A L L E R g i e H u i d reac t i es o p pla n t e n Auteur C.J.W. van Ginkel Tr e f w o o r d e n contactallergie, eczeem, fytofotodermatitis, planten, toxisch Samenvatting Door middel van zes recente praktijkvoorbeelden wordt allereerst het onderwerp ‘huidreacties op planten’ geconcretiseerd. Vervolgens worden systematisch de drie mechanismen (toxisch, fytofototoxisch, contactallergisch) besproken waarmee planten huid- reacties kunnen oproepen. Tevens komen de bijbehorende plantenfamilies en de behandeling van de huidreacties aan de orde. Ten slotte volgen aanwijzingen voor de alledaagse praktijk om tot de goede diagnose te komen. Inleiding schillende planten toch tot dezelfde familie kunnen behoren. Gemakkelijk herkenbare composieten (samengesteldbloemigen) zoals chrysanthen, kamille en boerenwormkruid, kunnen alle contactallergie veroorzaken. Het wordt al wat lastig om de zonnebloem als composiet te onderkennen. Veel lastiger wordt het om zowel de wijnruit (een tuinplant), de skimmia (een struik) als de sinaasappelboom te onderkennen als leden van de ruitfamilie. Alle leden van deze plantenfamilie (Ruta) kunnen een fytofototoxische reactie veroorzaken. Ook de nauwe verwantschap tussen bleekselderij en berenklauw zal niet iedereen direct duidelijk zijn. Het onderwerp ‘huidreacties op planten’ is doorgaans voor de clinicus een moeilijk en vaak ongrijpbaar probleem. Soms zal contact met planten überhaupt niet onderkend worden als oorzaak van de huidreactie waarmee de patiënt komt. Het weerbarstige karakter van dit onderwerp hangt samen met de willekeurige combinatie van variabelen uit een drietal brede spectra. Spectrum A betreft de sterk uiteenlopende omstandigheden waaronder de patiënt het contact met de plant kan oplopen. Het onderwerp beperkt zich niet tot het gemakkelijk herkenbare handcontact met planten van de bloemist en kweker. Het gaat ook om de wielrenner die zijn fiets op een zonnige dag in een bloemrijke berm repareert, het schoolmeisje dat van school naar huis bloemen voor haar moeder plukt, de schilder die bij zijn werk klimop moet verwijderen, enzovoort. Spectrum B betreft de huidreacties zelf die uiteenlopen van een jeukende erythematosquameuze uitslag op de handen zoals bij een contactallergie voor alstroemeria bij een bloemist, tot pijnlijke blaren met erosies op de benen bij een fytofototoxische reactie op bijvoorbeeld wijnruit. Spectrum C is het botanische spectrum. Feitelijk gaat het hierbij slechts om een handvol families die potentieel huidreacties kunnen veroorzaken. De moeilijkheid hierbij is dat ogenschijnlijk sterk ver- 3 VOL. 6 nr. 1 - 2006 (Ned Tijdschr Allergie 2006;1:3-9) Hieronder volgen een aantal praktijkvoorbeelden om het onderwerp concreter te maken, waarna de verschillende huidreacties en de daarbij behorende planten op systematische wijze besproken worden. Voor de niet-dermatologen wordt aandacht besteed aan de symptomatische behandeling van de huidreacties. Ten slotte volgt een aantal praktische tips om in de spreekkamer snel tot een goede diagnose te komen. Praktijkvoorbeelden Casus 1 Op weg van school naar huis plukte Marion, zes jaar oud, bloemen voor haar moeder. In de loop van de dag ontstonden pijnlijke, rode zwellingen op haar N e d e r l a n d s T i j d s c h r i f t voo r All e r g i e Figuur 1. Euphorbia myrsinites, een Figuur 2. Euphorbia fulgens, een snij- Figuur 3. Ruta graveolens (wijnruit), wat op een vetplant lijkende tuin- bloem die in de wintermaanden van- een meerjarige tuinplant die wel aange- plant die behoort tot de wolfsmelk- uit Zimbabwe wordt geïmporteerd plant wordt om