Vitamine D INHOUD 1. 2. 3. 4. 5. 6. Inleiding.............................................................................................................................................................. 1 Referentiewaarden en toxiciteit van 25-hydroxy-vitamine D. ............................................................................... 1 Dagelijkse behoefte.............................................................................................................................................. 2 Klinische betekenis.............................................................................................................................................. 2 Indicatie voor dosage van vitamine D. ................................................................................................................. 3 Bronnen. ............................................................................................................................................................. 4 1. Inleiding. Er bestaat discussie over de richtwaarden voor 25-hydroxy-vitamine D: - algemeen wordt aangenomen dat een waarde lager 20 µg/L overeenkomt met deficiëntie - voor sommige experten is een waarde tussen 20 en 30 µg/L insufficiënt en > 30 µg/L is sufficiënt Als bovengrens wordt 100 µg/L aanvaard met risico op toxiciteit vanaf 150 µg/L. Indien de patiënt deficiënt is, moeten supplementen toegediend worden. Vitamine D speelt een essentiële rol bij het botmetabolisme, hierover bestaat een algemene consensus. Enkele jaren geleden is een hype ontstaan, waarbij vitamine D gelinkt wordt aan een ganse reeks gezondheidsproblemen. Verdere studie is nog vereist. 2. Referentiewaarden en toxiciteit van 25-hydroxy-vitamine D. Zoals voor veel parameters kunnen de gemeten waarden van 25-hydroxy-vitamine D bij de algemene populatie niet gebruikt worden als referentiewaarden. (6) Ondergrens referentiewaarden Er is geen consensus over de referentiewaarden voor 25-hydroxy-vitamine D; afhankelijk van het labo waar de analyse wordt uitgevoerd kan de patiënt beschouwd worden als deficiënt of sufficiënt (9) < 20 µg/L: deficiënt (6, 7, 8, 9) (6: met name R. Bouillon) Sommige experten spreken van insufficiënt tussen 20 en 30 µg/L en > 30 µg/L: sufficiënt (6, 13) (6 met name F. Holick en J. Eisman). De limiet van 30 µg/L geldt dan, ongeacht geslacht, leeftijd, seizoen of ras. J. Eisman kiest voor > 30 µg/L om een situatie te vermijden als “fine in summer, but too low in winter” Uitzonderlijk wordt zelfs 36 - 40 µg/L naar voor geschoven als ondergrens. (12) Tussenhouding: bij het hanteren van de referentiewaarde van 20 µg/L wordt op het einde van de zomer een waarde van 20 µg/L als borderline beschouwd en diezelfde waarde op het einde van de winter als voldoende gecatalogeerd. Labo Van Poucke sluit hierbij aan: referentiegebied >20 µg/L + vermelding optimaal > 30 µg/L Ter info: 30 % van de gezonde studenten, artsen en residenten in het Boston Hospital hebben < 20 µg/L (7) Bovengrens referentiewaarden De meeste labo’s rapporteren 100 µg/L als bovenlimiet. Maar als bovenlimiet wordt ook 60 µg/L of 80 µg/L gebruikt.