van planten tot klanten

advertisement
VAN PLANTEN TOT KLANTEN
Analyses en ideeën over de inrichting van de boomkwekerijsector en agrologistiek
Dhr. E.H. de Vries
In opdracht van Stichting Greenport regio Boskoop
Boskoop, oktober 2011
`
Gegevens
Student
Naam: E.H. de Vries
Studentnummer: 1547653
Instelling: Hogeschool Utrecht
Opdrachtgevers
Stichting Greenport regio Boskoop
Onder begeleiding van:
Proba BV
Italiëlaan 4
2391 PT Hazerswoude-Dorp
Website: http://www.proba.nl
Instelling:
Hogeschool Utrecht
Padualaan 101
3584 CH Utrecht
Website: http://www.hu.nl
Begeleiders
Begeleider namens Proba BV:
Dhr. R.T.J. Baerwaldt
Begeleiders namens Hogeschool Utrecht:
Dhr. N.D. de Witte
Dhr. R.M.F. van Dinten
De tekst en afbeeldingen uit dit rapport mogen niet worden gebruikt zonder voorafgaande toestemming van de rechthebbenden
3
E.H. de Vries
Oktober 2011
`
Voorwoord
Dit rapport is geschreven in opdracht van Stichting Greenport Boskoop, platform kennis en innovatie. Het
onderzoek bestond uit twee delen: Het analyseren van de boomkwekerij en het aandragen van ideeën voor de
vormgeving van een agrologistiek centrum voor regio Boskoop. Door cijfers te verkrijgen via het
Productschap Tuinbouw (PT), het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), het
Landbouw Economisch Instituut (LEI) en de NEA (Kennisinstituut voor o.a. verkeer en logistiek), werd er een
feitelijk beeld gevormd van de boomkwekerijsector. Daarnaast is er bij beide onderdelen uitvoerig deskresearch
gedaan en zijn er interviews afgenomen met diverse personen die op verschillende manieren betrokken zijn bij de
boomkwekerijsector.
In het bijzonder bedank ik dhr. R.T.J. Baerwaldt die mij het afgelopen half jaar heeft begeleid vanuit mijn stage bij
Proba BV. Verder wil ik iedereen bedanken die een bijdrage heeft geleverd aan dit rapport.
Ik heb met dit rapport de huidige situatie binnen de boomkwekerijsector inzichtelijk willen maken. Daarnaast heb
ik ideeën willen aandragen voor de vorming van een agrologistiek centrum. Ik hoop dat dit rapport een mooi
handvat vormt voor de toekomst van de boomkwekerijsector in regio Boskoop.
E.H. de Vries
Boskoop, oktober 2011
4
E.H. de Vries
Oktober 2011
`
Management samenvatting
De Nederlandse boomkwekerijsector maakt een lastige tijd door. De prijzen zijn laag door overproductie. De
boomkwekerij is jarenlang een markt geweest waarbij er meer vraag dan aanbod was. Veel kwekers konden
hierdoor relatief makkelijk hun bomen verkopen. De laatste jaren moeten kwekers echter in staat zijn om
toegevoegde waarde aan hun product te geven en het product goed in de markt te zetten. De kwekers die dat
kunnen hun bedrijf nog goed draaiende houden.
De cijfers laten desalniettemin zien dat 2010 een lastig jaar is geweest voor de sector. De productiewaarde en de
export stegen wel, maar de rentabiliteit en het gezinsinkomen daalde.
In het rapport zijn stap voor stap de volgende veranderingen beschreven:
Kweker
De kweker gaat zich specialiseren. Onduidelijk is nog hoe dit precies gaat gebeuren.
Een kweker kan:



een aantal standaardproducten gaan produceren tegen een lage prijs
zich richten op één gewas (bijvoorbeeld klimplanten) en daar een heel breed assortiment van
aanbieden.
zich toeleggen op één soort product (bijvoorbeeld hibiscus) en daar een heel breed assortiment in
aanbieden.
Verder zal de komende jaren de schaalvergroting in de boomkwekerij doorzetten. De grote kwekers worden
groter en de kleine kwekers blijven klein. Deze kleine kwekers kunnen zich onderscheiden door zich te
specialiseren in een product dat veel teelttechnische kennis vereist.
Handel
De handel binnen de kwekerijsector is belangrijk voor het bijeen brengen van verschillende producten.
Handelsbedrijven worden vooral gezien als een schakel in de boomkwekerijsector die de gevraagde producten
bij elkaar kan brengen voor zijn klant en daarnaast ook nog een adviserende heeft tegenover de kopende partij.
De regiefunctie die de handel op dit moment heeft, zal in de toekomst nog belangrijker worden. De producten
komen binnen, worden gemengd en gaan weg. Met name voor klanten die in het hogere segment zitten en veel
variëteit in hun assortiment willen hebben is dit van zeer groot belang. De handel wordt gezien als regisseur van
het logistieke proces. Dit zal ook voor de retail belangrijk blijven. De handel moet voor hun namelijk snel een goed
aanbod bij elkaar kunnen brengen en hun van goed advies kunnen voorzien over de trends binnen de
boomkwekerijsector.
Veiling
In 2010 steeg de omzet via de veiling. De omzet via de veilingklokken steeg met 3,9%,(van 2.402 naar 2.495
miljoen euro.) en de omzet via de FloraHolland Connect (bemiddeling) steeg met 12,1% (van 1.459 naar 1.635
miljoen euro) In een eerder gepubliceerd rapport wordt gesteld dat het belang van de veiling zal afnemen. Er
wordt vanuit gegaan dat steeds meer handel rechtstreeks via grote conglomeraten zal gaan, richting de
retailketens. Bovenstaande cijfers doen echter vermoeden dat het belang van de veiling niet zal afnemen.
5
E.H. de Vries
Oktober 2011
`
Retail
Het is nog niet duidelijk wat voor assortiment de retail in de nabije toekomst zal gaan hanteren. Waar de één
uitgaat van een breed assortiment boomkwekerijproducten, is bij de ander de verwachting dat het assortiment
smal en uniform zal zijn. Afhankelijk van de retailer zal het verschil in assortiment te zien zijn in elementen zoals
prijs en potmaat. Zo zullen producten in de supermarkt altijd wat massaler en mogelijk van wat mindere kwaliteit
zijn, dan in een tuincentrum.
Wat wel duidelijk is, is dat de afzet van boomkwekerijproducten richting de retail toeneemt. Dat komt doordat de
retailer opzoek is naar nieuwe impulsartikelen voor de consument. De boomkwekerij is voor deze retailers, zoals
de supermarkt en de bouwmark,t betrekkelijk nieuw en bovendien richten kwekers zich steeds meer op visueel
aantrekkelijke producten.
Consument
De groep consumenten die plantenkenner is, is maar heel klein. De grote groep consumenten kiest de plant die
op dat moment visueel het meest aantrekkelijk is. Al bloeit „plant A‟ over vier weken mooier dan „plant B‟, men
koopt toch de plant die nu bloeit. Daarnaast kijkt de consument ook naar de toegevoegde waarde, die door een
bepaalde pot of een bepaald etiket ontstaat. De manier waarop de consument zijn of haar producten koopt is ook
verandert: Vroeger gingen mensen met een lijstje naar de betreffende retailer en wilde men bepaalde planten
hebben. Nu gaat men naar de winkel en kiest men door een prijsprikkel wat men wil hebben. Dit is bijna 75
procent van de verkoop. Daarmee lijken ook de vragen van de consument verandert. Zo is een veel gehoorde
vraag van de consument bij de aankoop een boomkwekerijproduct: „waar staat de plant het beste?‟
Transport
De logistiek binnen de boomkwekerij is wat betreft vervoersmogelijkheden goed ontwikkeld. Met name op het
gebied van standaardisatie. Kwekers gebruiken allemaal dezelfde materialen waarmee de producten vervoerd
kunnen worden. Het meest gebruikt worden de Deense karren, pallet boxen en veenmanskisten.
Waar de transportsector nog kansen laat liggen is samenwerking. Transportondernemingen zijn bang om samen
te werken, omdat er de angst heerst dat ze daardoor klanten verliezen aan de concurrent. Het komt voor dat
verschillende transportbedrijven bij verschillende kwekers de producten voor dezelfde veiling ophalen en de
vervoerders dus achter elkaar aanrijden. Dit komt de efficiëntie van het vervoer niet ten goede.
Efficiëntie binnen de kwekerijsector moet echter niet alleen vanuit de transporteur komen, maar ook vanuit de
kweker. Bij het centraliseren blijft het lastig. om een tijd af te spreken met de kweker. Zeker als de kweker het zelf
brengt. Een kweker bindt zich dan minder aan de afgesproken tijd. Zolang de klant dat accepteert zal dat niet
veranderen. Maar zo
Kansen voor de sector
Kijkend naar de kansen voor de boomkwekerijsector is te zien dat met name de
sierteeltexporteurs/bloemenexporteurs steeds meer boomkwekerijproducten verhandelen. Uit de informatie van
FloraHolland bleek dat in de afgelopen tien jaar de veilingomzet van boomkwekerijproducten op de Nederlandse
bloemenveilingen is verdubbeld van 96 miljoen euro in 1999, naar 212 miljoen euro in 2009. De cijfers van het
Productschap Tuinbouw bevestigen dit beeld onder de noemer „Exporteurs voor de bloemkwekerij‟. In de
afgelopen zes jaar is de export naar „Exporteurs van de bloemkwekerij‟ met circa 6 procent is gestegen. De omzet
was in diezelfde periode met circa 35 miljoen euro gestegen.
Naast de exporteurs van de bloemenexporteurs/sierteeltexporteurs liggen er ook kansen bij de bouwmarkten.
Hoewel het aandeel en ook de omzet van de export richting de bouwmarkten het afgelopen jaar iets terugliep, lijkt
hier ook een enorme groei mogelijk. Het aandeel in de export van de bouwmarkten is in de periode 2005-2010
toch met circa 4 procent toegenomen. Daarnaast is de omzet in dezelfde periode met ruim 20.000 euro gestegen.
Als er wordt gekeken naar de export richting verschillende landen, is duidelijk dat er kansen zijn voor de
Nederlandse boomkwekerijsector. Met de stijgende koopkracht en de belangrijke connecties met Rusland lijkt
Polen een belangrijk te worden voor de export van Nederlandse boomkwekerijproducten.
6
E.H. de Vries
Oktober 2011
`
Bedreigingen voor de sector
Een bedreigingen voor de boomkwekerijsector zijn de forse bezuinigen op openbaar groen. Daardoor is er een
prijzenslag ontstaan tussen de leveranciers van het grootgroen. Er wordt voor gewaarschuwd dat kwekers elkaar
nu aan het kapot maken zijn. Indien de boomkwekerijsector zo‟n dertig procent minder zou gaan produceren, zou
de markt weer in evenwicht komen, maar dat is nooit van iedereen te verwachten. Daarnaast is angst, vooral
onder de kleinere kwekers, een oorzaak van de dalende prijzen. Zij dachten dat er zoveel aanbod op de markt
was, dat ze op voorhand de prijs al lieten zakken. Zo hoopten ze hoopten op meer afzet.
7
E.H. de Vries
Oktober 2011
`
Agrologistiek
Op het gebied van agrologistiek liggen vooral kansen als het gaat om centraliseren. Enkele ideeën die zijn
aangedragen zijn het centraliseren van transport en het gezamenlijk exporteren. Daarnaast zijn Treerun en het
project hubway‟s nog twee interessante opties. Om het vertrouwen te winnen van de kwekers en andere partijen
dienen (eventueel met steun van de overheid) pilots te worden opgezet. Daarnaast is het goed om gesprekken
aan te gaan met Treeport Europe (voorheen Treeport Zundert) en ideeën en informatie uit te wisselen omtrent
agrologistiek. Hoewel beide regio‟s verschillen, kunnen de betrokken partijen uit zowel regio Boskoop, als regio
Zundert, van elkaar leren.
Dat er nu nog veel wordt getwijfeld aan een goede vorm van agrologistiek heeft vooral te maken met twee vragen
die worden gesteld: “„Hoe gaan we het financieren?‟ maar ook „wie moet dat beheren?”
8
E.H. de Vries
Oktober 2011
`
Inhoud
Voorwoord................................................................................................................. 4
Management samenvatting...................................................................................... 5
Inleiding ................................................................................................................... 11
1. De Nederlandse boomkwekerijsector ............................................................... 12
1.1: Inleiding ................................................................................................................................................. 12
1.2: Areaal van de boomkwekerijsector ........................................................................................................ 12
1.3: Schaalvergroting .................................................................................................................................... 12
1.4: Specialisatie ........................................................................................................................................... 13
1.5: Productiewaarde en export .................................................................................................................... 13
1.6: Export naar Rusland en Oostbloklanden ........................................................................... 14
1.6.1: Rusland ............................................................................................................................................... 14
1.6.2: Polen ................................................................................................................................................... 14
1.6.3: Tsjechië .............................................................................................................................................. 14
1.6.4: Hongarije ............................................................................................................................................ 14
1.7: Concurrentie .......................................................................................................................................... 15
1.8: Financieel .............................................................................................................................................. 16
1.9: Imago ..................................................................................................................................................... 18
2. Boskoop: centrum van de Nederlandse boomkwekerij .................................. 19
2.1: Inleiding ................................................................................................................................................. 20
2.2: Schaalvergroting .................................................................................................................................... 20
2.3: Specialisatie ........................................................................................................................................... 20
2.4: Pot- en containerteelt ............................................................................................................................. 21
2.5: De clusterfunctie .................................................................................................................................... 21
2.6: De grondprijs.......................................................................................................................................... 22
2.7: Bedrijfsliquidatie en opvolging ............................................................................................................... 23
2.8: Stille verkoop ......................................................................................................................................... 23
3. De boomkwekerijsector doorlopen .................................................................. 25
3.1: Kweker ................................................................................................................................................... 26
3.2: Handel ................................................................................................................................................... 26
3.3: Veiling .................................................................................................................................................... 28
3.4: Retail...................................................................................................................................................... 29
3.5: Consument ............................................................................................................................................ 30
3.6: Transport ............................................................................................................................................... 31
4. Agrologistiek ....................................................................................................... 32
4.1: Agrologistiek in het algemeen ................................................................................................................ 32
4.2: Agrologistiek in de kwekerijsector .......................................................................................................... 34
5. Projecten ter verbetering van agrologistiek ..................................................... 36
9
E.H. de Vries
Oktober 2011
`
5.1: Boomkwekerij Business Centre ............................................................................................................. 36
5.2: PCT-terrein ............................................................................................................................................ 37
6. Ideeën ter verbetering van agrologistiek .......................................................... 38
6.1: Treerun .................................................................................................................................................. 38
6.2: Gezamenlijk exporten ............................................................................................................................ 38
6.3: De voorraad vooruit drukken in de keten ............................................................................................... 38
6.4: Centraliseren van transport .................................................................................................................... 39
6.5: Avondtransport....................................................................................................................................... 39
6.6: Het gebruik maken van bestaande faciliteiten ....................................................................................... 39
6.7: Hubway‟s ............................................................................................................................................... 39
6.8: Digitale marktplaats ............................................................................................................................... 40
Conclusie ................................................................................................................ 41
Conclusies over de boomkwekerijsector ............................................................. 42
Onderzoeksvragen ................................................................................................. 43
Aanbevelingen ........................................................................................................ 46
Nawoord .................................................................................................................. 47
Met dank aan ........................................................................................................... 48
Bronnen ................................................................................................................... 50
10
E.H. de Vries
Oktober 2011
`
Inleiding
Boskoop is nationaal en internationaal bekend om zijn boomkwekerijen. In Boskoop zelf zijn op dit moment circa
700 kwekers, die het vervoer binnen Boskoop soms nog gedeeltelijk voor eigen rekening doen. Dit leidt tot veel
verkeer in een gebied waar de infrastructuur te wensen overlaat. Om het vervoer van de boomkwekerijproducten
met minder vervoersbewegingen en dus efficiënter te laten verlopen, is er nagedacht over een agrologistiek
centrum. Hoe dit moet worden vormgegeven is nog één groot vraagteken. In de verschillende interviews kwamen
diverse ideeën naar voren, die misschien de aanzet kunnen geven tot het realiseren van een agrologistiek
centrum.
Met dit rapport wordt een duidelijk beeld gegeven van de boomkwekerijsector in het algemeen en de
boomkwekerij in Boskoop. Daardoor is duidelijk welke ontwikkelingen er in de gehele sector spelen en wat
mogelijk toekomstige ontwikkelingen kunnen zijn.
Dit rapport reikt ideeën aan voor de boomkwekerijsector in de toekomst. Daarnaast wordt er met de analyse een
goed beeld gegeven van de huidige Nederlandse en Boskoopse boomkwekerijsector.
11
E.H. de Vries
Oktober 2011
`
1. De Nederlandse boomkwekerijsector
1.1: Inleiding
De Nederlandse boomkwekerijsector wordt gekenmerkt door een breed assortiment. Het Nederlandse
assortiment is onder te verdelen in negen categorieën:









Bos- en haagplantsoen
Laan- en parkbomen
Vruchtbomen
Rozenstruiken
Sierconiferen
Buxus (Volgens het CBS ook een categorie)
Trek- besheesters
Sierheesters en klimplanten
Vaste planten
1
Elke productgroep heeft één of meerdere teeltcentra.
Gebied:
Boskoop
Haaren/Oudenbosch
Opheusden
Zundert
Noord-Limburg
Noord-Oost Groningen
Duin- en Bollenstreek
Provincie(s)
Zuid-Holland
Brabant
Gelderland
Brabant
Limburg
Groningen
Noord- en Zuid-Holland
Gewasgroep(en)
Siergewassen
Park- en laanbomen
Park- en laanbomen
Bos- en haagplantsoen
Vruchtbomen en rozen
Rozenonderstammen
Vaste planten
1.2: Areaal van de boomkwekerijsector
De boomkwekerij met teelt in de volle grond beslaat in Nederland zo‟n zestien duizend hectare en bestaat uit ruim
2
3590 bedrijven. Vorig jaar is het areaal voor het eerst in tijden gedaald. Deze daling bedroeg 1,33 procent. De
oppervlakte van de trek- en besheesters is voor het tweede achtereenvolgende jaar fors afgenomen. Met een
afname van ruim negen procent is het areaal rozenstruiken in 2010 ten opzichte van 2009 eveneens flink
verminderd. In 2009 was er ten opzichte van 2008 nog een zeer lichte daling waarneembaar in het areaal van
3
laatstgenoemde productgroep.
De boomkwekerij met teelt onder glas beslaat een areaal van 491 hectare. Dat is een stijging van 13,6 procent
4
ten opzichte van 2009. De oppervlakte van de pot- en containerteelt nam volgens de laatste cijfers weer toe. In
2009 besloeg het areaal van de pot- en containerteelt nog 768 hectare. Een jaar later was dit volgens voorlopige
5
cijfers 917 hectare. Dat is een stijging van 19 procent.
1.3: Schaalvergroting
Het gemiddeld aantal hectaren per kwekerij met teelt in volle grond is toegenomen. Bezat een bedrijf in 2000 nog
6
gemiddeld 2,51 hectare, in 2010 was dit gestegen naar 4,71 hectare. Dit bevestigd de trend van
schaalvergroting. Er zal door schaalvergroting een tweedeling ontstaan: De kleine kwekers blijven klein en de
grote kwekers worden groter. Een kweker die zich richt op pot- en containerteelt zal gemiddeld drie tot vier
hectare tot zijn beschikking hebben. Kwekers die zich richten op vollegrondsteelt zullen bedrijven hebben die drie
tot tien hectare zullen beslaan. Ongeveer 50 procent van deze bedrijven zal zich richten op drie tot vier gewassen
1
Boomkwekerij en aardkunde in Nederland 2008, blz. 10
Zie bijlage 1 en 2
3
Zie bijlage 5,6, en 7
4
Zij bijlage 3 en 4
5
Zie bijlage 8
6
Zie bijlage 9
2
12
E.H. de Vries
Oktober 2011
`
en wordt daarmee een grote toeleverancier van grotere handelsbedrijven, zo staat in een eerder gepubliceerd
7
rapport.
1.4: Specialisatie
Er zal dus ook een specialisatie te zien zijn in de soort teelt: Pot- en containerteelt of vollegrondsteelt. De
8
gecombineerde teelt van volle grond en pot- en containerteelt zal bijna volledig verdwijnen. De keuze voor de
soort teelt zal samenhangen met de soort afnemers en/of producten. Een institutionele afnemer zal veelal vragen
om vollegrondsproducten, terwijl de producten van de pot- en containerteelt vooral naar de retailers zullen gaan.
Een andere toekomstige ontwikkeling die wordt voorzien is het toeleveren van vollegrondskwekers aan kwekers
die gespecialiseerd zijn in pot- en containerteelt. Als een plant wordt opgekweekt in de volle grond en vervolgens
wordt geleverd aan gespecialiseerde bedrijven die de plant in één of twee jaar afkweken in pot, kan deze sneller
de markt op. De levensvatbaarheid is daardoor beter, het komt de kwaliteit ten goede en het product kan jaarrond
9
geleverd worden.
Kwekers moeten dan ook gaan kiezen:



