Toets Massacultuur - vwo 5 - januari 2003. Hoge en lage cultuur. 1. Het begrip ‘massa’ kreeg rond 1800 een nieuwe betekenis: het werd gebruikt om de anonieme, verpauperde, stedelijke bevolking aan te duiden. Het begrip had een negatieve lading. De negatieve beeldvorming over de massa kwam uit de hoek van de intellectuelen en gegoede burgerij: de stedelijke elite. Welke factoren waren van invloed op de negatieve beeldvorming over de massa? 2. De stedelijke massa kon in de ogen van de stedelijke elite geen enkele aanspraak maken op ‘cultuur’? Waarom niet en waarom kon de elite dat wel? 3. Geef twee redenen waarom Amerika van meet af aan deelde in de negatieve beeldvorming van de massa. 4. Er bestaat in de eerste jaren na de Tweede Wereldoorlog een groot onderscheid tussen ‘high culture’ en ‘low culture’. Wat verstaan we onder deze begrippen? Geef van ieder een drietal voorbeelden uit verschillende disciplines De massamedia. 5. Wat wordt bedoeld met massamedia? 6. Wat is de kracht van de massamedia? De musical. 7. Noem drie kenmerken van de musical. 8. Musicals trekken een heel ander publiek dan opera’s. Waarom is de musical zoveel toegankelijker dan een opera? 9. William Shakespeare schreef rond 1595 zijn toneelstuk Romeo and Juliet. Hij baseerde dit werk op een toen zeer bekend Italiaans volksverhaal. Sindsdien zijn er van dit tragische liefdesverhaal talloze bewerkingen gemaakt, onder andere voor toneel, opera, musical en dans. In West Side Story is het verhaal van Romeo and Juliet gebruikt om er een moderne musical van te maken. Waarom is het verhaal van Romeo en Julia zo geschikt om het te bewerken? 10. West Side Story wijkt sterkt af van oudere musicals vanwege zijn realistische inhoud. Maar ook qua vorm wijkt West Side Story af van de gangbare musicals. Waarin wijkt de vorm af? De soap. 11. De soap komt in Amerika veel eerder tot ontwikkeling dan in Nederland. Noem een oorzaak hiervoor. 12. De eerste soap ontstaat in 1932. Een Amerikaanse zeepfabrikant koopt dagelijks vijftien minuten zendtijd op een radiostation. Wie was de belangrijkste doelgroep voor de soap en waarom? 13. Zeepfabrikanten hebben al lang niet meer het alleenrecht op de sponsoring van soaps: het maken van zo’n serie is namelijk niet goedkoop. Een soap is goed als er veel kijkers op afstemmen en er dus veel sponsors kunnen worden gelokt. Noem twee middelen waarmee de kijker binnen een soap geconfronteerd wordt met de producten van een sponsor. 14. De soaps worden gemaakt volgens een vast format. Geef vier kenmerken van het soapformat. 15. Wat is functie van de cliffhanger? 16. Wetenschappers verklaren de populariteit van soaps onder andere door de herkenbaarheid van de verhalen en personages. Noem twee aspecten van soaps waardoor zij herkenbaar zijn voor een groot publiek. 17. Ondanks de herkenbaarheid bevat iedere soap ook elementen ‘larger than life’. Noem twee soapkenmerken die absoluut niet realistisch zijn. Muziek. 18. Muziek kan opgeslagen worden. Noem vier verschillende geluidsdragers. 19. Noem twee gevolgen van de mogelijkheid muziek op te slaan. 20. Wat is het verschil tussen muzak en ambient. Jeugdsubculturen. 21. Rond 1960 werd “de jeugd” uitgevonden. Welke twee voorwaarden hebben bijgedragen tot het ontstaan van een eigen cultuur voor jongeren? 22. Lees tekst 1 uit “Het verschijnsel jongere”. Easy Rider, Hair en het optreden van Jimi Hendrix op Woodstock bevatten elementen die typisch zijn voor de hippiebeweging. Noem drie van deze elementen. 