Woordpakketten groep 5 Leseenheid 1 : eer/oor/eur abbe/abe woorden kleur peer deur hoor zeur leer boor keer door spoor speer meer Leseenheid 2: s/z ng/nk sch(r) / ch(t) zwart soms zwaan stuur zacht soort zwerm staart zeil zeep bang drank Leseenheid 3: ig/lijk eind d/t aai/ooi/oei lelijk moeilijk treurig veertig eerlijk keurig deftig rumoerig smakelijk verdrietig hand bord Leseenheid 4: f/v ij/ei ou/au kous auto touw mouw blauw pauw oud gauw flauw saus altijd gordijn beer geur zeer apen appels komen sommen beter letten horen knorren vader ladder laken klimmen binnen liter kikker plank zang breng zingt pink stank stinkt ketting schrift bocht gezicht scheef zucht pech schram scheur schroef tachtig brood gezond hoed hoofd woord vriend baard naald kooi fraai mooi groei nooit bloei knoeit geknoei draait groeit gewei cijfers gelijk paleis meisje ontbijt eigen vijf fiets vuist fluit fles volle feest vrucht vroeg fruit vork Leseenheid 5: onbeklemtoonde ‘u’klank ei/ij beweeg gewoon boompje bekijk snijden ekster rijmpje dijken meisjes geluk beide gelijk Leseenheid 6: onbeklemtoonde ‘u’ klank ng / nk abbe / abe woorden brengen springen klinkt bellen lege denken lengte hangt halen jassen Leseenheid 7: woord eindigt in enkelvoud op f/ meervoud f wordt v Woord eindigt in enkelvoud op s/ meervoud s wordt z dief ganzen golf reizen boven dieven half golven boef drijven Leseenheid 8: eer/oor/eur Kmk/kmmk deurtje weer heertje beurten ongeveer verscheuren smeert zangkoortje geboorte scheurtje eigen geheim geitje tijgertje steiger karwei janken stengel springt zeven grappen verhaal bewijs stormen reiger treintje bijtje kleinste fijnste weigeren pleintje telkens verdriet jongste banken honger lekker boze winkel vangt gangen buren glazen huis halve lief boeven proeven huizen spons liever grijs kluiven gans sponzen reis grijze kiezen kleuren leerden voorste hadden namen hollen vader zolen knollen takken kleren vegen kussen dromen lammetjes Leseenheid 9: ou/au ch(t) klachten vliegt knecht vrucht ligt echt verwacht zachtjes dicht vrachten Leseenheid 10: kmk/kmmk sch(r) en een /u/-klank leger staren voller huren tussen knallen blussen treden vissen pannen Leseenheid 11: eind d/t ei/ij en een /u/-klank mond huid glad hout heet groot rond zoet dood potlood Leseenheid 12: kmk/kmmk ng/nk en een /u/-klank bellen hakker kever zakken appels heggen vazen veren zolen molen bochten gezucht klauteren ouders verkouden kopen speren scheppen schapen scholen eend tent rood zeilen spijker bewaren Afrikanen boterhammen jongste dringen sjouwen pauwen trouwen gouden pauze schouders klauw saus kousen augurken scheve schillenboer schaal schrokken scherper schriften schamen schat schieten schop geiten ontbijt afscheid ijsje prijzen afscheid meisje gordijnen tijger treinen slank zinken winkel wangen slang langer denken vangt Engels waterslang Leseenheid 13: aai/ooi/oei en een /u/-klank f in v veranderen bloeien plooien waaien schooien stoeien waaien maaiden jofel toernooien ontdooien Leseenheid 14: eer/oor/eur en een /u/-klank Kmk auditief en visueel herkennen in woorden met 3 of < lettergr. kantoren gebeuren proberen kantoren bezeren kamperen bezeren verkleuren verscheuren verleren Leseenheid 15: ou/au en een /u/-klank eind ig/lijk gebouwen mouwen schouder benauwde pauze verkouden klauteren houthakker touwtje snauwen Leseenheid 16: cht en /u/-klank sch(r) en een /u/-klank 3 of > meerlettergrepige woorden met kmk hazelnoten olievaten sandalen kantoren sleutelgaten ellebogen regenbogen schaatsen schijnen schroeven besproeien koeien mooie verdraaide leven bevroren knipogen aansteken achterpoten regenbui vrouwen heerlijk gevaarlijk prachtig misselijk gevecht schriftje schrokken gedichten schuilen lieve dieven scherven half duif blaffen tafel dieven blijven wolven tekening pepermunt zeewater straatstenen brandweerwagen vogelnest sandalen badkamer kruiwagen geweren duidelijk kleurig krachtig vreselijk negentig werkelijk geweldig natuurlijk aardig deftige gedicht schram schemerlamp schillenboer verwacht scheuren gedicht zucht veegt vraagt Leseenheid 17: d/t en /u/-klank eer/oor/eur en een /u/-klank eind ig/lijk gehoord gevist gehuild getekend gelukt opgeruimd gebruikt gehuurd geplukt ongeveer Leseenheid 18: kmmk auditief en visueel herkennen in woorden met 3 of > lettergr. s in z veranderen kiezen huizen vazen walvissen dassen verhuiswagen grenspalen missen spons huisdeur