ADHD - PEP

advertisement
ADHD & ADD
Leerstoornissen
Medicatie
Jeffrey ter Meulen, jeugdarts
Relatie leerstoornis - ADHD
kernsymptomen
DSMIV
epidemiologiepathofysiologie
etiologie
comorbiditeit
beloop
therapie
Relatie dyslexie - ADHD
•
50% van de kinderen met ADHD heeft
tevens dyslexie of een leesstoornis
•
Bij 25 % van de mensen met dyslexie is
ook sprake van ADHD
3
Relatie ADHD - dyslexie
4
Kernsymptomen ADHD
Regulatiestoornis
Aandachts- en
concentratiestoornis
Hyperactiviteit
Impulsiviteit
Altijd gerelateerd aan leeftijd van een kind !
5
DSMIV
•
Minstens 6 van de negen symptomen van aandachtstekort
•
Minstens 6 van de negen kenmerken van impulsiviteit en
hyperactiviteit
•
Symptomen passen niet bij leeftijd / ontwikkelingsniveau
•
Symptomen minstens 6 maanden aanwezig
•
Begin van symptomen vóór het zevende levensjaar
•
Significante beperkingen in functioneren
6
DSM IV
Aandachtstekort
1.
slaagt er vaak niet in voldoende aandacht te geven aan details of maakt achteloos fouten in schoolwerk , werk of andere activiteiten
2.
heeft vaak moeite de aandacht bij taken of spel te houden
3.
lijkt vaak niet te luisteren als hij/zij direct aangesproken wordt
4.
volgt vaak aanwijzingen niet op en slaagt er vaak niet in schoolwerk, karweitjes af te maken of verplichtingen op het werk na te
komen (niet het gevolg van oppositioneel gedrag of van het onvermogen om aanwijzingen te begrijpen)
5.
heeft vaak moeite met het organiseren van taken en activiteiten
6.
vermijd vaak / heeft een afkeer van / is onwillig zich bezig te houden met taken die een langdurige geestelijke inspanning vereisen
7.
raakt vaak dingen kwijt die nodig zijn voor taken of bezigheden (bij voorbeeld speelgoed, huiswerk, boeken of gereedschap)
8.
wordt vaak gemakkelijk afgeleid door uitwendige prikkels
9.
is vaak vergeetachtig bij dagelijkse bezigheden
Hyperactiviteit
1.
beweegt vaak onrustig met handen of voeten, of draait in zijn stoel
2.
staat vaak in de klas of in andere situaties waar verwacht wordt dat men op zijn plaats blijft zitten
3.
rent vaak rond of klimt overal op in situaties waarin dit ongepast is (bij oudere evt alleen subjectieve gevoelens van rusteloosheid)
4.
kan moeilijk rustig spelen of zich bezighouden met ontspannende activiteiten
5.
is vaak ‘in de weer’ of ‘draaft maar door’
6.
praat vaak aan een stuk door
Impulsiviteit
1.
gooit het antwoord er vaak al uit voordat de vragen afgemaakt zijn
2.
heeft vaak moeite op zijn/haar beurt te wachten
3.