23. Geef van onderstaande uitspraken aan in welke (van de zeven door jou bestudeerde) jongerenculturen ze thuishoren: a. ‘beter langharig dan kortzichtig’ b. ‘een paar keer spugen in je handen en met je vingers door je haar’ c. ‘overleven in de jungle van beton’ d. ‘het was natuurlijk heel erg kijken wat iedereen aanhad….kijken en bekeken worden’ e. ‘het leven was shit, je moest vooral niet in de rij lopen’ f. ‘geweldloze blackpower’ g. ‘scratchen met je neus, je elleboog, alles’ h. ‘woonde je buiten, wat heel ‘in’ was, dan verbouwde je groente op het land of in je moestuin, uiteraard op biologische grondslag’ i. ‘chaos, dat is wat je wou’ j. ‘ze joegen de brave burgers de stuipen op het lijf met hun gierende brommers, uitbundig en stoer gedrag en voor die tijd extreme kleding’ k. ‘belangrijk was het hedonisme, lol hebben en ontspannen zijn, er was geen ideologie’ l. ‘dat je relaxed bent tegen mensen en ze niet het slechte wenst’ m. ‘ook zorgt de muziek er voor dat je in een soort trance raakt’ Videoclip. 24. De videoclip is een combinatie van bewegend beeld en muziek. Noem van deze combinatie twee voorlopers op de videoclip. 25. De videoclip is als bewegend beeld een onderdeel van de filmkunst. Noem drie filmtechnieken die kenmerkend zijn voor de videoclip. Postmodernisme. 26. Bekijk afbeelding 2. Rond 1990 start het kledingmerk Benetton een opvallende reclamecampagne. In het straatbeeld verschijnen billboards met gewelddadige of aanstootgevende beelden, bijvoorbeeld de foto van een stervende aids-patiënt op afbeelding 2. In deze campagne verwijst alleen de merknaam nog naar de kledingfabrikant. Welke twee tegenstrijdige kanten worden hier gecombineerd? 27. Toscani, meestal de fotograaf van de door Benetton gebruikte foto’s wil met zijn foto’s ‘aan het denken zetten’. Vind jij de manier waarop dat gebeurt een geoorloofde manier? Beargumenteer je antwoord. Popart Afbeelding 3. Op de afbeelding 3A zie je een collage uit 1956, gemaakt door de Engelse kunstenaar Richard Hamilton. Het werk heeft als titel Just what is it that makes today’s homes so different, so appealing’ (‘Wat is het toch dat onze huizen van vandaag zo anders maakt, zo aantrekkelijk’), uit 1956. 28. De collage is samengesteld uit foto’s van verschillende herkomst. Geef aan waar Hamilton zijn plaatjes vandaan haalde. 29. Het interieur is vooral ‘aantrekkelijk’ gemaakt door de opeenstapeling van luxeartikelen. Geef hiervan drie voorbeelden. 30. In het naoorlogse Europa staat Amerika voor alles wat nieuw, modern en appealing is Noem twee zaken die bijgedragen hebben aan de populariteit van Amerika in WestEuropa. 33. Hamilton kan gezien worden als een typische vertegenwoordiger van de Britse Popart. Kenmerkend voor zijn werk is zijn volgende uitspraak: “Zoeken naar het epische (= verhalende) in alledaagse onderwerpen zou ik als mijn doelstelling willen beschouwen.” Breng Hamiltons uitspraak in verband met het werk op afbeelding 3. 34. In Amerika is Andy Warhol een belangrijke vertegenwoordiger van de Popart. De Britse en Amerikaanse Popart zijn niet in alle opzichten van dezelfde orde. Een uitspraak over Warhol kan dit bevestigen: “Niet de werkelijkheid was het uitgangspunt van Warhols kunst, maar de werkelijkheid zoals die ons via de media bereikt en ons leven beheerst”. Ga naar afbeelding 4: 200 Campbellsoepblikken uit 1962. Leg uit dat Warhol op een andere wijze dan Hamilton omging met aspecten van de populaire cultuur. Betrek in je antwoord zowel de bovenstaande uitspraak als zijn werk. Antwoorden. Hoge en lage cultuur. 