Problemen door een veranderende indicatiestelling in de

advertisement
Problemen invoering ZZB in de gehandicaptenzorg
Vanaf 1 juli 2007 worden mensen die in aanmerking komen voor verblijf door het
Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) geïndiceerd in termen van een ZZP. Het gaat dan
om zowel nieuwe cliënten als cliënten met een herindicatie.
Leden van de VGN ervaren door deze verandering diverse problemen. In deze notitie
worden deze en andere met het ook op invoering per 2009 en het komende schaduwjaar
kort benoemd.
1) Veel soorten ZZP komen bij zorgaanbieders binnen, ook al is het niet de doelgroep
van de zorginstelling. De voorkeur van de cliënt is hierin leidend. Hoe om te gaan met
sectorvreemde ZZP’s vanaf 1 juli 2007?
2) Een zorgaanbieder heeft geen toelating, bijvoorbeeld: een intramurale instelling
mocht met de ZZP-score geen gebruik maken van de LVG en SGLVG. Per 1 juli 2007
ontvangt de zorgaanbieder (her)indicaties voor nieuwe en zittende cliënten in ZZPtermen. Wat schetst onze verbazing: bij een aantal zittende cliënten wordt SGLVG en
LVG geïndiceerd. Hoe hiermee om te gaan?
3) Dagbesteding: verblijf in combinatie met een PGB voor dagbesteding vormt na 1/7 jl
problemen omdat de ZZP’s integraal zijn.
4) Voor-/ natraject klinische behandeling: Het gaat om de situaties waarin cliënten van
een "gewone" VG-instelling overgaan naar een SGLVG-behandelcentrum en om
situaties waarin cliënten uit een SGLVG-behandelcentrum naar een gewone VGinstelling gaan omdat ze ‘”uitbehandeld” zijn. Dan is er sprake van
overgangsproblematiek dat in formele termen heet: voor- en natraject klinische
behandeling. Nu (volgens de huidige bekostigingssystematiek) is daar extra zorg voor
die gedeclareerd kan worden bij het zorgkantoor. Volgens het CIZ kan dat onder de
zorgzwaartebekostiging (ZZB) niet meer en zou er aldus sprake zijn van een
systeemfout. De bekostiging van het voor- en natraject wordt dus een probleem,
omdat in de ZZB bekostiging hier niet in is voorzien. Het gaat dus over korte periodes
waarin een cliënt al of nog steeds extra begeleiding krijgt dan wel instructies aan
begeleiders voordat sprake is van formele opname, dan wel nazorg.
5) Aflopende indicaties voor SGLVG toeslag: per 31/12 lopen veel afgegeven indicaties
voor SGLVG af. Voorzien was een aansluiting middels de overgang naar ZZP’s waar
deze doelgroep met name in ZZP 6 en vooral 7 een plek heeft. Door het uitstel tot
2009 ontstaat een gat van 1 jaar. Er moet een oplossing komen voor deze clienten
die bij voorkeur wat simpeler is dat een formele herindicatie voor al de clienten die
het betreft.
6) De invoering van de zorgzwaartebekostiging is uitgesteld naar 1 januari 2008.
Hierdoor wordt de huidige bekostigingssystematiek gecontinueerd. Individuele
afspraken tussen zorgkantoor en zorgaanbieder moeten dus ook worden
gecontinueerd voor een jaar (het gedoogbeleid).
7) Probleem van een duurdere zorgvraag na herindicatie, terwijl de zorgaanbieder hier
geen extra middelen voor ontvangt. Vraag is dan waar de aanbieder aan moet
voldoen en waar de cliënt recht op heeft.
8) In de LG sector hebben sommige cliënten een herindicatie ontvangen in een ZZP
waarin staat dat ze recht hebben op 7 dagdelen dagbesteding. Dit komt niet overeen
met de praktijk, waar 9 dagdelen al zijn afgesproken met het zorgkantoor. Hierdoor
ontstaat een spanning tussen de afspraak met het zorgkantoor en de herindicatie in
ZZP’s. De beleidsregel ‘extramurale zorg voor dagbesteding’ loopt namelijk nog een
M:\Werkarchief\Claire\Indicatiestelling\Problemen per 1-7-07 ZZB.doc
1
jaar door. Hiermee heeft de ZZP wel degelijk in de productieafsprakensfeer zijn
intrede gedaan, terwijl dat niet strookt met het gekozen invoeringstraject in 2008
(productieafspraken in de huidige budgetparameters met een opgave in ZZP’s).
9) Zorgaanbieders lopen bij een ZZP LVG vast bij de dagbesteding. Daar deze niet meer
geeft dan 3 dagdelen en deze cliënten juist vaak 9 dagdelen nodig hebben; vooral in
situaties dat ze niet naar school gaan (daar kunnen diverse redenen voor bestaan).
10) Cliënten met een externe behandelvraag, en een toewijzing ZZP VG wonen
intramuraal. Op zich kan deze externe vraag niet ingevuld worden. Tot voor kort
hadden aanbieders van GVT’s de mogelijkheid om extramurale behandeling te (laten)
verzorgen na een indicatie. Na 1/7/07 kan dat niet meer. Hoe moeten zorgaanbieders
hiermee omgaan?