katten te verdrijven. Bij familie. en vooral in corsages en bloemstuk- het kapotwrijven van de blaadjes komt ken wordt verwerkt. een penetrante geur vrij. handen, onderarmen en gezicht. De volgende morgen waren er zelfs grote blaren bijgekomen. Bestudering van de geplukte bloemen bracht een wolfsmelk (Euphorbia myrsinites) als boosdoener naar voren (zie Figuur 1). Nagenoeg alle wolfsmelksoorten kunnen ernstige toxische huidreacties veroorzaken. Marion werd behandeld met lokaal indrogende zwavelzinkolie en oraal een lage dosis prednison (10 mg per dag). Na tien dagen kon zij weer naar school. Bij het nalopen van de route van school naar huis bleek de Euphorbia bij een particuliere tuin onder het tuinhek door naar de straatzijde te groeien. Casus 2 De avond voor de bruiloft van haar zus had Liesbeth veertig bruidscorsages gemaakt: ivoorwitte bloemen voor de heren en roodbruine voor de dames. Op de dag zelf had Liesbeth een pijnlijke, fel erythemateuze zwelling in het gelaat. De ogen kon zij nauwelijks openen. De snijbloemen die gebruikt waren voor de corsages, waren twee kleurvarianten van de Euphorbia fulgens (zie Figuur 2), een snijbloem die in de wintermaanden vrijveel vanuit Zimbabwe geïmporteerd wordt. Bij het afknippen van deze snijbloem komt een kleverig, wit sap overvloedig vrij dat uitermate toxisch is voor de huid en slijmvliezen. Dit is bij bloemisten een bekend probleem, echter niet bij de zuster van de bruid. VOL. 6 nr. 1 - 2006 Casus 3 De heer J. de V., 48 jaar en leraar Engels, kwam in juli naar de polikliniek vanwege branderige, wat lineair gerangschikte, vesicobulleuze huidafwijkingen aan handen en onderarmen. Nadat contact met planten als oorzaak van de huidafwijkingen werd overwogen, bracht een tuinbezoek de oorzaak boven water: een uitbundig bloeiende en groeiende wijnruit (Ruta graveolens, zie Figuur 3). De plant was recent op een zonnige dag door de leraar fors teruggesnoeid. Deze plant, met groenblauwe, leerachtige blaadjes, groeit in enige maanden uitbundig uit om in juli met gele bloempjes te bloeien. De diagnose werd gesteld op een fytofototoxische reactie op de wijnruit en de behandeling bestond uit een lokale toediening van clobetasolcrème (Dermovate ®). Casus 4 Op een zonnige zaterdag had Wouter, 24 jaar en bouwvakker van beroep, in een korte broek een lange fietstocht gemaakt in de omgeving van Utrecht waarbij hij in de berm een lekke band had moeten wisselen. De maandag erop meldde hij zich op het spreekuur met pijnlijke, wat lineair gerangschikte blaren op de onderbenen. Het eerste vermoeden van een fytofototoxische reactie werd bevestigd door het vinden van wilde pastinaak bij inspectie van de plek in de berm waar de fiets gerepareerd was. De pastinaak (Pastinaca sativa) behoort tot de N e d e r l a n d s T i j d s c h r i f t voo r All e r g i e 4 A L L E R g i e Tabel 1. Spectrum van huidreacties op planten. Reactie toxisch fytofototoxisch contactallergisch Familie Soort wolfsmelk (Euphorbia) E.myrsinites, E.polychroma ranonkels (Ranunculaceae) bosrank (Clematis vitalba) schermbloemigen (Umbelliferae) berenklauw, bleekselderij, pastinaak ruitfamilie (Rutaceae) wijnruit, citrusfruit composieten (Compositae) chrysant, kamille, paardenbloem lelie (Liliaceae) alstroemeria --- klimop (Hedera helix) --- Primula obconica schermbloemigen (Umbelliferae), evenals de berenklauw en bleekselderij, en kan op een zonnige dag een fytofotodermatitis veroorzaken. Op het eerste gezicht lijkt de pastinaak ook veel op selderij. Het is opvallend hoeveel pastinaak de laatste jaren in bermen te vinden is (wellicht actief