1. - grote toevloed van immigranten leidde tot stedelijke overbevolking - het was het arbeidersreservoir voor de fabrieken. 2. - de massa werd gezien als een anonieme groep mensen - deze anonieme groep was bovendien ontheemd, want ze waren immigranten. 3. - veel arme en verpauperde Engelsen en Ieren trokken naar de V.S. als “land der belofte”. Bovendien had het machtige koloniale Engeland het onderspit moeten delven tegen de V.S. dat op een democratie uit was. - Amerika had geen roots, geen geschiedenis. 4. High culture is kunst’ met een grote K’, waartoe ook de avant-garde behoort. Meestal is deze kunst ‘puur’, zonder commerciële bijbedoelingen. Vaak is deze kunst slechts weggelegd voor een kleine groep (hoog opgeleide) mensen. Bijvoorbeeld: klassieke muziek, klassiek ballet, schilderkunst, klassiek theater. Low culture komt voort uit de behoefte van het volk. Vaak is zij onderdeel van de vermaakscultuur. Ook spelen commerciële belangen vaak een rol. Bijvoorbeeld: soaps, Hollywoodfilms, popmuziek, streetdance, graffity. 5. - Nederlands bekendste kinderboek vertaald in het latijn: populair gecombineerd met klassieke taal - De strip Asterix gebruikt in het Leids Rijksmuseum van oudheden om de Romeinse beschaving te laten zien. - Idem Kuifje om Tibet uit te leggen - Meneer den Uil op nieuwe vertaling van Aesopius’ fabels. 6. Standpunt 1: “tegen de barbarij”: de hoge cultuur wordt platgewalst door de lage cultuur, er spreekt een angst uit dat dat gebeurt. Standpunt 2: “tegen de elite”: waarom je blijven verzetten tegen de populaire cultuur: het is onze cultuur dus waarom je daar zo krampachtig tegen blijven verzetten. Wanneer iets populair zo slecht is, waarom komen er dan zoveel mensen op af? De massamedia. 7. Middelen om iets over te dragen of om iets te bewerkstelligen met een zeer groot bereik (voor groot publiek), bijvoorbeeld radio, televisie, internet. 8. Televisie kan op grote schaal smaak en koopgedrag beïnvloeden. Televisie blijkt een grote invloed te hebben op ons dagelijks leven; het is het belangrijkste meubelstuk in iedere huiskamer; het is een bron van informatie, maar vooral van allerlei soorten van vermaak. De musical. 9. - Musical is een mengvorm (met invloeden uit Music-hall, operette en de blanke jazz). - Het zijn grote theatershows met vaak massale acts. - Het verhaal is meestal ondergeschikt aan de muziek en dansnummers. 10. De musical is een combinatie van drama, muziek en dans. 11. De op negermuziek geïnspireerde blanke Minstrel-muziek en de zwarte jazz. Of: de blanke jazz. 12. Opera is minder toegankelijk voor een breed publiek omdat het klassieke muziek bevat en in een traditie past van vermaak voor de upper-class. Musicals komen voort uit volksmuziek, en zijn dus voor iedereen beschikbaar en herkenbaar. 13. – het is een universeel thema - verboden liefdes die tragisch aflopen zijn heel herkenbaar / komen altijd en overal voor. 14. In West Side Story vormen verhaal, dans en muziek een eenheid. De soap. 15. - Massamedia komen het snelst op in de Verenigde Staten - Soaps ontstaan als een verkoopstrategie. De wijze waarop commercialiteit en vermaak worden gecombineerd zou je typisch Amerikaans kunnen noemen. 16. Huisvrouwen, want zij waren de afnemers van de zeep waar de commercials over gingen in de drie minuten reclametijd. 17. - reclameblok - genoemde en zichtbare merknamen in de serie zelf 18. - continuing stories - traag tempo - het verhaal wordt verteld via dialogen, cameravoering is gestandaardiseerd met veel close-ups. - establishing shots om aan te geven waar waar we nu zijn - episodes eindigen met een cliffhanger 19. Nieuwsgierig maken naar volgende episode en dus kijker aan zich binden. 