verstoort vaak bezigheden van anderen of dringt zich op (bijvoorbeeld mengt zich zomaar in gesprekken of spelletjes)
7
Epidemiologie
Jeugd < 16 jaar
Jong volwassenen
16 – 23 jaar
3–5%
1–3%
Jongen : meisje = 3 : 1
Man : vrouw 1,5 : 1
100%
80%
60%
40%
20%
0%
< 16 JR
volwassen
8
Epidemiologie: internationaal
9
Epidemiologie subtypen
100%
Prevalentie
80%
60%
onoplettend
hyperactief
/impulsief
gecombineerd
40%
20%
0%
jongens met ADHD Meisjes met ADHD
(n=140)
(n=140)
Biedeman et al 2002
10
Pathofysiologie
•
Dysbalans tussen excitatie en inhibitie, vooral gevolg van
verminderde inhibitie
•
Betrokken neurotransmitters: Dopamine en Noradrenaline
•
Afwijkingen gevonden in frontale schors,hersenbalk, basale
kernen (striatum) en cerebellum (MRI-scan onderzoek)
•
MRI studies laten zien dat bij ADHD het volumen van witte
stof in anterior-superior deel van rechter hemisfeer minder is
•
Functiestoornis van frontale hersenschors, in ‘arousal’ ,
‘activation’ en ‘effort’ (Neuropsychologisch onderzoek)
11
ADHD verminderde cerebrale bloedstroom
•
Met name
verminderde
bloedcirculatie in
striatum
12
ADHD gerelateerd aan underarousal
•
Brein van persoon met ADHD
vertoont veel minder activiteit
(oranje en geel) dan de
hersenen van iemand zonder
ADHD.
•
Kennelijk hebben mensen met
ADHD niet genoeg
hersenactiviteit om zich te
concentreren op wat ze aan het
doen zijn of om hun denken te
controleren.
13
14
Neurologisch substraat bij ADHD: anatomie
•
Neuro-imaging studies (anatomisch en functioneel) wijzen
verschillende hersengebieden aan die betrokken zijn bij ADHD:
Corpus Callosum
Prefrontale cortex
Cerebellum
Striatum
Nucleus caudatus
Putamen
Globus pallidus
Substantia Nigra
Basale ganglia
Neurologisch substraat ADHD: neurotransmitter
•
Dopamine and noradrenaline zijn belangrijke modulators van
het aandachts regulatie system.
Dopamine
Noradrenaline
Verhoogt aandacht
Vermindert ruis
Verhoogt alertheid
Prioriteiten stellen
Verhoogt vigilantie = afleidbaarheid
(vasthouden van aandacht)
Executieve functies
Executieve functies
(redeneren, probleem oplossen,
organisatie van denken)
Versterkt signaal / stimulus
Versterkt inhibitie
Versterkt doelgerichtheid
Van belang bij
geheugenopslag en retrieval
Onderdeel van beloningssysteem
16
Dopaminerge synaps
17
Aandacht & Concentratie
•
Definitie aandacht:
Aandacht is het proces die ons in staat stelt een keus te
maken uit de grote verscheidenheid aan stimuli die elk
van de zintuigen opvangen, waardoor bepaalde
informatie in ons bewustzijn komt
•
Aspecten van aandacht:
– Alertheid
– Concentratie
– Selectiviteit
– Volhouden en Controle
18
Executieve functies
•
Vermogen om gedrag te initieren
•
Vermogen om gedrag te richten op het bereiken van doelen
•
Remmen van gedrag dat niet compatibel is met het bereiken
van deze doelen
•
Monitoring en evaluatie van de prestatie in relatie tot de doelen
•
Vermogen om plannen bij te stellen en op strategische wijze