(7) Patiënten met granuloma vormende aandoeningen zoals sarcoïdose, tuberculose, chronische schimmelziekte en sommige patiënten met lymfoom produceren ongecontroleerd 1,25-dihydroxy-vitamine D. Bij deze patiënten moet de 25-hydroxy-vitamine D lager dan 30 µg/L gehouden worden om risico op hypercalcemie te vermijden. (8) Toxiciteit Op basis van hypercalcemie en hyperfosfatemie geldt een toxische limiet vanaf 150 µg/L. (7) Informatief 25 hydroxy-vitamine D: 20 µg/L = 20 ng/ml = 50 nmol/L 30 µg/L = 30 ng/ml = 75 nmol/L In routine is dosage van 25-hydroxy-vitamine D te verkiezen boven 1, 25-dihydroxy-vitamine D. (6, 8) 3. Dagelijkse behoefte. Bij een minimale blootstelling aan de zon is de dagelijkse behoefte voor bijna alle individuen in de Verenigde Staten en Canada 600 IU vitamine D. Personen vanaf 71 jaar hebben 800 IU per dag nodig. (9) Over het algemeen blijkt dat normale blootstelling aan de zon in belangrijke mate bijdraagt tot voldoende hoge vitamine D spiegels (8): regelmatige blootstelling aan zonlicht (zonder zonnebescherming) gedurende 15 min. en 3-4 keer per week rond de middag in de zomer zorgt voor voldoende vitamine D spiegels. (13) Ouderen (dunnere huid is minder efficiënt voor vitamine D productie), vooral in instellingen, mensen met een donkere huidpigmentatie en gesluierde vrouwen hebben een verhoogd risico op vitamine D deficiëntie. (9) Patiënten met mild of matig leverfalen, onder therapie met anticonvulsiva, glucocorticoïden of antischimmel (bvb ketoconazole) hebben een hogere behoefte aan vitamine D. (7, 8) Andere risicofactoren: vitamine D malabsorptie bij inflammatoire darmziekten, cystische fibrose, ulcererende colitis en na maag bypass operatie. Dagelijks inname gedurende 3 jaar van 800 IU vitamine D en 1200 mg calcium doet de kans op een heupfractuur dalen met 43 % (7) Bron vitamine D3 in de voeding: olierijke vis zoals zalm, makreel, sardienen, tonijn en haring, levertraan, eierdooier, (7, 8), volle melk (13) Ter info: 400 IU = 10 µg 1 IU = 25 ng In Europa wordt voornamelijk vitamine D3 = cholecalciferol gebruikt. In de Verenigde Staten wordt voornamelijk vitamine D2 = ergocalciferol toegediend. Vitamine D2 is ongeveer 30 % zo effectief als vitamine D3 (7) 4. Klinische betekenis. De betekenis van vitamine D voor het botmetabolisme is sinds lang gekend, hierover is er een algemene consensus. Bij ernstige vitamine D deficiëntie is ook spierzwakte een belangrijk kenmerk. (8) Vitamine D receptoren zijn aanwezig in de meeste weefsels en cellen. (8) Vanuit observatiestudies wordt naar voor geschoven dat vitamine D een protectieve rol speelt t.o.v. het ontstaan van diabetes mellitus (4) en stimulatie van insuline productie (8), borst-, colon-, ovarium, prostaatcarcinoom (11), cardiovasculaire aandoeningen, RA, autoimmuun ziekten (4), paradontale ziekte (12) enz. Daartegenover staat dat wanneer bvb voor diabetes mellitus na correctie voor obesitas, er geen statistisch significant verschil is. Wat de invloed van vitamine D supplementen is, is niet duidelijk. (3) De Institute of Medicine of the National Academies (IOM) rapporteert dat er op dit ogenblik nog maar weinig evidentie is voor andere dan skeletale gezondheidsvoordelen van vitamine D. (9) Ook de Endocrine Society maant aan tot omzichtigheid: er zijn op dit ogenblik slechts weinig random gecontroleerde studies (RCT) die het nut van vitamine D bewijzen voor niet-skeletale aandoeningen. Interventies om vitamine D te verhogen waren geassocieerd met niet-significante en potentieel triviale mortaliteitsreductie bij myocardinfarct, bloeddruk, glucosespiegels en lipidenfracties. Mocht echter de “evidence” toenemen zal de Task Force van de Endocrine