20. Antwoord: twee van de volgende: - bij veel soaps behoren de hoofdfiguren tot dezelfde sociale klasse als de gemiddelde kijker. - Er is een vaste groep van personages waardoor je er mee vertrouwd raakt - In de soap draait het vooral om voor iedereen herkenbare emoties: liefde, haat, afgunst, geluk, vertrouwen, vriendschap - De verhaallijnen zijn eenvoudig - Het tijdsverloop is traag. 21. Antwoord: twee van de volgende: - de karakters van de figuren zijn sterk uitvergroot en eendimensionaal: er is een slechterik, een stoere held, een onzeker persoon, een moeilijk type, enz. - de figuren maken in een maand meer mee dan wij in ons hele leven zullen meemaken, zoals scheidingen, verdwijningen, sterfgevallen, het kan allemaal binnen een aflevering. Popmuziek. 22. plaat, band, cassettebandje, CD 23. - muziek hoef je niet persé live te beluisteren; los van optreden - muziek kun je overal beluisteren - veel mensen kunnen er naar luisteren. 24. Ambient is muziek waarbij door technische hulpmiddelen een ruimtelijk effect wordt bereikt. Geen song in de traditionele zin, maar sound-environments: ruimte gevuld met klank, om in een rustige sfeer te komen. Muzak is bedoeld om niet naar te luisteren: achtergrond muziek, bewerkingen van bestaande nummers met commercieel doel: koopgedrag van mensen beïnvloeden. Jeugdsubculturen. 25. voldoende geld, voldoende vrije tijd 26. - verzet tegen het bestaande - generatieconflict - lang haar - drugsgebruik - streven naar vrijheid /onafhankelijkheid - kritiek Vietnamoorlog. 27.a. hippies, b. kuiven, c. hiphopper, d.discoër, e.punker, f. rasta, g. hiphop, h. hippie, i. punker, j. kuiven, k. house, l. rast, m. house. 28. 29. a. b. het is een groep die veel geld heeft te besteden aan muziek, kleding en uitgaan het gezin is een onderhandelingshuishouden geworden het zijn de consumenten van de toekomst jongeren houden van vernieuwing. Beeld: een van de volgende: afkeer van het gangbare; eenzaamheid; agressieviteit Elementen; drie van de volgende: gang; glas; bloed; scherven; veiligheidsspeld;prikkeldraad. 30. Overdrijving zodat de vormen hoekiger en scherper worden, daardoor krijgen de vormen een agressief en absurd karakter. 31. Twee van de volgende: gescheurde randen; scheve plaatsing van de foto; scheve plaatsing van de letters over de foto en de achtergrond;( harde tegenstelling van kleur van de achtergrond t.o.v. de zwart-wit foto.) Videoclip 32. De soundies en rocksterren in films. 33. - supersnelle montage - vreemde camerastandpunten - elektronische effecten - ‘surrealistische’ beelden - vorm- en kleurexperimenten. Postmodernisme 34. Ontdoet het kunstwerk van zijn oorspronkelijke aura van uniciteit, en brengt de kunst in elke uithoek van de maatschappij en het leven: in tijdschriften en boekomslagen en cdverpakkingen, op t-shirts en als sleutelhanger. 35. Kunst en commerciële doeleinden. 36. Dit is een opinievraag. Waarschijnlijk zullen de antwoorden een afspiegeling zijn van de meningen die in de discussie over deze campagne altijd opduiken. Volgens Toscani kan het geen kwaad om met reclamegelden de aandacht te richten op misstanden en leed in de wereld. Volgens tegenstanders is er sprake van misbruik van het leed van anderen. Antwoorden Hamilton ‘What is it that makes todays homes so different, so appealing’ 37. Uit Amerikaanse tijdschriften en/of reclameblaadjes en/of pin-up bladen. 