Aan de heer H.G.J. Kamp, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Geachte heer Kamp, vanaf deze week is op de eerste teeltbedrijven in de regio west-Brabant de aardbeioogst op gang gekomen. De komende dagen en weken zal de productie op alle bedrijven aantrekken. Het plukken van de vruchten en het afleverklaar maken op de bedrijven gaat volledig handmatig. Daar is veel en toegewijd personeel voor nodig dat gespecialiseerd is in de omgang met het product. Een vergelijkbare situatie betreft de boomkwekerijen in de Brabantse regio, voor het rooien, uitleveren en planten is veel personeel nodig. Al een groot aantal jaren wordt een aanzienlijk deel van het werk uitgevoerd door personeel uit oostEuropa. Het overgrote deel van deze mensen werkt al seizoenen achtereen op dezelfde bedrijven, dit veelal tot wederzijds genoegen. Dat is vanwege de verdiensten die het werken in Nederland oplevert, de aard van het werk, de onderlinge (noodzakelijke) teamgeest die in de loop van de jaren is ontstaan, en niet in de laatste plaats vanwege de vriendschappelijke banden die zijn gegroeid tussen de gezinnen op de bedrijven en het personeel. De bedrijven zijn ook zonder uitzondering ingericht op een verantwoorde huisvesting van het personeel, hetzij extern, hetzij in accomodaties op het eigen bedrijf. En terecht, om personeel te benaderen als gasten, zoals je dat bij een verblijf van weken of maanden in een ander land ook zelf zou wensen. De bedrijven in West-Brabant maken van oudsher vaak gebruik van Roemeense arbeidskrachten. Voor personeel uit dit land -en uit Bulgarije- zijn tot op heden tewerkstellingsvergunningen noodzakelijk. De aanvraag en verstrekking daarvan is de afgelopen jaren redelijk vlot verlopen. Groot is de verbazing over de huidige gang van zaken. De noodzakelijke vergunningen worden sinds eind februari nog slechts mondjesmaat, en volgens een willekeurige verdeelsleutel verstrekt, wat betekent dat het Roemeense personeel feitelijk de gelegenheid wordt ontnomen op de bedrijven aan de slag te gaan. De problemen die dat veroorzaakt nemen razendsnel toe: de producten kunnen niet meer worden geoogst en afgezet, afspraken met afnemers kunnen niet meer worden nagekomen. Het is duidelijk dat dit grote financiële gevolgen heeft. De spanning op de bedrijven –en binnen de gezinnen!- loopt daardoor op, omdat men zich geconfronteerd ziet met een onoplosbaar probleem. De inzet van ander personeel (Nederlands personeel is niet te krijgen) ter vervanging van ervaren krachten biedt geen soelaas, omdat het jaren duurt voordat er weer een ervaren team staat. Net als op elk ander bedrijf is het niet verantwoord het complete personeelsbestand in een klap te vervangen. Het kan er zelfs toe leiden dat bedrijven op korte termijn hun deur moeten sluiten. We verzoeken u daarom met klem er voor te zorgen dat de afgifte van de noodzakelijke tewerkstellingsvergunningen voor Roemeens en Bulgaars personeel per omgaande wordt hersteld. Blijft dat achterwege dan zijn de gevolgen desastreus voor veel producenten van een mooi product, en hun gezinnen. Namens zeer veel verontruste telers in de regio West-Brabant, de landelijk voorzitter van de kerngroep aardbeien, Mark van Aert.