kunnen inrichten. Het provinciaal onderwijs blijft dus bestaan en dit dankzij de meer dan succesvolle strijd die de personeelsleden en de directies van het provinciaal onderwijs, de gedeputeerden, Provinciaal Onderwijs Vlaanderen én de vakbonden hebben gevoerd. O Wat vooraf ging In de decembereditie van Argument van vorig jaar stond het volgende te lezen: “In juli 2010 zette de Vlaamse regering het licht op groen voor het openen van een debat over de voorstellen die minister Bourgeois (N-VA) op tafel legt in zijn “Groenboek Interne Staatshervorming”. Wanneer we in het Groenboek naar het hoofdstuk Onderwijs en Vorming gaan, lezen we: “… er moet worden gestreefd naar een zo ratio- neel mogelijk aanbod van onderwijs. Dit wil, onder meer, zeggen dat er geen nieuwe onderwijsinstellingen in het provinciaal onderwijs worden opgericht, noch dat aan bestaande instellingen en centra structuren, structuuronderdelen of studierichtingen worden geprogrammeerd en dat eventuele overlappingen tussen de verschillende inrichters van het officieel onderwijs worden weggewerkt.” In het voorstel dat eraan vooraf gaat, staat zelfs onomwonden: “In uitvoering van de principes van de interne staatshervorming zal er, in overleg met de provinciebesturen, per onderwijsinstelling een overdrachtstraject worden uitgestippeld naar één van de andere inrichters van onderwijs…”. Het VSOA-onderwijs meent hier echter te moeten lezen dat dit het begin van het einde betekent voor het provinciaal onderwijs…” Het VSOA-onderwijs stelde toen ook dat het zich zou verzetten tegen de goedkeuring van die plannen en dat: directies, onderwijzend, administratief en technisch personeel te allen tijde op ons zouden kunnen rekenen. Wij menen hier te mogen zeggen, dat wij alvast woord hebben gehouden! Witboek Interne Staatshervorming In tegenstelling tot wat in het Groenboek te lezen staat, blijkt uit het Witboek dat de provin- cies verder onderwijs kunnen inrichten. In het Groenboek stond immers dat de gemeenten bevoegd zouden blijven voor het inrichten van onderwijs. Met een afschaffing van het provinciaal onderwijs zou het grondwettelijk gelijkheidsbeginsel als dusdanig geschonden zijn. In Argument van december 2010 vestigde het VSOA-onderwijs al de aandacht op het feit, dat met een afschaffing van het provinciaal onderwijs de grondwettelijke vrijheid voor wat het inrichten van onderwijs betreft volgens artikel 24 van de Belgische Grondwet aan banden zou worden gelegd en dat dit wettelijk niet eens kan. In het gezamenlijk persbericht dat op 8 april 2011 door de vijf onderwijsgedeputeerden werd verstuurd, wordt onze visie trouwens bijgetreden. Eind mei start Provinciaal Onderwijs Vlaanderen met een visieproces voor het provinciaal onderwijs. Naar eigen zeggen wil het daarmee enerzijds vorm geven aan een sterke identiteit en anderzijds ambities formuleren voor de toekomst. Het VSOA-onderwijs gaat alvast in op de uitnodiging om te participeren aan dat proces. Marnix Heyndrickx Secretaris VSOA-onderwijs 29 VSOA onderwijs V S OA 30 ARGUMENT · JUNI 2011 Leerkrachtenloopbaandebat Studiedag leerkrachtenloopbaandebat verloopt onder grote belangstelling Binnenkort wordt het startschot gegeven voor het loopbaandebat voor leerkrachten. Op 3 mei 2011 was er een eerste bilateraal overleg gepland tussen het kabinet van minister Smet en de representatieve vakorganisaties. Met het oog op dat eerste bilateraal overleg en het verder verloop van het debat organiseerde het VSOA-onderwijs op 27 april 2011 een studiedag voor de afgevaardigden. Deze vond plaats in het gebouw van ACLVB in de Poincarélaan in Brussel. Er werd geopteerd om te werken in 3 groepen. In de eerste groep, onder leiding van de secretarissen Marleen Deboes en Marnix Heyndrickx, werd er gediscussieerd over de problematiek “Beginnende leerkracht”. Groep twee, onder leiding van secretarissen Annie Bogaert en Peter Gastemans, nam