38. - Televisie, bandrecorder, stofzuiger met extra lange slang - Ingeblikt voedsel. - De film, de uitvergroting van een stripverhaal verwijzen naar de populaire cultuur. 39.- De Amerikanen speelden een heldenrol bij de bevrijding. - In de jaren daarna bevorderden ze met economische hulpprogramma’s, de Marshallhulp, het herstel en de koopkracht van Europa. - Ook de koude oorlog bond de West-Europese landen nog inniger aan het machtige Amerika. 40. In zijn uitspraak benadrukt H. dat hij met zijn werk een inhoud wil overdragen. Het alledaagse is als onderwerp alleen interessant wanneer er een verhaal mee wordt verteld. In zijn werk zie je dat hij alledaagse belden zo combineert dat dat verhaal ontstaat. 41. Het antwoord moet de volgende strekking hebben: Warhol laat zien hoe het alledaagse ‘moderne’ leven er uitziet, maar toont (een herhaling van) beelden die binnen dat moderne leven een grote rol spelen. Zoals de uitspraak aangeeft en het werk laat zien is Warhol veel meer dan Hamilton iemand die slechts registreert: de bestaande beelden worden geïsoleerd en direct overgenomen (zonder een verhaal te vertellen) Antwoorden. Hoge en lage cultuur. 1. - grote toevloed van immigranten leidde tot stedelijke overbevolking - het was het arbeidersreservoir voor de fabrieken. 2. - de massa werd gezien als een anonieme groep mensen - deze anonieme groep was bovendien ontheemd, want ze waren immigranten. 3. - veel arme en verpauperde Engelsen en Ieren trokken naar de V.S. als “land der belofte”. Bovendien had het machtige koloniale Engeland het onderspit moeten delven tegen de V.S. dat op een democratie uit was. - Amerika had geen roots, geen geschiedenis. 4. High culture is kunst’ met een grote K’, waartoe ook de avant-garde behoort. Meestal is deze kunst ‘puur’, zonder commerciële bijbedoelingen. Vaak is deze kunst slechts weggelegd voor een kleine groep (hoog opgeleide) mensen. Bijvoorbeeld: klassieke muziek, klassiek ballet, schilderkunst, klassiek theater. Low culture komt voort uit de behoefte van het volk. Vaak is zij onderdeel van de vermaakscultuur. Ook spelen commerciële belangen vaak een rol. Bijvoorbeeld: soaps, Hollywoodfilms, popmuziek, streetdance, graffity. De musical. 5. - Musical is een mengvorm (met invloeden uit Music-hall, operette en de blanke jazz). - Het zijn grote theatershows met vaak massale acts. - Het verhaal is meestal ondergeschikt aan de muziek en dansnummers. 6. Opera is minder toegankelijk voor een breed publiek omdat het klassieke muziek bevat en in een traditie past van vermaak voor de upper-class. Musicals komen voort uit volksmuziek, en zijn dus voor iedereen beschikbaar en herkenbaar. 7. – het is een universeel thema - verboden liefdes die tragisch aflopen zijn heel herkenbaar / komen altijd en overal voor. 8. In West Side Story vormen verhaal, dans en muziek een eenheid. De soap. 9. - Massamedia komen het snelst op in de Verenigde Staten - Soaps ontstaan als een verkoopstrategie. De wijze waarop commercialiteit en vermaak worden gecombineerd zou je typisch Amerikaans kunnen noemen. 10. Huisvrouwen, want zij waren de afnemers van de zeep waar de commercials over gingen in de drie minuten reclametijd. 11. - reclameblok - genoemde en zichtbare merknamen in de serie zelf 12. - continuing stories traag tempo het verhaal wordt verteld via dialogen, cameravoering is gestandaardiseerd met veel close-ups. - establishing shots om aan te geven waar waar we nu zijn - episodes eindigen met een cliffhanger 13. Nieuwsgierig maken naar volgende episode en dus kijker aan zich binden. 