Standaard producten in grote volumes met lage prijs
10
Zeer specifiek en breder nicheassortiment met betere prijs
11
Breed assortiment aanbieden van één gewasgroep.
12
Kwekers die geen duidelijke strategie hebben zullen langzaam verdwijnen. Met een kleinschalige productie red
je het niet meer. De afnemers zitten niet te wachten op kleine partijen van honderd planten. Een belangrijke vraag
13
is dus: „Welk segment kies je?‟ Zorg dat je als kweker een duidelijke doelgroep voor ogen hebt. Gewoon maar
14
wat plantjes kweken werk niet meer.
1.5: Productiewaarde en export
De productiewaarde zit met 600 miljoen euro in 2010 weer op hetzelfde niveau als 2008. Van deze
productiewaarde is 440 miljoen euro (73%) bestemd voor de export. Daarmee is ook het exportniveau weer op
15
hetzelfde niveau als 2008. Van de 440 miljoen euro die wordt geëxporteerd gaat 40 procent naar Duitsland.
Daarna volgt Groot-Brittannië met 14 procent. De export richting laatstgenoemd land is dalende. Exporteerde
Nederland in 2007 nog voor 90 miljoen euro naar Groot-Brittannië, in 2010 was dit teruggelopen tot 62 miljoen
16
euro. Dat is een daling van 31 procent. Redenen voor de teruggang van de export naar Groot-Brittannië zijn de
17
dure euro ten opzichte van de pond en de achterblijvende investeringen van de institutionele markt.
7
Boomkwekerij en aardkunde in Nederland, 2008, blz. 10
Boomkwekerij en aardkunde in Nederland, 2008, blz. 13
9
Vergeer, L.Th.A. (Leo Vergeer Tuinplanten) interview, 6 juli 2011 en Sijs, M.S.M. van der
(Van der Sijs Makelaardij) interview, 3 mei 2011
10
Lenthe, E.A. van (Baas Plantenservice) interview 26 april 2011
11
Vergeer, L.Th.A. (Leo Vergeer Tuinplanten) interview, 6 juli 2011
12
Lenthe, E.A. van (Baas Plantenservice) interview 26 april 2011
13
De Boomkwekerij 2011, nr. 19, blz. 16 (Citaat W.A.A. de Bresser)
14
Boom in Business, 2011, nr. 2, blz. 36 (Citaat B.W. Knol)
15
Zie bijlage 10
16
Zie bijlage 11, 12 en 13
17
De Boomkwekerij, 2010, nr. 7, blz. 20
8
13
E.H. de Vries
Oktober 2011
`
1.6: Export naar Rusland en Oostbloklanden
1.6.1: Rusland
De totale export richting Rusland is in 2009 gedaald met 20,3 procent ten opzichte van 2008. Het exportaandeel
van Nederland steeg ondanks de daling van de totale export van 34,5 procent in 2008 naar 41,2 procent in 2009.
Daarmee had Nederland in 2009 het grootste aandeel in de export richting Rusland. De stijging van het
exportaandeel houdt verband met de economische crisis. Daardoor hebben een aantal EU-landen hun export
richting Rusland flink zien dalen in 2009 ten opzichte van 2008. In sommige gevallen zelfs met 50 procent. Deze
daling van de export was merkbaar in alle gewasgroepen.
In 2010 steeg de totale export richting Rusland met 19,2 procent ten opzichte van 2009. Afgelopen jaar (2010)
nam de export van alle productgroepen toe, uitgezonderd de rozen. De export van woudbomen (+20,9%) en
bomen/heesters/klimplanten (zie dit als één groep) (+26,9%) nam fors toe ten opzichte van 2009. Met
50,5 procent van de export in 2010, blijft laatstgenoemde gewasgroep het belangrijkste exportproduct richting
18
Rusland.
1.6.2: Polen
Zes jaar geleden was Duitsland nog een grote concurrent voor Nederland voor de export richting Polen. Sinds
2008 heeft Nederland echter fors meer exportaandeel weten te pakken. Waar Duitsland de laatste twee jaar is
blijven steken op een exportaandeel van circa 23 en 25 procent, had Nederland in 2009 en 2010 respectievelijk
een aandeel van 59,6 en 65,7 procent.
De gehele export richting Polen steeg in 2010 met 16,5 procent ten opzichte van een jaar eerder. Van de
productgroep bomen/heesters/klimplanten daalde het exportaandeel van 36,6 procent in 2009 naar 33,1 procent
in 2010. Maar van de eerder genoemde productgroep steeg het afgelopen jaar de exportwaarde wel met 5,7
procent, ten opzichte van 2009. Daarmee blijft deze productgroep het belangrijkste voor de export richting Polen.
Daarnaast steeg ook de omzet van alle andere productgroepen in dezelfde periode. fruitbomen en –heesters
(+26,4%), rododendron (+31,3%), rozenstruiken (+3,2%), planten van de open grond (+26,7%) en bewortelde
19
stekken (27,7%)
1.6.3: Tsjechië
Waar de totale export naar Tsjechië in 2009 met 7,2 procent terugliep ten opzichte van 2008, steeg deze in 2010
met 0,5 procent ten opzichte van 2009. In 2010 is de export vanuit Nederland richting Tsjechië met bijna drie
procent gestegen. Nederland behield zijn sterke exportpositie. Met ruim 50 procent van het exportaandeel is
Nederland verreweg de grootste exporteur van boomkwekerijproducten naar Tsjechië. Werd er in 2009 ten
opzichte van 2008 van alle productgroepen, uitgezonderd planten in de open grond, minder geëxporteerd, in
2010 nam de export van rododendron en rozen weer toe. De export van laatstgenoemde productgroep steeg met
38,9 procent fors. De productgroep bomen/heesters/klimplanten blijft de belangrijkste productgroep met een
20
exportaandeel van 52 procent in 2009. In 2010 was dit gedaald naar 50,5 procent.
1.6.4: Hongarije
Nederland is ook de grootste exporteur richting Hongarije. Het exportaandeel in 2010 was 35,7 procent. Een jaar
eerder was dit nog 34,6 procent. De totale export richting Hongarije nam in 2009 af met 9,5 procent ten opzichte
van 2008. In 2010 nam de totale export in vergelijking met 2009 weer toe met 7,6 procent.
Het exportaandeel van de bomen/heesters/klimplanten nam in 2009 af met circa 26 procent in vergelijking met
2008, maar bleef met 41 procent van het exportaandeel de belangrijkste productgroep.
18
De handel in boomkwekerijproducten van en naar Oost-Europa, 2011, blz. 7 en 8 (Zie tabel 1 en 2 in de
bijlage)
19
De handel in boomkwekerijproducten van en naar Oost-Europa, 2011, blz. 11 en 12 (Zie tabel 3 en 4 in de
bijlage)
20
De handel in boomkwekerijproducten van en naar Oost-Europa, 2011, blz. 17 en 18 (Zie tabel 6 en 7 in de
bijlage)
14
E.H. de Vries
Oktober 2011
`
2010 zorgde voor enig herstel: Het exportaandeel van de gewasgroep bomen/heesters/klimplanten ging dat jaar
weer omhoog met circa 26 procent. Daarmee had de laatstgenoemde gewasgroep een exportaandeel van 48,1
procent in 2010.
1.7: Concurrentie
De voormalige Oostbloklanden worden nog niet gezien als serieuze concurrenten. “Ze kunnen daar nu een
aardige boom kweken, maar op een zeker moment zal er een kwaliteitsvergelijk en/of prijsvergelijk gemaakt
worden. Dan zou het zomaar kunnen zijn dat het voor de thuismarkt van Polen zelf veel handiger kan zijn om de
21
producten te importeren.”
Een kweker die zelf actief is op de Oost-Europese markt zei het volgende: “Op dit moment voorzien de kwekerijen
in Oost-Europa vooral in het opkweken van producten. Dat komt onder andere doordat de arbeid daar een derde
22
kost in vergelijking tot Nederland.” Over de kleinschaligheid werd gezegd: “Ten opzichte van drie tot vier jaar
geleden zijn de kwekerijen daar steeds groter geworden. Hoewel er veel kleine kwekerijen zijn, kunnen de grotere
kwekerijen zich inmiddels meten met de grootste kwekerijen in Nederland. Dat komt onder andere doordat men
23
veel subsidie kreeg van de Europese Unie.” Over de export zelf bestaat op dit moment een gevarieerd beeld,
hoewel uit cijfers van het Productschap Tuinbouw eerder al bleek dat de export richting Polen in 2010 stijgende
was. (zie 1.6.2) Gevraagd naar de export richting Polen stelt de kweker het volgende:”Het is best mogelijk dat bij
een aantal bedrijven de export richting Polen is gestegen, maar per saldo is de export richting dat land op dit
moment dalende. Dat het Productschap Tuinbouw afgelopen jaar een stijging noteerde van de export komt
mogelijk doordat zij van januari tot en met december 2010 meten, terwijl er door kwekers vaak van augustus tot
24
en met juli wordt gemeten. Dat kan het verschil van de stijging of daling van de export mogelijk verklaren.”
Ondanks het feit dat er meningsverschillen zijn over de export richting Polen, stelde het Productschap Tuinbouw
25
zelf vast dat Polen door Nederland als grootste concurrent gezien als het om de Russische markt gaat. En dat
heeft met meer zaken dan alleen de export op zichzelf te maken: Polen begrijpen namelijk de Russische taal en
cultuur, waardoor het makkelijker zaken doen is. Handel drijven met Rusland is namelijk niet eenvoudig, zo stelde
Anthos, de Koninklijke Handelsbond voor Boomkwekerij- en Bolproducten: “Rusland is nog steeds een lastige
markt; inmiddels moeten alle bedrijven die handelen met Rusland op een lijst staan (in beheer bij Anthos). Als
bedrijven niet op deze lijst staan (controle door Russische overheid) kan het bedrijf Rusland niet binnenkomen.
Rusland, maar ook andere Oost Europese landen, stellen steeds meer eisen op fytosanitair gebied. Onze
producten moeten aan steeds meer eisen voldoen om te kunnen verhandelen. Dat is geen gemakkelijke opgave,
maar kwaliteit van de producent, betrouwbaarheid van leveranciers, goede logistieke organisatie en de wijze
waarop onze sector in staat is om een compleet pakket te kunnen leveren, maken dat de Nederlandse
boomkwekerijsector nog steeds een uitstekende naam heeft in het buitenland. Ongetwijfeld zullen sommige
teelten elders goedkoper geproduceerd kunnen worden, maar zolang daar ook Nederlanders bij betrokken zijn
26
(en daar zijn vele voorbeelden van), profiteert de sector daarvan. Verder zijn ondernemers die zaken willen
doen met Rusland sterk afhankelijk van de poppetjes die daar aan de touwtjes trekken. Als Nederland en Rusland
27
het oneens zijn over bepaalde onderwerpen kan dit direct gevolgen hebben voor de handel.”
Wat betreft de stelling dat Polen voor de Russische markt de grootste concurrent van Nederland is: De
transportkosten van Polen naar Rusland veel lager en sluiten de Poolse producten beter aan op de
28
klimatologische omstandigheden (winterhardheid) in Rusland. Toch is aan de exportcijfers niet te zien dat Polen
binnen afzienbare tijd een grote concurrent zal worden van Nederland. Aan de export richting Rusland is te zien
dat Polen in 2010 48 procent meer (1,68 miljoen euro) boomkwekerijproducten exporteerde naar Rusland ten
opzichte van 2009. Nederland exporteerde in 2010 bijna elf procent (1,947 miljoen euro) meer aan
29
boomkwekerijproducten naar Rusland in vergelijking tot 2009. De export van Polen naar Rusland mag relatief
21
Lint, J.A.J. van (Proba) interview, 9 mei 2011
Thijssen, F.V.A.M. (Frank Thijssen Boomkwekerijen) e-mail, 3 augustus 2011
23
Thijssen, F.V.A.M. (Frank Thijssen Boomkwekerijen) e-mail, 3 augustus 2011
24
Thijssen, F.V.A.M. (Frank Thijssen Boomkwekerijen) e-mail, 3 augustus 2011
25
De handel in boomkwekerijproducten van en naar Oost-Europa, 2011, blz. 8 en 9
26
Mesken, M. (Secretaris Anthos) e-mail, 5 juli 2011
27
De Boomkwekerij, 2008, nr. 18 blz. 26 (Citaat M. Mesken)
28
De handel in boomkwekerijproducten van en naar Oost-Europa, 2011, blz. 14
29
De handel in boomkwekerijproducten van en naar Oost-Europa, 2011, blz. 7 (zie tabel 1 in de bijlage)
22
15
E.H. de Vries
Oktober 2011
`
dan wel meer toegenomen zijn dan bij Nederland het geval is, maar absoluut is dit echter niet het geval.
Nederland exporteerde in 2010 voor circa 20 miljoen euro naar Rusland, terwijl Polen in hetzelfde jaar voor bijna
6 miljoen euro naar Rusland exporteerde. Het lijkt er dus op dat Polen in de toekomst een concurrent kan worden
van Nederland voor de Russische markt. Nu lijkt daar nog geen sprake van. Kijkend naar Nederland en Polen
30
zelf, exporteerde Nederland in 2010 voor 22,384 miljoen euro aan boomkwekerijproducten naar Polen. Dat is
een stijging van 28,3 procent ten opzichte van 2009. Polen op zijn beurt exporteerde datzelfde jaar voor 7,32
31
miljoen euro boomkwekerijproducten naar Nederland. Dat is een stijging van 6,9 procent. Voorlopig lijkt Polen
dus vooral een belangrijk exportland voor Nederland te blijven. Dit blijkt ook uit het exportaandeel van Nederland
van boomkwekerijproducten richting Polen. Zoals al eerder aangegeven was dit in 2010 65,7 procent. Ten
opzichte van 2009 betekende dit een stijging van het exportaandeel van 6,1 procent
Of Nederland zijn sterke exportpositie ten opzichte van Oost-Europa kan behouden, hangt af van de keuzes die
de verschillende markten, en daarmee ook de klanten maken: “De Oost-Europeanen zouden ons kunnen
verslaan op de institutionele markt, daar waar grote bulkproducten en masse gekocht worden. Daar waar
assortiment het belangrijkste is, of dat nou op de institutionele markt of op de consumermarkt is, zijn de
inkopende partijen enorm gebaat bij een aanbod van een breed programma.. Dat soort kwekerijen, die alleen of
tezamen een goed assortiment kunnen aanbieden hebben toekomst, maar dan is men is ook gebaat bij goede
32
agrologistiek
1.8: Financieel
Financieel verkeert de boomkwekerijsector in zwaar weer. De prijzen zijn vijf tot tien procent gedaald (2009-2010)
in vergelijking met een jaar eerder. Over het algemeen worden de prijzen „dramatisch laag‟ genoemd. De
bezuinigingen op openbaar groen vormen onder andere een oorzaak van de prijsdaling. “De
kwaliteit/prijsverhouding staat zeker op scherp. De uitslagen van de diverse aanbestedingen laten een forse
33
prijzenslag zien. Kennelijk wil een aantal bedrijven tegen elke prijs leveren.” Het scherpe inschrijven zou
onderdeel kunnen zijn van een strategie die men hanteert: “De bedrijven die laag inschrijven hopen op een
34
vervolgorder waar ze dan hun winst uit kunnen halen.” Het lijkt er dan ook op dat de vollegrondssector flink
wordt getroffen door de economische crisis, nu de institutionele markt fors gaat bezuinigen. De kwekers van
sierteeltproducten, van wie de afzet vaak naar de groeiende retailmarkten gaat, krijgen er misschien een staartje
35
van mee, maar lijken niet zo hard getroffen te worden door de bezuinigingen als kwekers van bos- en
36
haagplantsoen of park- en laanbomen; “Die sectoren draaien maar moeizaam.” Dat beeld wordt deels bevestigd
door een kweker die specialist is op het gebied van park- en laanbomen: “De afzet was het afgelopen jaar (20102011) goed, al had dat misschien nog meer kunnen zijn als het weer niet zo had tegengezeten. De prijzen waren
laag, maar beter dan verwacht. Wat betreft de pot en containerteelt: Daar kan ik moeilijk over oordelen al zijn er
37
geluiden dat het beter gaat. Dit geeft aan dat het niet in de hele boomkwekerijsector slecht gaat.” Dat lijkt te
38
kloppen: “Kwekers van de pot- en containerteelt beoordelen 2010 als een goed tot zeer goed jaar.”
Een andere reden voor de lage prijzen is de vorstschade van de strenge winter 2009-2010 en het korte
39
verkoopseizoen door het vroege voorjaar. Anderen noemen de structurele overproductie als oorzaak: “De
prijzen van park- en laanbomen zouden structureel beter worden als er fors minder geproduceerd zou worden.
Sommige kwekers hebben het over maar liefst 30 procent minder bomen aanplanten. Maar zo‟n mindering kun je
40
nooit van alle kwekers verwachten.”
30
De handel in boomkwekerijproducten van en naar Oost-Europa, 2011, blz. 11 en 14 (zie tabel 3 en 5 in de
bijlage)
31
De handel in boomkwekerijproducten van en naar Oost-Europa, 2011, blz. 14 (zie tabel 5 in de bijlage)
32
Herijgers, P.J.M. (Treeport Europe, platform agrologistiek) interview, 8 juni 2011
33
Boom in Business, 2011, nr. 1, blz. 59 (Citaat J.P. de Vries)
34
De Boomkwekerij, 2011, nr. 19, blz. 16 (Citaat W.A.A. de Bresser)
35
Jong, A.L. de (Jac de Jong Boomkwekerij) interview, 11 juli 2011
36
Boom in business, 2011, nr. 2, blz. 37 (Citaat P.B.W. Bontekoe)
37
Berk, P.J.M.M. van den (Van den Berk Boomkwekerij) e-mail, 14 juli 2011
38
Herijgers, P.J.M. (Treeport Europe, platform Agrologistiek) interview, 8 juni 2011
39
Deboomkwekerij.nl, 21 december 2010
40
De Boomkwekerij, 2011, nr. 13, blz. 12 (Citaat G.V. Vermeer)
16
E.H. de Vries
Oktober 2011
`
Een oorzaak is ook de angst onder met name de kleinere kwekers. Deze dachten dat er zoveel aanbod op de
41
markt was, dat ze op voorhand de prijs al lieten zakken, waardoor ze hoopten op meer afzet. Daarnaast
verwachtten diverse kwekers dat het seizoen 2010-2011 net zo moeizaam zou verlopen als het seizoen
42
2009-2010. Daarom lieten ze aan het begin van het seizoen de prijzen al zakken. Angst was dus ook een
oorzaak van de dalende prijzen. Daarnaast kan ook de bank een rol hebben gespeeld in de dalende prijzen:”
Door de strengere winter en de mindere vraag uit de markt zie je dat bij sommige bedrijven de financiële reserves
opraken. Onder druk van de banken moet er dan geld in het laatje komen. Dan wordt er niet gekeken naar de
43
prijs, het geld moet stromen. Als een paar bedrijven hiermee beginnen is het hek van de dam.” Albert Arends
van Arends Den Heuvel te Opheusden en Gijsbert van Setten van B&P Handelskwekerijen te Kesteren zeiden
het volgende over de prijzen in de kwekerijsector:
Arends: “We moeten voorkomen dat de bomen voor iedere prijs van de hand gaan. Dat is afgelopen winter
gebeurd, maar was niet nodig. Als mensen een boom willen hebben kopen ze die toch wel of die nu €5 of €10
44
kost. Door de prijzenslag zijn we gewoon bezig elkaar te vernietigen. Dat kan toch niet de bedoeling zijn?”
Van Setten: “Het zal best even duren voordat die negatieve stemming tussen de oren verdwijnt, maar als je het
niet probeert, beur je sowieso niet meer. En eigenlijk is het ook wel raar: de afzet is goed, dus de prijzen zouden
45
moeten stijgen. Ik hoop dan ook dat iedereen met deze instelling het nieuwe handelsseizoen in gaat.”
De daling van de prijzen vertaald zich door naar het gezinsinkomen en de rentabiliteit. Het gezinsinkomen wordt
46
voor 2010 geraamd op 40.000 euro waar het twee jaar geleden nog ruim het dubbele bedroeg. De rentabiliteit
47
wordt voor afgelopen jaar geschat op 90% per 100 euro kosten. 2010 is daarmee het slechtste jaar van deze
eeuw voor de boomkwekerijsector. Er zijn dan ook kwekers die het moeilijk hebben: “Mijn huidige
contractkwekers gaven te kennen ze heel blij waren met het contract. Die contracten worden nu namelijk een
48
hoofdinkomen voor die kwekers.”
Maar bij de rentabiliteit ook de volgende kanttekening worden gemaakt. Er is een duidelijk verschil tussen de
goede en de minder goede ondernemers. De boomkwekerij is jarenlang een markt geweest waarbij er meer
vraag dan aanbod was. Veel ondernemers konden hierdoor relatief makkelijk van hun bomen verkopen. De
laatste jaren is te zien dat de ondernemers die in staat zijn om toegevoegde waarde aan hun product te geven en
het product goed in de markt kunnen zetten in staat zijn om nog goed te draaien. Denken vanuit de eindklant is
hierbij belangrijk. Er voor zorgen dat het de consument makkelijk wordt gemaakt met goede productinformatie en
een goede productpresentatie. Zo zien tuincentra duidelijk wat de verdienste voor hen aan de producten is.
Daarnaast proberen bedrijven zich te onderscheiden door bijvoorbeeld afzetgarantie te geven op de geleverde
49
partijen. De ondernemers die dit soort slagen niet maken hebben het moeilijk. Het grote verschil zit hem in de
kwekers die kwekers zijn en de kwekers die ondernemers zijn. De kweker die ondernemer is, ziet dat hij nu al aan
planten moet werken die hij over vijf jaar wil verkopen en weet ook hoe hij zijn product moet vermarkten. Dat doet
50
hij onder andere door er op uit te gaan. De kweker die geen goede ondernemer is, is te traditioneel, vind het
51
lastig zijn product te promoten en heeft soms moeite naar de markt te kijken.
41
De Boomkwekerij, 2011, nr. 13, blz. 4
De Boomkwekerij, 2011, nr. 20, blz. 14 en 15
43
De Boomkwekerij, 2011, nr. 19, blz. 16 (Citaat W.A.A. de Bresser)
44
De Boomkwekerij, 2011, nr. 18, blz. 17 (Citaat A. Arends)
45
De Boomkwekerij, 2011, nr. 18, blz. 17 (Citaat G. van Setten)
46
Zie bijlage 14
47
Zie bijlage 15
48
Vergeer, L.Th.A. (Leo Vergeer Tuinplanten) interview, 6 juli 2011
49
Kleiweg, I.J. (Rabobank Zuid-Holland Midden) e-mail, 17 mei 2011
50
Herijgers, P.J.M. (Treeport Europe, platform Agrologistiek) interview 8 juni 2011
& Dijk, F.H.P. van (FloraHolland Boskoop) interview 11 mei 2011
51
Vergeer, L.Th.A. (Leo Vergeer Tuinplanten) interview, 6 juli 2011
42
17
E.H. de Vries
Oktober 2011
`
1.9: Imago
De eerder besproken elementen van de boomkwekerijsector maken nog niet duidelijk of mensen de
boomkwekerij een aantrekkelijke sector vinden. Dat lijkt niet het geval volgens het vakblad De Boomkwekerij:
Jongeren hebben een negatief beeld van de boomkwekerijsector: Het werk is zwaar en de
52
arbeidsomstandigheden zijn slecht. Het sociale leven is een heel seizoen bijna nihil. Kwekers maken enorm
53
veel uren en jongeren zien dat hun ouders veel te hard werken, daarom gaan ze een andere kant op.
Als het gaat om de bijdrage aan de maatschappij heeft de boomkwekerij wel een hele goede naam. Dit komt
onder andere door de positieve bijdrage aan de omgeving.
52
53
Deboomkwekerij.nl, Arbeidsmarktcampagne It’s A live van start, 25 maart 2010
Herijgers, P.J.M. (Treeport Europe, platform agrologistiek) interview, 8 juni 2011
18
E.H. de Vries
Oktober 2011
`
2. Boskoop: centrum van de Nederlandse boomkwekerij
2.1: Inleiding
Boskoop is het centrum van de Nederlandse boomkwekerij met zo‟n 700 kwekers op 1100 hectare grond. Het
betreft een gebied waar alle activiteiten omtrent de boom- en sierteelt samenvallen. Naast de primaire activiteiten
voor de kwekerij, zoals handel, productie en logistiek, hebben ook diverse toeleveringsbedrijven, adviesbureaus,
en kennis- en innovatieplatformen zich er gevestigd. De clustering van de functies omtrent de boom- en sierteelt,
maakt dat Boskoop zich één van de vijf Greenports mag noemen, naast Aalsmeer, de Duin- en
bloembollenstreek, Venlo, en het Westland-Oostland.
De volgende cijfers geven duidelijk aan waarom Boskoop zich één van de vijf Greenports mag noemen:
Productiewaarde in €
Bedrijven
Gem. bedrijfsgrootte in ha.
Areaal in ha.
Areaal glas in ha.