het item “Loopbaan” onder de loep. Over de “Einde loopbaan” werd er gebrainstormd in de derde en laatste groep en dit onder de supervisie van Karine De Dier en Dirk De Vos. Daarna volgde een plenaire zitting waar er verslag werd uitgebracht van de behandelde aspecten per werkgroep. Het VSOA-onderwijs gaat gewapend naar het loopbaandebat Tijdens het loopbaandebat dat de komende maanden zal gevoerd worden, wil het VSOAonderwijs een adequate en performante stelling innemen. Wij zijn van mening, dat die moet gedragen worden door al onze leden. Het is dan ook de bedoeling om hun visie met betrekking tot het leerkrachtenloopbaandebat te ventileren naar de overheid toe. Aan belangstelling ontbrak het alvast niet. Onze afgevaardigden gingen massaal in op de uitnodiging. De nieuwe structuur van het VSOA-onderwijs in een notendop De studiedag ging van start om 9 uur. Na de verwelkoming met koffie lichtte gemandateerd secretaris Dirk De Vos de nieuwe structuur van het VSOA-onderwijs in het kort toe. Binnen afzienbare tijd worden er verkiezingen georganiseerd in de 7 afdelingen van onze organisatie. Er zal dan voor iedere afdeling respectievelijk een voorzitter, ondervoorzitter en penningmeester worden verkozen. Ook de andere functies (verslaggever) zullen worden ingevuld. De verkiezing van de nationale voorzitter en ondervoorzitter zal plaatsvinden in het najaar. De provinciale secretarissen zetelen vanaf nu ook in het UBG (Uitvoerend Bureau van de Gemeenschap) en zullen mee de koers bepalen, die zal worden gevaren. Studiedag resulteert in een vruchtbaar werkdocument Daarna werd het verdere verloop van de studiedag geschetst en volgde er een toelichting omtrent het eigenlijke doel ervan: van gedachten wisselen rond het loopbaandebat. Van dit alles werd er een eindverslag opgemaakt, dat wordt meegenomen naar de besprekingen. Daar zullen wij het standpunt van onze leden daadkrachtig naar voren brengen. Tot slot willen wij langs deze weg al onze afgevaardigden van harte bedanken voor hun deelname aan deze studiedag en ook voor hun meer dan lovenswaardige bijdrage voor het welslagen ervan. De VSOA-secretarissen onderwijs ARGUMENT · JUNI 2011 31 VSOA Tijdelijke aanstelling, al dan niet voor doorlopende duur Kandideren voor een statutair wervingsambt voor het schooljaar 2011-2012 Het einde van het schooljaar nadert weer met de spreekwoordelijke rasse schreden. Leden die willen kandideren voor een tijdelijke aanstelling (TA) of voor een tijdelijke aanstelling voor doorlopende duur (TADD), doen er goed aan rekening te houden met de voorschriften en reglementeringen ter zake. Zeker de datum (vóór 15 juni 2011) van de indiening van uw kandidatuur en de manier van versturen (per brief = aangetekend) dienen nauwgezet nageleefd te worden. Zoniet bestaat de kans dat uw kandidaatstelling ongeldig wordt verklaard. KANDIDEREN VOOR EEN TIJDELIJKE AANSTELLING VIA HET NET OF PER AANGETEKEND SCHRIJVEN? 3Gemeenschapsonderwijs Alle scholengroepen hebben geopteerd voor een gezamenlijke oproep die door de centrale administratie wordt verspreid. Deze richtlijnen moeten door de directies aan hun personeelsleden tijdig worden meegedeeld. Wie in aanmerking wil komen voor een tijdelijke aanstelling in een wervingsambt tijdens het schooljaar 2011-2012 moet elektronisch kandideren via de website van het GO! (www.go-jobs.be) vóór 15 juni 2011. Wie geen toegang heeft tot het internet, kan terecht in één van de scholen van het GO! Daar kan je gebruik maken van een computer met internetaansluiting. Ook laatstejaarsstudenten kunnen zich kandidaat stellen! 