14. Antwoord: twee van de volgende: - bij veel soaps behoren de hoofdfiguren tot dezelfde sociale klasse als de gemiddelde kijker. - Er is een vaste groep van personages waardoor je er mee vertrouwd raakt - In de soap draait het vooral om voor iedereen herkenbare emoties: liefde, haat, afgunst, geluk, vertrouwen, vriendschap - De verhaallijnen zijn eenvoudig - Het tijdsverloop is traag. 15. Antwoord: twee van de volgende: - de karakters van de figuren zijn sterk uitvergroot en eendimensionaal: er is een slechterik, een stoere held, een onzeker persoon, een moeilijk type, enz. - de figuren maken in een maand meer mee dan wij in ons hele leven zullen meemaken, zoals scheidingen, verdwijningen, sterfgevallen, het kan allemaal binnen een aflevering. Popmuziek. 16. plaat, band, cassettebandje, CD 17. - muziek hoef je niet persé live te beluisteren; los van optreden - muziek kun je overal beluisteren - veel mensen kunnen er naar luisteren. 18. Ambient is muziek waarbij door technische hulpmiddelen een ruimtelijk effect wordt bereikt. Geen song in de traditionele zin, maar sound-environments: ruimte gevuld met klank, om in een rustige sfeer te komen. Muzak is bedoeld om niet naar te luisteren: achtergrond muziek, bewerkingen van bestaande nummers met commercieel doel: koopgedrag van mensen beïnvloeden. Jeugdsubculturen. 19. voldoende geld, voldoende vrije tijd 20. - verzet tegen het bestaande - generatieconflict - lang haar - drugsgebruik - streven naar vrijheid /onafhankelijkheid - kritiek Vietnamoorlog. 21. a. hippies, b. kuiven, c. hiphopper, d.discoër, e.punker, f. rasta, g. hiphop, h. hippie, i. punker, j. kuiven, k. house, l. rast, m. house. Videoclip 22. De soundies en rocksterren in films. 23. - supersnelle montage - vreemde camerastandpunten - elektronische effecten - ‘surrealistische’ beelden - vorm- en kleurexperimenten. Postmodernisme 24. Kunst en commerciële doeleinden. 25. Dit is een opinievraag. Waarschijnlijk zullen de antwoorden een afspiegeling zijn van de meningen die in de discussie over deze campagne altijd opduiken. Volgens Toscani kan het geen kwaad om met reclamegelden de aandacht te richten op misstanden en leed in de wereld. Volgens tegenstanders is er sprake van misbruik van het leed van anderen. Antwoorden Hamilton ‘What is it that makes todays homes so different, so appealing’ 26. Uit Amerikaanse tijdschriften en/of reclameblaadjes en/of pin-up bladen. 27. - Televisie, bandrecorder, stofzuiger met extra lange slang - Ingeblikt voedsel. - De film, de uitvergroting van een stripverhaal verwijzen naar de populaire cultuur. 28. - De Amerikanen speelden een heldenrol bij de bevrijding. - In de jaren daarna bevorderden ze met economische hulpprogramma’s, de Marshallhulp, het herstel en de koopkracht van Europa. - Ook de koude oorlog bond de West-Europese landen nog inniger aan het machtige Amerika. 29. In zijn uitspraak benadrukt H. dat hij met zijn werk een inhoud wil overdragen. Het alledaagse is als onderwerp alleen interessant wanneer er een verhaal mee wordt verteld. In zijn werk zie je dat hij alledaagse belden zo combineert dat dat verhaal ontstaat. 30. Het antwoord moet de volgende strekking hebben: Warhol laat zien hoe het alledaagse ‘moderne’ leven er uitziet, maar toont (een herhaling van) beelden die binnen dat moderne leven een grote rol spelen. Zoals de uitspraak aangeeft en het werk laat zien is Warhol veel meer dan Hamilton iemand die slechts registreert: de bestaande beelden worden geïsoleerd en direct overgenomen (zonder een verhaal te vertellen)