Arbeidsplaatsen
Nederland
600 miljoen
3590
4,71
16.911
395
6.400
54
Boskoop
200 miljoen
720
1,5
1.100
90
3.000
Desondanks lijkt de status van Boskoop binnen de boomkwekerijsector minder sterk te worden. Het binnenland
(de andere Nederlandse boomteeltcentra) zijn enorm sterk geworden. Vroeger waren dat juist de leveranciers van
55
de Boskoopse kwekers en handelaren. Nu is dat bijna andersom.
Om te begrijpen waarom de kwekerijsector zich in Boskoop ontwikkelde moeten we terug in de tijd. De grond in
deze regio voldeed aan specifieke eisen voor de boomteelt waardoor kwekers vroeger bijna gebonden waren aan
deze regio. Er kon een breed assortiment gekweekt worden op deze grond. Een ander voordeel waren de sloten
en de windsingels. Deze zorgden er voor dat Boskoop veel minder last had van nachtvorst in het voorjaar in
56
vergelijking met andere gebieden in Nederland.
Boskoop kent een echte ondernemersgeest met ruim 700 kwekers in de omgeving. De cultuur in de Boskoopse
boomkwekerijwereld wordt gezien als vrij individualistisch en conservatief. Er werd in een rapport geconstateerd
57
dat boomkwekers in Boskoop zeer op zichzelf gericht: „Men zit vaak op hun koninkrijk van 1 hectare.‟ Er wordt
gesteld dat het individualisme is gebaseerd op het wantrouwen dat men tegenover elkaar heeft in verband met
concurrentie. De Boskoopse kwekers zelf zijn echter een andere mening toegedaan: “Dat wij in Boskoop
helemaal niet samenwerken is niet waar. Het wordt zwaar overdreven en is gebaseerd op een stereotypering die
is ontstaan. Het klopt dat we hier graag op ons eigen zijn, maar het beeld dat er in deze omgeving een volledige
afkerende houding bestaat tegen samenwerking is niet juist. Er zijn groepen kwekers die samen inkopen en
samen verkopen. Dit scheelt ons allen geld. We zien in Boskoop dus ook dat samenwerken wel degelijk
58
voordelen heeft.”
Er is dan ook nog een andere visie: “De zelfstandigheid zit een Boskoopse kweker in de genen. Men wil altijd de
eigen broek ophouden en niet afhankelijk zijn van een ander. Je eigen stukje grond, waar je je eigen boterham
verdient, is heel belangrijk voor een kweker in Boskoop. De zelfstandigheid komt ook terug in de drang om te
overleven. Met name de kwekers met een kwekersachtergrond hebben een zeer sterke overlevingsdrang.
Daarom gaat een kweker niet snel failliet. En de ellende die er wel is, daar is weinig van te merken door de
59
zelfredzaamheid van de kwekers.
54
CBS, PT, Visie en agenda Greenport Boskoop
Vergeer, L.Th.A. (Leo Vergeer Tuinplanten) interview, 6 juli 2011
56
Bakker, H. de (Van der Slikke Rentmeesters) interview, 17 mei 2011
57
Visie en agenda Greenport regio Boskoop 2006, blz. 18
58
Vergeer, L.Th.A. (Leo Vergeer Tuinplanten) interview, 6 juli 2011 & Jong, A.L. de (Jac de Jong Boomkwekerij),
interview, 11 juli 2011
59
Lint, J.A.J. van (Proba) interview, 9 mei 2011
55
19
E.H. de Vries
Oktober 2011
`
Boskoopse kwekers zijn namelijk doorsnee ondernemers die goede antennes hebben ontwikkeld voor de sector
waarin zij werken. Veel boomkwekers hebben een lagere tot middelbare opleiding. Op sommige gebieden
ontbreekt het daardoor aan kennis en moeten zij steun zoeken. Dan moet er gedacht worden aan ICT of
financiën. Er mag echter niet vergeten worden dat elke Boskoopse kweker een selfmade man is, die verstand
60
heeft van zijn vak.”
2.2: Schaalvergroting
Zoals al eerder vermeld is er schaalvergroting gaande. Ook in Boskoop is het aantal hectaren per bedrijf
toegenomen en het aantal kwekers afgenomen. Had een kweker in 1985 nog 1 hectare, nu is dat gemiddeld 1,5
61
hectare. Daarnaast werd in 2006 gesteld dat er voor een gezonde Greenport ongeveer twee procent ruimtegroei
per jaar nodig is. Dat zou betekenen dat er over tien jaar (uitgaande dat er nu 1100 ha. voor het areaal van de
62
boomkwekerij wordt gebruikt), 240 ha. extra nodig is voor de boomkwekerijsector. Het is echter lastig om uit te
breiden en sommige stukken grond waarop nu nog kweekbedrijven actief zijn, zullen in de toekomst niet meer
geschikt zijn voor boomteelt vanwege de eisen die tegenwoordig worden gesteld aan een kwekerij.
Boomkwekerijgrond moet van voldoende omvang en goed ontsloten zijn, wil het perceel waarde hebben: Hoe
63
beter een kwekerij ontsloten is, hoe hoger de prijs die voor de grond zal worden betaald. Kijkend naar de trend
van schaalvergroting is het bij de verkoop van een kwekerij belangrijk of er mogelijkheden zijn tot
schaalvergroting in de omgeving. Is dit niet het geval, dan is het een stuk minder aantrekkelijk om deze kwekerij
64
te kopen, wat zich vertaald in de prijs die voor de grond zal worden betaald.
Door schaalvergroting ontstaan dus onverkoopbare stukken grond, doordat deze te klein en/of te slecht ontsloten
zijn. Een oplossing voor deze stukken grond werd gevonden in de manier waarop men in Boskoop omgaat met
de wateroppervlakte in de regio. Men dempt de sloten tussen de stukken grond zodat de infrastructuur op het
bedrijf makkelijker wordt. Het wateroppervlak dat men dempt, moet elders weer worden afgegraven. “Dit is nodig
vanwege de grote toename van de verharde oppervlakte. Daarom is het van belang dat het regio Boskoop over
voldoende oppervlaktewater blijft beschikken. Regenbuien geven een extra belasting op de bemalingscapaciteit.
Vooral bij gebieden met veel pot- en containerteelt ligt het water zeer snel in de sloot. Dit water moet goed
afgevoerd worden.” Daardoor is de volgende constructie tot stand gekomen: “In het kader van deze regeling
worden vaak onverkoopbare stukken grond afgegraven voor water. Met de eigenaar wordt dan een overeenkomst
gesloten. Deze krijgt dan 8 euro tot 10 euro per m². Dit geeft op deze manier een soort minimumprijs aan de
betreffende grond. Een eis is wel dat de afgegraven grond landschappelijk wordt ingericht. Men kan bijvoorbeeld
65
een partij eilandjes of een houtakker maken.”
2.3: Specialisatie
Eerder werd al gesteld dat grote kwekerijen groter zullen worden en de kleine kwekerijen klein zullen blijven.
Kwekers zullen kiezen voor vollegrondsteelt of pot- en containerteelt en voor beiden zal er markt blijven. De
kleinere kwekers zullen zich met name specialiseren in producten waar niet veel grond voor nodig is, maar waar
toch een goede boterham mee te verdienen valt. Denk bijvoorbeeld aan één jarige veredelingen, die een hoge
2
66
opbrengst per m genereren. Hierbij is het van belang dat kleine kwekers zich onderscheiden met hun product.
Die onderscheidende factoren hebben puur te maken met marketing, creativiteit en innovativiteit. Dat kan in de
67
vorm van onder andere een grotere maat, of een unieke kruising. Dit wordt bij navraag ondersteund door een
kweker: “Het element marketing wordt nu niet of nauwelijks toegepast bij planten, maar biedt zeer interessante
68
mogelijkheden.”
60
Lint, J.A.J. van (Proba) interview, 9 mei 2011
Bijlagen Visie en agenda Greenport regio Boskoop, 2006, blz. 15
62
Bijlagen Visie en agenda Greenport regio Boskoop, 2006, blz. 64
63
Sijs, M.S.M. van der (Van der Sijs Makelaardij) interview, 3 mei 2011 en Bakker, H. de (Van der Slikke
Rentmeesters) interview, 17 mei 2011
64
Bakker, H. de (Van der Slikke Rentmeesters) interview, 17 mei 2011
65
Bakker, H. de (Van der Slikke Rentmeesters) interview, 17 mei 2011
66
Bakker, H. de (Van der Slikke Rentmeesters) interview, 17 mei 2011
67
Lint, J.A.J. van (Proba) interview, 9 mei 2011
68
P.B.W. Bontekoe (Landelijke vakgroep bomen en vaste planten) e-mail, 8 oktober 2011
61
20
E.H. de Vries
Oktober 2011
`
2.4: Pot- en containerteelt
De pot- en containerteelt kwam begin jaren „70 op en is in veertig jaar uitgegroeid tot een volwaardig onderdeel
van de boomkwekerij. Dat de pot- en containerteelt vooral in regio Boskoop wordt toegepast heeft te maken met
de clusterfunctie in het gebied. Door deze clusterfunctie kon deze teelt zich hier heel goed ontwikkelen.
Bovendien slaat veengrond ook zeer goed aan in de containers. Het grote voordeel is dat de handel door deze
manier van kweken bijna jaarrond is geworden. Daarnaast neemt de afhankelijkheid van de fysiologische
69
eigenschappen af. Het gaat bij pot- en containerteelt meer om de draagkracht van de bodem.
Regio Boskoop lijkt in de toekomst een gebied te worden waar men zich nog meer gaat specialiseren in
pot- en containerteelt. Volgens het rapport „Bomen in beeld‟ is de kans zelfs groot dat in de toekomst het areaal in
70
de regio Boskoop voor 50 procent uit pot- en containerteelt bestaat. Dat zou kunnen betekenen dat het
glasareaal toeneemt. Daardoor hebben de weersomstandigheden nauwelijks invloed op het kweekproces en dit
komt de kwaliteit van de boomkwekerijproducten ten goede. Afgaand op de cijfers blijft het glasareaal in Boskoop
71
vooralsnog stabiel. De oppervlakte van pot- en containerteelt zou de afgelopen twee jaar echter toegenomen
72
moeten zijn, aangezien de vollegrondsteelt afnam en de teelt onder glas stabiel bleef. Cijfers van de pot- en
containerteelt om deze ontwikkeling vast te stellen ontbreken echter.
Volgens het CBS nam de pot- en containerteelt echter licht af. Stibos twijfelde echter aan de juistheid van de
cijfers: “Het is in tegenstelling tot mijn gevoel, wat zegt dat de vollegrondsteelt stabiliseert en de pottenteelt de
groeiende sector is. De enige verklaring die ik voor de regio Boskoop kan bedenken is dat er, door de strenge
73
ruimtelijke beperkingen van provincie en gemeenten, al een paar jaar nauwelijks uitbreiding mogelijk was .” In
het rapport van Greenport Boskoop, „Bomen in beeld‟ wordt vervolgens gesteld dat pot- en containerteelt steeds
meer terrein zal winnen in regio Boskoop, al wordt over het algemeen aangenomen dat de pot- en containerteelt
op dit moment stabiliseert tot 20 procent van het totale areaal in de boomkwekerij. De belangrijkste reden voor de
74
stabilisatie lijkt de al eerder genoemde beperkte uitbreidingsmogelijkheden voor de kwekers in regio Boskoop.
2.5: De clusterfunctie
Ondanks die beperkte uitbreidingsmogelijkheid kiezen maar weinig kwekers er voor hun bedrijf elders voort te
zetten: “Er zijn genoeg gebieden die met name bedrijfsstructureel gezien, aantrekkelijker zouden zijn en ook op
teelttechnisch en klimatologisch gebied goed aansluiten op boomkwekerijproducten. Daarbij moet onder andere
75
gedacht worden aan Luttelgeest” (Noordoostpolder)
Dat kwekers graag in Boskoop blijven heeft te maken met de clustering van handel, logistiek, toelevering en de
veilingen. Dit zorgt voor rechtstreekse en korte lijnen binnen dit gebied betreffende de kwekerijsector en dat
76
maakt dat het aantrekkelijk blijft om in dit gebied te kweken. . Dit beeld wordt bevestigd door het volgende citaat:
“Ik sprak een keer een kweker die zichzelf geïsoleerd heeft door ergens in de Flevopolder of Noordoostpolder te
gaan zitten. Hij heeft zich blindgestaard op de ruimte en de harde ondergrond. De voorwaarden waren
fantastisch. Hij was welkom bij de gemeente en kreeg diverse subsidies. Nu loopt hij vast op het gebrek aan
77
collega‟s. Samenwerking is onmogelijk omdat er geen andere kwekers in de omgeving zitten.”
Naast de korte lijnen binnen het gebied is er ook een sociaal aspect verbonden aan de keuze om niet uit regio
Boskoop weg te gaan: “De mensen die kunnen verhuizen hebben vaak grote bedrijven, veel personeel en
kinderen. Dan is het een hele stap om ergens anders het bedrijf voort te zetten, ook sociaal gezien. Er werd wel
eens verwacht dat meer mensen die stap zouden maken. Met name omdat door de komst van pot- en
containerteelt de vestigingseisen minder zwaar werden. Daarnaast speelt het deels ook een rol dat het
familiebedrijven zijn. Bovendien gaan Boskopers niet zomaar weg uit Boskoop. Maar denk daarbij nogmaals aan
69
Bomen over ruimte, 2002, blz. 10
Bijlagen Visie en agenda Greenport regio Boskoop, 2006, blz. 117
71
Zie bijlage 18
72
Zie bijlage 17 en 18
73
Deboomkwekerij.nl, 26 februari 2008 (Citaat P.L. Trimp) (Zie ook bijlagen 8 en 16)
74
Bomen over ruimte, 2002, blz. 18
75
Bakker, H. de (Van der Slikke Rentmeesters) interview, 17 mei 2011
76
Bakker, H. de (Van der Slikke Rentmeesters) interview, 17 mei 2011
77
Vergeer, L.Th.A. (Leo Vergeer Tuinplanten) interview, 6 juli 2011
70
21
E.H. de Vries
Oktober 2011
`
de clusterfunctie hier in de regio. Daardoor zijn er zoals gezegd korte lijnen binnen de kwekerijsector in de
78
regio.”
Deze korte lijnen vertalen zich in de goede collectiefunctie die in Boskoop aanwezig is. Daardoor kan er snel tot
een betaalbaar assortiment gekomen worden. Voor de handel is dat van zeer groot belang. Dat maakt dat zowel
de collectie- als de handelsfunctie bestaansrecht heeft in Boskoop. Verder zijn bedrijven hier gelegen in een
driehoek van veilingen, namelijk Naaldwijk, Aalsmeer, Boskoop. Deze geografische functie zorgt daardoor ook
79
voor het behoud van de kwekerijactiviteiten in Boskoop.
Dat ruimtegebrek er mogelijk toe leidt dat er (nog meer) productie buiten regio Boskoop plaatsvindt, hoeft geen
gevolgen te hebben voor de handel. Om de handelsfunctie te behouden is het namelijk niet noodzakelijk dat er
80
een volledige productiefunctie aanwezig blijft in dit gebied. Kwekers laten bijvoorbeeld steeds meer produceren
in Polen. Dit betreft dan vooral uitgangsmateriaal.
Bovendien heeft Boskoop de laatste tien jaar enorme stappen gemaakt, als het gaat om het clusteren van
bedrijven. Hierdoor kan er nog efficiënter gewerkt worden. Een voorbeeld hiervan is de ontwikkeling van het
International Trade Centre (ITC). Hier zitten veel logistieke handelingen bij elkaar. Het feit dat iedereen in
Boskoop voor zichzelf bezig is, maakt dat mensen moeite hebben zich aan te passen en een sterk gebied te
creëren., maar in vergelijking met tien jaar geleden is er al veel bereikt. Zo biedt ook het Pot en Containerteelt81
terrein (PCT) is een zeer mooie mogelijkheid om bedrijven nog beter te centraliseren. In totaal is daar veertig
82
hectare bestemd voor toeleverende bedrijven, mechanisatie, onderwijs etc.
2.6: De grondprijs
De clusterfunctie in Boskoop is ontstaan doordat de grond zoals gezegd voldeed aan specifieke eisen voor de
boomteelt. Daardoor waren kwekers vroeger bijna gebonden waren aan deze regio. Hierdoor was er nog
decennia lang schaarste aan grond. Deze schaarste zorgde voor een stijgende grondprijs. Een andere factor is
de hoge omzet per hectare in de boomkwekerij. Doordat deze veelal steeg konden kwekers steeds meer bieden
en vragen voor de grond. Dat had ook tot gevolg dat de grondprijs omhoog ging. Met de introductie van pot- en
83
containerteelt, werd de opbrengst per hectare nog hoger, met als gevolg dat de grondprijs nog verder steeg.
Het is echter niet zo dat huidige grondprijs het onmogelijk maakt een kwekerij te beginnen: “In regio Boskoop is
de grondprijs altijd al een blok aan het been geweest voor het starten van een kwekerij. Het was voor ieder
startende kweker een hele grote stap. De meeste kwekers pachtten daarom eerst een stuk grond, voordat er
84
grond werd aangekocht.”
De grond in Boskoop is de laatste jaren wel goedkoper geworden door de crisis, zo blijkt uit informatie van de
Rabobank Zuid-Holland Midden: “De grondprijzen hebben de afgelopen jaren een negatieve ontwikkeling
doorgemaakt. De prijs lag voor de crisis nog makkelijk op 20 euro á 25 euro per m². Nu is dat in de meeste
85
gevallen 15 euro tot 18 euro per m².”
78
Bakker, H. de (Van der Slikke Rentmeesters) interview, 17 mei 2011
Lint, J.A.J. van (Proba) interview, 9 mei 2011
80
Lint, J.A.J. van (Proba) interview, 9 mei 2011
81
Dijk, F.H.P. van (FloraHolland Boskoop) interview, 11 mei 2011
82
Steeg, M. van der (Gemeente Rijnwoude) interview, 11 mei 2011
83
Bakker, H. de (Van der Slikke Rentmeesters) interview, 17 mei 2011
84
Bakker, H. de (Van der Slikke Rentmeesters) interview, 17 mei 2011
85
Kleiweg, I.J. (Rabobank Zuid-Holland Midden) e-mail, 17 mei 2011
79
22
E.H. de Vries
Oktober 2011
`
2.7: Bedrijfsliquidatie en opvolging
De daling van de grondprijs heeft ook gevolgen voor de kwekers die willen stoppen. Er zijn mensen die hun
kwekerij best zouden willen stoppen, maar geen kans zien om op een gunstige manier het bedrijf te verkopen.
Ook hier speelt de courantheid van de kavel weer een rol. Wat betreft de prijsdaling: Deze begint pas het
afgelopen jaar door te zetten. Tot 1,5 jaar terug was er nog geen echte prijsdaling waarneembaar. Er waren toen
86
wel een aantal kavels al moeilijker verkoopbaar.
De kwekers die stoppen zijn in twee groepen in te delen: De mensen met de pensioengerechtigde leeftijd vormt
een groep en er is een groep die het lichamelijk niet meer aan kan. De laatstgenoemde groep, die vaak voortijdig
stopt, wordt steeds groter. Daarnaast speelt ook een rol dat het exploitatieresultaat van het bedrijf de laatste jaren
terugloopt. Het inkomen wordt lager. Een enkeling heeft dat in de gaten en stopt op tijd. Maar er zijn ook een paar
87
kwekers die bij moeten financieren. Daardoor wordt het moeilijker om te stoppen met de bedrijfsactiviteiten.
Verwacht wordt dat er de komende jaren meer stakers dan starters zijn: “Het afgelopen jaar zijn er slechts enkele
mensen een bedrijf in de boomkwekerijsector gestart. Op dit moment lopen er wel paar aanvragen lopen voor
bedrijfsovername in de familiesfeer. Opvolging wordt de komende jaren een steeds groter probleem. Verwacht
wordt dat de komende tien jaar circa 50 procent van de ondernemers gaat afhaken. De reden is meestal dat er
88
geen opvolging is of dat er geen perspectief is op een winstgevende onderneming.” Volgens kwekers zijn er
echter nog wel jongeren die graag in de boomkwekerijsector een bedrijf willen starten: “Er zijn zeker nog wel
jongeren die een bedrijf willen starten in de boomkwekerijsector, maar dan moet men direct met vier á vijf hectare
starten. Met één hectare ga je het niet meer redden. Voor de financiering van vier hectare en de andere middelen
die je nodig hebt, heb je geld van de bank nodig en dat is tegenwoordig niet zo makkelijk. Daarnaast is de afzet
89
op dit moment één groot zwart gat en loopt de rentabiliteit terug van de boomkwekerijbedrijven.” Als je een
kwekerij wil beginnen moet je dus een concreet plan hebben, met concrete afnemers, want het kost veel tijd om
90
een vaste klantenkring op te bouwen. En dat is voor jongere kwekers niet makkelijker op geworden.
Het aantal dalende starters en de problemen omtrent opvolging in de kwekerijsector zijn overigens niet nieuw.
Cijfers uit een rapport dat in 2002 verscheen, schetsten toen al een soortgelijk beeld. Leeftijd en opvolging
werden destijds als belangrijkste redenen genoemd voor het terugtreden. Het gevolg hiervan was dat
91
47,2 procent van de bedrijven zou worden beëindigd.
2.8: Stille verkoop
De opvolgingsproblemen of het gebrek aan perspectief voor een winstgevende onderneming, leiden er toe dat er
bedrijven in Boskoop in de stille verkoop staan, hoewel er geen exacte aantallen zijn te noemen. De Rabobank
had het een paar jaar geleden over een honderdtal bedrijven die in de stille verkoop stonden. Als de bedrijven
waarvan het krediet eigenlijk opgezegd zou moeten worden, zou dat honderdtal verdubbeld kunnen worden. Toch
wordt er ook getwijfeld aan deze getallen. Het vermoeden bestaat dat slechts een klein deel van de bedrijven zijn
onderneming actief in de stille verkoop heeft staan. De verwachting is dat dit aantal nog stijgt, aangezien 2010
92
geen goed jaar was voor de boomkwekerijsector.
Navraag bij bedrijven die zich bezighouden met de verkoop van tuinbouwvastgoed in de regio Boskoop leverde
geen duidelijk beeld op. Twee makelaardijen gaven aan geen bedrijven in de stille verkoop te hebben staan, één
gaf aan vijf bedrijven in de stille verkoop te hebben, waarvan de verwachting is dat deze op termijn hun bedrijf in
93
de openbare verkoop zetten.
86
Bakker, H. de (Van der Slikke Rentmeesters) Interview, 17 mei 2011
Bakker, H. de (Van der Slikke Rentmeesters) Interview, 17 mei 2011
88
Kleiweg, I.J. (Rabobank Zuid-Holland Midden) e-mail, 17 mei 2011
89
Vergeer, L.Th.A. (Leo Vergeer Tuinplanten) interview, 6 juli 2011
90
Jong, A.L. de (Jac de Jong Boomkwekerij) interview 11 juli 2011
91
Wijkers en blijvers, 2002, blz. 13 (zie tabellen 10, 11 en 12 in de bijlage)
92
Bakker, H. de (Van der Slikke Rentmeesters) e-mail, 6 juni 2011
93
Er is voor gekozen bij deze informatie geen namen van personen en ondernemingen bekend te maken.
87
23
E.H. de Vries
Oktober 2011
`
Eén makelaar gaf ook het volgende aan omtrent stille verkoop: “Als je aan honderd kwekers vraagt of ze bij een
goed bod de kwekerij willen verkopen zal 90 procent „ja‟ zeggen. Kortom, stille verkoop zegt eigenlijk niet
94
zoveel.”
94
Sijs, M.S.M. van der (Van der Sijs Makelaardij) e-mail, 27 juni 2011
24
E.H. de Vries
Oktober 2011
`
3. De boomkwekerijsector doorlopen
© E.H. de Vries (Proba B.V.)
25
E.H. de Vries
Oktober 2011
`
De boomkwekerijsector wordt als volgt doorlopen:
Kweker
Veiling
Handel/Export
Retail
Consument
© E.H. de Vries (Proba B.V.)
Het transport wordt hierbij ook behandeld, omdat het een belangrijke schakel is door de keten heen.
3.1: Kweker
Door de automatisering en de verbeterde productiemethode is er een hogere productie van
boomkwekerijproducten. Daardoor is er meer aanbod dan vraag, waardoor de prijzen tegenvallen. Verder is zoals
eerder aangegeven de afzet moeilijker geworden. Door de onzekerheid in de sector zien jongeren geen kans om
een bedrijf in de boomkwekerijsector starten.
Verder ontstaat er specialisatie naar pot- en containerteelt of vollegrondsteelt. Vollegrondskwekers leveren hun
planten als halfproduct op, aan gespecialiseerde pot- en containerteelt bedrijven die de planten afkweken. De
gecombineerde teelt van volle grond en pot- en containerteelt zal bijna volledig verdwijnen.
Wat betreft specialisatie wordt er in de toekomst gekeken naar diverse vormen van specialisatie:



Eén gewasgroep (bijvoorbeeld klimplanten) met een heel breed assortiment, en mogelijk gespecialiseerd
in één of enkele maten.
Enkele (Minimaal 15) verschillende standaard producten in grote aantallen kweken.
Een nicheproduct op een kleine kwekerij produceren. (Bijvoorbeeld meerdere soorten hibiscus gaan
kweken.)
Kijkend naar de schaalvergroting is de verwachting dat deze de komende jaren zal aanhouden. Een kweker van
pot- en containerteelt zal drie tot vier hectare tot zijn beschikking hebben en een vollegrondskweker zal drie tot
tien hectaren gebruiken voor zijn teelt.
3.2: Handel
De handel binnen de kwekerijsector is met name belangrijk voor het bijeen brengen van verschillende producten.
Deze schakel in de kwekerijsector wordt vooral gezien als een functie die de gevraagde producten bij elkaar kan
brengen voor zijn klant en daarnaast ook nog een adviserende heeft tegenover de kopende partij.
De regiefunctie die de handel op dit moment heeft, zal in de toekomst nog belangrijker worden. De producten
komen binnen, worden gemengd en gaan weg. Met name voor klanten die in het hogere segment zitten en veel
95
variëteit in hun assortiment willen hebben is dit van zeer groot belang.
De handel wordt gezien als een regisseur van het logistieke proces. Dit zal ook voor de retail belangrijk blijven.
De handel moet voor hun namelijk snel een goed aanbod bij elkaar kunnen brengen en hun van goed advies
kunnen voorzien over de trends binnen de boomkwekerijsector.
De functie van de handel als tussenpersoon of schakel in de keten lijkt minder sterk aan het worden. Er zijn
voorbeelden die laten zien dat de schakel van de handel er tussenuit wordt gehaald. Een goed voorbeeld hiervan
komt uit een interview met Boomkwekerij Vermeer uit Opheusden, die alleen voor de handel in de
Oostbloklanden nog een tussenpersoon inschakelt. Zie het verhaal op de volgende bladzijde.
95
Lenthe, E.A. van (Baas Plantenservice) interview, 26 april 2011
26
E.H. de Vries
Oktober 2011
`
Zo‟n 20 jaar geleden begon Vermeer met het opzetten van de export. Klanten vanuit het buitenland
(Groothandelaren die groenprojecten beleveren) kwamen zelf naar Opheusden en zagen dat ze de bomen met
rechtstreekse levering goedkoper konden krijgen. Zo werd de schakel van de tussenhandel er uit gehaald. De
export naar de omringen landen gaat rechtstreeks. Voor de Oostbloklanden, waarvan wordt ingeschat dat er een
enorme groeipotentie in zit, schakelt Vermeer wel tussenpersonen in, om de taalbarrière te doorbreken en de
kennis binnen de boomkwekerijsector zo goed mogelijk over te brengen.”
Toch is er enige verwachting dat in de toekomst na de tussenhandel, ook de groothandelaren niet meer nodig
zijn als schakel binnen de handel: “Misschien leveren we over 10 jaar rechtstreeks aan de eindverbruiker in het
96
buitenland,” aldus Vermeer.
Ook bij Intergreen haalt men de schakel van de handelaar/exporteur er tussenuit:
Intergreen UK Ltd.
Kernactiviteit: Het efficiënt verwerken van bloemen tot boeketten, logistiek centrum
Aantal medewerkers: 225
Afzetgebied: Groot Brittannië
Klanten: Engelse retailers
USP‟s: Kosten efficiënt, reactietijd orders
Intergreen directeur Henk Salome: “In het verleden ging ieder bloemetje en plantje via de logistiek van de veiling
naar de exporteur. In de loop der jaren zijn wij steeds meer producten rechtstreeks van de kweker gaan
betrekken om deze vervolgens direct door te zenden naar ons productiepunt in Engeland. In een volgende fase
zal de importstroom rechtstreeks naar het land van consumptie worden gedirigeerd. Met de bijbehorende service
97
zullen wij straks zeven dagen per week in de weer zijn.”
Mede door de ontwikkeling uit bovenstaand artikel wordt vaker de adviserende rol van de handel als
onderscheidend vermogen genoemd. De handel kan zich straks waarschijnlijk onderscheiden door hun kennis
van het assortiment, en op het gebied van de prijs en kwaliteitverhouding.
Toch zal de handelsfunctie, ondanks de eerder genoemde ontwikkelingen nooit helemaal verdwijnen: “De
clusterfunctie in Boskoop zorgt er immers voor dat er via de handel snel tot een betaalbaar assortiment kan
worden gekomen. Bovendien moet de klant door de handelaar gevoed worden om nieuwe producten af te
98
nemen.”
Daarnaast kan de handel natuurlijk signaleren wat de trend is, maar kan zijn klant (de kweker) ook een nieuw
product aanbieden. Dat laatste, oftewel het voeden van de klant, is niet altijd even makkelijk voor de kweker.
Deze moet de handel of de exporteur overtuigen van zijn product. Maar datgene wat een handelaar/exporteur niet
kent, zal hij niet snel afnemen. Vaak kiest men toch voor de topartikelen die in grote aantallen worden verkocht.
Die angst voor de afzet van nieuwe producten zorgt er voor dat handelaren/exporteurs het grote assortiment van
sierteeltproducten niet kennen. De handelaar/exporteur weet namelijk niet of het succesvol zal zijn. Bovendien wil
hij dan direct grote aantallen af kunnen nemen. Die angst en mogelijk ook de verkoop van grote aantallen zou
99
nog wel eens een probleem kunnen zijn voor nichekwekers die een vrij uniek product kweken.
Samengevat: Wil de exporteur een groot assortiment aan kunnen bieden dan zal er hard gewerkt moeten worden
aan een betere ontsluiting van het aanbod en de kennis van de exporteur. De kweker(s) en
handelaren/exporteurs moeten elkaar zien te vinden om samen een breed assortiment aan te bieden.
96
De Boomkwekerij, 2011 nr. 13 blz. 13 (Citaat G.V. Vermeer)
Naar een gedeelde agenda voor infrastructuur en agrologistiek rondom Greenports, Discussienotitie, 2006,
blz. 17 (Het betreffende rapport noemt als bron http://www.dfg.nl)
98
Lint, J.A.J. van (Proba) interview, 9 mei 2011
99
Lint, J.A.J. van (Proba) interview, 9 mei 2011
97
27
E.H. de Vries
Oktober 2011
`
3.3: Veiling
In een eerder gepubliceerd rapport wordt gesteld dat het belang van de veiling zal afnemen. Er wordt vanuit
100
gegaan dat steeds meer handel rechtstreeks via grote conglomeraten zal gaan, richting de retailketens. Uit de
laatste cijfers van FloraHolland blijkt echter dat de omzet van de boomkwekerijproducten is toegenomen. De
omzet van vaste planten groeide tot 22 miljoen euro. (+10%) De omzet in bomen, heesters en klimplanten steeg
tot 27 miljoen euro (+1%) Alleen de omzet in coniferen liet een daling zien en kwam uit op 22 miljoen euro. (-4%)
Daarmee kwam de totale omzet uit op 71 miljoen euro. Dat is 1% meer dan vorig jaar in dezelfde periode. (De
cijfers hebben betrekking op de eerste 16 weken van 2011) Bij Plantion te Ede kwam de omzet van
boomkwekerijproducten in de eerste 16 weken van 2011 uit op 3 miljoen euro. Dit was een stijging van 7 procent
101
ten opzichte van dezelfde periode van 2010. Overigens steeg in 2010 de omzet via de veiling eveneens. De
omzet via de veilingklokken steeg met 3,9%,(van 2.402 naar 2.495 miljoen euro.) en de omzet via de
102
FloraHolland Connect (bemiddeling) steeg met 12,1% (van 1.459 naar 1.635 miljoen euro)
Bovenstaande cijfers doen juist vermoeden dat het belang van de veiling niet zal afnemen. FloraHolland zelf
bevestigde dit beeld: “De sierteeltexporteurs zetten steeds meer boomkwekerijproducten af. In de afgelopen tien
jaar is de veilingomzet van boomkwekerijproducten op de Nederlandse bloemenveilingen verdubbeld van 96
miljoen in 1999 naar 212 miljoen euro in 2009. De verwachting is dat steeds meer sierteeltexporteurs zich gaan
richten op boomkwekerijproducten. De boomkwekerijproducten zijn bij veel sierteeltexporteurs, van huis uit
exporteurs van kamerplanten en snijbloemen, allang geen aanvullend assortiment meer, maar een volwaardige
tak binnen de bloemisterij. En dat heeft zo zijn voordelen: een grotendeels bestaand klantennetwerk en logistiek
systeem maakt het voor handelsbedrijven mogelijk om relatief gemakkelijk boomkwekerijproducten toe te voegen.
Van de boomkwekerijproducten die worden verhandeld via de veiling gaat 90 procent naar het buitenland, 10
procent is bestemd voor de binnenlandse markt.
De groei van de afzet van boomkwekerijproducten is mede te danken aan de sierteeltexporteurs. Waar
boomkwekerijproducten via de traditionele afzet vooral terecht komen in tuincentra en bij vakhandel, worden via
FloraHolland ook andere afzetkanalen aangeboord: bouwmarkten, supermarkten en vooral groothandels met
bloemisten als klant. Bij deze afzetkanalen groeit de vraag naar boomkwekerijproducten. De consument die
gewend was om boomkwekerijproducten vooral bij het tuincentrum te kopen, koopt in toenemende mate bij
andere afzetkanalen.
Deze beweging zal zich de komende jaren doorzetten. Ter illustratie: de boomkwekerijomzet van FloraHolland
103
groeide afgelopen jaar met 8 procent en het jaar daarvoor met maar liefst 12 procent.
Dat de afzet van boomkwekerijproducten via de sierteeltexporteurs toeneemt is niet geheel duidelijk in de
gegevens die verkregen zijn. Echter, indien de „Exporteurs voor de bloemkwekerij‟ als de sierteeltexporteurs
104
worden gezien is er zeker een groei te zien in dit afzetkanaal.
Hoewel het aandeel en ook de omzet van de export richting de bouwmarkten het afgelopen jaar iets terugliep, lijkt
hier ook een enorme groei mogelijk. Het aandeel in de export van de bouwmarkten is in de periode 2005-2010
toch met circa 4 procent toegenomen. Daarnaast is de omzet in dezelfde periode met ruim 20.000 euro gestegen.
100
Naar een gedeelde agenda voor infrastructuur en agrologistiek rondom Greenports, 2006, blz. 42
De Boomkwekerij, 2011, nr. 18, blz. 8
102
http://www.floraholland.nl (Kengetallen FloraHolland 2010)
103
Kaarsemaker, J.P. (FloraHolland Aalsmeer) e-mail, 14 juni 2011
104
Zie bijlage 13, 19, 20, 21 en 22
101
28
E.H. de Vries
Oktober 2011
`
3.4: Retail
De afzet van boomkwekerijproducten richting de retail neemt toe. Dat komt doordat de retailer opzoek is naar
nieuwe impulsartikelen voor de consument. De boomkwekerij is voor deze retailers, zoals de supermarkt en de
bouwmarkt, betrekkelijk nieuw en bovendien richten kwekers zich steeds meer op visueel aantrekkelijke
producten.
Als kwekers hun producten afzetten via de retail, hebben ze wel te maken met diverse eisen. Zo kunnen onder
andere de maat van de pot, de maat van het etiket, het gewicht van de tray en de maat van de plant contractueel
zijn vastgelegd. Daar is in het verleden dan ook wel eens mee gesjoemeld, waardoor de partijen die uiteindelijk
105
het contract kregen, goedkoper konden inschrijven. Daarnaast kunnen de talen die op het etiket staan zeer
belangrijk zijn: “Een Britse retailer wil absoluut niet dat het product op het etiket naast het Engels ook in het Frans
106
wordt omschreven. De Nederlandse taal op het etiket keurt men nog wel goed.”
Ook de handelsbedrijven, die de goederen voor de retailers bij elkaar brengen en mengen, ervaren dat de retailer
steeds meer eisen stelt: “Dit betekent bijvoorbeeld dat er een aantal extra taken uitgevoerd moeten worden door
de handel, zoals het vastmaken van banners , vorsthoezen en extra kaartjes aan de cc-karren. Tevens wordt het
107
aantal producten op een kar groter, waarbij de prijsstelling scherper wordt.” Dat de marges kleiner worden
wordt ook bevestigd door de kwekers:” Retailers willen zich steeds meer als de goedkoopste profileren en als de
concurrentie de prijs laat zakken, kunnen zij zich vaak niet permitteren daar niet in mee te gaan. Door deze
108
ontwikkeling staan de marges enigszins onder druk.”
Dat evenals de retailers, kwekers ook steeds groter worden, draagt er mogelijk ook aan bij dat de
kwekerijproducten steeds goedkoper aangeboden kunnen worden: “Retailers kunnen een steeds groter pakket bij
minder kwekers kopen. Dit geeft soms wel druk op de markt met betrekking tot het aanbod, maar leidt tot een
109
kostenbesparing op de logistiek.”
Het nog niet duidelijk wat voor assortiment de retail in de nabije toekomst zal gaan hanteren. Waar de één uitgaat
van een breed assortiment boomkwekerijproducten, is bij de ander de verwachting dat het assortiment smal en
uniform zal zijn. Afhankelijk van de retailer zal het verschil in assortiment te zien zijn in elementen zoals prijs en
potmaat. Zo zullen producten in de supermarkt altijd wat massaler en mogelijk van wat mindere kwaliteit zijn, dan
110
in een tuincentrum.
Er bestaat ook een visie waarin het vooral de bereikbaarheid tussen kweker, handelaar en retailer i,s die een rol
zal spelen: “Als „Supermarkt A‟ zich wel ontwikkeld in zijn assortiment, zal „Supermarkt B‟ daar in mee moeten
gaan, anders zal men speciaal naar „Supermarkt A‟ gaan voor het assortiment aan planten. Het is een soort
111
wedloop. De retailer zal dus gevoed moeten worden door de kweker en de tussenpersoon. Volgens de retail
gebeurt dat nu te weinig: “Kwekers moeten zich meer bewust zijn dat de retailer geïnformeerd moet worden over
onder andere beschikbaarheid en de toegevoegde waarde van het product. Verder zijn actuele foto‟s van
112
belang.”
De informatie en foto‟s kunnen in de toekomst nog beter gedeeld worden via de mogelijkheden die ICT biedt. “Het
113
meest ideale scenario zou software zijn die door de hele keten beschikbaar is.”
105
Jong, A.L. de (Jac de Jong Boomkwekerij) interview, 11 juli 2011
Vergeer, L.Th.A. (Leo Vergeer Tuinplanten) interview, 6 juli 2011
107
Lenthe, E.A. van (Baas Plantenservice) interview, 26 april 2011
108
Jong, A.L. de (Jac de Jong Boomkwekerij) interview, 11 juli 2011
109
Meer R.C. van der (GRS Groen) interview, 1 juni 2011
110
Jong, A.L. de (Jac de Jong Boomkwekerij) interview, 11 juli 2011
111
Lint, J.A.J. van (Proba) interview, 9 mei 2011
112
Meer R.C. van der (GRS Groen) interview, 1 juni 2011
113
Meer R.C. van der (GRS Groen) interview, 1 juni 2011
106
29
E.H. de Vries
Oktober 2011
`
3.5: Consument
De groep consumenten die plantenkenner is, is maar heel klein. De grote groep consumenten kiest de plant die
op dat moment visueel het meest aantrekkelijk is. Al bloeit „plant A‟ over vier weken mooier dan „plant B‟, men
koopt toch de plant die nu bloeit. Of men kiest die plant door de toegevoegde waarde, door een bepaalde pot of
114
een bepaald etiket. De manier waarop de consument zijn of haar producten koopt is ook verandert: Vroeger
gingen mensen met een lijstje naar de betreffende retailer en wilde men bepaalde planten hebben. Nu gaat men
naar de winkel en kiest men door een prijsprikkel wat men wil hebben. Dit is bijna 75 procent van de verkoop.
Daarmee lijken ook de vragen van de consument verandert. Zo is een veel gehoorde vraag van de consument bij
115
de aankoop een boomkwekerijproduct: „waar staat de plant het beste?‟
Zoals al eerder gezegd is de consument geen plantenkenner. Echter, het personeel van de retailers zelf heeft ook
116
niet of nauwelijks kennis van de planten, zo bleek uit een al eerder gepubliceerd rapport. De kennis van
boomkwekerijproducten lijkt aan het einde van de keten niet aanwezig en dus kent men de achtergrond van de
plant ook niet. De informatie die voor dat verhaal nodig is, moet daarom beter worden doorgegeven aan de retail
of kort maar krachtig op het etiket staan. Door het verhaal over het boomkwekerijproduct aan de consument te
vertellen kan hij of zij zich aangetrokken voelen door een bepaalde plant. Wat er nu dan ook gebeurt is dat de
producent over de retailer heen informatie geeft en verschaft aan de consument. De producent krijgt op deze
manier dus informatie vanuit de vraagkant. Deze interactieve manier van communicatie tussen producent en
consument staat nog in de kinderschoenen, maar verwacht wordt dat dit in de toekomst een marketingmiddel zal
zijn in de boomkwekerij. Daarnaast moet de boomkwekerijsector de positieve elementen van de
117
boomkwekerijproducten blijven ondersteunen.”
Maar er bestaat ook twijfel of de consument de achtergrond en de informatie over een plant nog tot zich wil
nemen. Zo constateerde een kweker enkele jaren geleden al: “Consumenten vragen niet meer naar bepaalde
118
cultivars. Ze willen gewoon een goede roos. Meer niet. Ook vanuit de retail vraagt men zich af in hoeverre de
consument nog geïnteresseerd is in het verhaal achter het product: “Consumenten moeten een product kunnen
119
kopen die op dat moment de beste sierwaarde heeft, en niet omdat het een bepaalde naam heeft.”
Door de minder specifieke vraag van de consument bestaat de kans dat het assortiment verschraalt: “Als ik om
mij heen kijk zie ik onherroepelijk dat het kwekerij-assortiment kleiner wordt. Ik vraag me af of dat echt erg is. De
kennis over groen verdwijnt bij de consument. Het wordt steeds meer een impulsartikel in bouwmarkten en
120
tuincentra.” Toch zal er ondanks de verschraling ruimte blijven voor nieuwe producten: “Het assortiment zal
altijd vernieuwd worden. Achtergronden van planten zullen immers weer gebruikt worden, naarmate de
121
consument informatie behoeft die interessant of sensationeel is.”
De schaalvergroting in de sector en de mindere kennis van de consument hoeft echter niet te leiden tot
verschraling zo is ook één van de gehoorde meningen: “Het zou ook goed kunnen dat kwekers een kwekerij met
122
een specialistisch product overnemen.” Eén van de geïnterviewde kwekers ziet in de verschraling juist een
kans: “Daardoor wordt het kweken van de minder geproduceerde soorten mogelijk ook een specialiteit. Er zijn
dan kwekers die van bepaalde exclusievere producten niet meer dan 500 planten hebben staan en daarvoor dan
123
een goede prijs durven vragen”
114
Jong, A.L. de (Jac de Jong Boomkwekerij) interview, 11 juli 2011
Meer R.C. van der (GRS Groen) interview, 1 juni 2011
116
Project ‘Geen fratsen kweker’ 2008, blz. 5
117
Lint, J.A.J. van (Proba) interview, 9 mei 2011
118
Boomkwekerij op zoek naar de markt, 2008, blz. 5 (Citaat P.B.W. Bontekoe)
119
Meer R.C. van der (GRS Groen) interview, 1 juni 2011
120
Boomkwekerij op zoek naar de markt, 2008, blz. 5 (Citaat P.B.W. Bontekoe)
121
P.B.W. Bontekoe (Landelijke vakgroep bomen en vaste planten) e-mail, 8 oktober 2011
122
Dijk, F.H.P. van (FloraHolland Boskoop) interview 11 mei 2011
123
Vergeer, L.Th.A. (Leo Vergeer Tuinplanten) interview, 6 juli 2011
115
30
E.H. de Vries
Oktober 2011
`
3.6: Transport
Transport is het afgelopen jaar flink duurder geworden. De dieselprijs steeg, maar ook de kosten voor onderhoud
124
zijn omhoog gegaan. Toch heeft zo‟n 20 tot 25 procent van de kwekers het transport gedeeltelijk nog in eigen
beheer. Maar steeds meer kwekers besteden het transport uit. Met name de kwekers tot een jaar of 50 zien de
125
voordelen van het uitbesteden van transport. Eigen transport is immers altijd duurder. Toch is het niet altijd
even makkelijk voor de transporteur om alles goed op elkaar af te stemmen: “Men belt vaak één uur van te voren,
en dit zorgt voor onnodige stress bij de kweker, handelaar en transporteur. Dit probleem kan opgelost worden
door tijdig naar de transporteur te bellen en aangeven waar en hoe laat de desbetreffende verlading klaar
126
staat.”
Echter, eigen transport is soms gewoon noodzakelijk, zo kwam in een interview naar voren: “Soms denken
kwekers: Als ik de klant nu niet belever, komt deze niet terug. Daarnaast komt het voor dat klanten vragen om
producten op tijden te leveren die er voor zorgen dat de kweker is aangewezen op eigen vervoer. Dat kost in
127
Boskoop helaas veel tijd en dus geld, maar soms is het niet anders.”
De logistiek binnen de boomkwekerij is wat betreft vervoersmogelijkheden goed ontwikkeld. Met name op het
gebied van standaardisatie. Kwekers gebruiken allemaal dezelfde materialen waarmee de producten vervoerd
kunnen worden. Het meest gebruikt worden de Deense karren, pallet boxen en veenmanskisten.
Waar de transportsector nog kansen laat liggen is samenwerking. Transportondernemingen zijn bang om samen
te werken, omdat er de angst heerst dat ze daardoor klanten verliezen aan de concurrent. Het komt voor dat
verschillende transportbedrijven bij verschillende kwekers de producten voor dezelfde veiling ophalen en de
vervoerders dus achter elkaar aanrijden. Dit komt de efficiëntie van het vervoer niet ten goede. Een transparante
markt is dan ook het gene waar we met z‟n allen naar toe moeten werken. Men moet weten wat een vracht van
A naar B kost en hoe die kosten en baten verdeeld zijn. Alleen op deze manier kunnen we efficiënter, sneller en
128
marktgerichter werken.
Efficiëntie binnen de kwekerijsector moet echter niet alleen vanuit de transporteur komen, maar ook vanuit de
kweker. Bij het centraliseren blijft het moeilijk om een tijd af te spreken met de kweker. Zeker als de kweker het
zelf brengt. Een kweker bindt zich dan minder aan de afgesproken tijd. Zolang de klant dat accepteert zal dat niet
129
veranderen.
Dat het anders kan, bewijst Royal Lemkes uit Bleiswijk. Dit bedrijf hanteert een strakke manier om de producten
op tijd binnen te krijgen: Is het voor 14.00 uur niet binnen dan zijn de retourkosten voor de kweker. Ze nemen dit
op in de voorwaarden. Daardoor wordt deze regel ook goed nageleefd. Royal Lemkes heeft als groot voordeel dat
130
hij een grote speler is en daardoor veel invloed heeft op de kweker. Lemkes is dus regisseur van het proces.
Die regisseur in het proces ontbreekt binnen de kwekerijsector. Er zijn echter wel voorbeelden van bedrijven die
samenwerken om de kosten zo laag mogelijk te houden. Zo zijn twee groepen kwekers in Boskoop die
samenwerken op het gebied van inkoop, verkoop en logistiek. Deze groepen kwekers zien dat er nog veel meer
te winnen valt als zij met elkaar samengaan. Men wil dat proces op dit moment nog niet doorvoeren, omdat alles
131
stap voor stap bekeken moet worden.
124
Ontwikkeling kostenniveau binnenlands vrachtautovervoer in 2010 en 2011, 2010, blz. 10 (zie ook tabel 13
in de bijlage)
125
Hoogmoed A.S. (Boskoop Logistics) interview, 12 april 2011
126
Hoogmoed A.S. (Boskoop Logistics) interview, 8 oktober 2011
127
Vergeer, L.Th.A. (Leo Vergeer Tuinplanten) interview, 6 juli 2011
128
Hoogmoed A.S. (Boskoop Logistics) interview, 12 april 2011
129
Dijk, F.H.P. van (FloraHolland Boskoop) interview, 11 mei 2011
130
Dijk, F.H.P. van (FloraHolland Boskoop) interview, 11 mei 2011
131
Dijk, F.H.P. van (FloraHolland Boskoop) interview, 11 mei 2011
31
E.H. de Vries
Oktober 2011
`
4. Agrologistiek
4.1: Agrologistiek in het algemeen
Agrologistiek is het clusteren, verbinden en regisseren van de gehele keten van agroproducten, zowel food als
non-food op een efficiënte en duurzame manier en heeft betrekking op het transport, de opslag, de distributie en
de regie van de goederenstroom van agrarische producten.