ingezaaid voor verrijking van de bermflora?). Uit deze voorbeelden blijkt dat planten via drie verschillende reacties de huid kunnen beschadigen (zie ook Tabel 1): 1. toxische reactie; 2.fytofototoxische reactie; 3. contactallergische reactie. Casus 5 Sandra, 19 jaar, werkt sinds een jaar in een bloemenwinkel. Op haar werk kreeg zij steeds meer last van jeukende bultjes op de handen en pijnlijke kloofjes aan de vingertoppen. Plakproeven lieten zien dat zij allergisch was geworden voor de alstroemeria: een populaire leliesoort die in allerlei kleurvarianten te krijgen is (zie Figuur 4). Door het contact met deze snijbloem consequent te vermijden en vooral het zogenoemde handmatig strippen van de stengels aan anderen over te laten, verdween het eczeem en kon zij haar werk blijven doen. Via de toxische reactie wordt de huid direct door bepaalde stoffen in het plantensap, onder andere phorbolesters, beschadigd. Het gevolg is een meer branderige dan jeukende rode zwelling, waarna blaren en erosies ontstaan. De reactie verloopt traag waarbij de climax na enige dagen en volledig herstel pas na circa twee weken optreedt. Voor de behandeling van de toxische reactie is meestal oraal prednison nodig, bijvoorbeeld als korte stootkuur (aanvangsdosis bijvoorbeeld 35 mg, geleidelijk af te bouwen in tien dagen), naast lokale indrogende therapie (triamcinolon acetonide (TAC) 0,1%, zinkoxide 10% in fusidinezalf). Wanneer de huideruptie zeer nattend is, zal men moeten overgaan op zinkolie (sterk indrogend) of zelfs natte omslagen (scheurlinnen) gedrenkt in kraanwater. In minder ernstige gevallen kan men volstaan met alleen lokaal een klasse drie of vier corticosteroïdcrème. In Nederland gaat het bij de toxische reactie meestal om in tuinen aangeplante wolfsmelksoorten (Euphorbia). De plant is gemakkelijk te herkennen aan het witte, kleverige sap dat vrijkomt bij het breken van het blad of de stengel. Twee vrij populaire soorten voor de tuin zijn de E. myrsinites die wat op een vetplant lijkt (zie Figuur 1 op pagina 4) en de E. polychroma die vanwege zijn fraaie geelgroene blaadjes wordt aangeplant (zie Figuur 5). Voor ouders met jonge kinderen is het onverantwoord deze Casus 6 Erik P., een 37-jarige huisschilder die niet eerder huidproblemen had gehad, presenteerde zich met uitgebreid, zelfs nattend eczeem op zijn handen, onderarmen en gelaat. Pas na lang doorvragen bleek dat hij enkele dagen tevoren bij het schilderen van raamkozijnen handmatig klimop verwijderd had. Met een elleboogplooitest (2 dd gedurende 1 week een stukje klimopblad in de elleboogholte wrijven) bleek hij inderdaad sterk allergisch te zijn voor de gewone klimop (Hedera helix).1 Deze klimplant bevat falcarinol als allergeen en heeft niets te maken met de ‘poison ivy’ uit de Verenigde Staten (Toxicodendron radicans met urushiol als allergeen).2,3 5 VOL. 6 nr. 1 - 2006 Toxische reactie N e d e r l a n d s T i j d s c h r i f t voo r All e r g i e Figuur 4. Alstroemeria, een populaire Figuur 5. Euphorbia polychroma, een Figuur 6. Hyperpigmentatie na een snijbloem die een ernstig beroeps- tuinplant die omwille van de fraaie fytofotodermatitis die maanden tot wel eczeem aan de handen kan veroorza- groengele bladeren wordt aange- één à twee jaar kan aanhouden. ken op basis van contactallergie voor plant. Bij het afbreken of kneuzen van tulipaline. de bladeren komt een wit, kleverig en zeer toxisch sap vrij. ‘botanische boobytraps’ in de tuin te hebben. Andere Euphorbia-soorten worden als (ouderwetse) kamerplant gehouden: christusdoorn (E. milii), potloodplant (E . tirucalli) en de E. trigona, die