Orthopedie Klompvoet (afwijkende stand van de voet) www.catharinaziekenhuis.nl Patiëntenvoorlichting: [email protected] ORT027 / Klompvoet / 18-07-2014 2 Klompvoet (afwijkende stand van de voet) Bij uw baby is een klompvoet vastgesteld. In deze folder vindt u informatie over de oorzaken en behandeling van deze aandoening. Het is goed u te realiseren dat de situatie bij uw baby anders kan zijn dan hier is beschreven. Wat is een klompvoet? Een klompvoet, in medische termen talipes equinovarus adductus genoemd, is een aangeboren afwijking van de voet. Bij een klompvoet is er een afwijking van de stand van de voet met drie kenmerken: • de voet staat naar beneden gekanteld: de equinus- of spitsstand; • de voet staat naar binnen gekanteld: de varusstand; • de voorvoet wijst naar binnen: de adductusstand, waardoor er een kommavorm ontstaat. Dit zorgt ervoor dat uw kind bij de geboorte een voet heeft waarbij de voetzool naar boven wijst. Afbeelding 1. Klompvoet 3 Afbeelding 2. Skelet normale voet en klompvoet De afwijkingen van de klompvoet beginnen meestal onder de knie. De spieren en pezen in de kuit zijn onderontwikkeld en verkort. Het gewrichtskapsel, de peesbladen en de banden (ligamenten) in de voet zijn verdikt. De botten van de enkel en voet kunnen ook van vorm veranderd zijn, met name het sprongbeen. Afbeelding 3. Skelet normale voet en rechts klompvoet 4 Oorzaken Een klompvoet kan verschillende oorzaken hebben: • een liggingsafwijking in de baarmoeder; • een verstoring van de zenuwvoorziening van de voet; • een erfelijke factor; • een neurologische aandoening; • een onbekende oorzaak. Soms is de klompvoet zichtbaar op de echo van uw kind voor de geboorte. Afbeelding 4. Echo van een klompvoetje voor de geboorte Hoe vaak komen klompvoeten voor? Klompvoeten komen ongeveer bij 1,2 tot 1,6 op de 1000 kinderen voor. Per jaar worden er in Nederland 210 - 280 kinderen met klompvoetjes geboren. Meestal wordt dit direct na de geboorte herkend. Bij jongens komen klompvoeten tweemaal zo vaak voor als bij meisjes. In ongeveer 50% van de gevallen zijn beide voeten aangedaan. Als beide ouders normale voeten hebben, is de kans op herhaling van de aandoening bij een volgend kind ongeveer 2%. Controle heupen Kinderen met een klompvoet hebben een grotere kans op afwijkingen van de heupen. Daarom worden de heupen van uw kind met een echo gecontroleerd als uw kind drie maanden oud is. 5 Onderzoek Het is belangrijk dat de klompvoetbehandeling zo snel mogelijk start. Uw kind wordt daarom na de geboorte doorverwezen naar de kinderorthopedisch chirurg. Nader onderzoek naar de oorzaak van de klompvoet bestaat uit een vraaggesprek, een lichamelijk onderzoek bij uw baby en eventueel onderzoek door een kinderneuroloog. Behandeling volgens Ponseti De behandeling volgens Ponseti, die kort na de geboorte start, bestaat uit het met de hand soepel maken van het voetje (manipuleren), waarbij het geleidelijk zover mogelijk in de juiste stand wordt gecorrigeerd. Deze gecorrigeerde stand wordt vastgelegd (geïmmobiliseerd) met gips, waarbij ook het bovenbeentje wordt ingegipst. Het gips wordt een keer per week gewisseld. Tenslotte wordt de achillespees van het kind doorgesneden. Hieronder vindt u meer informatie over de behandeling. Vijf procent van de kinderen heeft geen baat bij de Ponseti techniek. Ze reageren onvoldoende op de ingestelde therapie. Extra aandacht voor de klompvoet is hierbij nodig. Mogelijk is de behandeling langer. Gips In de eerste levensweken wordt het gips éénmaal per week gewisseld. Het gips wordt tot en met het bovenbeen aangelegd. Tijdens het gipsen corrigeert de kinderorthopeed samen met de gipsverbandmeester de voetjes steeds verder in de juiste stand. Voor het wisselen van het gips meldt u zich op de Gipskamer. Op de Gipskamer wordt het gips verwijderd. Daarna kunt u op kinderafdeling of op de verloskamers uw kind in bad doen, voordat het nieuwe gips wordt aangebracht. Voor het slagen van de behandeling is het van belang dat uw kind ontspannen en rustig is tijdens het gipsen. Voeden tijdens het gipsen is hierbij essentieel. 6 Afbeelding 5. Gips en stand van de voetjes in fasen De ingreep In de laatste fase van de behandeling houdt een te korte achillespees de correctie van de voet tegen. Tijdens een kleine ingreep wordt de achillespees doorgesneden. Deze ingreep vindt poliklinisch plaats. Uw kind wordt voor de ingreep plaatselijk verdoofd. Tijdens de ingreep wordt uw kind gevoed, zodat het zich volledig ontspant. 