3Gesubsidieerd onderwijs In het gesubsidieerd vrij en officieel onderwijs bestaat dergelijke kandidaatstelling niet. Het personeelslid moet vóór 15 juni 2011 bij de inrichtende macht kandideren met een ter post aangetekende brief. TIJDELIJKE AANSTELLING VOOR DOORLOPENDE DUUR Gedeeltelijk vastbenoemde personeelsleden die als tijdelijk personeelslid wensen te worden aangesteld voor het resterende gedeelte van hun opdracht, moeten kandideren voor een tijdelijke aanstelling wanneer zij een ander ambt ambiëren of andere vakken dan waarvoor zij reeds gedeeltelijk vast benoemd en TADD gerechtigd zijn. Kandidaten die in aanmerking komen voor een tijdelijke aanstelling voor doorlopende duur (TADD) moeten eveneens vóór 15 juni 2011 hun aanvraag indienen. Deze aanvragen moeten gebeuren door middel van documenten opgelegd door de inrichtende machten en dienen aangetekend verstuurd te worden naar de raad van bestuur van de scholengroep of naar het schoolbestuur waar men het voorrangsrecht heeft opgebouwd en wenst te laten gelden. Eén uitzondering: het hogeschoolbestuur bepaalt zelf de verschillende procedures. Het recht geldt voor elk ambt en voor het ambt van leraar t.a.v. elke specialiteit of vak waarin het recht op TADD verworven is. Opgelet! Vakken met vereist bekwaamheidsbewijs en vakken met het voldoend bekwaamheidsbewijs worden apart geteld. Eens het recht verworven, blijft dit voor vijf jaar geldig en dient men de aanvraag niet te hernieuwen. De VSOA-secretarissen FAQ In deze terugkerende rubriek plaatsen wij een aantal vaak gestelde vragen van de V | Mijn dochter trouwt… Krijg ik hiervoor een dag verlof? afgelopen maand in de schijnwerpers. Van ons krijgt u het passende antwoord er A | Naar aanleiding van een uitzonderlijke gebeurtenis – wat een huwelijk van een eigen kind is – kan je omstandigheidsverlof krijgen. Dat speciaal verlof vraag je bovenop… aan bij je directie. Achteraf dien je wel ter staving een bewijs (uittreksel uit huwelijksakte) in te dienen. Het omstandigdheidsverlof wordt opgenomen op het V | Wat is het verschil tussen dienstanciënniteit en geldelijke of ogenblik dat de gebeurtenis zich voordoet of zo dicht mogelijk in de buurt. Het weddeanciënniteit? mag eventueel ook onderbroken worden opgenomen, maar enkel in volle dagen. A | Voor dienstanciënniteit baseert men zich op het aantal jaren dat je als leraar in dienst bent. Er wordt een verschil gemaakt naargelang je tijdelijk of vastbenoemd bent en of je al dan niet een volledige opdracht hebt. Een halftijdse Je kan omstandigheidsverlof aanvragen voor: opdracht telt volledig mee. Oefen je minder dan een halftijdse opdracht uit, dan - eigen huwelijk/sluiten samenlevingscontract: 1 dag telt die maar mee voor de helft. Sommige verloven (Loopbaanonderbreking - huwelijk eigen kind of kind echtgenoot/samenwonende partner: 2 dagen voor ouderschapsverlof, Loopbaanonderbreking voor het verstrekken van pal- - bevalling echtgenote/samenwonende partner: 10 dagen liatieve zorgen…) worden gelijkgesteld met dienstanciënniteit; andere - overlijden echtgenoot/samenwonende partner of van een bloed- of aanverwant eerste graad van het personeelslid, de echtgenoot of samenwonende partner: (Terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden…) weer niet. 4 dagen Dienstanciënniteit speelt onder andere een rol bij een aanstelling voor doorlopende duur. Voor de geldelijke of weddeanciënniteit neemt men het aantal - overlijden bloed- of aanverwant van personeelslid/echtgenoot/samenwonende partner die onder hetzelfde dak woont van het personeelslid: 2 dagen jaren dat je reeds gepresteerd hebt binnen het onderwijs als basis. Diensten gepresteerd bij openbare besturen en de Staat en diensten erkend als nuttige - overlijden bloed- of aanverwant van personeelslid, echtgenoot of samenwonende partner in de tweede graad: 1 dag ervaring kunnen ook meetellen. Let wel dat de weddeanciënniteit pas begint te lopen op het moment van het bereiken van de minimumleeftijd. BO BO ZAR ZAR EX EX PO PO 27.05 > 11.09.2011 JEFF WALL The Crooked Path Op vertoon van de VSOA-lidkaart, genieten de VSOA-leden een korting van 15 % The Thinker, 1986 - Transparency in lightbox - 221 x 229 cm © Jeff Wall - courtesy of the artist