Clusteren: Het bij elkaar brengen van alle soorten toelevering en handel in dezelfde sector. Denk hierbij
aan AgriBusinessParken.
Verbinden: Het zo goed mogelijk met elkaar samenwerken op logistiek gebied, waar bij efficiëntie voor
op staat.
Regisseren: Het sturen van de keten van bovenaf, waardoor de verbindingen door de gehele keten heen
bij elkaar komen.
Feiten over agrologistiek






De primaire land- en tuinbouw en de verwerkende industrieën en handel zijn samen goed voor 44 miljard
van het BNP in 2006. Dit is 9,3 procent van de totale toegevoegde waarde van het BNP.
De distributie en logistiek van agroproducten levert 9,4 miljard euro op. Dit is ongeveer 2 procent van de
toegevoegde waarde van het BNP.
In 1995 was de toegevoegde waarde van agrologistiek nog 5,5 miljard. Nu is dat 9,3 miljard. Dat is een
groei van circa 71 procent.
De primaire land- en tuinbouw en de verwerkende industrieën en handel zijn samen goed voor bijna 10
procent van de werkgelegenheid.
De distributie en logistiek van agroproducten is goed voor ruim 2 procent van de werkgelegenheid.
De distributiesector is de afgelopen 10 jaar binnen het Nederlandse agrocomplex ook in
werkgelegenheid het hardst gegroeid. Deze groei was in 10 jaar 17% voor de agrologistiek, terwijl dit
voor de toeleverende industrie 10% was, voor de verwerkende industrie -18% en voor de land- en
132
tuinbouw -8%.
Onderstaande cijfers bevestigen dat er nog heel veel valt te winnen op het gebied van agrologistiek:


132
133
De totale filekosten op de snelwegen als gevolg van logistieke activiteiten in Nederland worden geschat
op € 2,7 á 3,6 miljard in 2007. De helft van deze kosten wordt gedragen door het bedrijfsleven, waarvan
naar schatting € 0,8 miljard door het vrachtverkeer. Op basis van de geografische ligging van
agroclusters en congestiegevoelige gebieden schat TNO de filekosten op de snelwegen voor het
bedrijfsleven in de agrologistieke sector in op tenminste € 0,3 miljard.
De knelpunten op de snelwegen liggen vooral op de wegen in de Randstad, namelijk de A2, A4, A10 en
A12. Naast de knelpunten op de snelwegen leveren knelpunten op het regionale wegennet rondom de
Greenports een aanzienlijke bijdrage aan de totale filekosten, die nog niet in het totaal is meegenomen.
Belangrijke regionale knelpunten rond de Greenports zijn bijvoorbeeld te vinden in de regio‟s Westland,
133
Bollenstreek, Aalsmeer en Boskoop.
De agrologistieke kracht van Nederland, 2009, blz. 8 en 9
De agrologistieke kracht van Nederland, 2009, blz. 16
32
E.H. de Vries
Oktober 2011
`
Agrologistiek wordt steeds belangrijker omdat er een toenemende afzet is naar retailketens en men zich er
steeds meer van bewust is dat efficiënt werken geld oplevert en beter is voor het milieu. Bovendien is door de
gehele keten is dan ook een schaalvergroting te zien:





Agrariërs breiden steeds meer uit.
Verwerkers breiden steeds meer uit
Veilingen fuseren
Retailketens worden steeds groter,
Logistieke partners breiden steeds meer uit.
Verder is er sprake van ketenomkering. De consument laat blijken wat hij of zij wil. De retailers willen aan deze
eis voldoen en laten de wens van de klant aan de teler of handelaar weten. Doordat de consument de vraag
bepaald en de retailer een lage voorraad aan wil houden moet er frequenter geleverd worden. Dit leidt tot meer
transport en dus tot meer congestie. De consumentgestuurde vraag en de komst van internet zorgen ook voor
een groter aantal afzetkanalen. Dit heeft als gevolg dat de distributie van producten steeds uitgebreider wordt.
Daardoor wordt het in de toekomst steeds belangrijker om met elkaar samen te werken op logistiek gebied.
Ook tussen de grote retailers zelf is steeds meer samenwerking te zien. Zo zijn Albert Heijn,
Gall & Gall en Etos in hetzelfde gebouw gevestigd en bezorgt bezorgservice Albert van Albert Heijn, ook de
producten van Gall en Gall aan huis. Volgens Albert Heijn, dat begin 2011 op het logistieke vlak samenwerkt met
Gall & Gall en Etos, is zelfs samenwerking met de concurrent mogelijk: Van mij mag het, maar daar zal niet
iedereen in Zaandam het mee eens zijn. Dat is misschien nog een brug te ver." Maar volgens Jan- Christiaan
Hellendoorn, woordvoerder van Albert Heijn, is Van Kralingen te voorzichtig. "Ook buiten de Ahold-familie en zelfs
met concurrenten kunnen we samenwerken", zegt hij stellig. "Stel, er komt een volle truck van Heineken naar
Zaandam en wij hebben geen retourgoed, dan rijdt deze nu leeg terug naar Zoeterwoude. En dat terwijl er bij
Deen Supermarkten misschien nog wel retourgoederen staan. Transport hoort bij de achterkant van het systeem
en daarin moeten we maximale efficiency nastreven." De concurrentie moet er echter wel toe bereid zijn, en daar
is nog veel te winnen, zegt Hellendoorn. "De concurrenten moeten data uitwisselen en alles afstemmen met
134
vervoerders.”
Dat mensen nu nog vertwijfelend kijken naar samenwerking op logistiek gebied, komt omdat er vertrouwen mist.
Agrologistiek en de samenwerking daartoe blijft uiteindelijk een mensenproces, waarbij met name vertrouwen
135
nodig is en dat lijkt nog te ontbreken om agrologistiek efficiënt te kunnen uitvoeren.
134
135
TTM.nl, Albert Heijn zoekt logistieke samenwerking, 25 maart 2010
Agrologistiek in het MKB 2008, blz. 24
33
E.H. de Vries
Oktober 2011
`
4.2: Agrologistiek in de kwekerijsector
Agrologistiek in de kwekerijsector wordt vormgegeven door de vijf Greenports die Nederland kent. Greenports zijn
vijf gebieden in Nederland waar de primaire en secundaire activiteiten in de groensector, geclusterd zijn. Naast
Boskoop mogen Aalsmeer, de Duin- en bloembollenstreek, Venlo, en het Westland-Oostland, zich Greenport
noemen. Deze vijf Greenports vormen de motor voor de groensector in Nederland en zijn daarmee ook van zeer
groot belang voor de Nederlandse economie.
Dat de Greenports belangrijk zijn blijkt wel uit de volgende cijfers:



136
De vijf Greenports leveren tezamen tenminste 5 miljard euro aan toegevoegde waarde en 130.000
arbeidsplaatsen. Dit is circa de helft van alle toegevoegde waarde en werkgelegenheid in het
Nederlandse tuinbouwcluster. De overige tuinbouwgebieden zijn te vinden in de andere regio‟s van
Nederland.
De Greenports Westland-Ooststreek en Aalsmeer zijn het grootst met ieder ruim € 2 miljard aan
toegevoegde waarde en 50.000 arbeidsplaatsen. Daarna volgt Venlo met ruim € 600 miljoen
toegevoegde waarde en 24.000 arbeidsplaatsen, en tenslotte de twee gespecialiseerde Greenports
Duin- en Bollenstreek (bloembollen) en Boskoop (boomkwekerij).
De directe werkgelegenheid in de Greenports is met 130.000 arbeidsjaren vergelijkbaar met die
van de Nederlandse mainports Rotterdam en Schiphol (op vrachtgebied), namelijk met 132.000
arbeidsjaren. In toegevoegde waarde is er wel een verschil tussen de mainports (bijna 9 miljard euro
aan toegevoegde waarde) en Greenports (ruim 5 miljard euro aan toegevoegde waarde).
Het doel van de Greenports is om vorm te geven aan vorm te geven aan samenwerking tussen de verschillende
tuinbouwgebieden, waarmee de concurrentiepositie van Nederland gehandhaafd moet worden. Elke Greenport
kent zijn eigen specifieke producten. Die producten maken dat elke Greenport een belangrijke economie vormt in
zijn gebied, want naast de teelt van die producten vindt er ook verwerking, handel, toelevering en
kennisuitwisseling plaats.
Dat Nederland een toonaangevende positie heeft in de boom- en sierteeltsector wordt benadrukt door de grote
evenementen met internationale allure. Deze vinden vaak vlakbij of in de Greenports plaatsvinden. Hiermee
kunnen de Greenports zich onderscheiden. Zo organiseert Venlo volgend jaar de Floriade, waarmee het zich
internationaal kan profileren. De Duin- en Bollenstreek heeft zijn naamsbekendheid voor een deel te danken aan
de Keukenhof en de verschillende bloemencorso‟s, waarmee het jaarlijks ruim twee miljoen bezoekers weet te
trekken. In Boskoop wordt elk jaar Plantarium georganiseerd. Dit is een internationale vakbeurs die gericht is op
kwekers, hoveniers, handelaren en toeleveranciers. Met elk jaar zo‟n 300 standhouders uit vijftien verschillende
landen en vakbezoek met 35 verschillende nationaliteiten is Boskoop op dat moment het middelpunt van de
internationale boom- en sierteeltsector.
Met producten die voor de economie en status van Nederland zeer belangrijk zijn, is samenwerking door de
gehele keten zeer belangrijk. Een goed voorbeeld van samenwerking is FloraHolland, al is deze meer gericht op
de bloemkwekerijproducten, dan op de boomkwekerijproducten. FloraHolland is een coöperatie dat zich met 5400
leden uit binnen- en buitenland en mag zich daarmee de grootste tuinbouwcoöperatie ter wereld noemen. Deze
coöperatie die in vier van de vijf Greenports een vestiging heeft, zorgt voor 30 procent van de omzet in de
Nederlandse boomkwekerijsector, door de producten te verkopen aan de detaillist, maar ook aan groothandels en
zelfs de consument. Dit gebeurt door middel van veilingen, bemiddeling tussen koper en verkoper, en cash en
carry.
Dat er in de boom- en sierteeltsector steeds meer wordt gewerkt aan efficiëntere agrologistiek is te zien aan het
ITC-terrein te Hazerswoude, waar toelevering, advies, en verwerking of productie dicht bij elkaar zitten.
Nog een goed voorbeeld is het Fresh Park in Venlo, tevens een Greenport, waar bedrijven vanuit de verssector
geclusterd zijn. Naast de bedrijven die zich enkel met de verssector bezighouden, zijn er ook bedrijven die zich
bezighouden met onder andere parkmanagement, schoonmaakdiensten, truckservices en technisch onderhoud.
136
De agrologistieke kracht van Nederland, 2009, blz. 25
34
E.H. de Vries
Oktober 2011
`
Het bedrijventerrein ligt is vlakbij de kruising van de A67 en de A73 gelegen en dichtbij de van Rotterdam137
Ruhrgebied, waardoor het dus zeer goed bereikbaar is.
Wat betreft Greenport Boskoop is er echter de nodige kritiek. Men zou onvoldoende samenwerken met de
omliggende Greenports. Samenwerking tussen Greenports die zo in elkaars omgeving liggen kan volgens het
rapport „Intergemeentelijke Structuurvisie van de Greenport Boskoop‟ resultaat opleveren op verschillende
138
terreinen:







137
138
Gezamenlijke PR richting rijk en provincie.
Gedeeld gebruik van elkaars voorzieningen (tijdelijk gebruik kassen voor Boskoop), medegebruik van
het Boskoops handelscentrum door Greenport Westland-Oostland en Greenpark Oostland door
Boskoop.
Participatie van Greenport Westland-Oostland in de te ontwikkelen etalagefunctie
Boskoop langs de westelijke randweg.
Logistiek.
Kennis- en innovatie-uitwisseling. (Opzetten kennisnetwerk)
Stimuleren onderwijs in de boomsierteelt. (Het ontwikkeling van de Greenport Business School, een
initiatief van Greenport Nederland dat gericht is op groen top-onderwijs)
Noord Limburg Business 2009, nr. 2, blz. 14
Intergemeentelijke structuurvisie Greenport regio Boskoop, 2010, blz. 47
35
E.H. de Vries
Oktober 2011
`
5. Projecten ter verbetering van agrologistiek
Door met elkaar over agrologistiek te praten ontstaan er verschillende projecten die moeten bijdragen aan een
efficiëntere logistiek. Hieronder staan een paar projecten beschreven:
5.1: Boomkwekerij Business Centre (Zundert)
Het Boomkwekerij Business Centre is een plan van Treeport Europe ((voorheen Treeport Zundert) dat eind
oktober 2011 volledig uitgewerkt zal moeten zijn. Het Boomkwekerij Business Centre moet een toonaangevend
agrologistiek centrum worden voor de boomkwekerijsector. De bedoeling van dit plan is om diverse activiteiten
binnen de boomkwekerijsector te clusteren. De marges, (door lagere kosten) zullen verbeteren doordat de handel
zich in Zundert en contreien moet vestigen. Vervolgens moeten er grote zwaar-kleef-aan effecten komen.
Oftewel: Bedrijven moeten elkaar volgen naar het Boomkwekerij Business Centre door de voordelen te zien van
139
deze vorm van agrologistiek.
Bedrijven die zich hier zouden kunnen vestigen zijn:











Handelskwekerijen (of kwekerijen die hun handelsafdeling willen faciliteren)
Groothandelaren van boomkwekerij en/of bloemkwekerijproducten
Loonbedrijven
Mechanisatiebedrijven
Transportbedrijven
Toeleveringsbedrijven
Distributiecentra van retailers
Belevering van bestrijdingsmiddelen en/of brandstoffen
Uitzendbureaus
Financiële instellingen
Adviseurs
Voor het Boomkwekerij Business Centre en de andere plannen van Treeport Europe moet er 1,5 miljoen euro bij
elkaar worden gebracht door de kwekers zelf. Dat gebeurt als volgt: De leden van de vereniging Treeport Europe
worden door certificaten te kopen (uit te geven achttienduizend certificaten van 250 euro per stuk) in de Stichting
Treeport als het ware „aandeelhouder‟ van Treeport Europe. Met dat geld kan vervolgens worden geïnvesteerd in
projecten. Daarnaast zal er ook geld worden gestoken in kennis en innovatie, MVO, PR, marketing en
communicatie. Hierdoor moet de afzet van de boomkwekerijproducten in de regio Zundert stijgen. Zo kan het geld
140
dat in de aandelen is geïnvesteerd terugverdiend worden.
Tot nog toe is dan ook niet iedereen overtuigd van het idee om een Boomkwekerij Business Centre op te zetten:
“De één lijkt positief en de ander juist heel negatief. Dat heeft waarschijnlijk te maken met het type bedrijf: “De
kwekers die voorstander zijn willen vooruit, die willen groeien. Daar zit ook al middenkader in. Zij trekken jonge
talenten aan. De bedrijven die sceptisch zijn, zijn vaak een beetje ouderwetser en naar zichzelf gekeerde
141
ondernemingen.”
Iemand die positief tegenover de komst van het Boomkwekerij Business Centre staat is Guus Nouws van
Boomkwekerij Guus Nouws v.o.f.: “Wij staan positief tegenover de komst van het Boomteelt Business Centrum.
Het zal de afzet van de kwekerijproducten alleen maar ten goede komen. Daarnaast zal het goed zijn voor de
leefbaarheid en werkgelegenheid van boomteeltgebied Zundert. Verder hoop ik dat de betrokken partijen snel tot
142
elkaar komen, wat tot goedkeuring en overeenstemming zal leiden.”
Uit de minder positieve geluiden is vooral onduidelijkheid te horen: „Het is allemaal nog zo mistig.‟
143
139
Herijgers, P.J.M. (Treeport Europe, platform Agrologistiek) interview 8 juni 2011
Herijgers, P.J.M. (Treeport Europe, platform Agrologistiek) interview 8 juni 2011
141
Herijgers, P.J.M. (Treeport Europe, platform Agrologistiek) interview 8 juni 2011
142
Van Oers Agro 2010, (Citaat A.F.M. Nouws)
143
De Boomkwekerij, 2011, nr. 9 blz. 4
140
36
E.H. de Vries
Oktober 2011
`
Een groot probleem zal waarschijnlijk gevormd worden door de huidige locatie van de bedrijven die zich willen
vestigen op het Boomkwekerij Business Centre. Deze ondernemingen willen mogelijk de locatie verkopen, maar
het kan zijn dat de betreffende locatie niet meer zo aantrekkelijk is voor andere bedrijven. Dit is niet eenvoudig op
te lossen en het is zeker iets waar in de toekomst naar gekeken zal moeten worden. Een bedrijf heeft immers
144
kapitaal in het betreffende pand zitten en wil dat terug zien.
5.2: PCT-terrein (Pot- en containerteelt-terrein te Rijnwoude, deels al gerealiseerd)
Inleiding
Het PCT-terrein wordt 170 ha. groot en moet de sierteeltsector in de regio Boskoop een impuls geven.
Een bedrijf dat zich op het PCT wil vestigen moet minimaal 5 ha. kopen. Er gaan zich naar verwachting zo‟n
zestien tot twintig bedrijven vestigen op het PCT, die zich specifiek bezighouden met pot- en containerteelt.
145
veertig ha. is bestemd voor toeleverende bedrijven, mechanisatie, onderwijs etc.
Voorrang
Kwekers die hun huidige kwekerij moeten verkopen vanwege herstructurering en elders hun bedrijf willen
voortzetten hebben voorrang. Het is echter aan de kweker zelf om in gesprek te gaan met de
146
projectontwikkelaar.
Waarom een PCT-terrein?
Er is gekozen voor een PCT-terrein omdat het hier gaat om afgegraven veengrond, (Het gebied is een
droogmakerij) waar een hoog chlorydegehalte in zit. Daardoor is de grond niet geschikt voor vollegrondsteelt. Er
komt een gezamenlijk gietwatersysteem, want het is bekend dat op het PCT meer water nodig zal zijn dan
beschikbaar is. Bedrijven moeten voorzien in hun eigen 'gietwater'. Bij voorkeur dient dit collectief te gebeuren.
Waterbassins kunnen zowel onder de teelttafels als onder de bedrijfsbebouwing worden geplaatst. Dit gebeurt
147
d.m.v. omgekeerde osmose, een proces waarbij water wordt gezuiverd dat diep uit de grond komt.
Kavelinrichting
Voor de pot- en containerteelt wordt uitgegaan van 2.250 m³ hemelwaterberging per hectare boomsierteelt,
148
waarvan 1.750 m³/ha in collectieve bassins en 500 m³/ha in particuliere bassins. Per bedrijf mag niet meer dan
60% van het kavel worden bebouwd met gebouwen. Conform het provinciaal beleid mag ten hoogste 50% van
149
het kavel worden bebouwd met kassen. Het ligt er dus aan hoe de ondernemer invulling geeft aan zijn stuk
grond. Maar vaststaat dat er altijd 10% (dus uitgaande van 5 ha. is dat 5000 m2) vrij is voor opslag van
150
materialen.
Er zijn op dit moment gesprekken gaande tussen de projectontwikkelaar en diverse transportbedrijven om te
bekijken hoe het logistieke proces zo efficiënt mogelijk kan worden ingericht. De gemeente Rijnwoude wilde niet
151
vrijgeven om welke bedrijven dit gaat.
144
Herijgers, P.J.M. (Treeport Europe, platform Agrologistiek) interview 8 juni 2011
Steeg, M. van der (Gemeente Rijnwoude) interview, 11 mei 2011
146
Steeg, M. van der (Gemeente Rijnwoude) interview, 11 mei 2011
147
Steeg, M. van der (Gemeente Rijnwoude) interview, 11 mei 2011
148
Bestemmingsplan PCT-terrein, 2010, blz. 23
149
Bestemmingsplan PCT-terrein, 2010, blz. 58 en blz. 111
150
Bestemmingsplan PCT-terrein, 2010, blz. 70
151
Steeg, M. van der (Gemeente Rijnwoude) interview, 11 mei 2011
145
37
E.H. de Vries
Oktober 2011
`
6. Ideeën ter verbetering van agrologistiek
6.1: Treerun (De naam is afkomstig van Treeport Europe)
Eén van die projecten waar het geld van de aandeelhouders van Treeport Europe in geïnvesteerd wordt, is
Treerun. Op dit moment kost het afzonderlijk aan elkaar toeleveren van de producten in regio Zundert circa drie
miljoen euro per jaar. Dat bedrag kan omlaag met het project Treerun zo verwacht men. Treerun is een centrale
ophaaldienst voor boomkwekerijproducten, Deze boomkwekerijproducten moeten dan vanaf één plek verder
getransporteerd worden. Zo wil de regio Zundert direct een grote slag in het efficiënter maken van het transport.
Men hoeft elkaars prijzen hierbij niet weer te geven. Het gaat hier met name om het transparant met elkaar
samen kunnen werken. Dit kan door de onderlinge handel te regisseren, maar ook door de export gezamenlijk te
152
regisseren en faciliteren.
Waar de kweker nu vooral tijd en arbeid kwijt is aan transport, kan hij in de nieuwe situatie meer op de tuin
aanwezig zijn. Bovendien doet de kweker iets waar hij goed in is.
Hoewel een soortgelijk project als Treerun (nog) niet in Boskoop wordt toegepast, kwamen er tijdens één
interview wel diverse ideeën naar voren. Zo zei een kweker: “Bij een systeem als Treerun dienen de
vrachtwagens vier keer per dag (twee keer s‟ochtends twee keer s‟middags) de producten te halen en te brengen.
Het moet toch vers zijn. Die vrachtwagens moeten continue rondrijden. Met behulp van GPS maakt het niet uit bij
wie je de producten ophaalt. De barcodes kunnen er vervolgens voor zorgen dat de producten op de juiste manier
153
gescheiden worden en zo naar de klant gaan”.
Eén van de geïnterviewden verwoordde het idee van Treerun als volgt: “Er moet een transporteur zijn die alles
verzamelt in Boskoop. Daarna kunnen andere transporteurs de producten verdelen op regionaal niveau.
Vervolgens kan de transporteur vanuit zijn regio weer goederen meenemen naar Boskoop. Op die manier
154
ontstaat er een efficiënte pendeldienst.”
6.2: Gezamenlijk exporten (Aangedragen vanuit Treeport Europe)
Een ander idee waar men meebezig is, is het gezamenlijk exporteren van boomkwekerijproducten. De huidige
situatie is als volgt: “Sommige kwekers exporteren naar hetzelfde gebied, maar weten dat niet altijd van elkaar.
Als dat zou worden gebundeld, worden de vrachtkosten lager, en de frequenties hoger. Zo gaan de ontvangers in
dat (export)gebied beseffen dat ze in de regio Zundert gemakkelijker meer producten kunnen kopen, omdat men
het hier (regio Zundert) dan zo goed voor elkaar heeft. Zo wordt de handel ontzorgt. Daarom moet de logistiek op
een moderne manier worden aangepakt. Dat zal wel eens totalitair overkomen. Maar als we doorgaan zoals we
nu bezig zijn, verliezen we de strijd in de sector. De bedrijven die toekomst hebben, zijn de bedrijven die alleen of
tezamen een groot assortiment bij elkaar kunnen brengen. Er zijn op dit moment enkele kwekers die een groot
assortiment bij elkaar kunnen brengen. Dat wil Treeport Europe, bewerkstelligen voor de leden naar nieuwe en/of
155
andere doelgroepen.”
6.3: De voorraad vooruit drukken in de keten
Om het transport efficiënter te laten is er nagedacht over een centrum waarbij men de voorraad vooruit drukt in de
keten. Dat gebeurt in zekere zin al bij FloraHolland Boskoop. Producten vanuit onder andere Zundert en Venlo
worden daar neergezet. Het is hierbij van belang dat de kwaliteit van de producten gewaarborgd blijft. Dat kan
FloraHolland Boskoop doen door de klimatologische mogelijkheden die er zijn. Daarnaast beschikt
FloraHolland Boskoop over een goed watersysteem. De kunst is om over een hoge omloopsnelheid te creëren.
156
De markt vraagt immers steeds vaker en vlugger.
Die omloopsnelheid is zeer belangrijk voor behoud van de kwaliteit van de boomkwekerijproducten. Planten zijn
bederfelijk en kunnen één tot 1,5 dagen zonder water. Mochten de planten langer op voorraad staan, dan moet er
dus water worden geven en dat kost geld. Bovendien gaat dit ten koste van de kwaliteit. Voorraad kun je houden
152
Herijgers, P.J.M. (Treeport Europe, platform Agrologistiek) interview 8 juni 2011
Vergeer, L.Th.A. (Leo Vergeer Tuinplanten) interview, 6 juli 2011
154
Dijk, F.H.P. van (FloraHolland Boskoop) interview 11 mei 2011
155
Herijgers, P.J.M. (Treeport Europe, platform Agrologistiek) interview 8 juni 2011
156
Dijk, F.H.P. van (FloraHolland Boskoop) interview 11 mei 2011
153
38
E.H. de Vries
Oktober 2011
`
met goederen die niet bederfelijk zijn, maar in de boomkwekerijsector is dit plan bijna niet te realiseren.
Daarnaast is het, ondanks de standaardisatie, soms nog zeer lastig om producten te combineren. Planten zijn
bijvoorbeeld heel moeilijk te combineren met stukgoed. (planten zijn een levend product en dan krijg je condens
in de auto‟s) Palletboxen en veenmanskisten kun je nog wel eens combineren met stukgoed. Met bomen zul je
altijd achter elkaar aan blijven rijden, omdat het niet valt te combineren met stukgoed. Dan kunnen de bomen
157
beschadigen.
6.4: Centraliseren van transport
Het is goed om te bekijken of verschillende transporteurs op één locatie kunnen worden gecentraliseerd. Dan kan
efficiënter worden gewerkt wat betreft planning en route. Er overheerst in de transportsector echter de angst om
samen te werken. Men is heel snel geneigd iets goedkoper te doen, indien men een rit van een ander krijgt
aangeboden. Als men bereid is om samen te werken heeft men geen angst meer voor elkaar, en kan het
efficiënter. Een agrologistiek centrum, waarbij transporteurs samenwerken in één depot, zou dan ook kunnen
158
leiden tot meer efficiëntie binnen het transport van de kwekerijsector.
6.5: Avondtransport
Een raming organiseren waarbij elke kweker zijn producten om die tijd heeft klaar staan is lastig. Er kan
nagedacht worden over avondtransport voor het ophalen en collecteren. (na 21.00/21.30) Het is dan van belang
dat de kweker een goede band opbouwt met de transporteur, Er kan niet van een kweker verwacht worden dat hij
159
24 uur per dag klaarstaat.
6.6: Het gebruik maken van bestaande faciliteiten
Voor de inrichting van centraal transport voor de regio of voor export kan gebruik gemaakt worden van de
leegstaande gebouwen bij FloraHolland Boskoop. Daarnaast kan er bekeken worden of er mogelijkheden zijn op
het PCT-terrein te Rijnwoude voor het inrichten van een agrologistiek centrum. De laatstgenoemde optie is
waarschijnlijk duur, aangezien er dan een nieuw gebouw moet worden neergezet.
Deze faciliteiten kunnen er voor zorgen dat de producten naar één plek gebracht worden. Op die manier zou de
betreffende locatie een plek kunnen vormen voor de inkomende en uitgaande goederen voor regio Boskoop. Dit
zou van toepassing kunnen zijn op alle eerder aangedragen ideeën.
6.7: Hubway’s
De kweker betaalt nu transport voor het brengen van een cc-kar/vba-kar naar
Logistiek Centrum Boskoop. (Bij Boskoop Logistics) Daarna betaalt de kweker weer een X-bedrag voor het
vervolgtransport. Er wordt nu dus twee keer transport gerekend.
Met doorgang van de HubWays krijg je te maken met een verdeelsleutel. Dan betaalt de kweker een X-bedrag
aan de HubWay, daarna wordt dat bedrag in stukken gehakt en krijgt de desbetreffende transporteur zijn deel,
evenredig aan het transport dat die verzorgt heeft.
Een kweker betaalt een bedrag X aan een hubway. Dit bedrag X wordt verdeeld in bijvoorbeeld drie stukken(A,B
en C)
Bedrag A is voor de Hubway zelf (administratie en handling)
Bedrag B is voor de transporteur die het begin transport heeft van de klant naar de Hubway.
Bedrag C is voor de transporteur die het transport doet van de hubway naar de eindbestemming.
Bedrag A zal zijn zoals eerder aangegeven voor de administratie en handling (vast bedrag per cc of veilingkar)
Bedrag B en C zijn afhankelijk van het aantal CC en veilingkarren en de afstand
157
Tax, E.A.P. (Transportbedrijf Erik Tax) interview 10 mei 2011
Tax, E.A.P. (Transportbedrijf Erik Tax) interview 10 mei 2011
159
Dijk, F.H.P. van (FloraHolland Boskoop) interview 11 mei 2011
158
39
E.H. de Vries
Oktober 2011
`
6.8: Digitale marktplaats
Bij dit idee speelt internet een zeer belangrijke rol. De voorraad en foto‟s van de producten dienen op een eigen
online profiel van een bedrijf up to date te worden gehouden. Als de klant iets besteld moet de voorraad
automatisch aangepast moeten worden, zodat de volgende klant weet wat er nog in voorraad is. Mogelijk kan dit
zo ver worden doorgevoerd dat de klant straks niet eens meer hoeft te weten waar de producten vandaan komen:
160
“Dan kan de kar die een klant online samenstelt op een logistiek centrum worden klaargemaakt.” Daarnaast
zou een combinatie met een tack en trace-systeem ideaal zijn om het transport te optimaliseren.
Een probleem wordt hierbij gevormd door de contracten die de verschillende partijen vooralsnog met elkaar
hebben. Een voordeel van dit systeem zou kunnen zijn dat de klant een zeer breed assortiment kan worden
aangeboden. Hierbij moet ook weer de kanttekening worden gemaakt dat het via een digitale marktplaats voor
een kweker lastig is zich te onderscheiden. Dat kan er toe leiden dat men zich gaat onderscheiden op prijs, als
deze zichtbaar zou zijn. Deze prijzenslag die dan ontstaat zou ongunstig zijn voor de boomkwekerijsector. Er
moet dus goed worden nagedacht over welke gegevens wel en niet openbaar worden gemaakt.
160
Jong, A.L. de (Jac de Jong Boomkwekerij) interview, 11 juli 2011
40
E.H. de Vries
Oktober 2011
`
Conclusie
Hoe kijkt men naar een agrologistiek centrum in Boskoop?
Door de gehele keten heen, vindt men een agrologistiek centrum of een project als Treerun een zeer goed idee.
Men ziet het belang van efficiëntere transport en logistiek en wil samenwerken. Toch is er nog veel twijfel. „Hoe
gaan we het financieren?‟ en „wie moet dat beheren?‟ zijn twee vragen die veelvuldig terugkwamen gedurende
het onderzoek. Er is dan ook niet concreet uitgesproken of er behoefte is aan een agrologistiek centrum. Maar de
verschillende partijen zien wel dat efficiënter transport mogelijk is met de hedendaagse technieken.
Een beter idee lijkt het om een efficiëntere agrologistiek stapje voor stapje te realiseren. Zo wordt er vertrouwen
gewonnen onder de belanghebbenden. Grote gebouwen die gehuurd moet worden voor het realiseren van een
betere agrologistiek ziet men vooralsnog niet echt zitten. Indien dat wel nodig is, is het belangrijk dat er wordt
gekeken of er leegstaande ruimtes zijn, die een functie kunnen vervullen in het agrologistieke proces. Het nog
beter clusteren van de activiteiten lijkt men wel interessant te vinden. Zo zou transport nog beter gecentraliseerd
kunnen worden en is van daaruit misschien ook gezamenlijke export mogelijk.
Daarnaast wil men vooral verbetering van de ICT zien. Zo zou men via internet kunnen zien wat een kweker in
voorraad heeft, en daar een order van een klant uit op kunnen maken. “Een klant hoeft straks niet meer te weten
wie die producten geleverd heeft”. Of dit realiseerbaar is, gezien de contracten die er tussen de kweker en de
klant worden gesloten, valt te bezien, maar vaststaat dat internettechnologie een hele belangrijke rol kan spelen
in het vormgeven van de agrologistiek in Boskoop.
Men staat dus positief tegenover samenwerking en heeft wel ideeën over een agrologistiek centrum. De vragen
„Hoe gaan we het doen en wie gaat het doen?‟ zijn nog volstrekt onduidelijk en daardoor bestaat er veel twijfel.
41
E.H. de Vries
Oktober 2011
`
Conclusies over de boomkwekerijsector
Kweker













De schaalvergroting in de boomkwekerijsector zal de komende jaren doorzetten..
Kwekers zullen gaan specialiseren op verschillende manieren.
Kwekers gaan in de toekomst kiezen voor vollegrondsteelt of pot- en containerteelt. De combinatie van
beide teelten zal nagenoeg verdwijnen.
Vollegrondskwekers gaan toeleveren aan kwekers van de pot- en containerteelt.
Er liggen kansen voor de Nederlandse boomkwekerijsector in Rusland en Oost-Europa.
De afzet richting de bouwmarkt groeit.
De afzet richting de bloemenexporteurs/sierteeltexporteurs zal de komende jaren groeien.
Bezuinigingen op het openbaar groen lijkt vooral de kwekers van park- en laanbomen en bos- en
haagplantsoen te treffen.
Er zijn meer stakers dan starters. De redenen om het bedrijf te verkopen of te beëindigen zijn hetzelfde
als tien jaar geleden.
Een aantal jongeren wil wel graag een boomkwekerij beginnen. Door de onzekerheid in de afzet en
doordat de banken minder makkelijk geld lenen, kiezen jongeren minder snel voor het beginnen van een
eigen boomkwekerij.
Door pot- en containerteelt is men minder afhankelijk van de fysiologische eigenschappen van de
bodem. Pot- en containerteelt kan daarom ook makkelijk elders in Nederland plaatsvinden. De
centrumfunctie van Boskoop zorgt er voor dat kwekers toch nog graag in Boskoop zelf of in regio
Boskoop blijven.
De grondprijzen in regio Boskoop zijn de laatste jaren gedaald.
Dat men in Boskoop totaal niet gericht is op samenwerking is niet waar. Men is graag op zichzelf en
minder gericht op samenwerking dan in andere sectoren, maar op dit moment wordt al in verschillende
groepen samengewerkt op het gebied van inkoop en verkoop.
Handel

De handel krijgt de komende jaren steeds meer een regiefunctie.
Veiling

De omzet van boomkwekerijproducten op de veiling zal de komende jaren toenemen.
Retail en consument