Society zijn aanbevelingen herzien. (8) 5. Indicatie voor dosage van vitamine D. - rachitis. - osteoporose / osteomalacie. - vitamine D malabsorptie bij inflammatoire darmziekten, cystische fibrose, ulcererende colitis en na maag bypass operatie. - chronische nierinsufficiëntie: patiënten zouden jaarlijks gecontroleerd moeten worden. (7) - mild of matig leverfalen. - hyperparathyroïdie. (8) - zwangeren en vrouwen die borstvoeding geven. (8) - ouderen met een historiek van vallen. (8) - ouderen met in de anamnese niet-traumatische breuken. (8) - medicatie: anti-HIV, anticonvulsiva, glucocorticoïden of antischimmel (bvb ketoconazole). (8) - kinderen en volwassenen met een BMI van 30kg/m 2 (8) - granuloma vormende aandoeningen: sarcoïdose, TBC, histoplasmose, coccidiomycose en berylliose. (8) - bepaalde lymfomen. (8) 6. Bronnen. 1. Dijkstra HS.H., Arpaci G., Huijsman W.A., Boot A.M., E.L.T. van den akker. Convulsies bij allochtone pasgeborenen door hypovitaminose D bij de moeder NTvG 2005 149(5) 257-260. 2. Hegeman J.H. et al Doeltreffende opsporing van osteoporose in de Fractuur- en Osteoporosekliniek in Groningen: analyse van de eerste 1000 patiënten NTvG 2004 (44) 2180-5. 3. S. Kayaniyil, R. Retnakaran, S. B. Harris, R. Vieth, J.A. Knight, H. C. Gerstein, B. A. Perkins, B. Zinman, A. J. Hanley. Prospective Associations of Vitamin D With β-Cell Function and Glycemia: The PROspective Metabolism and ISlet cell Evaluation (PROMISE) Cohort Study Diabetes. 2011;60(11):2947-2953. 4. V. Hirani. Relationship Between Vitamin D and Hyperglycemia in Older People From a Nationally Representative Population Survey. J Am Geriatr Soc.2011;59(10):1786-1792. 5. H. Boersma Geen verband vitamine D-tekort en atriumfibrilleren. NTvG 2011; 155(39): 1731 overname uit American Heart Journal 2011; 162:538-41 6. M. Kleerekoper, R.L. Schleicher, J. Eisman, R. Bouillon, R.J. Singh, M.F. Holick. Clinical applications for Vitamin D assays: what is known and what is wished for. Clin. Chem. 2011; 59(9): 1227-1232. 7. M.F. Holick. Review Vitamin D Deficiency NEJM 2007; 357(3): 266-281. 8. The Endocrine Society’s Clinical Guidelines. Evaluation, treatment and prevention of vitamin D deficiency. J. Clin. Enocrinol. Metab. 2011; 96(7):1911-1930. 9. Dietary Reference Intakes for Calcium and Vitamin D Institute of Medicine November 2010 - revised march 2011. 10. M. B. Elamin, N.O. Abu Elnour, K.B. Elamin, M.M. Fatourechi, A.A. Alkatib, J. P. Almandoz, Hau Liu, M. A. Lane, R. J. Mullan, A. Hazem, P. J. Erwin, D. D. Hensrud, M. .H Murad, V. M. Montori Vitamin D and Cardiovascular Outcomes: A Systematic Review and Meta-Analysis J. Clin. Endocrinol. Metab. 2011; 10.1210/jc2011-0398 11. C.F. Garland, F.C. Garland, E.D.Gorham, M. Lipkin, H. Newmar, S.B. Mohr, M.F. Holick The role of vitamin D in cancer prevention. Am. J; Public health 2006; 96(2): 252-261 12. H.A. Bischoff-Ferrari, E. Giovannucci, W.C. Willett, T. Dietrich, B.Dawson-Hughes. Estimation of optimal serum concentrations of 25-hydroxyvitamin D for multiple health outcomes. Am. J; Clin. Nutr. 2006; 84:18-28 13. F. R;Pérez-López, M. Brincat, C. T. Erel, F. Tremollieres, M. Gambacciani, I. Lambrinoudaki, M. H. Moen, K. Schenck-Gustafsson, S. Vujovic, S. Rozenberg,M. Rees. EMAS position statement: Vitamin D and postmenopausal health. Maturitas 2012: 71(1): 83-88 © februari 2012 - Cammaert Piet – Declerck Katrien – Ovyn Caroline