Leseenheid 19: uw/ouw/auw ei/ij en een /u/klank lauwe blauwe snauwt benauwd duwen ruwe schuwe sluwer gebouw mouwen Leseenheid 20: 2 of 3 meerlettergrepige woorden met kmmk ou/au Nederlanders gezwommen zeventig herinneren allereerst brievenbussen knipperlichten appelmoes krullenbol dobbelsteen geboorte koorts monteur speurhond meneertje spons prijs zestig krullenbol omhakken miauwen reiger eigenwijs kiespijn vijand aantrekken timmerman versperren snauwde schouwburg leerling vrolijk beweeglijk krachtig sierlijk lelijk lollig vriendelijk dadelijk kattig voetballen timmerman hobbelpaard doorslikken kapstokken komkommer vuilniszakken lippenzalf neusdruppels uitpakken keizer reizen kleine blijven boerderij pleister veilig snijden overeind glijbanen augurken klauterde benauwd juffrouw sausje stout fout auto bouwmarkt zout Leseenheid 21: uw/eeuw/ieuw, auw of ouw f in v veranderen nieuwe eeuwen luwte leeuwen opnieuw stuwmeer geschreeuw kluwen waarschuwen sneeuwen Leseenheid 22: 2 kmmk in een woord d/t appelflappen zakkenrollers rattenvallen ginnegappen bitterballen vertrekken zonnekleppen kakkerlakken spinnenwebben binnenschipper Leseenheid 23: uw/eeuw/ieuw aai/ooi/oei meeuwen schreeuwt vernieuwen sneeuwpop geeuwen duwen afschuwelijk lawaai schroeien tijgerhaai Leseenheid 24: sch(r)/cht en een /u/-klank ou/au handschoenen schuldenaar opschuiven scherven dichter schriften zachtjes achtste vechten prachtig kieuwen spreeuwen schaduwen raven duiven beroving vijven wrijven wuiven schaven slaven beloven graven kuiven vlinder kikkerbilletjes zakkenrollers afscheid bloedworst aanbod aardgas gezond beroemd hoofdwond tandarts wedstrijd bedtijd luchtbed handdoek bladzij eierdooier vogelkooi grasmaaier uitzwaaien groeide kraaide stoeien knoeide maaien koeien zaaien hooien saai draaien graaien wenkbrauwen lauw vasthouden eikenhout autobus pauwen houthakker oudere grauw dauw opluchten schaatsen grachten pauzeren onthouden Leseenheid 25: 3 of > meerlettergrepige woorden met 1 of 2 kmk eren/oren/euren Afrikanen indianen parkeren gebeuren geschoren ratelslang kleurenfoto onweren tomatensap preischotel Leseenheid 26: ng/nk sch(r)/cht en een /u/-klank 3 of > meerlettergrepige woorden met 1 of > kmk/kmmk banger drinken linkerkant slanker enkels kringen flinker hengel schone scherven Leseenheid 27: ei/ij eind ig/lijk eiland nijlpaard eigenlijk keihard omleiden smijten terwijl lichamelijk ijverig noordelijk Leseenheid 28: aai/ooi/oei Kmk/kmmk spannend indianen logeren bollenkweker oliebollen watervogels dameskapper moddersloten zomerdagen spillebenen geurtje oortje centimeter soeplepel hotelkamer verloren kantoren leren veren parkeren weertje storen koren meuren kamerdeuren schubben schrikken tochten bochten zuchtje borrelnoten nederlagen hagelstenen zonnepitten regenbogen onweren binnenkomen regenbogen vrachtwagen koffiekoppen afschuwelijk menselijk spijtig ongeduldig kwalijk grappig onfatsoenlijk wekelijks jaarlijks bochtig schilderij ijverig medelijden eindelijk feestelijk vertrokken verklappen handboeien hooiberg groeiden vloeipapier handboeien fraai rotzooit zwaaide verdraait kraaien stoeien papegaai strooisel Leseenheid 29: s/z eind d laarzen buizen Chinese vazen veldmuizen gezonder gezicht kruispunt hoes bloemenvazen Leseenheid 30: f/v en f in v veranderen droevig liever proeven zeerovers graven flauw file felle flat fontein Leseenheid 31: ou/au Kmk/kmmk augustus kauwgom ouderwets bouwvakker verkouden onthouden schouder automaat vertrouwen nauwelijks Leseenheid 32: eer/eren, oor/oren, eur/euren d/t treuren zeuren geur sleuren parkeren geweren geboren heren veren toren neus boze kiezen schitterend beschuit geluid geduld hardlopen hartslag spuitgast grasveld kwaad gooit brood paard verft vrolijk vegen fantasie vreugde avond oefenen foppen fabriek leven graven duiven stroever vleugel vulkaan opvouwen overkapping waterbuffels modderpaden ademen regelmatig timmermannen vissersboten zonnebaden waterbuffels zomerdagen opvouwen vergeten kantoren gekregen handtekening standbeeld honderddertien koffiepot majesteit restaurant vervelend klarinet onbekend mist verloren gezondheid gebit overeind voedsel Leseenheid 33: ij/ei aai/ooi/oei reizigers zeilschepen weigeren spijkers rijmpjes beide twijfel gewei pleister altijd verknoeien vermoeid gloeilamp draaimolen zoutstrooier knoeipot roeiboot bemoeien lawaai schilderij konijn spijtig eind cijfers leiding