nog het meest op een cactus lijkt. In de vrije natuur zal men Euphorbia-soorten vooral rondom de Middellandse Zee aantreffen. Daar groeien ze uit tot forse struiken waar voornamelijk nietsvermoedende toeristen in korte broeken tijdens een wandeling het slachtoffer van kunnen worden. De Euphorbia Hippomane mancinella (‘beach apple’) verdient een aparte vermelding. Deze boom staat direct langs de stranden in het Caraïbische gebied (onder andere in Curaçao). In de volle zon scheidt deze Euphorbia spontaan een toxisch, kleverig sap af dat neerdaalt op de schaarsgeklede westerse toeristen die onder deze boom schaduw zoeken. Contact met het sap kan enorme brandwonden tot gevolg hebben. Hoewel de uitermate populaire kerstster (E. pulcherrima) eveneens een wolfsmelksoort is, geeft deze alleen zeer zelden eczeemklachten bij de kwekers en niet bij het gewone publiek. Een andere toxische plantenfamilie is de boterbloemachtige (Ranunculaceae) waaronder boterbloemen, clematis, monnikskap, ridderspoor en kerstroos (Helleborus) vallen. De giftige stof uit deze planten is het anemonine. De blaartrekkende boterbloem (Ranunculus sceleratus) uit deze familie wordt door grazend rundvee vermeden. VOL. 6 nr. 1 - 2006 In de praktijk geeft deze plantenfamilie toch weinig problemen. Slechts eenmaal heeft de auteur een recidiverende heftige huidreactie gezien bij een man die clandestien de beschermde bosrank (Clematis vitalba, ‘the old man’s beard’, die groeit in de duinen en ZuidLimburg) snoeide om te verkopen aan bloemisten. Fytofototoxische reactie De fytofototoxische reactie ontstaat door de combinatie van zonlicht (UV-A, dus de reactie kan ook achter glas plaatsvinden) en het sap van bepaalde planten. Dit sap bevat furocoumarines, waaronder de psoralenen, die door de absorptie van UV-A-licht geactiveerd worden tot toxische stoffen voor de huid. De klachten zijn gelijk aan de klachten die ontstaan bij een toxische reactie met daarnaast dikwijls een cosmetisch storende, langdurige hyperpigmentatie als restverschijnsel (zie Figuur 6 ). Ook het lineaire patroon van de huidreacties is dikwijls opvallend. De behandeling van de fytofototoxische reactie is gelijk aan die van de toxische huidreactie. De planten die deze reactie kunnen veroorzaken vallen onder twee plantenfamilies: 1. De schermbloemigen (Umbelliferae), waarvan de berenklauw (Heracleum) misschien wel de bekendste is (zie Figuur 7 en 8). In het voorjaar komt deze op, dikwijls langs de waterkant, en groeit dan met bijna tropische snelheid tot 2-3 meter hoogte om vanaf juli alweer af te sterven. N e d e r l a n d s T i j d s c h r i f t voo r All e r g i e 6 A L L E R g i e Figuur 7. Berenklauw (Heracleum Figuur 8. Forse blaar bij een tienjari- Figuur 9. Primula obconica (trechter- mantegazianum). Vanaf maart groeit ge jongen als onderdeel van een fy- primula), een ouderwetse kamerplant deze sierlijke plant met een bijna tro- tofotodermatitis, die veroorzaakt is die contactallergisch eczeem veroor- pische onstuimigheid in enkele maan- door op een zonnige dag de stengels zaakt door het aanwezige primine als den op tot 2-3 m hoogte en kan een van de berenklauw te versnijden tot allergeen. fytofotodermatitis veroorzaken. zwaarden. Andere vertegenwoordigers van deze familie zijn: (bleek)selderij (Apium graveolens), engelwortel (Angelica), lavas (Levisticum officinale, de maggiplant) en pastinaak (Pastinaca sativa). In Oost-Europa wordt de pastinaak nog veel voor consumptie gekweekt (witte wortel) en is daar ook de belangrijkste oorzaak van fytofotodermatitis. Behalve in de vrije natuur komt in Nederland de pastinaak voor in groentetuinen en sinds kort in de bermen van wegen. 