Samenvatting Materialenleer Mechanische eigenschappen van materialen INLEIDING Wat kan er belangrijk zijn voor de keuze van het materiaal? • Chemische eigenschappen • Fysische eigenschappen • Mechanische eigenschappen • Dimensionale eigenschappen DE TREKPROEF • • Korte beschrijving van de proef o Een proefstaaf van voorgeschreven vorm en afmetingen wordt in een trektoestel geplaatst en onder invloed van een toenemende kracht, langzaam met constante snelheid belast. o Doel: het beoordelen van een materiaal bij belasting op trek. De proefstaaf Er zijn 2 soorten proefstaven: o Ronde proefstaven, o Rechthoekige proefstaven. Volgende parameters vinden we terug bij een proefstaaf: o L0 de meetlengte mm o d0 de diameter van de ronde proefstaaf mm o ?L de verlenging mm o F de trekkracht N o A0 de oorspronkelijke doorsnede mm2 • We kunnen de waarden weergeven in een F - ? L diagram. • Vooraleer we de grafiek bespreken, verklaren we: o o σ = De oorspronkelijke doorsnede: π ⋅d0 A0 = 4 ε= o • F A0 De spanning s : De rek ε0 : 2 L − L0 ∆L = L0 L0 ε (% ) = ∆L × 100 L0 We bespreken de grafiek: σ = E ⋅ ε = ε ⋅ tan α . o OP Op dit stuk is de wet van Hooke werkzaam: P noemen we de proportionaliteitsgrens. o PE Wordt de staaf op trek belast en daarna ontlast, dan zal de staaf tot zijn oorspronkelijke lengte terugveren. Er is geen vervorming. 1 E noemen we de elasticiteitsgrens. totale rek (OZ ) = blijvende rek (OY ) + elastische rek (YZ ) o V V noemt men de vloeigrens. De kromme verloopt zeer onregelmatig. Indien de vloeigrens niet waar te nemen is spreekt men van een σ 0, 2 grens. Dit is de spanning die 0,2% blijvende rek vertoont. o VM Er treed versteviging op van het materiaal. M noemen we de maximale belasting. Vanaf M zal de kracht zich in het zwakste deel van het materiaal vestigen. o Opmerking: Het s – e diagram geeft niet de werkelijke spanning weer die in het materiaal optreed, omdat F A0 wordt gebruikt in plaats van F . A KOUDVERVORMING • Indien we een staaf plastisch gaan vervormen, zijn we bezig met de staaf aan het koudvervormen. • Eigenschappen: o Dezelfde elasticiteitsmodulus (dezelfde a) o De elasticiteitsgrens en de treksterkte zijn in belangrijke mate toegenomen o De breukrek is gedaald o Het materiaal is sterker geworden • Het verschijnsel waarbij de elasticiteitsgrens toeneemt bij koudvervorming noemt men ook verharding. • Reductie van de doorsnede = % koudvervorming % kvv = • • A0 − A × 100 A0 waarbij A 0: niet koudvervormde doorsnede is. Opmerkingen: o Koudvervorming is een plastische vervorming bij een temperatuur lager dan TR: T > TR : warmvervorming. o Koudvervorming kan weggewerkt worden door gloeien bij TR. Voorbeelden van kouververvorming: o DRAADTREKKEN Draadtrekken is een vorm van metaalbewerking, waarbij draden koudvervormd worden met als doel een kleinere sectie te bekomen. De vervorming gebeurt in een treksteen. Er moeten 2 krachten overwonnen worden: vervormingkracht en wrijvingskracht. o ONDERSCHEID TUSSEN AL DAN NIET KOUDVERVORMDE METALEN F = A ⋅ σ 1 : plastische vervorming § Zacht: bij § Koud vervormd: bij F = A ⋅ σ 1 : elastische vervorming o KOUDVERVORMING VAN KOPER o SADEF § Maken van koudvervormde profielen § Walsstraat Praktische betekenis van het s – e diagram • Een plastisch materiaal is een materiaal met een grote blijvende vervorming. Deze zijn ideaal voor koudvervorming. • Een elastisch materiaal is een materiaal dat een grote elastische vervorming bezit. 2 • Een veerkrachtig materiaal is een materiaal dat een grote elastische energie bezit. σ elastische energie = vl 2E 2 (resiliëntie) • Een grote sM levert een sterk materiaal op. • Een bros materiaal vertoont bij breuk zeer weinig blijvende vervorming. Een taai materiaal gaat insnoeren en vertoont een aanzienlijke breukrek. • Een slap materiaal bezit een kleine E modulus. Zulke metalen zullen meer elastisch vervormen dan een stijf materiaal voor een zelfde s . • Stijfheidheeft te maken met de dimensies van het belaste onderdeel. • Bij een hard materiaal zal de elasticiteitsgrens snel toenemen bij koudvervorming. Een hard metaal is dus een metaal dat bij plastische vervorming veel verstevigt. • Toelaatbare spanning: door berekenen van de spanning s kan men afleiden hoe de constructie op de aangelegde belasting zal reageren. s > sM s 0,2 < s < s M s = s 0,2 s < sE σ • breuk van de constructie geen breuk, maar ontoelaatbare blijvende vervorming de constructie zal zeer weinig blijvend vervormen geen blijvende vervorming noemt men de toelaatbare spanning: 2 σ = σ 0, 2 3 Duktiliteit is een maat voor de grootte van de vervorming die een materiaal weerstaat zonder breuk. duktilitei t = ε br × 100 = duktilitei t = Lbr − L0 ×100 L0 A0 − A × 100 A INVLOED VAN DE TEMPERATUUR - REKSNELHEID • Reksnelheid: dε dt Een grotere reksnelheid geeft een hogere treksterkte, terwijl de breukrek daalt. • v= d (∆L ) dε = L0 ⋅ dt dt DE DRUKPROEF • Bij de drukproef wordt de kracht op het proefstuk geleidelijk verhoogd. o Brosse metalen: breuk o Taaie metalen: verkorting vooraleer scheuren • Voor sommige materialen is de drukspanning veel groter dan de trekspanning • De coëfficiënt van Poisson: ? of breukdeel. Voor het geval van een cilindrische proefstaaf met straal r0 en lengte l0 geldt: r0 − r l − l0 =η ⋅ r0 l0 DE AFSCHUIFPROEF • Met de afschuifproef wordt de schuifkracht v an het metaal bepaald. De maximale afschuifspanning t M bij breuk vindt men zo: τM = F 2A0 F is de maximale belasting, en A 0 is de oorspronkelijke staafdoorsnede. 3 • Verband tussen t M en sM : • Toepassingen: o τ M = 0,8 ⋅ σ M Knippen van staalplaten: § FASE 1: elastisch § FASE 2: plastisch § FASE 3: breuk (t M overschreden) HARDHEIDSPROEF • De hardheidsmeting bepaalt de weerstand die het materiaal biedt tegen blijvende indrukken. • De hardheidsmeting kan men ook bestuderen in een drukvervormingsdiagram. Hardheid volgens Brinell: • Er wordt gebruik gemaakt van een zeer harde stalen kogel. Deze wordt gedurende een bepaalde periode in het materiaal gedrukt. • HB = 30000 N A (N / mm2) ( A = 1 π ⋅ D D − D2 − d 2 2 1 σ M = ⋅ HB 3 ) oppervlakte van de bolkap Hardheid volgens Rockwell: • In plaats van d te meten, meet men bij Rockwell de diepte van de indrukking d.m.v. een meetklok. • Kogeltje van 1 16 ″ (Rockwell Ball) of kegel met tophoek van 120° wordt gebruikt. Hardheid volgens Vickers: • Indrukking d.m.v. een vierzijdige piramidevormige diamanten punt met tophoek van 136°. • HV = A • F 4A oppervlakte van één vierkant HV = 2 F ⋅ cos 22° d2 Hardheidsmeting met de Poldihamer: • Hiermee kunnen we de hardheid ter plaatse meten. • Behoort tot HB Scleroscoop van Shore: • Meten volgens het principe van de terugveerhoogte. Hardheid van Mohs: • We kunnen hiermee de weerstand tegen krassen bepalen. DE KERFSLAGPROEF • Taaie materialen (grote breukrek) kunnen in sommige omstandigheden bros breken. De breuksnelheid plant zich hierbij voort met de geluidssnelheid. • Deze factoren kunnen het bros breken bepalen: o Lage temperaturen o Grote belastingssnelheid o Spanningsconcentraties: K ⋅σ 4 • Naarmate de discontinuïteit scherper is, wordt K groter. • De kerfslagwaarde: KC = KC ?? KC ??: taai bros ? ? G (H − h ) A0 • De kerfslagwaarde kan ook worden bepaald i.f.v. de temperatuur. • Men kent ook de NDT – temperatuur (Nil Ductility Temperature). Dit is de temperatuur waarbij de kerfslagwaarde van het materiaal hoger wordt dan een bepaalde grenswaarde. • Onderzoek van het breukvlak: • o Glinsterend, onvervormd ? BROS o Fluwelig, sterk vervormd ? TAAI Voorbeelden: o Lasconstructies o LNG – terminal – zeekanaal o Aandrijving o Het milieuvriendelijk breken van rotsmassa’s DE KRUIPPROEF • Het verschijnsel dat kruip wordt genoemd bestaat erin dat de blijvende vervorming van een materiaal in de loop der tijd toeneemt, zonder dat de belasting toeneemt. • De resultaten van een kruipproef worden voorgesteld in een e(t) diagram. We voeren een logaritmische schaal in. • Er treedt bij het hangen in de machine direct vervorming op. Deze stemt overeen met de trekproef. • Toepassingen vindt men in assen van machines, … VERMOEIINGSPROEF • Vermoeiingsproeven dienen nu om de grootte vast te stellen van de spanningsschommelingen die een materiaal kan verdragen. • We kunnen hierbij onderscheiden: o Scheurinitiatie o Scheurpropagatie o Restbreuk • Sprongvermoeiing: sG = sA Wisselvermoeiing: sG = 0 Willekeurige vermoeiingsbelasting. • Diagram van Smith: de vermoeiingsgegevens van een bepaald materiaal in combinatie met de belastingsgevallen: o Kerfslagwerking o Afwerking van het oppervlak o Het materiaal VERSPAANBAARHEID • De materialen hebben onderling een verschillende mate van bewerkbaarheid met verspanend gereedschap. Deze wordt vastgelegd ineen getal van 0 – 100. • Vb. boren: o De diepte van een in een bepaalde tijd en met constante druk geboord gat. 5 • o De lengte van het aantal gaten dat geboord kan worden zonder de boor opnieuw te worden herslepen. o De energie die nodig is om het gat te boren. o Het vermogen. Gemakkelijk bewerkbare materialen: o • • Fijne naaldachtige stukjes Redelijk gemakkelijk bewerkbaar: o Geen homogene structuur o Spiraal of losse krullen Moeilijk bewerkbaar: o Uit 1 fase opgebouwd o Ononderbroken spiraal Bereiding en verwerking van ruwijzer en staal Versie 2002 – 03 http://eduserv.kahosl.be/eduhelp ©2003 N. Pollie 6