problemen op te lossen in het geval van problemen of falen
19
Executieve functies
Activering
•Organisatie
•Prioritering
•Initieren
•Time management
Actie
Focus
•Zelfcontrole
•Inhibitie
•motivatie
•Concentratie
•flexibiliteit
Effort
Geheugen
•Alertheid
•Volgehouden aandacht
•Snelheid
•werkgeheugen
•recall & retrieval
Emotie
•Frustratie management
•Introspectie
•Controle van emoties
20
Frontaal kwab en“Executive Functies”
Executieve
Functies
Zelfcontrole
Perceptie van tijd
Onderdrukken van
respons op afleiding
Werkgeheugen
Interne spraak
Perceptie van tijd
•
De perceptie van tijd ontstaat door ijking van het gevoel van
tijd ten opzichte van een tijdstraject
•
Kinderen met ADHD ervaren de tijd niet zoals andere
kinderen (3 minuten of drie uur)
•
Kinderen met ADHD ervaren alleen het hier en nu
22
Inhibitie van response
•
Frontaalkwab is een essentieel voor het mens-zijn
•
Een evolutionaire adaptatie om Flight en Fight te onderdrukken
•
Deze vaardigheid is essentieel voor succes in menselijke
leefomgeving (i.t.t. dieren)
•
Stelt ons in staat om ons geheugen te gebruiken en om ons
gedrag te sturen
23
Werkgeheugen
•
In frontaalkwab zetelt het RAM-geheugen
•
Centra voor lange termijn geheugen bevatten alle opgedane
ervaringen
•
ADHD: beperking in de verbinding tussen werkgeheugen en
lange termijn geheugen
•
ADHD: beperkte capaciteit van werkgeheugen
•
ADHD: Beperkte toegang tot in verleden opgedane ervaring
24
Internaliseren van de spraak
•
Naar jezelf gerichte interne spraak wordt gemedieerd in de
frontaalkwab
•
Interne spraak is nodi om je gedrag te toetsen en te sturen
•
Normaal begin rond 4e jaar en volledig rond 11 jaar
•
Bij ADHD: vertraagde rijping van ontstaan van interne spraak,
van zelfregulatie
•
Bij ADHD: overmatige externe spraak (hyperverbalisatie)
25
Etiologie: complex
26
Risicofactoren
Omgevingsfactor
Prenataal
Sterkte
Bewijs
Nicotine
++
Alcohol
++
cocaïne
+
Perinataal
Prematuur, dysmatuur
++
Toxisch
Lood
++
Kwik
+
Mangaan
+
PCB
+
Laag SES, chaotisch gezinsklimaat,
mishandeling en trauma, ruzie ouders
+
Psychosociale
omstandigheden
Voeding
-
TV kijken
27
Schatting erfelijkheid
Lengte
ADHD
Schizofrenie
IQ
Depressie
0
0,1
0,2
0,3
0,4
0,5
0,6
0,7
0,8
0,9
28
Etiologie ADHD
perinataal
10%
?
toxisch
5%
10%
genetisch
75%
29
30
Geen modeverschijnsel
ADHD is een ernstige
neuropsychiatrische stoornis
-
Die een neurobiologische basis heeft
-
Die gepaard gaat met neuropsychologische dysfuncties
-
Die kan persisteren tot in de volwassenheid
-
Die vaak gepaard gaat met comorbiditeit (LS, ODD, CD)
-
Die verschillende verschijningsvorm heeft: subtypen, gender
31
Probleemgebieden
Leeftijdgenoten
Interpersoonlijke
relaties
Familie
Autoriteit
Partner
Problemen
School en werk
Schooluitval,
onderprestatie
Wisselend werk
Lager inkomen
Vrijetijds
besteding
Alcohol, drugs
Delinquent gedrag
Depressie
Zelfbeeld
Emotionele labiliteit
32
Natuurlijk beloop
Groeien ze erover heen?