11) Als er bij een ZZP VG sprake is van 4 nachten verblijf, dan wordt een ZZP afgegeven,
ook als er wel sprake is van deelproducten bijvoorbeeld weekendopvang, logeren of
naschoolse opvang. Hoe meldt een zorgaanbieder dit naar het zorgkantoor? Splitsing
OB is wel mogelijk maar splitsing in uren van Verpleging (VP) en Persoonlijke
Verzorging (PV) niet.
12) Er bestaan geen ZZP’s voor Kinderen en Jeugdigen. Een kind dat een moeizame
ontwikkeling doormaakt doordat het Lichamelijk beperkt is wordt zowel in het profiel
als ook in de bekostiging gelijkgesteld aan een volwassene. Vooral de kinderen die
een specifieke (complexe en / of intensieve) zorgvraag hebben worden niet herkend
in de profielen.
13) Lichamelijk beperkte jong volwassenen, woonachtig in een GVT hebben vanwege hun
persoonlijke zingeving en sociale contacten behoefte aan adequate dagbesteding
naast hun wonen. Normaliter zouden zij 9 of 10 dagdelen dagbesteding kunnen
genieten binnen een activiteitencentrum. Door de algemeenheid van de ZZP's kan dit
nog maar maximaal 7 dagdelen zijn ongeacht de persoonlijke behoefte. De dagdelen
dat zij noodgedwongen thuis zitten wordt in zorg- en begeleidingstijd niet
gecompenseerd waardoor de gestelde begeleidingstijd wonen tekort schiet. Dit naast
het feit dat dit hen persoonlijke ontwikkeling niet ten goede komt.
14) Casuïstiek van een LG instelling: Onder het oude systeem leverde de LG instelling
(een GVT) aan een cliënt VB en OB. De BH en de VP konden apart opgehaald worden.
De cliënt ontving de BH en de VP via een andere zorgaanbieder. Voor de VP was dat
een thuiszorgaanbieder. De thuiszorgaanbieder maakte zelfstandig productieafspraken met het zorgkantoor en ook de betaling voor de geleverde VP verliep
tussen zorgkantoor en thuiszorgaanbieder en was AWBZ bekostigd (bij behandeling
ligt dit iets genuanceerder. Er was hier dus geen onderaanneming in de relatie tussen
LG instelling en Thuiszorginstelling. Overigens de LG (GVT) had ook geen toelating
voor die VP. Dezelfde LG cliënt krijgt nu een indicatie in ZZP, maar de
bekostigingsparameters voor de LG instelling blijven oud. Aan de voorkant met deze
ZZP is er al sprake van een systeem van (gedwongen) onderaanneming. De VP kan
niet los gecontracteerd worden tussen de thuiszorginstelling en het zorgkantoor. De
LG instelling moet in de huidige systematiek van ZZP indicatie de VP gaan leveren via
onderaanneming van een thuiszorginstelling. De LG instelling krijgt hiervoor nog geen
geld. De thuiszorginstelling krijgt geen geld van het zorgkantoor en wil betaling van
de LG instelling. Ik zie dit als een transitieprobleem of harder gezegd een
systeemfout. Pas als de LG instelling voor de VP bekostigd wordt op basis van het
ZZP is zijn probleem verholpen. Dit probleem met de VP zal zich vooral voordoen bij
de voormalige semimurale LG instellingen die immers vanwege de zorgbehoefte van
de cliënt meestal nogal wat VP moeten leveren.
M:\Werkarchief\Claire\Indicatiestelling\Problemen per 1-7-07 ZZB.doc
2
15) Probleem bij een herindicatie waar het aantal dagdelen (7, standaard) lager is dan
wat de cliënt afneemt (9). De zorgaanbieder krijgt de 'oude' financiering en heeft dus
geen extra geld meer om de huidige zorg te blijven leveren. Dit betekent een
probleem per direct.
16) Het CIZ indiceert vanaf 1 juli 2007 alleen nog in ZZP's. Via een vertaaltabel van het
CVZ komt de indicatie via AZR bij de zorgaanbieder. Gevolg is dat iedere cliënt vanaf
ZZP VG3 als verblijf met behandeling ingeschreven moet worden met de nodige
gevolgen, bijvoorbeeld de zorgaanbieder heeft niet genoeg erkende plaatsen, de
cliënt kan niet meer naar zijn eigen huisarts etc. Hier is in de keten niet goed over de
gevolgen nagedacht.
17) Weekendverblijf c.q. de indicatie gaat per etmaal. De productie gaat in dagen en kent
meestal 1 productiedag meer door de dag van komen en de dag van vertrek.
Concreet: een cliënt heeft een indicatie voor twee dagen (etmalen) verblijf. Hij komt
op vrijdag avond (of namiddag) en vertrekt op zondagavond (of namiddag) dat zijn
twee etmalen c.q. verblijfsdagen volgens de indicatie maar drie officiële
productiedagen voor de aanbieder omdat volgens de beleidsregel de dag van komst
en van vertrek als formele productiedag mogen worden gerekend. Bij de materiele
controle ontstaat dan wel een probleem c.q. overproductie!
18) De dagbestedingsproblematiek kent uiteraard ook de problematiek van de tarieven en
de integraliteit i.p.v. een losse component die apart wordt getarifeerd en afgesproken
bij een onafhankelijke aanbieder.
M:\Werkarchief\Claire\Indicatiestelling\Problemen per 1-7-07 ZZB.doc
3
Download