2. De ruitfamilie (Rutaceae), waarbij de wijnruit (Ruta graveolens, zie Figuur 3 op pagina 4) de meeste huidproblemen veroorzaakt. Behalve voor decoratie wordt deze plant ook aangeplant om de tuin kattenvrij te houden. Citrusfruit, dat ook tot deze familie behoort, geeft vooral problemen in de productielanden. De vuurwerkplant (Dictamnus alba, ‘burning bush’) zal alleen in de tuin van de botanische fijnproever worden gevonden. Het is goed zich te realiseren dat iedereen zonder meer het slachtoffer van zowel een toxische als fytofototoxische reactie kan worden en dat deze reacties niets met allergie te maken hebben. Contactallergische reactie Een contactallergie ontstaat alleen wanneer men gesensibiliseerd is geraakt door voorafgaand contact met het allergeen. De klachten zijn doorgaans wat milder, maar duren vaak langer dan de klachten van 7 VOL. 6 nr. 1 - 2006 een toxische reactie: sterk jeukende papels, roodheid en een verdikking (lichenificatie) van de huid van de handen, de onderarmen maar ook het gelaat. Allergie voor de snijbloem alstroemeria komt alleen als beroepsziekte voor. Het allergeen (tulipaline of α–methyleen-γ-butyrolactone, 0,01%, Chemotechnique M-026) is commercieel voor plakproeven beschikbaar, maar men kan ook een stukje groen blad of bloemblad als zodanig testen. Een elegantere benadering is het testen van een kort etherextract. Hierbij wordt een aantal verse blaadjes gedurende slechts één minuut in een erlenmeyer met een geringe hoeveelheid di-ethylether (brandgevaar) gezwenkt. Daarna wordt een in het decantaat gedrenkt filtreerpapiertje voor de plakproef gebruikt. Allergie voor chrysanthen en andere composieten komt zowel in de beroepssfeer (bloemisten en kwekers) als in de privé-situatie voor. De allergie kan vastgesteld worden door middel van een positieve plakproef met de SL-mix (sesquiterpeenlactonen, 0,1%, Trolab, E2459) en/of de composietenmix (6%, Trolab, E2369), die inmiddels in Nederland informeel is toegevoegd aan de Europese standaardreeks.8 Een chrysantenallergie is breed en richt zich niet alleen tegen allerlei snijbloemen en tuinplanten zoals matricaria, boerenwormkruid, carthamus, kamille, zonnebloemen en wilde planten als paardenbloe- N e d e r l a n d s T i j d s c h r i f t voo r All e r g i e Aanwijzingen voor de praktijk 1. Privé- of beroepssituatie. Sommige planten veroorzaken nagenoeg alleen problemen bij beroepsmatig contact zoals alstroemeria, kerstster, ranonkels, Euphorbia fulgens en bleekselderij. Andere planten geven vooral problemen in de privé-sfeer zoals berenklauw, wijnruit, Euphorbia als tuinplanten en kamerplanten. 2. Binnen- of buitenshuis. Bij iemand met klachten na het werken in de tuin kan men snijbloemen of kamerplanten als oorzaak schrappen. Bij huidreacties op planten in huis kan men zich juist hier volledig op concentreren. 3.Jaargetijde. Fytofototoxische reacties beperken zich uitsluitend tot de maanden juni tot en met september. Ook contactallergieën voor composieten uit de tuin of vrije natuur beperken zich tot de zomermaanden. Een contactallergie voor klimop kan echter ook in de wintermaanden optreden. 4. Klachtenpatroon. Een peracute, branderige zwelling, eventueel met blaren, die in de loop van dagen ernstiger wordt, wijst op een (fyto)fototoxische reactie. Een jeukende, papuleuze eruptie, die geleidelijk is ontstaan, is suggestief voor een contactallergie. 5. Zowel toxische als fytofototoxische huidreacties hebben geen allergische achtergrond. Er is daarom geen sprake van sensibilisatie en in principe kan iedereen hiervan het slachtoffer worden. 