•
Bij een deel van de kinderen en jongeren met ADHD zal
door verdere rijping van het brein de ADHD meer op de
achtergrond staan en medicatie niet meer nodig zijn, maar:
•
30-70% van de kinderen met ADHD worden volwassenen
met ADHD
33
Natuurlijk beloop: afname van symptomen
34
Beloop van onbehandelde ADHD
Gedragsproblemen
Laag zelfbeeld
Ongevallen
Leerproblemen,
faalangst
Probleem sociale interactie
opvoedproblemen
Roken, alcohol,
drugs
Problemen met politie
en justitie
Verkeersongevallen
Problemen op
werk
Relatieproblemen
35
Comorbiditeit
36
Comorbiditeit
37
Gemiddelde medische kosten over 9 jaar
Kosten in U$
Non-ADHD
n=3810
1944
Kosten in U$
ADHD
n=309
4306
0
2000
4000
6000
Leibson CL, et al. JAMA 2001 3; 285 (1): 60-6
38
Klinisch beeld infants en peuters
•
Veel temperament
•
Regulatie stoornissen
•
Beperkte sociale adaptatie
•
Combinatie met ouder-kind-interactie
•
Risico: taalontwikkeling, beleving ouders
39
Klinisch beeld kleuters (4-6 jaar)
•
Motorische onrust
•
Bijkomende problemen
–
Oppositioneel gedrag
–
Ontwikkelingsstoornissen (motoriek, taal)
–
Problemen in sociale adaptatie
40
Klinisch beeld basisschoolleeftijd (6-12)
•
Concentratiezwakte / afleidbaarheid
•
Motorische onrust
•
Impulsiviteit in denken en gedrag
•
Bijkomende problemen
–
Specifieke leerstoornis
–
Agressiviteit
–
Laag zelfgevoel
–
Uitsluiting door leeftijdgenoten
–
Gezinsproblemen
41
Klinisch beeld adolescentie (13-17)
•
Slechtere schoolprestaties
•
Moeite met plannen en organiseren
•
Concentratiezwakte / afleidbaarheid
•
Minder motorische onrust
•
Gezinsinteracties onder spanning
•
Bijkomende problemen
–
Agressie, antisociaal gedrag, delinquentie
–
Emotionele problemen
–
Alcohol en middelengebruik
–
Ongevallen
42
Volwassenheid: vicieuze cirkel
voortijdig
schoolverlater
slechte
arbeidsloopbaan
verkeersongevallen
lager SES
middelengebruik
relatieproblemen
43
ADHD bij volwassenen
•
Comorbide psychiatrische aandoeningen
•
Antisociale persoonlijkheidsstoornis
•
Depressie, dysthymie
•
Bipolaire stoornis
•
Angststoornissen
•
Ticstoornis
•
Leerstoornis
•
Afhankelijkheid van drugs (♂) of alcohol (♀)
44
Natuurlijk beloop: volwassenheid
•
Ondanks afname van symptomen: frequent schooluitval,
wisselende werkgevers, onstabiele levensomstandigheden,
lagere sociaal-economische status, meer verkeersongevallen
•
Gender ratio is minder groot dan op jongere leeftijd
•
Verhoogde incidentie van neuropsychiatrische problematiek
maar de beperking is niet significant gerelateerd aan
comorbiditeit
•
Aandachtstekort evolueert in grotere problemen van de
executieve functies (multi-tasking, time management)
45
Subtypen ADHD
ADHD hyperactief - impulsief
ADHD onoplettende type ADD
•
Snel afgeleid
•
Snel afgeleid
•
Heeft veel energie soms hyperactief
•
Korte aandachtsboog
•
Impulsief: eerst doen dan denken
•
Dagdromen
•
Moeite met op zijn beurt wachten
•
Voortdurend iets kwijt zijn
•
Kan moeilijk stilzitten
•
Altijd te laat
•
Praat veel en vaak hard
•
Snel verveeld
•
Is druk, onrustig
•
etc…
Type Winni the Pooh
Type Teigetje
46
47
48
49
Medicatie
•
•
Eerste keus is stimulantia
–
Methylfenidaat (Ritalin®, Medikinet®, Concerta® )
–
Dexamfetamine
Daarnaast:
–
Atomoxetine (Strattera®)
50
Rilatine,Concerta verbruik laatste jaren.
125672
85690
44759
52653
57346
2000
2001
32220
12405
1995
16810
1996
22466
1997
1998
1999
2002
2003
51
Differentiaal Diagnose
52
Tot slot
•
ADHD is in 75% van de gevallen HEEL GOED TE
BEHANDELEN… maar is als DIABETES MELLITUS: WEL
COMPENSEREN… GEEN GENEZING
•
Symptoom reductie
•
Behandelen Comorbiditeit
•
Risico reductie
•
Educatie patient maar ook omgeving
•
Aanpassen omgeving
•
Aanleren “coping skills” bij patienten, ouders/opvoeders en …
LEERKRACHTEN
53
54
55
56
Download