7 Afbeelding 6. Het doorsnijden van de achillespees en ingipsen Direct na de ingreep wordt het beentje ingegipst om de achillespees aan te laten groeien op de gewenste lengte. Dit gips blijft drie weken zitten. De achillespees geneest over het algemeen binnen zes weken. Beugel met schoentjes Als het gips verwijderd is, dan krijgt uw kind een beugel met schoentjes voor beide voeten. In de begintijd draagt uw kind de beugel 23 uur per dag. Na 3 maanden hoeft de beugel alleen nog met slapen om (±14 uur per dag). Nadien vinden regelmatige controles plaats. Afbeelding 7. Schoentjes met beugel 8 De schoentjes worden vervangen als ze te klein zijn. De schoentjes met beugel draagt uw kind tot de 4e verjaardag. Complicaties Bij iedere operatie is er kans op complicaties zoals bloeduitstortingen, bloedingen en infecties. Bij een verlenging is de kans op complicaties kleiner dan 2 %. Controle Tijdens de periode dat uw kind de beugel draagt komt u regelmatig op controle bij de kinderorthopeed en/of de gipsverbandmeester. Uw kind blijft onder controle staan tot uw kind 16 à 17 jaar is. 9 Afsprakenschema Tips en leefregels Tips en leefregels tijdens de gipsperiode • Een kind met ingegipste beentjes kan niet in bad. Tijdens de gipswissel kunt u uw kind in bad doen op de verloskamers of de kinderafdeling. • Het is belangrijk om te zorgen dat het gips niet in de luier komt, zodat het niet vochtig wordt. 10 • Een kind met ingegipste beentjes kan de eerste uren na het aanbrengen van het gips snel afkoelen. Het vochtige gips onttrekt namelijk warmte aan uw kind. Houd uw kindje daarom in de eerste 48 uur na het aanbrengen van gips in zijn geheel goed warm. • Om koude voeten te voorkomen is het voor kinderen prettig om grote sokken over de voetjes in het gips te dragen. • Om de ingegipste beentjes tijdens het vervoer warm te houden is het prettig om de voetenzak van de MaxiCosi™of wandelwagen voor te verwarmen met een kruik of iets dergelijks. Verwijder deze als het kind in de MaxiCosi™/wandelwagen ligt. • Een kind met gips om de beentjes kan moeilijk gewone broeken dragen. Het is handig om wijde broeken in een grotere maat te nemen. • Het kind is zwaarder om te tillen. Om rugklachten te voorkomen is een goede werk- en tilhoogte belangrijk. Maak de commode of aankleedtafel zo hoog mogelijk en verhoog de bed- en boxbodem. Tips en leefregels tijdens het dragen van de beugel • Controleer de voetjes regelmatig op drukplekken. • Als uw kind huilt of zich anders dan normaal gedraagt, controleer dan extra op drukplekken. • Gebruik katoenen sokken zonder naden om blaren en drukplekken te voorkomen. • Elastische broeken zonder boord zijn in deze periode gemakkelijk. • De voetenzak van de MaxiCosi™moet volledig kunnen worden geopend. • Gebruik tegen koude voeten sokken voor volwassenen die over de schoentjes/beugel passen. • Als uw kind in een slaapzak slaapt moet deze wijd genoeg zijn, zodat de beugel erin past. Toekomst Uw kind houdt levenslang klompvoeten. De aandoening is niet te genezen. Doel van de behandeling is om een zo normaal mogelijk functionerende voet te maken. De voet blijft mogelijk wat korter met een wat dunner onderbeen dan normaal. De meeste kinderen zullen 11 zich, met de juiste behandeling, normaal ontwikkelen en normaal kunnen deelnemen aan sport en recreatie activiteiten. Verhinderd Kunt u niet naar uw afspraak komen? Geef dit dan zo snel mogelijk door aan de Gipskamer. Er kan dan een andere patiënt in uw plaats komen. Meer informatie Meer informatie vindt u op www.klompvoet.nl Vragen Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, stel deze dan gerust aan uw arts of gipsverbandmeester tijdens uw polikliniekbezoek. U kunt ook bellen naar de Gipskamer of de polikliniek Orthopedie. Contactgegevens Catharina Ziekenhuis Telefoon 040 - 239 91 11 www.catharinaziekenhuis.nl Spoedeisende Hulp 040 - 239 96 00 Polikliniek Orthopedie 040 - 239 71 80 Gipskamer 040 - 239 96 50 Routenummer(s) en overige informatie over de afdeling Orthopedie kunt u terugvinden op www.catharinaziekenhuis.nl/orthopedie. . 12 De tekst in deze folder is ontleend aan de volgende websites: • www.kinderorthopedie.nl • www.ponseti.info • www.global-help.org 13 14 15 Michelangelolaan 2 – 5623 EJ Eindhoven Postbus 1350 – 5602 ZA Eindhoven