6.Alleen plakproeven met planten die mogelijk een contactallergie veroorzaken zijn zinvol. Plakproeven met notoir toxische of fytofototoxische planten zijn daarentegen zinloos. 7.Een bezoek aan de tuin of kwekerij, wanneer het niet lukt in de spreekkamer de oorzaak te achterhalen, kan alsnog de boosdoener aan het licht brengen. Bovendien verruimt een dergelijk bezoek altijd de botanische kennis van de arts. 8.Het is voor de clinicus nuttig in de praktijk enkele populaire botanische plantenboeken te hebben, die samen met de patiënt doorgebladerd kunnen worden.4-7 men, maar ook tegen groentes zoals witlof en andijvie. Het eten van deze groentes in rauwe vorm kan het eczeem doen opvlammen. Hetzelfde geldt voor het drinken van kamillethee. Een allergie voor chrysanthen betekent voor een bloemist meestal het einde van zijn beroep aangezien meer dan 50% van zijn assortiment tot de composieten behoort. Als enige niet-composiet bevat ook laurier (Laurus nobilis) sesquiterpeenlactonen. Een toenemend probleem is de allergie voor klimop (Hedera helix). Deze plant wordt steeds meer als groenbedekking voor schuttingen en muren aangeplant. De problemen ontstaan bij het terugsnoeien van de klimop, ook als dit op een sombere winterdag gebeurt. Het betreffende allergeen falcarinol is niet com- VOL. 6 nr. 1 - 2006 mercieel beschikbaar. Om een allergie aan te tonen kan men een plakproef uitvoeren met het gekneusde verse blad of als alternatief kan men een elleboogplooitest uitvoeren.1 Een contactallergie voor de trechterprimula (Primula obconica, allergeen primine), een ouderwetse kamerplant die nauwelijks meer verkocht wordt, is bijna uit het gezichtsveld verdwenen (zie Figuur 9). De verschillende tuinprimula’s en de primula’s met Pasen, geven meestal geen problemen (door te weinig primine). Conclusie Bij het klinische beeld van een onbegrepen dermatitis, bij zowel volwassenen als kinderen, dient altijd de mogelijkheid van een toxische, fytofototoxische of contactallergische reactie op planten als oorzaak N e d e r l a n d s T i j d s c h r i f t voo r All e r g i e 8 A L L E R g i e overwogen te worden. Niet alleen expositie aan tuinplanten, maar ook aan snijbloemen, kamerplanten, bermflora en planten in de vrije natuur moet geëvalueerd worden. CRC Press; 2000. 7. Ott A. Haut und Pflanzen. Gustav Fischer Verlag: Stuttgart; 1991. 8. Van Ginkel CJ. Aanvullende reeks voor plakproeven. Ned Tijdschr Dermat Venereol 2004;10:329-30. Referenties 1. Van Ginkel CJ. De ROAT (elleboogplooitest) als een Ontvangen 8 augustus 2005, geaccepteerd 1 december eenvoudige en breed toepasbare screeningstest voor 2005. het bestaan van contactallergie. Ned Tijdschr Dermat Venereol 2004;10:382-4. Correspondentieadres 2. De Groot AC, Van Ginkel CJ. Contactallergie voor klimop (Hedera helix): zeker niet zeldzaam. Ned Tijdschr Dermatol Dr. C.J.W. van Ginkel, dermatoloog Venereol 1997;7:150-4. 3. Leclercq RF. Ernstige contactallergische dermatitis door de sporadisch in Nederland voorkomende plant gifsumak Deventer Ziekenhuis (‘poison ivy’); een familiecasus. Ned Tijdschr Geneesk Postbus 5001 2005;149:1697-1700. 7400 GC Deventer 4. Hausen BM. Allergiepflanzen/Pflanzenallergene. E-mail: [email protected] Munchen, Landsberg: Ecomed;1988. 5. Lovell CR. Plants and the Skin. Oxford: Blackwell Belangenconflict: geen gemeld. Scientific Publications;1993. Financiële ondersteuning: geen gemeld. 6. Avalos J, Maibach HI. Dermatologic Botany Boca Raton: 9 VOL. 6 nr. 1 - 2006 N e d e r l a n d s T i j d s c h r i f t voo r All e r g i e