Een boomkwekerijproduct is voor de consument een impulsaankoop geworden.
De consument is over het algemeen geen plantenkenner.
De consument koopt de plant die op het moment van kopen het mooiste bloeit.
De vragen van de consument richting de retailer veranderen.
Aan het einde van de sierteeltketen is weinig kennis aanwezig over boomkwekerijproducten
42
E.H. de Vries
Oktober 2011
`
Onderzoeksvragen
Onderzoeksvraag 1: Wat zijn de trends en ontwikkelingen in de boomkwekerij?
De meest opvallende trends in de boomkwekerijsector zijn op dit moment schaalvergroting en specialisatie. De
schaalvergroting zal naar verwachting de komende jaren doorzetten. Er stoppen namelijk meer kwekers dan dat
er starten en de rentabiliteit van de boomkwekerij loopt de laatste jaren flink terug.
Dat heeft ook direct gevolgen voor het aantal starters in de boomkwekerijsector. Het vergt grote investeringen om
een kwekerij te beginnen. Zo wordt verwacht dat mensen die in de toekomst een kwekerij starten, direct vier of vijf
hectare zullen pachten en/of kopen. Dan zijn alle middelen die men moet aanschaffen voor het kweekproces zelf,
nog niet eens genoemd. Daarnaast speelt ook de onzekere afzet een grote rol. Dit werd eerder in het rapport al
„een groot zwart gat‟ genoemd. Ook dat is een reden waarom er zo weinig starters zijn in de boomkwekerijsector.
Een andere toekomstige ontwikkeling is dat vollegrondskwekers gaan toeleveren aan kwekers die zich
bezighouden met pot- containerteelt. Bij de vollegrondkweker wordt het product dan opgekweekt en deze levert
het product vervolgens aan een bedrijf gespecialiseerd in pot- en containerteelt. Deze kweekt het vervolgens af,
waarna het de markt op kan. Doordat het product wordt afgekweekt in pot kan de kweker deze jaarrond leveren
aan zijn klant.
Onderzoeksvraag 2: Wat is Boskoop?
Boskoop kenmerkt zich door de grote diversiteit aan sierteeltproducten. Daarnaast mag Boskoop, met al zijn
primaire en secundaire activiteiten, zich het centrum van de boomkwekerijsector noemen. Van buitenaf vindt men
dat Boskoop niet gericht is op samenwerking. Boomkwekers in regio Boskoop zijn graag op zichzelf. In Boskoop
zelf heerst er het gevoel dat de anti-houding tegenover samenwerken sterk wordt overdreven. In de Boskoopse
cultuur is het heel belangrijk je eigen boterham te verdienen. Er is geen sprake van een volledige afkeer tegen
samenwerking. Uit de interviews en uit de projecten die de laatste jaren zijn (deels) zijn gerealiseerd, (het PCTterrein en het ITC), is te zien dat men in regio Boskoop samenwerking en clustering steeds belangrijker is gaan
vinden. Daarnaast ziet men ook dat samenwerking steeds belangrijker wordt, nu schaalvergroting gaande is en
de rentabiliteit van de boomkwekerijsector terugloopt.
Onderzoeksvraag 3: Wat zijn Greenports en wat is hun doel?
De Greenports zijn vijf gebieden in Nederland waar de primaire en secundaire activiteiten in de tuinbouwsector
geclusterd zijn. Naast Boskoop mogen Aalsmeer, de Duin- en bloembollenstreek, Venlo, en het
Westland-Oostland, zich Greenport noemen. Deze vijf Greenports vormen de motor voor de tuinbouwsector in
Nederland en zijn daarmee ook van zeer groot belang voor de Nederlandse economie.
Iedere Greenport heeft zijn eigen producten en heeft dus ook zijn eigen kenmerken. Het doel van de Greenport is
het met elkaar samenwerken zodat de sterke positie van de Nederlandse tuinbouwsector behouden blijft.
Met name op het punt van samenwerking worden voor de regio Boskoop nog veel kansen gezien. Zo ziet het
mogelijkheden om samen te werken met Greenport Westland-Oostland. Het is hierbij belangrijk in te zien dat voor
een agrologistiek centrum meer nodig is dan alleen de regionale sierteeltproducten, zo kwam tijdens diverse
interviews naar voren.
Onderzoeksvraag 4: Wat is een agrologistiek centrum?
Een duurzaam agrologistiek centrum is een locatie of regiepunt, waar de logistiek binnen de regio volledig wordt
geregisseerd. Op welke manier dit zal gebeuren is nog onduidelijk. Er zijn verschillende ideeën aandragen vanuit
de interviews die zijn afgenomen. Hieruit bleek dat „Treerun‟ een systeem is waar meerdere malen over
nagedacht is. Zowel in Greenport Boskoop als in Treeport Europe (voorheen Treeport Zundert) leeft dit idee
onder de kwekers en andere belanghebbenden. In Zundert gaat men starten met „Treerun, middels een pilot.
Verder zijn er ideeën aangedragen die voornamelijk te maken hebben met transport, zoals het centraliseren van
transport, gezamenlijke export en avondtransport.
43
E.H. de Vries
Oktober 2011
`
Onderzoeksvraag 5: Wat zijn de ontwikkelingen in de boom- en sierteeltketen?
1.
De kweker
Uit de interviews kan worden opgemaakt dat men bij de kwekers de komende jaren verwacht dat schaalvergroting
en specialisatie doorzetten. Specialisatie zal niet alleen het gewas betreffen, maar ook de soort teelt. De
verwachting is dat de vollegrondskwekers halfproducten gaan toeleveren aan kwekers van de pot- en
containerteelt. Dit komt de kwaliteit ten goede en bovendien kan er jaarrond geleverd worden.
(Zie ook Onderzoeksvraag 1)
Pot- en containerteelt wordt niet als een zeer grote bedreiging ervaren voor de regio Boskoop. De clustering aan
activiteiten (de centrumfunctie) maakt dat er in Boskoop snel een assortiment bij elkaar kan worden gebracht en
er veel kennis op het gebied van de kwekerijsector. Daarnaast is Boskoop ideaal gelegen ten opzichte van de
veilingen, luchthaven Schiphol en de haven van Rotterdam.
2.
De handel
De handel in de kwekerijsector zal in de toekomst een logistieke dienstverlener zijn. Er komen goederen binnen,
deze worden gemengd en het gaat weer weg. Voor de retailer zal die functie belangrijk zijn, om een goed
assortiment bij elkaar te brengen. De handel kan zich in de toekomst dan ook onderscheiden door de trends op
tijd te zien en dit door te vertalen in haar advies naar de klant. Toch vinden de handel en de exporteur het lastig
nieuwe producten te introduceren bij hun klant. De handelaar en daarmee ook de klant van de handelaar, weten
niet of het product zal aanslaan bij de consument. Daarnaast moet het nieuwe product dan ook direct in grote
aantallen beschikbaar zijn. Vaak kiest men daarom toch voor de topartikelen die in grote aantallen worden
verkocht. Door voor de goedlopende producten te kiezen kennen de handelaar en de exporteur het brede
assortiment van boomkwekerijproducten niet
Daarnaast zijn diverse bedrijven aan het zoeken naar manieren om de schakel van de tussenpersoon of de
handel uit hun keten te halen. De export, zo bleek uit het verhaal van Vermeer Holland gaat steeds meer
rechtstreeks. Voor de Oostbloklanden schakelt men nog wel een tussenpersoon in, maar zo zei G.V. Vermeer in
het vakblad voor de Boomkwekerij: “Misschien leveren we over 10 jaar rechtstreeks aan de eindverbruiker in het
buitenland.” Ook bij Intergreen heeft men er inmiddels een schakel tussenuit gehaald, wat bewijst dat de functie
handel in de kwekerijsector aan het veranderen is..
3.
De veiling
Vaststaat dat er via de veiling in de periode 1999-2009 meer boomkwekerijproducten zijn verkocht, daar de omzet
fors is gestegen. (van 96 miljoen euro in 1999 naar 212 miljoen euro in 2009) Zelf ziet FloraHolland dat de
sierteeltexporteurs de boomkwekerijproducten niet meer zien als een bijproduct, maar als een volwaardige tak
binnen de bloemisterij. Vanuit de kwekers boomkwekerij zelf wordt dit anders beoordeelt: “We zijn een bijproduct
voor de veiling” De meningen mogen dan verdeeld zijn, er wordt verwacht dat de boomkwekerijomzet op de
veiling de komende jaren alleen maar zal toenemen: De boomkwekerijomzet van FloraHolland groeide afgelopen
jaar met 8 procent en het jaar daarvoor met maar liefst 12 procent. De constatering in een eerder verschenen
rapport dat het belang van de veiling in de toekomst zal afnemen is afgaand op de cijfers die verkregen zijn bij
FloraHolland, dus niet juist.
4.
De retail
Hoe de retail zich de komende jaren zal gaan ontwikkelen qua assortiment is nog onduidelijk. Waar de één zegt
dat de retailer een breed assortiment zal gaan ontwikkelen, zegt de ander dat het een smal assortiment en
uniform assortiment zal zijn om de kosten zo laag mogelijk te houden. Een andere visie op de ontwikkeling van
het assortiment van de retail heeft te maken met de concurrentie tussen de retailers: Als „Supermarkt A‟ zich wel
ontwikkeld in zijn assortiment, zal „Supermarkt B‟ daar in mee moeten gaan, anders zal men speciaal naar
„Supermarkt A‟ gaan voor het assortiment aan planten.
44
E.H. de Vries
Oktober 2011
`
5.
De consument
De consument is geen kenner van boomkwekerijproducten. De consument kiest het boomkwekerijproduct dat op
het moment zelf het mooiste bloeit en ziet het vooral als een impulsaankoop. Men gaat niet meer met een lijstje
naar de retailer, maar kiest op dat moment het product dat hij of zij wil kopen. Daarnaast is een belangrijke vraag:
„Waar staat de plant het beste?‟
Om de consument te laten weten wat het verschil is tussen de planten moet je het verhaal vertellen achter de
plant. Daardoor kunnen bepaalde mensen zich aangetrokken voelen door een bepaalde soort. Om dat verhaal te
vertellen zie je dat producenten via het internet proberen te communiceren met de consument. Zo wil de
producent informatie verschaffen aan de vraagkant.
Het is echter de vraag of de consument wel meer informatie over een plant wil. Indien dit niet zo is, is het ook
misschien niet heel erg als het assortiment verschraalt. Bovendien geeft de verschraling kwekers de kans zich
juist te specialiseren in die planten die steeds minder worden aangeboden. Daar kan dan een goede prijs voor
gevraagd worden.
6.
Export
Voor de export liggen er vooral kansen in Oost-Europa en Rusland. Nederland heeft in de bestudeerde
Oostbloklanden een groot aandeel in de export. Met name in Polen, waar de export vanuit Nederland, de laatste
bleef stijgen, liggen kansen voor de Nederlandse boomkwekerijsector. Hetzelfde geldt voor Rusland waarin zes
jaar tijd de export is verviervoudigd. Bij laatstgenoemd land moet wel rekening worden met de grilligheid van de
markt. “Ondernemers die zaken willen doen met Rusland zijn sterk afhankelijk van de poppetjes die daar aan de
touwtjes trekken. Als Nederland en Rusland het oneens zijn over bepaalde onderwerpen kan dit direct gevolgen
hebben voor de handel.”
Verder is ook te zien in bijlagen 12, 18,19, 20 en 21 dat er grote kansen liggen voor de exporteurs van de
bloemkwekerij/sierteeltexporteurs en de bouwmarkten. Beide exportcategorieën zijn de afgelopen jaren flink
gegroeid. Daar liggen dus ook kansen voor de boomkwekerijsector.
45
E.H. de Vries
Oktober 2011
`
Aanbevelingen
1.
2.
3.
4.
Het is noodzakelijk een financieel plan uitwerken voor één van de meer concrete voorstellen, zoals
Treerun. Ga hierbij in overleg met Treeport Europe (voorheen Treeport Zundert). Ook al werkt ieder het
uit op regionaal niveau, belangrijk is dat er kennis wordt gedeeld. Zoek voor het betreffende project
financiële steun bij de overheid en probeer met een groot aantal kwekers een project op te zetten.
Nog een ander concreet idee is het gezamenlijk exporteren. In verband met contracten kan het lastig zijn
hier een pilot voor op te zetten. Het is van belang om samen met kwekers en transporteurs te gaan
praten en ook hier een voorstel voor uit te werken. Als het voorstel positief wordt ontvangen kan er een
pilot worden opgezet.
Indien bij het opzetten van een agrologistiek centrum een gebouw noodzakelijk is, moet er gekeken
worden of bestaande faciliteiten gebruikt kunnen worden.
Als internet van toepassing is in de plannen met betrekking tot de regie van agrologistiek, zorg er voor
dat er een site komt, met een inlogsysteem. Laat geen softwarepakket ontwikkelen dat op computers
geïnstalleerd moet worden. Probeer alles online op elkaar af te stemmen.
46
E.H. de Vries
Oktober 2011
`
Nawoord
Ik heb dit rapport geschreven in opdracht van Stichting Greenport Boskoop. Het heeft geresulteerd in een analyse
van de boomkwekerijsector in Nederland en in Boskoop. Daarnaast zijn er ideeën aangedragen voor de
verbetering van de agrologistiek voor Boskoop en omgeving.
Gedurende het onderzoek kwam ik er achter dat er weinig rapporten zijn die een concreet beeld schetsen van de
boomkwekerijsector. Wat mij opviel is dat de concrete cijfers met betrekking tot de boomkwekerij vaak in twijfel
worden getrokken, of als niet juist worden bestempeld. Desondanks hoop ik dat met de grafieken en tabellen
duidelijk is weergegeven hoe de boomkwekerijsector zich de afgelopen zes jaar heeft ontwikkeld en waar de
kansen liggen voor de toekomst.
Ik vind het jammer dat mij niet de tijd gegund kan worden om een financieel plan te maken voor één of enkele
ideeën ter verbetering van de logistiek in de regio Boskoop. Dit had mijn rapport nog concreter kunnen maken.
Daardoor had ik enkele ideeën mogelijk overtuigender neer kunnen zetten.
Ik hoop desondanks dat ik voor u duidelijk heb kunnen maken hoe de boomkwekerijsector zich de afgelopen
jaren heeft ontwikkeld en hoe de logistiek in Boskoop en omgeving efficiënter kan worden aangepakt. Verder
hoop ik dat u dit rapport met veel plezier en interesse heeft gelezen.
E.H. de Vries
Boskoop, oktober 2011
47
E.H. de Vries
Oktober 2011
`
Met dank aan
De mensen die een bijdrage hebben geleverd aan het tot stand komen van dit rapport. Dit is gedaan door
een interview af te nemen, informatie via de e-mail aan te leveren of toestemming te geven voor eerder
gepubliceerde citaten.
Dhr. A. Arends
Arends Den Heuvel
Dhr. R.T.J. Baerwaldt
Proba
Dhr. H. de Bakker
Van der Slikke Rentmeesters
Dhr. P.J.M.M. van den Berk
Van den Berk Boomkwekerij
Dhr. W.A.A. de Bresser
DLV Plant
Dhr. P.B.W. Bontekoe
Landelijke vakgroep bomen en vaste planten
Dhr. J.H.M Claassen
Productschap Tuinbouw
Dhr. F.H.P. van Dijk
FloraHolland Boskoop
Mevr. J. van Empel
BRO Adviseurs
Dhr. H. Groenbroek
WUR
Dhr. P.J.M. Herijgers
Treeport Europe, platform logistiek
Dhr. A.S. Hoogmoed
Boskoop Logistics
Dhr. H.J.A.M. van Iersel
NWST NeWSTories
Dhr. A.L. de Jong
Jac de Jong Boomkwekerij
Dhr. L.W. de Jong
WUR
Dhr. I.J. Kleiweg
Rabobank Zuid-Holland Midden
Dhr. J.P. Kaarsemaker
FloraHolland Aalsmeer
Mevr. A. van der Knijff
WUR
Dhr. B.W. Knol
Kring Midden en Oost-Nederland
Dhr. E.A. van Lenthe
Baas Plantenservice
Mevr. V.L.C. Linssen
Productschap Tuinbouw
Dhr. J.A.J. van Lint
Proba
Dhr. W. Mars
NEA
Dhr. R.C. van der Meer
GRS Groen
Dhr. M. Mesken
Anthos
Dhr. A.F.M. Nouws
Guus Nouws Boomkwekerijen
Dhr. R. Ruis
Productschap Tuinbouw
Dhr. H.J.G. Salome
Dutch Flower Group
Dhr. M.S.M. van der Sijs
Van der Sijs Makelaardij
48
E.H. de Vries
Oktober 2011
`
Mevr. M. van der Steeg
Gemeente Rijnwoude
Dhr. E.A.P. Tax
Transportbedrijf Erik Tax
Dhr. F.V.A.M. Thijssen
Frank Thijssen Boomkwekerijen
Dhr. P.L. Trimp
Stibos
Dhr. G. van Setten
B&P Handelskwekerijen
Dhr. E. Slagboom
Productschap Tuinbouw
Dhr. L.Th.A Vergeer
Leo Vergeer Tuinplanten
Dhr. G.V. Vermeer
G. Vermeer Holland
Dhr. D.C. van der Vis
De Pater Makelaardij Boskoop
Dhr. J.P. de Vries
Boot & Co Boomkwekerijen
Dhr. D.C. van der Wel
Vellekoop Makelaardij
Allen hartelijk dank voor uw bijdrage.
49
E.H. de Vries
Oktober 2011
`
Bronnen
Boeken
Mansour, Y. Beckers, M. (2010) Marketing en strategiemodellen. 2e dr. Amersfoort: Wilco
Vakbladen
Anoniem. (2009) Alles op één plek: Frash Park Venlo, Noord Limburg Business, nr. 2 blz. 14
Jacobs, R. (2011) Minder overheidsgeld voor groen. Wat nu? Boom in business, nr. 1 blz. 59.
Iersel, H.J.A.M. van (2011) Boombarometer staat weer op groen, Boom in Business, nr. 2, blz. 36.
Iersel, H.J.A.M. van (2011) Boombarometer staat weer op groen, Boom in Business, nr. 2, blz. 37.
Wijchman, G. (2010) Export naar Groot-Brittannië varieert van goed tot slecht, De Boomkwekerij, nr. 7, blz. 20.
Anoniem (2011) Er op of er onder voor plannen Treeport Zundert, De Boomkwekerij, nr. 9, blz. 4.
Engels, A. (2011) Veel groot groen verhandeld, maar voor lage prijzen. De Boomkwekerij, nr. 13, blz. 4.
Engels, A. (2011) Betere jaren komen beslist weer. De Boomkwekerij, nr. 13, blz. 12.
Anoniem. (2011) Afzet boomkwekerijproducten via veilingen stijgt licht, De Boomkwekerij, nr. 18, blz. 8.
Venhorst, W. (2011) Veel grootgroen weg, maar prijzen slecht. De Boomkwekerij, nr. 18, blz. 17.
Mens, R. (2011) Wat kan een kweker doen om het hoofd boven water te houden?, De Boomkwekerij, nr. 19, blz.
16.
Engels, A. (2011) In het bos- en haagplantsoen is het zaak te overleven. De Boomkwekerij, nr. 20, blz. 15.
Rapporten
Knijff, A. van der, e.a. (2002) Een studie naar de toekomstige ruimtebehoefte voor de boomteelt in regio Boskoop.
Bomen over ruimte, blz. 10.
Knijff, A. van der, e.a. (2002) Een studie naar de toekomstige ruimtebehoefte voor de boomteelt in regio Boskoop.
Bomen over ruimte, blz. 18.
Lint, J.A.J. van, e.a. (2002) Toekomstverwachting van Boomkwekers in de sierteeltregio Boskoop, Wijkers en
blijvers, blz. 13.
Annevelink, E. e.a. (2006) Naar een gedeelde agenda voor infrastructuur en agrologistiek rondom Greenports,
Discussienotitie blz. 17 (via: http://www.dfg.nl)
Annevelink, E. e.a. (2006) Naar een gedeelde agenda voor infrastructuur en agrologistiek rondom Greenports,
blz. 42
Verschillende partijen (2006) Bijlagen: Visie en agenda Greenport regio Boskoop, blz. 18.
Verschillende partijen (2006) Bijlagen: Visie en agenda Greenport regio Boskoop, blz. 15.
Verschillende partijen (2006) Bijlagen: Visie en agenda Greenport regio Boskoop, blz. 64.
Verschillende partijen (2006) Bijlagen: Visie en agenda Greenport regio Boskoop, blz. 117.
Anoniem (2008) Een visie op de factor arbeid in de boomkwekerij (concept) blz. 7.
Maas, G.J. Reuer H. van, (2008) Boomkwekerij en aardkunde in Nederland, blz. 10.
50
E.H. de Vries
Oktober 2011
`
Maas, G.J. Reuer H. van, (2008) Boomkwekerij en aardkunde in Nederland, blz. 13.
Linssen, V.L.C. e.a. (2008) Een visie op de teelt en afzet van Nederlandse houtige siergewassen in pot en volle
grond tot 2013, Goede sier, blz. 24.
Tans, R. (2008) Boomkwekerij in Polen: Versnipperd, weinig gespecialiseerd, maar toch een groeimarkt.
Berichten Buitenland sectorspecial, blz. 9.
Schoemaker A. (2008) Project „Geen fratsen kweker‟ blz. 5.
Anoniem. – ABN Amro (2008) Boomkwekerij op zoek naar de markt, blz. 5.
Lammers J. Dijk A. van,(2008) Agrologistiek in het MKB (29 oktober 2008) blz. 24.
TNO Business Unit Mobiliteit en Logistiek (2009) De agrologistieke kracht van Nederland 2009, blz. 8-9.
TNO Business Unit Mobiliteit en Logistiek (2009) De agrologistieke kracht van Nederland 2009, blz. 16.
TNO Business Unit Mobiliteit en Logistiek (2009) De agrologistieke kracht van Nederland 2009, blz. 25.
Anoniem (2010) Intergemeentelijke structuurvisie Greenport regio Boskoop, blz. 47.
Anoniem (2010) Van Oers op bezoek bij: Boomkwekerij Guus Nouws V.O.F. Sectorrapport containerteelt 20092010, blz. 7.
Sips, R.A. (2010) Bestemmingsplan PCT-terrein, Rijnwoude, blz. 23.
Sips, R.A. (2010) Bestemmingsplan PCT-terrein, Rijnwoude, blz. 58 en 111.
Sips, R.A. (2010) Bestemmingsplan PCT-terrein, Rijnwoude, blz. 70.
Mars, W. (2010) Ontwikkeling kostenniveau binnenlands vrachtautovervoer in 2010 en 2011, blz. 10.
Linssen, V.L.C. (2011) Deskresearch naar de handel in boomkwekerijproducten van en naar Rusland, Polen,
Tsjechië en Hongarije, De handel in boomkwekerijproducten van en naar Oost-Europa, blz. 7 en 8.
Linssen, V.L.C. (2011) Deskresearch naar de handel in boomkwekerijproducten van en naar Rusland, Polen,
Tsjechië en Hongarije, De handel in boomkwekerijproducten van en naar Oost-Europa, blz. 11 en 12.
Linssen, V.L.C. (2011) Deskresearch naar de handel in boomkwekerijproducten van en naar Rusland, Polen,
Tsjechië en Hongarije, De handel in boomkwekerijproducten van en naar Oost-Europa, blz. 17 en 18.
Linssen, V.L.C. (2011) Deskresearch naar de handel in boomkwekerijproducten van en naar Rusland, Polen,
Tsjechië en Hongarije, De handel in boomkwekerijproducten van en naar Oost-Europa, blz. 23 en 24.
Websites
Anoniem. – ING (2006) ING sectoronderzoek boomkwekerij 2006 http://www.cfsupport.nl/kennisbank/Branchedocumentatie/Boomkwekerij/2006-0815,%20ING,%20sectoronderzoek%20boomkwekerij%202006.pdf
Anoniem. (2008) Sector verbaasd over daling pot- en containerteelt,
http://www.deboomkwekerij.nl/nieuws/1649/sector-verbaasd-over-daling-poten-containerteelt (26 februari 2008)
Anoniem. (2010) Arbeidsmarktcampagne It‟s A live van start, http://www.deboomkwekerij.nl/actuelethemas/bastknobbels/nieuwsoverzicht/nieuws/5221/arbeidsmarktcampagne-its-alive-van-start
(25 maart 2010)
Velthoven, A. (2010) Albert Heijn zoekt logistieke samenwerking http://www.ttm.nl/nieuws/id27572-albert-heijnzoekt-logistieke-samenwerking.html (25 maart 2010)
51
E.H. de Vries
Oktober 2011
`
Anoniem. (2010) Slechtste jaar voor boomkwekerij sinds 2000
http://www.deboomkwekerij.nl/nieuws/6216/slechtste-jaar-voor-boomkwekerij-sinds-2000 (21 december 2010)
Interviews
Er is voor dit rapport met diverse mensen gesproken die ieder hun eigen visie hebben gegeven op de
boomkwekerijsector. Een lijst met de personen die betrokken waren bij dit onderzoek treft u aan op
pagina 48 en 49. Een aantal van deze mensen is geïnterviewd of heeft via de e-mail contact gehad gedurende
het onderzoek.
52
E.H. de Vries
Oktober 2011
Download